IMARES Wageningen UR. Aanpassing rekenmodel percentage aal onder de. Michiel Kotterman en Pepijn de Vries Rapport C104/15

Vergelijkbare documenten
Bepaling percentage aal onder de totaal-teq limiet in de voor aalvangst gesloten gebieden

IMARES Wageningen UR. Waardekaarten Borssele. Karin van der Reijden Rapport C002/15. (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

IMARES Wageningen UR. Banc de Flandres. Marcel Machiels Rapportnummer C (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

IMARES Wageningen UR. Waardekaarten Ridens & Récifs. Marcel Machiels. Rapport C073/15. (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

Dioxines en PCB s in rode aal uit Nederlandse binnenwateren. Resultaten tussen 2006 en 2012

Dioxines, dioxineachtige- en niet dioxineachtige PCB s in rode aal uit Nederlandse binnenwateren 2015

IMARES Wageningen UR. PFOS in waterbodems Schiphol II. M. Hoek-van Nieuwenhuizen Rapportnummer C007/12

IMARES Wageningen UR. Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november 2012

keuze verzekerde 2 Basisverzekering Geen basisverzekering keuze verzekerde 3 Basisverzekering Geen basisverzekering keuze verzekerde 4

Aan de minister van VWS en de staatssecretaris van EZ. Aan de Inspecteur Generaal van de Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit

ONVZ Vrije Keuze Zorgplan

ONVZ Vrije Keuze Zorgplan

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Economische Zaken

IMARES Wageningen UR

Examen HAVO. wiskunde A (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Olie, alleen voor het smeren! (deel 1)

Stichting Wageningen Research Centrum voor Visserijonderzoek (CVO)

IMARES Wageningen UR. Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Rapportnummer C140/09 1 van 9

Dioxines en PCB s in rivierkreeften uit Zuid-Holland en Utrecht

Risicobeoordeling inzake aanwezigheid van dioxines en dioxineachtige PCB s in wolhandkrab

Aanvraag particulier dyslexieonderzoek

Langere vraag over de theorie

Aanvraag particulier dyslexieonderzoek

De kantorenmarkt. Het jaar 2009 is voor de Nederlandse kantorenmarkt. Stand van zaken. April Inhoud 1. Opname van kantoren

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

7 Het uitwendig product

Oefeningenexamen Inleiding tot de Sterrenkunde

Initiatief Duurzame Hallenbouw

IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Effecten MZI locatie Neeltje Jans op nabijgelegen mosselpercelen

Schatten en simuleren

ŢļJE CHOICE. Breda Roosendaal. Vestigingsrapportage ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^B

Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Voordracht voor de raadsvergadering van <datum onbekend>

Haven van Harlingen. Rob Berbee

Bemonsteringsplan de Zandmotor

Toepassing van videotechnieken bij monitoring glasaal

IMARES Wageningen UR. Staand Want monitoring IJsselmeer en Markermeer in 2014: survey- en datarapport

Contaminanten in Chinese wolhandkrab

A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU. Een ad-hoc Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) voor aluminium in oppervlaktewater. 26 april 2002 RIZA

Van der Linden. Onderhoud BETONVERHARDINGEN BETONREPARATIE/AFWERKING BETONBOREN/VERANKERINGEN INFRASERVICE VASTGOEDONDEHOUD

Interpolis ZorgActief

[: gwur.nl] Kennis Online Help Desk Question Page 1 of 3. dinsdag 4 december :25. Helpdesk VoedselDierEnConsument

Opdrachtgever: Ministerie van Directie AKV

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal POSTBUS EA DEN HAAG. Datum 30 september 2010 Betreft Dioxine in paling

Newton vwo deel 3 Uitwerkingen Hoofdstuk 18 Beeldbuizen 37

Rapportage dioxines, dioxineachtige- en niet. dioxineachtige PCB's in rode aal uit Nederlandse

De Organisatie. pagina 1. mbo nederland: competent in examinering? Examenverslag mbo Examenverslag mbo versie december 2006

Rotterdam. sociaal. gemeten. 3e meting Sociale Index

Module Dienstverlening. NN Intensief 1*

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK KWALITEITSVERBETERING. Winford Leiden Voortgezet Onderwijs. Afdelingen mavo, havo en vwo. Definitief rapport

Rapport Hengelvangstregistraties Volkerak-Zoommeer en kanalen

Aalonderzoeken Hoogheemraadschap van Delfland: groei en verspreiding van rode aal (Anguilla anguilla)

Notitie. De wegdekverharding op de Fluitersweg nabij het plangebied en op de overige wegen bestaat uit asfalt.

Verwerking landelijke feedback Examens serie 2016 e.v.

Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Rapportnummer C094/08 1 van 8

Practicum: Brandpuntsafstand van een bolle lens

Meldingsplicht diervoederlaboratoria Verplichtingen uit Wet dieren en Diervoederhygiëneverordening bekend?

Potige vrouwen in stoeipakjes - Na jaren van lobbyen en smeken debuteert vrouwenworstelen op Spelen (NRC Handelsblad, 28/8/2004)

RAPPORTVANBEVINDINGEN TUSSENTIJDS ONDERZOEKKWALITEITSVERBETERING WINFORDROTTERDAM. Voortgezet Onderwijs Afdelingen mavo,havoenvwo

Inspectierapport Peuterspeelzaal De Ballon Voorburg

Inspectierapport Peuterspeelzaal Peuterparadijs Stompwijk

Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Wat is de chemische toestand?

Servicepakketten Folkertsma Financiële Diensten

Omgavsngsdienst noordzeekanaalgebied

IMARES Exploitatie van Chinese Wolhandkrab in Nederland. Emil Kuijs

COLUMN: JOHAN VREUGDENHIL VBWTN: VEEL BEREIKT IN KORTE TIJD TOETSPROTOCOL CKB-ONLINE IS OPERATIONEEL GEVELONTWERP EN BRANDOVERSLAG (I)

G.J. Vaandrager. Verslag van de Landelíjke. Nederlands Instítuut voor Praevent,ieve. november te iden

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Monitor Steun en Draagvlak

Onderzoek in verband met verificatie eieren op basis van carotenoïdenprofielen Offerte nr. B&T

Contaminanten in schubvis

natuurkunde vwo 2016-I

Aanvraagformulier voor een levensverzekering

Schieraalvan de polders naarzee Kwaliteitsgerichte Opgroei Gebieden Schieraal Extensieve aalkweek Trap and Transfer

IMARES Wageningen UR. Beantwoording helpdeskvraag Onderzoeksgebieden Vlakte van de Raan

wiskunde A havo 2018-II

Beoordeling werkproces 1.1 Maken van een planning

Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV)

- havovwo.nl Formules Goniometrie

IMARES Wageningen UR. Zoneringsmaatregelen KRM op het Friese Front en Centrale Oestergronden: Consequenties per tuigtype

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS ONDERZOEK KWALITEITSVERBETERING WINFORD ROTTERDAM. Voortgezet Onderwijs Afdelingen mavo, havo en vwo

De steen in de vijver 19 december 2007

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Werken met formules. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gezondheidseffecten van palingconsumptie

Aanvraag dyslexie-onderzoek (voortgezet onderwijs)

ARCADIS. Toets op piping volgens de methode Sellmeijer case voor representatieve boezemkade HHNK :43

Gemeente Heerhugowaard, Parelhof 1, 1703 EZ Heerhugowaard, , De afvalkalender is een uitgave van Gemeente Heerhugowaard.

MIRT Verkenning A58. Eindhoven - Tilburg. Effectenrapport Luchtkwaliteit. 9 oktober Versie 6.0 Definitief

september A.M. van Essen, L.M. Sluys Tympaan Instituut Sociale wijkteams bekeken: Leiderdorp - Tympaan Instituut - info@tympaan.

