Memorandum. inzake. benodigde aanpassingen Nederlandse Wet- en Regelgeving terzake inzet PSC aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen

Vergelijkbare documenten
A. Optimalisering inzet Vessel Protection Detachments (VPD s) voor schepen onder Koninkrijksvlag

Verantwoordelijkheden en oplossingen bij private beveiliging aan boord

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gelet op artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Wet wapens en munitie,

Fase systeem Vuurwapens

Model WM 32 Inlichtingenformulier

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Verzoek om ontheffing ex artikel 4 van de Wet wapens en munitie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie;

Formulier 1: model machtiging bestuur. Hierbij machtigt het bestuur van

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

College van Procureurs-Generaal

Verzoek om ontheffing op grond van de Wet wapens en munitie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 26 oktober 2015 Onderwerp Beantwoording VKC verzoeken van 11 juni 2015 en 1 oktober 2015 over wijziging Circulaire wapens en munitie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak

Een onderzoek naar een klacht over de afwikkeling van in beslag genomen voorwerpen.

Benoeming, beëdiging en bewapening buitengewoon opsporingsambtenaar

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Reglementen en veiligheidsinstructies voor het schieten bij Schutterij St. Antonius Nieuw-Dijk

vonnis van de meervoudige strafkamer van 13 februari 2013

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

RWM 2018 WM 32 Inlichtingenformulier (als bedoeld in artikel 48 van de Regeling wapens en munitie)

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Overeenkomst inzake samenwerking Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie en de Minister van Veiligheid en Justitie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering wapens en munitie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Eerste Kamer der Staten-Generaal

BESLUIT. Juridisch kader

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Het betreft hier met name de toepassing van: c. het Voorschrift Vreemdelingen - VV (Stcrt. 1966, 188).

==================================================================== Artikel 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba BESLISSING

Een onderzoek naar het geen gevolg geven aan een rechterlijke uitspraak door het Openbaar Ministerie te Den Haag

BESLUIT. Juridisch kader

ECLI:NL:GHSGR:2000:AD9850

BESLUIT. Juridisch kader

1. Vergunningverlening en toezicht

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

BESLUIT. Juridisch kader

I. Aanvraag en procedure

p r o v i n c i e L i m b u r g

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Federale Overheid Dienst wapens Provincieplein Leuven

Circulaire afgifte jachtakten Flora- en faunawet

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Pers. nr AFSCHRIFT. Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Hof van Cassatie van België

Ministerie van Veiligheid en Justitie DATUM 19 februari 2015 T.a.v. de heer 1W. Opstelten ONS KENMERK z EH DEN HAAG

BESLUIT. I. Aanvraag en procedure

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824

ECLI:NL:RVS:2010:BL1854

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Aanhoudings- en ondersteuningseenheden (AOE en)

Besluit bewapening en uitrusting politie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ0417. Uitspraak. Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: Datum publicatie:

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum

Datum Betreft Beantwoording feitelijke vragen over de stand van zaken Vessel Protection Detachments

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Advies wetsvoorstel gebruik camerabeelden en meldplicht datalekken.

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Autoriteit Consument & Markt

Tijdelijk verlaten van de inrichting

Autoriteit Consument & Markt

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

p r o v i n c i e Limburg

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I, onderdeel D, komt te luiden: Artikel 54, tweede lid, komt te luiden:

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

BESLUIT OPENBAAR. 3. Op 8 juni 2015 heeft ACM de ontvangst van de aanvraag schriftelijk bevestigd aan Vrij Op Naam B.V..

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Bij besluit op het door eiser gemaakte bezwaar van 25 juni 2007 is het besluit van II mei 2007 gehandhaafd.

Autoriteit Consument & Markt

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen

CM Utrecht, 23 oktober Betreft: implementatie Richtlijn 2001/55 inzake tijdelijke bescherming van ontheemden

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon

BESLUIT. I. Juridisch kader

Samenvatting resultaten Rijksrechercheonderzoek

Transcriptie:

Memorandum inzake benodigde aanpassingen Nederlandse Wet- en Regelgeving terzake inzet PSC aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen Knoops & Partners Amsterdam november 2011

Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Aanpassing circulaire Wwm 2005 - Bijzonder deel B (para 6.2)... 3 3. Nieuwe ministeriele regelgeving inzake beoordeling-certificering PSC's... 7 4. Juridische positie kapitein... 7 2

1. Inleiding 1. Verwijzend naar het nadere advies van Knoops & Partners d.d. 19 oktober 2011 aan de Stichting Maatschappij Veiligheid en Politie (SMVP) omtrent de wettelijke aanpassingen terzake de voorgestelde derde trap (de directe inzet Private Security Companies (PSC s) door Nederlandse reders), zal in dit memorandum worden ingegaan op een aantal specifieke vragen van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR). 2. Aanpassing circulaire Wwm 2005 - Bijzonder deel B (para 6.2) 2. Met betrekking tot het voorhanden hebben van vuurwapens ten behoeve van zelfverdediging met het oog op mogelijke piraterij staat in de Circulaire wapens en munitie (CWM 2005) opgenomen dat een verlof tot het voorhanden hebben van vuurwapens ten behoeve van zelfverdediging in beginsel voor ten hoogste één handvuurwapen (pistool of revolver) en / of één geweer verlof kan worden verleend. 3. Door de KVNR is de vraag gesteld of semi-automatische wapens onder artikel 2, categorie III sub 1 ( vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers en pistolen voor zover zij niet vallen onder categorie II, sub 2, 3 of 6 ) van de Wet wapens en munitie (Wwm) vallen. Categorie II of III? 4. In de CWM 2005 wordt terzake de term gebruikt van geweer en wordt vermeld dat op een verlof niet zonder meer alle vuurwapens van categorie III mogen worden vermeld. In de Circulaire is niet nader gespecificeerd welk type vuurwapens onder het verlof kunnen worden gebracht. Wel staat opgenomen dat door de korpschef géén verlof voor wapens van categorie II kan worden verleend. 5. In de Wwm staat opgenomen dat vuurwapens geschikt om automatisch te vuren onder categorie II vallen. Echter, niet duidelijk staat in de Wwm opgenomen onder welke categorie semi-automatisch wapens vallen. 6. Uit de jurisprudentie waarbij personen binnen Nederland zijn veroordeeld wegens het voorhanden hebben van semi-automatische vuurwapens valt af te leiden dat semi- 3