Rapport Hengelvangst registratie 2011 SNOEKBAARS. Volkerak Zoommeer Bathse Spuikanaal Schelde-Rijnkanaal

gemeentebestuur VERZONDEN U Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling datum 10 juli 2014 uw brief van uw kenmerk ons kenmerk

Maarssenbroek, Maarssen-dorp, (Oud) Maarsseveen/Tienhoven/Molenpolder, Oud Zuilen. Afvalkalender 2012

Windmolenparken Zichtbaar vanaf de kust

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. Rapport Nummer: C052/05

Tijdelijke wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de invoering van de bevoegdheid tot het treffen van bestuurlijke maatregelen

Analyses organotinverbindingen in monsters Westerschelde 2008

Aanvraagformulier voor een levensverzekering

Transcriptie:

Aanpassing rekenodel percentage aal onder de so-teq nor Michiel Kotteran en Pepijn de Vries Rapport C104/15 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosyste Studies) Opdrachtgeer: Ministerie an Econoische Zaken Directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn T.a.. Ir. J.B.F. Vonk Postbus 20401 2500 EK Den Haag Publicatiedatu: 13 juli 2015

IMARES is: Missie Wageningen UR: To explore the potential of arine nature to iproe the quality of life. IMARES is hét Nederlandse instituut oor toegepast arien ecologisch onderzoek et als doel kennis ergaren an en adies geen oer duurzaa beheer en gebruik an zee- en kustgebieden. IMARES is onafhankelijk en wetenschappelijk toonaangeend. P.O. Box 68 P.O. Box 77 P.O. Box 57 P.O. Box 167 1970 AB IJuiden 4400 AB Yerseke 1780 AB Den Helder 1790 AD Den Burg Texel Phone: +31 (0)317 48 09 Phone: +31 (0)317 48 09 00 Phone: +31 (0)317 48 09 00 Phone: +31 (0)317 48 09 00 00 Fax: +31 (0)317 48 73 26 Fax: +31 (0)317 48 73 59 Fax: +31 (0)223 63 06 87 Fax: +31 (0)317 48 73 62 E-Mail: iares@wur.nl E-Mail: iares@wur.nl E-Mail: iares@wur.nl E-Mail: iares@wur.nl www.iares.wur.nl www.iares.wur.nl www.iares.wur.nl www.iares.wur.nl 2014 IMARES Wageningen UR IMARES, onderdeel an Stichting DLO. KK nr. 09098104, IMARES BTW nr. NL 8113.83.696.B16. Code BIC/SWIFT address: RABONL2U IBAN code: NL 73 RABO 0373599285 De Directie an IMARES is niet aansprakelijk oor geolgschade, noch oor schade welke oortloeit uit toepassingen an de resultaten an werkzaaheden of andere gegeens erkregen an IMARES; opdrachtgeer rijwaart IMARES an aanspraken an derden in erband et deze toepassing. Dit rapport is eraardigd op erzoek an de opdrachtgeer hierboen aangegeen en is zijn eigendo. Niets uit dit rapport ag weergegeen en/of gepubliceerd worden, gefotokopieerd of op enige andere anier gebruikt worden zonder schriftelijke toesteing an de opdrachtgeer. A_4_3_1-V14.1 2 an 27 Rapportnuer C104/15

Inhoudsopgae Saenatting... 4 1. Inleiding... 5 2. Kennisragen... 7 3. Methoden... 8 3.1 Schatting percentage aal onder de nor aan de hand an de so-ndl-pcb nor.. 8 3.2 Toeoegen an het geeten percentage an/rouw... 9 3.3 Gebruikte data... 9 4. Resultaten... 12 4.1 Vergelijking an schattingen proportie aal onder de noren... 12 4.2 Aanpassing odel aan an/rouw erhouding in engonster... 14 5. Conclusies... 20 6. Aanbeelingen... 21 7. Kwaliteitsborging... 22 Referenties... 23 Verantwoording... 24 Bijlage 1. Proportie an de angst onder de nor, berekend op basis an so-teq en op basis an so-ndl-pcb, oor de locaties beonsterd in 2011-2013, in de open gebieden... 25 Bijlage 2. Proportie an de angst onder de nor per locatie en per jaar, berekend op basis an so-teq en et gebruik an een aste en de geeten an-rouw ratio in het geanalyseerde engonster in de open gebieden... 26 Bijlage 3. Proportie an de angst onder de nor per locatie en per jaar, berekend op basis an so-ndl-pcb en et gebruik an een aste en de geeten an-rouw ratio in het geanalyseerde engonster in de open gebieden... 27 Rapportnuer C104/15 3 an 27

Saenatting Naast het bestaande rekenodel oor de schatting an het deel an de aalangst et gehalten so-teq onder de oedseleiligheidsnor ( percentage aal onder de nor ) is nu een rekenodel geaakt zodat ook oor de so an niet-dioxine achtige PCBs (so-ndl-pcb) het percentage an de angst onder de oedseleiligheidsnor kan worden geschat. De gehalten so-teq en so-ndl-pcb in aal zijn aan elkaar gerelateerd, aar een eentuele oerschrijding an de nor in aal kan an de so-teq, an de sondl-pcb óf an beide noren zijn. Dit kan per locatie erschillen. De nor oor so-ndl-pcbs wordt in de aal uit de onderzochte locaties het aakst oerschreden. Beide noren wegen wettelijk een zwaar; het laagste geschatte percentage aal onder de nor uit beide odellen wordt genoen als hét percentage aal onder de nor. Door het gebruik an de nor oor so-teq én so-ndl-pcbs wordt het geschatte percentage aal onder de nor in het gesloten gebied lager. Daarnaast zijn de beide odellen aangepast zodat de geeten an-rouw erhouding in het gebruikte engonster aal in de berekening wordt eegenoen. In de gebruikte 30-40 c lengteklasse an het engonster bestaan grote erschillen tussen annelijke en rouwelijke aal in so-teq en so-ndl- PCB gehalten; annelijke aal is doorgaans hoger gecontaineerd. Het bestaande odel houdt rekening et dit erschil tussen annelijke en rouwelijke aal, aar rekent et een ast percentage annelijke aal an 36% in het engonster. De an-rouw erhouding in het engonster aal werd óór 2011 niet bepaald. Met de aangepaste odellen zijn de percentages aal onder de nor per locatie geschat op basis an data an aalonsters uit 2011-2014 et bekende an/rouw ratio. Het geschatte percentage aal onder de nor in engonsters et zeer weinig annen, doorgaans an locaties boenstroos in de grote riieren, neet door het gebruik an het aangepaste odel af. Een paar locaties (Asterda Rijnkanaal) beatten juist eel annen (eer dan waaree het oude odel rekent) en het geschatte percentage aal onder de nor neet hier toe. Het gebruik an de geeten an-rouw ratio leidt in de onderzochte locaties tot axiaal 10 % hoger of lager geschatte percentage aal onder de nor ten opzichte an de schatting et het oude odel (ast percentage an in engonster). Dit effect is kleiner dan het effect an het gebruik an so-ndl-pcbs in het rekenodel, het percentage aal onder nor wordt hieree tot 30% lager geschat dan et de schatting et so-teq. De nieuwe schattingen beestigen dat in de gesloten gebieden slechts een klein deel an de aalangst aan de oedseleiligheidsnoren (so-teq en/of so-ndl-pcb) oldoet. In de open gebieden oldoet een eel groter deel an de aal aan de noren, tot 97% bij aal uit het IJsseleer bij Medeblik. 4 an 27 Rapportnuer C104/15

1. Inleiding In 2011 is door IMARES een rekenodel geaakt o het percentage aal onder de geldende Europese oedseleiligheidsnor oor dioxine-achtige stoffen, so-teq in lees an wild geangen aal of producten daaran (EU Verordening 1881-2006), in de coerciële aalangst in Nederland per anggebied te schatten. Dit odel is uitgebreid beschreen in een rapport (Kotteran et al, 2011) en het wordt sindsdien gebruikt o het percentage aal onder de so-teq nor in de gesloten gebieden te schatten. Naast de so-teq nor, die is astgesteld op 10 pg TEQ per gra eetbaar product, is in 2012 ook een nor oor de so an niet-dioxine achtige PCB s (so-ndl-pcb) astgesteld; 300 ng per gra eetbaar product. Uit de jaarlijkse aal onitoring blijkt dat deze nor in de engonsters aal sos eerder wordt oerschreden dan de nor oor so-teq (Kotteran en Van der lee, 2011, Van Leeuwen et al 2013, an leeuwen et al, 2014)). Daaro is anuit het inisterie an EZ de raag gesteld of et het bestaande odel ook het percentage alen kan worden geschat dat aan de nor an de so-ndl-pcb oldoet. Odat so-teq en so-ndl-pcbs sterk gerelateerd zijn was de erwachting dat het odel oor so-teq ook gebruikt kan worden oor so-ndl-pcbs. Het bestaande odel oor de berekening an het percentage aal onder de so-teq nor in de gesloten gebieden is gebaseerd op een aantal datasets: Dataset 1) Een dataset an door coerciële issers in 2010 gerapporteerde angsten an aal. Deze dataset is in beheer an het inisterie an EL&I. Dataset 2) Een dataset et biologische gegeens an de saenstelling an de aalangsten in het gesloten gebied (2010) dit betreft de benedenstroose gebieden. Dataset 3) Een lange terijn dataset (anaf 2006) an totaal-teq gehalten in engonsters aal, an eerdere locaties. De alen zijn geangen door het onderzoeksinstituut IMARES (en zijn dus geen steekproef an de coerciële aalangsten), de so-teq gehalten zijn bepaald door het RIKILT. De geslachtsaenstelling an de alen in de engonsters is onbekend. Dataset 4) Een dataset et so-teq gehalten, geslacht en lengte an 100 indiiduele alen erkregen in 2011 uit twee locaties (Hollands Diep en IJssel, 50 alen per locatie). In de dataset 3 en 4 zijn ook de so-ndl-pcb gehalten geanalyseerd, et deze data kan worden bepaald of het bestaande so-teq odel ook kan worden gebruikt et so-ndl-pcbs. In het huidige odel worden de geeten so-teq waarden in de 30-40 c klasse (uit de reguliere onitoring) geëxtrapoleerd naar de grotere alen (in de coerciële aalangst); hoe groter de aal hoe hoger de so-teq. In het odel wordt erschil geaakt tussen de so-teq an an en rouw. Mannen en rouwen an gelijke lengte (in de 30-40 c klasse) erschillen naelijk sterk in etgehalte en daaree in so-teq; het etgehalte en de so-teq an de annen is geiddeld hoger dan dat an de rouwelijke alen. Aan de hand an de erschillen in so-teq, geeten bij de indiiduele alen, wordt de so-teq an het engonster uit de reguliere onitoring herberekend naar annelijk een rouwelijke aal. De annelijke aal krijgt een hogere so-teq toebedeeld, de rouwelijke aal een lagere so-teq. Echter, tot 2012 is in de reguliere onitoring an de alen het aantal annen en rouwen in het engonster niet bepaald (dataset 3). Daaro wordt de an-rouw erhouding uit dataset 4 (36% an) gebruikt o de so-teq, zoals bepaald in het engonster an 25 alen, te onderscheiden naar an en rouw. Deze orekening an het geiddelde so-teq gehalte in het engonster aal naar een so-teq oor annen en rouwen is an belang odat grotere aal (>45 c) uitsluitend uit rouwen bestaat; als et de so-teq an het engonster wordt gerekend dan begint de rouwelijke aal et een te hoge start so-teq. Dit leidt tot een oerschatting an de so-teq in grotere rouwelijke aal en daaree tot een onderschatting percentage aal onder de nor dat aan de nor oldoet. Een groot deel an de angst an de beroepsisser bestaat juist uit grotere, rouwelijke aal. Rapportnuer C104/15 5 an 27

Vanaf 2012 is het reguliere Monitoring prograa aangepast en wordt an elk engonster (dataset 3) de an-rouw erhouding geeten. Er blijken grote erschillen in an/rouw erhouding te bestaan tussen locaties en jaren. Soige engonsters bestaan olledig uit rouwelijke aal. Odat het odel rekent et een aste erhouding an/rouw kan dit in dergelijk geallen leiden tot een oerschatting an het percentage aal onder de nor dat aan de nor oldoet. Het inisterie an EZ heeft IMARES erzocht o deze geslacht-gegeens in het odel te erwerken, zodat het percentage aal onder de nor beter kan worden geschat. 6 an 27 Rapportnuer C104/15

2. Kennisragen 1) Kan het bestaande odel oor de schatting an het percentage alen onder de nor in de coerciële angst worden gebruikt o eenzelfde rekenodel te ontwikkelen oor de so-ndl- PCB, zodat ook het percentage alen kan worden geschat dat aan de nor an de so-ndl-pcb oldoet? 2) Zijn de geschatte percentages aal onder de nor erschillend wat betreft de nieuwe nor oor so-ndl-pcb en de nor oor so-teq? 3) Kan het bestaande odel worden aangepast, zodat de geeten an/rouw ratio s in de engonsters aal gebruikt worden o het percentage aal onder de nor beter te schatten? Rapportnuer C104/15 7 an 27

So-TEQ 2 4 8 16 32 So-nld-PCB 100 200 300 400 600 800 1100 1500 2000 3. Methoden 3.1 Schatting percentage aal onder de nor aan de hand an de so-ndl-pcb nor Odat so-ndl-pcb en so-teq aan elkaar gecorreleerd zijn (de so-teq bestaat oor een deel uit dioxine-achtige PCBs) is de erwachting dat et de so-ndl-pcb data an de 100 indiiduele alen eenzelfde odel kan worden geaakt als oor so-teq. Er kan echter niet an worden uitgegaan dat één op één de so-teq data in het odel kunnen worden erangen door de so-ndl-pcb data. De so-ndl-pcb data zijn daaro aan de zelfde uitgebreide testen onderworpen als de so-teq data tijdens het opzetten an het eerste rekenodel. Het procedé oor het berekenen an het percentage aal onder de nor op basis an so-ndl-pcb is identiek aan die oor het berekenen an het percentage op basis an so-teq. Hier zal kort worden beschreen welke stappen worden doorlopen. Voor een gedetailleerde beschrijing wordt erwezen naar Kotteran et al. (2011). In het engonster aal (30-40 c lengte) is zowel de so-teq als de so-ndl-pcb bepaald (dataset 3). Uit dataset 4 is bepaald hoe de so-teq en het so-ndl-pcb gehalten in een geiddelde annelijke aal zich erhouden tot die in een rouwelijke aal. Deze ratio wordt berekend per locatie (IJssel en Hollands Diep) uit dataset 4, et behulp an lineaire regressie (odel 2, uit Kotteran et al., 2011) bij een lengte an 35 c. an Hollands Diep an IJssel rouw Hollands Diep rouw IJssel 30 35 40 45 50 55 60 65 70 Lengte (c) an Hollands Diep an IJssel rouw Hollands Diep rouw IJssel 30 35 40 45 50 55 60 65 70 Lengte (c) Figuur 1. Vanuit dataset 4 is et behulp an lineaire regressie (odel 2, uit Kotteran et al., 2011; weergegeen et licht- en donkerrood en blauwe lijnen) de ratio tussen het so-teq gehalte (pg/g) in de geiddelde an en geiddelde rouw berekend per locatie (links) bij een lengte an 35 c (erticaal gestreepte lijn). Ide dito oor de so-ndl-pcb gehalten (rechts). In de uiteindelijke berekening zijn ratio s per locatie geiddeld.nb De X- en Y-as zijn logaritisch uitgezet. 8 an 27 Rapportnuer C104/15

Tabel 1. Ratio an geiddeld containant gehalte in annelijke en rouwelijke alen (et tussen haakjes de so-teq en so-ndl-pcb gehalten in annelijke en rouwelijke alen) bij een lengte an 35 c per locatie en het geiddelde oor beide locaties, zoals gebruikt in het odel. Ratio an:rouw Hollands Diep IJssel Geiddeld So-TEQ 1,73 (14,1 : 8,13) 1,36 (6,90 : 5,07) 1,55 So-ndl-PCB 1,19 (565 : 475) 1,22 (232 : 191) 1,20 Het is duidelijk dat zowel de so-teq als so-ndl-pcb gehalten in een annelijke aal an 35 c hoger is dan in een rouwelijke aal an die lengte. Met deze ratio kan het so-ndl-pcb gehalte in het engonster worden opgesplitst naar het geiddelde gehalte in annelijke en rouwelijke alen in dit onster. Bij deze geiddelde gehalten hoort een statistische erdeling et uitschieters naar onder en naar boen. De statistische erdeling an het so-ndl-pcb gehalte in indiiduele annelijke en rouwelijke alen wordt bepaald op basis an het berekende geiddelde gehalte en paraeters die eerder et een Metropolis Hastings siulatie (zie Kotteran et al., 2011) op basis an dataset 4 zijn bepaald. Aangezien het engonster (dataset 3) is saengesteld uit alen in de lengteklasse tussen de 30 en 40 c, wordt de statistische erdeling ook geëxtrapoleerd naar de oerige lengteklassen. Nu de statistische erdeling bekend is per lengteklasse en geslacht, wordt per lengteklasse en geslacht bepaald welke fractie onder de gestelde so-ndl-pcb nor ligt. Verolgens worden de fracties an beide geslachten en lengteklassen saengeoegd door gebruik te aken an het aandeel an het geslacht per lengteklasse (dataset 2). Tot slot kunnen de fracties schone alen per locatie worden opgewerkt naar percentage aal onder de nor in de angst door gebruik te aken an de angstgegeens per Visserij Beheer Cobinatie (VBC) (dataset 1). 3.2 Toeoegen an het geeten percentage an/rouw In de rekenodellen an Kotteran et al 2011, wordt et het so-teq of so-ndl-pcb gehalte an het engonster eerst berekend wat de geiddelde gehalten in een annelijke en rouwelijke aal zou oeten zijn. Hierbij wordt een aste ratio in so-teq-gehalte en so-ndl-pcb gehalte tussen een geiddelde an en een geiddelde rouw aangenoen (zie tabel 1) en wordt et de astgestelde an/rouw erhouding (dataset 4) gerekend. In het aangepaste odel wordt niet et een standaard an/rouw erhouding, aar et de geeten an/rouw erhouding in het engonster gerekend. Verolgens wordt het percentage schone alen berekend aan de hand an deze gehalten in beide geslachten en een reële an/rouw erhouding zoals deze anuit de coerciële angsten bekend is. Dit betekent dat bij een 100% rouwelijk engonster et een bepaalde geeten so-teq, ná aanpassing an het odel, een lager percentage aal onder de nor wordt berekend. Bij een locatie et een hoog aandeel annen in het engonster wordt het percentage aal onder de nor juist erhoogd t.o.. de berekening in het oude odel. 3.3 Gebruikte data In dit rapport zijn de gegeens an de aalonitoring uit 2012-2014 gebruikt (oor één locatie, Asterda Rijnkanaal data an 2011-2014), uit gesloten en open gebieden, zie Tabel 2. Van deze data is ook het percentage annelijke aal in de angst bekend, zodat het effect an de an/rouw erhouding kan worden bepaald. Deze data zijn ook gebruikt oor het ergelijk tussen het percentage aal onder de nor berekend et het odel oor so-teq en oor so-ndl-pcb. Rapportnuer C104/15 9 an 27

Tabel 2. De so-teq en so-ndl-pcb gehalten zoals geeten in aalonsters (30-40 c klasse) uit 2011-2014, uit de gesloten gebieden en open gebieden. Het totale aantal alen in het engonster en het aantal annelijke alen is ereld. De nor oor so-teq bedraagt 10 pg/g, oor so-ndl-pcb 350 ng/g. Gesloten gebied so-teq so-ndl-pcb jaar aantal an pg/g ng/g Nieuwe Maas, Pernis 2012 22 2 10,9 369 Hollands Diep 2012 25 2 11,9 596 Hollands Diep 2013 25 2 6,3 390 Hollands Diep 2014 25 4 8,6 441 Volkerak (Sluizen) 2012 25 2 7,0 243 Volkerak (Zuid-West) 2012 25 6 5,2 130 Volkerak (Sluizen) 2013 25 0 3,7 180 Volkerak (Zuid West) 2013 25 0 4,5 110 Volkerak (Sluizen) 2014 25 1 4,0 160 Volkerak (Zuid West) 2014 25 1 2,7 72 Waal,Tiel 2012 13 2 6,5 273 Waal, Tiel 2013 9 0 6,9 300 Rijn, Lobith 2013 4 0 5,3 250 Lek, Culeborg 2012 25 2 6,1 316 Lek, Culeborg 2013 21 0 4,7 280 Maas, Eijsden 2012 10 1 7,2 441 Maas, Eijsden 2013 8 0 6,8 500 Maas, Eijsden 2014 3 2 6,5 453 IJssel, Deenter 2012 8 0 5,0 218 IJssel, Deenter 2013 17 1 4,0 200 IJssel, Deenter 2014 5 0 4,0 177 IJsseloog zuidkant 2012 23 12 8,9 336 IJsseloog noordkant 2012 6 0 13,5 324 Keteleer zuidkant 2012 13 5 9,1 335 Keteleer noordkant 2012 16 1 9,3 266 Ketelbrug zuidkant 2012 25 8 9,9 369 Ketelbrug noordkant 2012 25 7 15,0 350 Ketelbrug noordkant 2013 17 3 7,1 250 Keteleer noordkant 2013 11 1 7,1 270 Keteleer noordkant 2014 25 4 4,8 190 10 an 27 Rapportnuer C104/15

Open gebied so-teq so-ndl-pcb jaar aantal an pg/g ng/g Vosseeer 2012 25 3 6,6 171 Vosseeer 2013 25 2 7,4 240 Vosseeer 2014 12 2 5,5 173 3k ZW an Ketelbrug 2012 11 6 10,3 267 8k ZW an Ketelbrug 2012 8 3 7,8 208 3k NW an Ketelbrug 2012 2 1 12,5 272 IJsseleer, Urk 2013 25 2 4,0 92 IJsseleer, Lelystad 2013 25 5 3,1 64 Kanaal Gent-Terneuzen 2012 10 5 3,3 195 Kanaal Gent-Terneuzen 2013 2 0 7,8 370 Asterda-Rijnkanaal 2011 9 4 13,9 440 Asterda-Rijnkanaal 2012 25 14 7,6 247 Asterda-Rijnkanaal 2013 25 11 10,0 330 Asterda-Rijnkanaal 2014 25 12 8,9 309 Extra onster an 14 14 11,2 370 Extra onster rouw 14 0 6,7 260 IJsseleer, Medeblik 2012 25 8 2,0 33 IJsseleer, Medeblik 2013 25 3 1,5 25 IJsseleer, Medeblik 2014 22 1 1,6 23 Dijk Enkh-Lelystad 2012 5 0 4,7 84 Voor de schatting an het percentage aal onder de nor in de gesloten gebieden, op basis an so- TEQ, worden sinds 2011 in het rekenodel de aalonitoringdata an de laatste ier jaren gebruikt. De geeten gehalten zijn gegroepeerd en geiddeld per VBC. Hieree is de geschatte proportie aal onder de nor berekend, door deze te ereniguldigen et de angsten per VBC is het totale percentage aal onder de nor in de gesloten gebieden geschat. In 2012, 2013 en 2014 zijn niet op alle locaties alen 30-40 c erzaeld, die in de jaren eroor zijn beonsterd. Hierdoor zijn niet oor alle VBCs nieuwe data beschikbaar, daarnaast zijn op een aantal locaties de aantallen alen ook erg laag in 2014 (zie IJssel Deenter en Maas Eijsden). Voor de berekening an het percentage aal onder de nor in de gesloten gebieden kunnen daaro oor soige VBC s data an 2011-2014 gebruikt worden, terwijl oor andere locaties alleen oudere data beschikbaar zijn. Odat in dit rapport ooral wordt gekeken naar het effect an het gebruik an beide noren (so-teq én sondl-pcb) op de schatting zijn de data an 2014 niet eegenoen in deze berekening. Rapportnuer C104/15 11 an 27

4. Resultaten 4.1 Vergelijking an schattingen proportie aal onder de noren De uitkosten an de twee rekenodellen waarbij nog wordt uitgegaan an een aste sexeerdeling in het engonster staan ereld in Tabel 3. In Bijlage 1 worden de uitkosten oor locaties in het open gebied getoond. In Tabel 3 wordt nogaals ereld dat de geeten so-teq en so-ndl-pcb in het engonster aal, door de aannae dat elk engonster 36% annelijke aal beat, wordt herberekend oor annelijke en rouwelijke aal. Dit resulteert in een hogere so-teq en so-ndl-pcb gehalten oor annelijke aal (zie koloen.. per sexe ). De gehalten oor rouwelijke aal worden juist erlaagd. Tabel 3. Proportie an de angst onder de nor, op basis an so-teq en op basis an so-ndl-pcb, oor de locaties in de gesloten gebieden beonsterd in 2011-2014 (zie Tabel 2). Deze berekening is uitgeoerd et een ast percentage annen in de angst (36%). De waarden an proportie < nor zijn geiddeld oor locaties die tot een VBC behoren. De etgedrukte waarden zijn de laagst geschatte proporties an de twee containant groepen. Gesloten gebied so-ndl-pcb so-teq per per sexe sexe (pg/g) (ng/g) locatie jaar Proportie Proportie an rouw an rouw < nor <nor Nieuwe Maas, Pernis 2012 14,1 9,1 0,17 414 344 0,14 Hollands Diep 2012 15,4 9,9 0,14 668 555 0,03 Hollands Diep 2013 8,1 5,3 0,43 437 364 0,12 Hollands Diep 2014 11,1 7,1 0,27 494 411 0,08 geiddeld 0,25 0,09 Volkerak (Sluizen) 2012 9,0 5,8 0,37 272 226 0,35 Volkerak (Zuid-West) 2012 6,7 4,3 0,54 145 121 0,75 Volkerak (Sluizen) 2013 4,8 3,1 0,73 202 168 0,54 Volkerak (Zuid West) 2013 5,8 3,8 0,62 123 103 0,83 Volkerak (Sluizen) 2014 5,2 3,4 0,68 179 149 0,62 Volkerak (Zuid West) 2014 3,4 2,2 0,87 81 67 0,96 geiddeld 0,64 0,68 Waal,Tiel 2012 8,,4 5,4 0,41 305 254 0,28 Waal, Tiel 2013 8,9 5,8 0,37 336 280 0,23 Rijn, Lobith 2013 6,9 4,4 0,53 280 233 0,33 geiddeld 0,44 0,28 Lek, Culeborg 2012 7,9 5,1 0,45 354 294 0,21 Lek, Culeborg 2013 6,1 3,9 0,60 314 261 0,26 geiddeld 0,52 0,24 Maas, Eijsden 2012 9,2 6,0 0,36 494 411 0,09 Maas, Eijsden 2013 8,8 5,7 0,39 560 466 0,06 Maas, Eijsden 2014 8,3 5,4 0,41 508 423 0,08 geiddeld 0,39 0,08 12 an 27 Rapportnuer C104/15

Gesloten gebied so-ndl-pcb so-teq per per sexe sexe (pg/g) (ng/g) locatie jaar Proportie Proportie an rouw an rouw < nor <nor IJssel, Deenter 2012 6,5 4,2 0,56 245 204 0,41 IJssel, Deenter 2013 5,2 3,3 0,69 224 186 0,47 IJssel, Deenter 2014 5,2 3,3 0,69 198 165 0,55 IJsseloog zuidkant 2012 11,5 7,4 0,25 376 313 0,18 IJsseloog noordkant 2012 17,4 11,2 0,10 363 302 0,19 Keteleer zuidkant 2012 11,8 7,6 0,24 375 312 0,18 Keteleer noordkant 2012 12,0 7,8 0,23 298 248 0,29 Ketelbrug zuidkant 2012 12,8 8,3 0,20 414 344 0,14 Ketelbrug noordkant 2012 19,4 12,6 0,08 392 326 0,16 Ketelbrug noordkant 2013 9,2 5,9 0,36 280 233 0,33 Keteleer noordkant 2013 9,2 5,9 0,36 303 252 0,28 Keteleer noordkant 2014 6,2 4,0 0,59 213 177 0,50 geiddeld 0,36 0,31 Bij ergelijking an de uitkosten oor so-teq en so-ndl-pcb blijkt dat op de ene locatie de proportie aal onder de nor op grond an de so-teq hoger kan zijn dan op grond an de so-ndl-pcb, terwijl dat op een andere locatie anderso is. Deze erschillen zijn afhankelijk an de erhouding tussen de PCB en dioxine eruiling ter plaatse. De correlatie tussen so-teq en so-ndl-pcb gehalten in aal is doorgaans hoog binnen een locatie, beide worden door de aal oornaelijk ia het oedsel opgenoen. Een aal die eel so-teq heeft opgehoopt zal ook relatief eel ndl-pcbs beatten. Daaro kan de laagste schatting aal onder de nor, op basis an so-teq óf so-ndl-pcb, worden gebruikt als proportie aal onder de nor. De data uit Tabel 3 tonen aan dat de hoogste proportie aal onder de nor is geeten in het Volkerak (64% op basis an so-teq) en de laagste in Maas bij Eijsden (8% op basis an so-ndl-pcb). In de open gebieden oldoet de aal uit de NW kant an het IJsseleer (Medeblik) oor bijna 100% aan beide noren (zie Bijlage 1). Dit is hieree de schoonste locatie, die in dit onitoringsprograa gedurende de periode 2011-2014 geeten is. Voor de schatting an het percentage aal onder de nor in de gesloten gebieden worden sinds 2011 eerst de beonsterde locaties per VBC geclusterd. De gehalten so-teq an deze locaties oer de laatste 3 a 4 jaar worden dan gebruikt oor de berekening et het odel. In tabel 4 is weergegeen hoe de schattingen proportie aal onder de nor per VBC, ogerekend naar schatting aal onder de nor in het hele gesloten gebied, worden beïnloed door het gebruik an so-teq én so-ndl-pcb. Rapportnuer C104/15 13 an 27

Tabel 4. Het geschatte percentage aal onder de nor in de gesloten gebieden, op basis an so-teq en sondl-pcb. De etgedrukte getallen geen het laagst geschatte percentage aal onder de nor per VBC. Hieree zijn de angsten ogerekend naar aal onder de nor. Geschat % onder de nor Vangst kg aal onder de nor Locatie so-teq So-ndl- so-teq So-ndl- (kg) PCB PCB (pg/g) (ng/g) VBC13 17,4 904 5,1 0,5 69858 368 VBC5 7,7 293 31,9 24,0 27015 6490 VBC2* 12,1 251 13,0 32,7 3764 490 VBC8 8,4 355 27,6 15,5 15343 2380 VBC12 7,7 511 31,9 5,3 190 10 VBC11* 6,4 544 42,4 4,3 8229 351 VBC9 10,3 358 18,9 15,3 8213 1257 VBC14 6,9 231 38,1 37,7 33965 12799 Totaal angst 166577 Vangst schoon 24146 % aal onder de 14,5 nor *Van deze VBCs zijn geen data erzaeld in 2012 en 2013 Uit Tabel 4 blijkt duidelijk dat de schatting op basis an so-ndl-pcb lager uitalt in de eeste VBCs. Het laagste percentage an de twee schattingen wordt gebruikt o het aandeel aal onder de nor aan te geen. 4.2 Aanpassing odel aan an/rouw erhouding in engonster De opnae an de werkelijke an/rouw erhoudingen an het engonster in het odel leidt tot kleine, locatie afhankelijke erschillen die logischerwijze groter zijn naarate de sexeerhouding eer afwijkt an de gehanteerde standaarderhouding die uitgaat an 36% annelijke dieren gebaseerd op de dataset an de IJssel en Hollands Diep. De resultaten (zie Tabel 5 oor so-teq en Tabel 6 oor so-ndl-pcb) laten duidelijk zien dat in de locaties waar 100% rouwelijke aal is geconstateerd, de proportie aal onder de nor in de coerciële angst lager wordt geschat et het aangepaste odel. De twee locaties in het Volkerak 2013 zijn een goed oorbeeld, de proportie schoon op basis an so-teq daalt geiddeld et 10 % absoluut (15% relatief). In IJsseloog Zuidkant, 2012, bestaat het engonster aal juist uit eel annelijke alen en wordt door de aanpassing an het odel de proportie aal onder de nor juist iets hoger geschat (3% absoluut, 15% relatief). In de open gebieden (Zie Bijlage 2) worden deze erschillen ook geconstateerd. 14 an 27 Rapportnuer C104/15

Tabel 5. Proportie an de angst onder de nor per locatie en per jaar, berekend op basis an so-teq en et gebruik an de geeten an-rouw ratio in het geanalyseerde engonster. De proportie onder de nor berekend et een aste an-rouw ratio (Tabel 3) is ereld ter ergelijking. Vaste M/V ratio (0,36) Geeten M/V ratio Gesloten gebied Proportie onder de nor Ratio M/V So-TEQ per sexe (pg/g) Proportie onder de nor locatie jaar an rouw Nieuwe Maas, Pernis 2012 0,17 0,09 16,0 10,4 0,12 Hollands Diep 2012 0,14 0,08 17,6 11,4 0,10 Hollands Diep 2013 0,43 0,08 9,3 6,0 0,35 Hollands Diep 2014 0,27 0,16 12,2 7,9 0,22 geiddeld 0,25 0,20 Volkerak (Sluizen) 2012 0,37 0,08 10,4 6,7 0,30 Volkerak (Zuid-West) 2012 0,54 0,24 7,1 4,6 0,51 Volkerak (Sluizen) 2013 0,73 0,00 5,7 3,7 0,63 Volkerak (Zuid-West) 2013 0,62 0,00 7,0 4,5 0,52 Volkerak (Sluizen) 2014 0,68 0,04 6,1 4,0 0,60 Volkerak (Zuid-West) 2014 0,87 0,04 4,0 2,6 0,81 geiddeld 0,64 0,56 Waal,Tiel 2012 0,41 0,15 9,3 6,0 0,36 Waal, Tiel 2013 0,37 0,00 10,7 6,9 0,28 Rijn, Lobith 2013 0,53 0,00 8,2 5,3 0,43 geiddeld 0,44 0,35 Lek, Culeborg 2012 0,45 0,08 9,0 5,8 0,37 Lek, Culeborg 2013 0,60 0,00 7,3 4,7 0,49 geiddeld 0,52 0,43 Maas, Eijsden 2012 0,36 0,10 10,5 6,8 0,29 Maas, Eijsden 2013 0,39 0,00 10,5 6,8 0,29 Maas, Eijsden 2014 0,41 0,67 7,3 4,7 0,49 geiddeld 0,39 0,36 IJssel, Deenter 2012 0,56 0,00 7,8 5,0 0,45 IJssel, Deenter 2013 0,69 0,06 6,0 3,9 0,61 IJssel, Deenter 2014 0,69 0,00 6,2 4,0 0,59 IJsseloog zuidkant 2012 0,25 0,52 10,7 6,9 0,28 IJsseloog noordkant 2012 0,10 0,00 20,8 13,5 0,06 Keteleer zuidkant 2012 0,24 0,38 11,7 7,6 0,24 Keteleer noordkant 2012 0,23 0,06 13,9 9,0 0,17 Ketelbrug zuidkant 2012 0,20 0,32 13,0 8,4 0,20 Ketelbrug noordkant 2012 0,08 0,28 20,2 13,0 0,07 Ketelbrug noordkant 2013 0,36 0,18 10,5 6,8 0,29 Keteleer noordkant 2013 0,36 0,09 10,0 6,5 0,32 Rapportnuer C104/15 15 an 27

Vaste M/V ratio (0,36) Geeten M/V ratio Gesloten gebied Proportie onder de nor Ratio M/V So-TEQ per sexe (pg/g) Proportie onder de nor locatie jaar an rouw Keteleer noordkant 2014 0,59 0,16 6,8 4,4 0,53 geiddeld 0,36 0,32 Tabel 6 laat ergelijkbare erschillen in proportie schoon zien tussen de twee odellen, hier op basis an so-ndl-pcb. In de twee locaties in het Volkerak 2013 daalt de proportie schoon op basis an so-ndl- PCB geiddeld et 4% absoluut (7% relatief) door het gebruik an de geeten an/rouw ratio. In IJsseloog Zuidkant, 2012, waar het percentage annen in het engonster relatief hoog is, wordt door de aanpassing an het odel de proportie aal onder de nor juist iets hoger geschat (1% absoluut, 6% relatief). Ook hier geldt dat in de open gebieden (Zie Bijlage 3) deze erschillen ook worden geconstateerd. Tabel 6. Proportie an de angst onder de nor per locatie en per jaar, berekend op basis an so-ndl-pcb en et gebruik an de geeten an-rouw ratio in het geanalyseerde engonster. De proportie onder de nor berekend et een aste an-rouw ratio (Tabel 3) is ereld ter ergelijking. Vaste M/V ratio (0,36) Geeten M/V ratio Gesloten gebied Proportie So-ndl-PCB per Proportie Ratio onder de sexe onder de M/V nor (ng/g) nor locatie jaar an rouw Nieuwe Maas, Pernis 2012 0,14 0,09 436 363 0,12 Hollands Diep 2012 0,03 0,08 705 586 0,03 Hollands Diep 2013 0,12 0,08 461 384 0,10 Hollands Diep 2014 0,08 0,16 513 427 0,08 geiddeld 0,09 0,08 Volkerak (Sluizen) 2012 0,35 0,08 287 239 0,31 Volkerak (Zuid-West) 2012 0,75 0,24 148 124 0,73 Volkerak (Sluizen) 2013 0,54 0,00 216 180 0,49 Volkerak (Zuid West) 2013 0,83 0,00 132 110 0,80 Volkerak (Sluizen) 2014 0,62 0,04 191 158 0,58 Volkerak (Zuid West) 2014 0,96 0,04 86 71 0,95 geiddeld 0,68 0,64 Waal,Tiel 2012 0,28 0,15 318 264 0,26 Waal, Tiel 2013 0,23 0,00 361 300 0,20 Rijn, Lobith 2013 0,33 0,00 301 250 0,29 geiddeld 0,28 0,25 Lek, Culeborg 2012 0,21 0,08 373 311 0,18 Lek, Culeborg 2013 0,26 0,00 337 280 0,23 geiddeld 0,23 0,21 16 an 27 Rapportnuer C104/15

Vaste M/V ratio (0,36) Geeten M/V ratio Gesloten gebied Proportie So-ndl-PCB per Proportie Ratio onder de sexe onder de M/V nor (ng/g) nor locatie jaar an rouw Maas, Eijsden 2012 0,09 0,10 519 432 0,07 Maas, Eijsden 2013 0,06 0,00 601 500 0,05 Maas, Eijsden 2014 0,08 0,67 480 400 0,09 geiddeld 0,08 0,07 IJssel, Deenter 2012 0,41 0,00 263 218 0,37 IJssel, Deenter 2013 0,47 0,06 238 198 0,43 IJssel, Deenter 2014 0,55 0,00 213 177 0,50 IJsseloog zuidkant 2012 0,18 0,52 365 304 0,19 IJsseloog noordkant 2012 0,19 0,00 389 324 0,16 Keteleer zuidkant 2012 0,18 0,38 373 311 0,18 Keteleer noordkant 2012 0,29 0,06 316 262 0,26 Ketelbrug zuidkant 2012 0,14 0,32 417 347 0,14 Ketelbrug noordkant 2012 0,16 0,28 398 331 0,16 Ketelbrug noordkant 2013 0,33 0,18 290 241 0,31 Keteleer noordkant 2013 0,28 0,09 319 265 0,26 Keteleer noordkant 2014 0,50 0,16 221 184 0,48 geiddeld 0,31 0,29 Zoals te erwachten heeft het gebruik an de geeten an/rouw erhouding in het engonster ooral een effect als de werkelijke erhouding in het engonster sterk afwijkt an de als standaard gehanteerde 36%. In de boenstroose delen an de grote riieren is het percentage annen in het engonster zeer laag; het aangepaste odel berekent een kleiner deel aal onder de nor. In andere locaties beat het engonster aal juist eer annen, het deel an de angst dat aan de noren oldoet is iets hoger et het aangepaste odel. Een oerzicht an de inloed an de aanpassingen an het rekenodel op het geschatte percentage aal onder de nor is weergegeen in tabel 7 en tabel 8 oor respectieelijk het gesloten en het open gebied. Het eewegen an het gehalte ndl-pcbs in de beoordeling heeft de grootste inloed op het geschatte aandeel aal onder de nor in de angst. In de eeste geallen leidt dit tot een erlaging an het percentage aal onder de nor. De axiale erschuiingen werden berekend oor de Maas Eijsden (2012-2014) waar het percentage aal onder de nor an 39% op basis an alleen TEQ, daalde naar 8% wanneer ook ndl-pcbs worden eegewogen. De inloed an de sexeerhoudingen zijn hierbij ergeleken beperkt, aar had wel in rijwel alle geallen een erlaging an het percentage aal onder de nor tot geolg. De grootste dalingen als geolg an de sexeerschillen werden berekend oor het Volkerak (66 naar 60% aal onder de nor) en het osseeer (42 naar 35% aal onder de nor). In een paar locaties, Asterda Rjjnkanaal (2012, 2014) en IJsseloog Zuidkant (2012), was de an/rouw erhouding hoog en werd het percentage aal onder nor iets hoger geschat. Rapportnuer C104/15 17 an 27

Tabel 7. Vergelijking an aandeel aal onder de nor in de angsten in het gesloten gebied, geschat et achtereenolgens; het oorspronkelijke odel (alleen so-teq et aste an/rouw erhouding), het oorspronkelijke odel so-teq en het odel oor so-ndl-pcb (et aste an/rouw erhouding), en het olledig aangepaste odel waarin ook de sexe erhouding in het onster wordt eegewogen. Gesloten gebied locatie jaar Vaste an/rouw erhouding Geeten an/rouw erhouding so-teq en so-teq en so-ndlso-teq so- PCB ndl-pcb Nieuwe Maas, Pernis 2012 17% 14% 12% Hollands Diep 2012 14% 3% 3% Hollands Diep 2013 43% 12% 10% Hollands Diep 2014 27% 8% 8% geiddeld 25% 9% 8% Volkerak (Sluizen) 2012 37% 35% 30% Volkerak (Zuid-West) 2012 54% 54% 51% Volkerak (Sluizen) 2013 73% 54% 49% Volkerak (Zuid West) 2013 62% 62% 52% Volkerak (Sluizen) 2014 68% 62% 58% Volkerak (Zuid West) 2014 87% 87% 81% geiddeld 64% 59% 54% Waal,Tiel 2012 41% 28% 26% Waal, Tiel 2013 37% 23% 20% Rijn, Lobith 2013 53% 33% 29% geiddeld 44% 28% 25% Lek, Culeborg 2012 45% 21% 18% Lek, Culeborg 2013 60% 26% 23% geiddeld 52% 24% 21% Maas, Eijsden 2012 36% 9% 7% Maas, Eijsden 2013 39% 6% 5% Maas, Eijsden 2014 41% 8% 9% geiddeld 39% 8% 7% IJssel, Deenter 2012 56% 41% 37% IJssel, Deenter 2013 69% 47% 43% IJssel, Deenter 2014 69% 55% 50% IJsseloog zuidkant 2012 25% 18% 19% IJsseloog noordkant 2012 10% 10% 6% Keteleer zuidkant 2012 24% 18% 18% Keteleer noordkant 2012 23% 23% 17% Ketelbrug zuidkant 2012 20% 14% 14% Ketelbrug noordkant 2012 8% 8% 7% Ketelbrug noordkant 2013 36% 33% 29% Keteleer noordkant 2013 36% 28% 26% Keteleer noordkant 2014 59% 50% 48% geiddeld 36% 29% 26% 18 an 27 Rapportnuer C104/15

Tabel 8. Vergelijking an aandeel aal onder de nor in de angsten in het open gebied, geschat et achtereenolgens; het oorspronkelijke odel (alleen so-teq et aste an/rouw erhouding), het oorspronkelijke odel so-teq en het odel oor so-ndl-pcb (et aste an/rouw erhouding), en het olledig aangepaste odel waarin ook de sexe erhouding in het onster wordt eegewogen. Open gebied locatie jaar aste an/rouw erhouding geeten an/rouw erhouding So-TEQ en so-teq en so-ndlso-teq so- PCB ndl-pcb Vosseeer 2012 40% 40% 34% Vosseeer 2013 34% 34% 27% Vosseeer 2014 51% 51% 45% geiddeld 42% 42% 35% 3k ZW an 19% 19% 22% 2012 Ketelbrug 8k ZW an 31% 31% 32% 2012 Ketelbrug 3k NW an 12% 12% 14% 2012 Ketelbrug IJsseleer, Urk 2013 69% 69% 61% IJsseleer, Lelystad 2013 82% 82% 78% geiddeld 43% 43% 42% Kanaal Gent- 79% 49% 50% 2012 Terneuzen Kanaal Gent- 31% 14% 12% 2013 Terneuzen geiddeld 55% 32% 31% Asterda- 9% 9% 9% 2011 Rijnkanaal Asterda- 33% 33% 36% 2012 Rijnkanaal Asterda- 20% 19% 19% 2013 Rijnkanaal Asterda- 25% 22% 23% 2014 Rijnkanaal alleen an 16% 14% 19% alleen rouw 39% 31% 27% geiddeld 22% 21% 22% IJsseleer, 95% 95% 95% 2012 Medeblik IJsseleer, 97% 97% 97% 2013 Medeblik IJsseleer, 98% 98% 96% 2014 Medeblik geiddeld 79% 97% 96% Dijk Enkh- Lelystad 2012 60% 60% 49% Rapportnuer C104/15 19 an 27

5. Conclusies Het oorspronkelijke odel oor de schatting an het percentage aal onder de nor, gebaseerd op de so-teq nor, kan na aanpassing worden gebruikt oor toetsing aan de so-ndl-pcb nor. Odat de ophoping an so-ndl-pcb en so-teq in aal sterk gecorreleerd is werkt het so-ndl-pcb odel et de zelfde aannaes en berekeningen als het so-teq odel. De geschatte percentages aal onder de nor, berekend oor so-teq en oor so-ndl-pcb, erschillen in eer of indere ate. Dit erschil wordt bepaald door de aard an de cheische eruiling an het waterilieu ter plaatse. In gebieden et relatief hoge PCB concentraties en relatief lage dioxine concentraties in het ilieu, zoals in locatie Maas Eijsden of Hollands Diep, is het deel an de aalangst dat aan de nor so-ndl-pcb oldoet aanzienlijk lager dan het deel dat aan de nor so-teq oldoet. In de eeste locaties zijn de erschillen gering, het percentage aal onder de nor is doorgaans het laagst oor so-ndl-pcb. Odat de ate an eruiling an aal et dioxines en PCBs sterk gerelateerd is binnen een locatie, is de kans groot dat een aal et een hoog so-teq gehalte ook relatief hoge gehalten so-ndl-pcbs beat. Daaro is de kans klein dat als de laagste schatting oor het percentage aal onder de nor wordt bepaald door b so-teq, er eel alen et so-teq onder de nor tóch een so-ndl-pcb gehalte bóen de nor beatten. De keuze oor het laagst geschatte proportie aal onder de nor uit de twee schattingen is daaree een goede leidraad oor de geschatte proportie aal die aan beide noren oldoet. Het bestaande odel is aangepast, zodat de geeten an/rouw ratio s in de engonsters aal gebruikt worden o het percentage aal onder de nor beter te schatten. Door het gebruik an de geeten an/rouw erhoudingen, in zowel het so-teq als het so-ndl-pcb odel, wordt eer rekening gehouden et lokale erschillen in aalpopulatie. De grote erschillen in an/rouw ratio tussen de engonsters, zowel tussen de jaren op één locatie als ook tussen locaties, kunnen nu goed in de berekening worden eegenoen. De lage aantallen annelijke aal in de engonsters leiden in de berekende geallen tot een geringe erlaging an het geschatte aandeel aal onder de nor in de angst. Slechts een paar engonsters beatten eel annelijke aal, het percentage aal dat aan de noren oldoet wordt daar iets hoger berekend. De aanpassing an het odel zodat de nor oor so-ndl-pcbs wordt eegewogen heeft in de eeste geallen een eel groter effect op het geschatte percentage aal onder de nor. De berekeningen in dit rapport zijn geaakt op basis an etingen anaf 2011. De gegeens an eerdere jaren zijn nodig o een goed oordeel te kunnen ellen oer een locatie. De an/rouw erhouding wordt nu standaard bepaald in de engonsters, zodat oer een paar jaar een uitgebreide dataset is opgebouwd oor een groter aantal locaties. Hieree kan het percentage aal onder de nor beter worden geschat. 20 an 27 Rapportnuer C104/15

6. Aanbeelingen O de geeten gehalten in het engonster te extrapoleren naar percentage aal onder de nor in de angsten an de beroepsisser rekenen deze odellen et een database an coerciële aalangsten. Deze database bestaat uit angsten uit het benedenriierengebied en is nu een aantal jaren oud. Het gebruik an recente, plaats-specifieke databases an de angst zou de uitkost an het rekenodel erder erbeteren. Dergelijke databases zijn nu echter niet beschikbaar. De angstonitoring die IMARES uitoert geeft inzicht in de saenstelling an de aalangsten op bepaalde locaties. Echter, deze databases bestaan uit een eel lager aantal alen dan de huidige database en daarbij wordt alleen lengte an de alen genoteerd. Met behulp an lengte en geslachtssleutels (uit ander onitoringonderzoek) kan een database worden opgebouwd die oor de bepaling an het percentage aal onder de nor kan worden gebruikt. Rapportnuer C104/15 21 an 27

7. Kwaliteitsborging IMARES beschikt oer een ISO 9001:2008 gecertificeerd kwaliteitsanageentsystee (certificaatnuer: 124296-2012-AQ-NLD-RA). Dit certificaat is geldig tot 15 deceber 2015. De organisatie is gecertificeerd sinds 27 februari 2001. De certificering is uitgeoerd door DNV Certification B.V. Daarnaast beschikt het cheisch laboratoriu an de afdeling Vis oer een NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005 accreditatie oor testlaboratoria et nuer L097. Deze accreditatie is geldig tot 1 april 2017 en is oor het eerst erleend op 27 aart 1997; deze accreditatie is erleend door de Raad oor Accreditatie. 22 an 27 Rapportnuer C104/15

Referenties Kotteran, M.J.J., Bieran, S., Lee, M.K. an der, Hoogenboo, L.A.P. en Schobben, J.H.M.(2011) Bepaling percentage aal onder de totaal-teq liiet in de oor aalangst gesloten gebieden, IMARES rapport C119/11. Kotteran, M. J. J., an der Lee, M.K. (2011). "Gehaltes aan dioxines en dioxine-achtige PCBs (totaal- TEQ) in paling en wolhandkrab uit Nederlands zoetwater." IMARES rapport C011/11. an Leeuwen, S.P.J., Kotteran, M. J. J., Hoek-an Nieuwenhuizen, N., an der Lee, M.K., en Hoogenboo, L.A.P. (2013) Dioxines en PCB's in rode aal uit Nederlandse binnenwateren. Resultaten tussen 2006 en 2012. RIKILT rapport 2013.010 Van Leeuwen, S.P.J. en Hoogenboo, L.A.P. - RIKILT instituut oor oedseleiligheid, Kotteran, M.J.J - Wageningen IMARES. 2014. Brief Rapportage; Dioxines, dioxineachtige- en niet dioxineachtige PCB s in rode aal uit Nederlandse binnenwateren Rapportnuer C104/15 23 an 27

Verantwoording Rapport : C104/15 Projectnuer : 4302301311 Dit rapport is et grote zorguldigheid tot stand gekoen. De wetenschappelijke kwaliteit is intern getoetst door een collega-onderzoeker en het betreffende afdelingshoofd an IMARES. Akkoord: Dr. E.M. Foekea PhD Onderzoeker Handtekening: Datu: 13 juli 2015 Akkoord: Drs. J.H.M. Schobben Hoofd afdeling Vis Handtekening: Datu: 13 juli 2015 24 an 27 Rapportnuer C104/15

Bijlage 1. Proportie an de angst onder de nor, berekend op basis an so TEQ en op basis an so-ndl-pcb, oor de locaties beonsterd in 2011-2013, in de open gebieden Deze berekening is uitgeoerd et een ast percentage annen in de angst (36%). De waarden an proportie angst onder de nor zijn geiddeld oor locaties die tot een VBC behoren. De etgedrukte waarden zijn de laagst geschatte proporties an de twee odellen. Open gebied so-ndl-pcb so-teq per per sexe sexe (pg/g) (ng/g) locatie jaar an rouw proportie an rouw proportie Vosseeer 2012 8,6 5,5 0,40 192 160 0,57 Vosseeer 2013 9,6 6,2 0,34 269 224 0,35 Vosseeer 2014 7,1 4,6 0,51 194 161 0,56 0,42 0,49 3k ZW an Ketelbrug 2012 13,3 8,6 0,19 300 249 0,29 8k ZW an Ketelbrug 2012 10,0 6,5 0,31 234 194 0,44 3k NW an Ketelbrug 2012 16,1 10,4 0,12 304 253 0,28 IJsseleer, Urk 2013 5,2 3,3 0,69 103 86 0,90 IJsseleer, Lelystad 2013 4,0 2,6 0,82 72 60 0,98 0,43 0,58 Kanaal Gent-Terneuzen 2012 4,2 2,7 0,79 219 182 0,49 Kanaal Gent-Terneuzen 2013 10,1 6,5 0,31 415 345 0,14 0,55 0,31 Asterda-Rijnkanaal 2011 18,0 11,6 0,09 493 410 0,09 Asterda-Rijnkanaal 2012 9,8 6,3 0,33 277 230 0,34 Asterda-Rijnkanaal 2013 12,9 8,4 0,20 370 308 0,19 Asterda-Rijnkanaal 2014 11,5 7,4 0,25 346 288 0,22 Extra onster an 14,5 9,4 0,16 414 345 0,14 Extra onster rouw 8,7 5,6 0,39 292 243 0,31 0,22 0,21 IJsseleer, Medeblik 2012 2,5 1,6 0,95 37 31 1,00 IJsseleer, Medeblik 2013 1,9 1,3 0,97 28 23 1,00 IJsseleer, Medeblik 2014 2,1 1,4 0,98 26 22 1,00 0,97 1,0 Dijk Enkh-Lelystad 2012 6,1 4,0 0,60 94 78 0,93 Rapportnuer C104/15 25 an 27

Bijlage 2. Proportie an de angst onder de nor per locatie en per jaar, berekend op basis an so-teq en et gebruik an een aste en de geeten an-rouw ratio in het geanalyseerde engonster in de open gebieden Vaste M/V Geeten M/V ratio ratio (0,36) Open gebied So-TEQ Proportie Ratio Proportie per sexe onder nor M/V onder nor (pg/g) locatie jaar geeten an rouw proportie Vosseeer 2012 0,40 0,12 9,6 6,2 0,34 Vosseeer 2013 0,34 0,08 11,0 7,1 0,27 Vosseeer 2014 0,51 0,17 7,8 5,1 0,45 geiddeld 0,42 0,35 3k ZW an Ketelbrug 2012 0,19 0,55 12,2 7,9 0,22 8k ZW an Ketelbrug 2012 0,31 0,38 10,0 6,4 0,32 3k NW an Ketelbrug 2012 0,12 0,50 15,1 9,8 0,14 IJsseleer, Urk 2013 0,69 0,08 5,9 3,8 0,61 IJsseleer, Lelystad 2013 0,82 0,20 4,3 2,8 0,78 geiddeld 0,43 0,42 Kanaal Gent- Terneuzen 2012 0,79 0,50 3,9 2,6 0,82 Kanaal Gent- Terneuzen 2013 0,31 0,00 12,1 7,8 0,23 geiddeld 0,55 0,52 Asterda-Rijnkanaal 2011 0,09 0,56 17,3 11,2 0,10 Asterda-Rijnkanaal 2012 0,33 0,44 9,0 5,8 0,37 Asterda-Rijnkanaal 2013 0,20 0,44 12,5 8,1 0,21 Asterda-Rijnkanaal 2014 0,25 0,48 10,9 7,0 0,28 Extra onster an 0,16 1,00 11,2 7,3 0,26 Extra onster rouw 0,39 0,00 10,4 6,7 0,30 geiddeld 0,22 0,24 IJsseleer, Medeblik 2012 0,95 0,32 2,6 1,7 0,95 IJsseleer, Medeblik 2013 0,98 0,12 2,2 1,4 0,97 IJsseleer, Medeblik 2014 0,98 0,05 2,4 1,6 0,96 geiddeld 0,97 0,96 Dijk Enkh-Lelystad 2012 0,60 0,00 7,3 4,7 0,49 26 an 27 Rapportnuer C104/15

Bijlage 3. Proportie an de angst onder de nor per locatie en per jaar, berekend op basis an so-ndl-pcb en et gebruik an een aste en de geeten an-rouw ratio in het geanalyseerde engonster in de open gebieden Vaste M/V Geeten M/V ratio ratio (0,36) Open gebied Proportie So-ndl-PCB per Ratio onder de sexe M/V nor (ng/g) locatie jaar an rouw Proportie onder de nor Vosseeer 2012 0,57 0,12 201 167 0,54 Vosseeer 2013 0,35 0,08 284 236 0,32 Vosseeer 2014 0,56 0,17 201 168 0,54 geiddeld 0,49 0,47 3k ZW an Ketelbrug 2012 0,29 0,55 290 241 0,31 8k ZW an Ketelbrug 2012 0,44 0,38 233 194 0,45 3k NW an Ketelbrug 2012 0,28 0,50 297 247 0,30 IJsseleer, Urk 2013 0,90 0,08 109 91 0,88 IJsseleer, Lelystad 2013 0,98 0,20 74 62 0,97 geiddeld 0,58 0,58 Kanaal Gent-Terneuzen 2012 0,49 0,50 213 177 0,50 Kanaal Gent-Terneuzen 2013 0,14 0,00 445 370 0,12 geiddeld 0,31 0,31 Asterda-Rijnkanaal 2011 0,09 0,56 486 404 0,09 Asterda-Rijnkanaal 2012 0,34 0,44 267 222 0,36 Asterda-Rijnkanaal 2013 0,19 0,44 364 303 0,19 Asterda-Rijnkanaal 2014 0,22 0,48 339 282 0,23 0,14 1,00 370 308 0,19 0,31 0,00 313 260 0,27 geiddeld 0,21 0,22 IJsseleer, Medeblik 2012 1,00 0,32 37 31 1,00 IJsseleer, Medeblik 2013 1,00 0,12 29 24 1,00 IJsseleer, Medeblik 2014 1,00 0,05 28 23 1,00 geiddeld 1,0 1,0 Dijk Enkh-Lelystad 2012 0,93 0,00 101 84 0,91 Rapportnuer C104/15 27 an 27