automatische wapens onder categorie III vallen. 1 Op dit punt behoeft de Wwm zelf dus niet gewijzigd te worden. 7. Knoops & Partners heeft terzake overleg gevoerd met een ervaren wapendeskundige, die heeft bevestigd dat semi-automatische wapens (enkel schots) onder artikel 2, categorie III sub 1 vallen. Hierbij werd opgemerkt dat geweren die beschikken over zogenaamde burst mode (afvuren van meerdere kogels achter elkaar) wél onder categorie II van de Wwm vallen. Immers, het voorzien van een vuurwapen met een burst mode zou dit wapen geschikt doen maken om automatisch te vuren in de zin van artikel 2 lid 1, categorie II, Wwm. Indien de KVNR de voorkeur zou hebben om de PSC s te voorzien van een vuurwapen met burst mode, zou derhalve louter wetstechnisch gezien een wijziging van artikel 2, lid 1, categorie II Wwm gewenst zijn. Evenwel kan ook (subsidiair) worden nagegaan of een en ander in dat geval zonder een wijziging van de wet zou kunnen worden gerealiseerd, bijvoorbeeld door een nadere uitleg van de reikwijdte van artikel 2 lid 1, categorie II, Wwm in de Circulaire, bijvoorbeeld door in de Circulaire op te nemen de passage dat louter voor het doel van bestrijding van piraterij een vuurwapen voorzien van een burst mode niet zal worden geschaard onder artikel 2, lid 1, categorie II Wwm. 8. De wapendeskundige maakte ons erop attent dat bedacht dient te worden dat wanneer een verlof ten behoeve van zelfverdediging met het oog op mogelijke piraterij wordt toegekend er rekening gehouden moet worden met het feit dat er verschillende typen vuurwapens (lange- én korte afstand) benodigd zijn om adequaat in een situatie van zelfverdediging op zee te kunnen reageren. Het begrip geweer dat in de Circulaire wordt gebruikt is bovendien verouderd en loopt niet meer synchroon met de moderne uitleg van deze term. Vanuit dit perspectief zou op zich een aanpassing van de Wwm niet nodig zijn (zie echter hierna onder aanbevelingen ). 9. Wanneer een schip vanaf zee door piraten wordt aangevallen, zal een lang en kort wapen het meest effectief zijn. Ten aanzien van het eerste kan gedacht worden aan een geweer (bv. het Diemaco geweer) met voldoende vuurkracht en precisie voor de lange afstand. In het geval een schip wordt geënterd zal een tweede wapen gewenst zijn; een handzamer (hand)vuurwapen (bv. Glock pistool). Hieronder zal worden uiteengezet dat de thans geldende Circulaire hier reeds ruimte voor biedt. 1 Zie bv. Rechtbank Zutphen, 20 maart 2009, LJN BH7618. 4

Aantal wapens aan boord? 10. In de memo van de KVNR staat opgenomen (onder 1a) dat de Circulaire zal moeten worden aangepast om maximaal 6 wapens aan boord voorhanden te mogen hebben ter zelfverdediging tegen piraterij. Een tekstuele interpretatie van de Circulaire leidt tot de conclusie dat reeds onder de huidige CWM 2005 het voor gewapende private beveiligers mogelijk is om meerdere wapens aan boord aanwezig te hebben. 11. In de Circulaire staat opgenomen dat het voorhanden van (vuur)wapens aan boord van Nederlandse schepen slechts is toegestaan indien de wapens krachtens een verlof aan boord voorhanden mogen worden gehouden. Echter, in de Circulaire is niet opgenomen dat het aantal verloven per schip beperkt zou zijn tot één verlof. 12. Gelet op het feit dat een wapenverlof persoonsgebonden is, kan onder de huidige regelgeving, mits de korpschef oordeelt dat de aanvrager voor het verlof in aanmerking komt, aan meerdere personen op het schip een verlof worden verleend. 13. Per verlof kan, volgens de tekst van de Circulaire, toestemming worden verleend voor één handvuurwapen én één geweer. Het gaat aldus om twee vuurwapens per verlof, per persoon. Dat het mogelijk is om verlof te krijgen voor meerdere wapens per verlof blijkt ook uit het feit dat in de tekst onder 6.2 van de Circulaire in het meervoud wordt gesproken over wapens die krachtens een verlof aan boord voorhanden mogen worden gehouden. 14. Wanneer een team van meerdere beveiligers noodzakelijk wordt geacht om de veiligheid van een schip en zijn bemanning te waarborgen, kunnen derhalve meerdere beveiligers onder de huidige Circulaire voldoende worden bewapend ter zelfverdediging tegen piraterij door elke beveiliger een separaat verlof te laten aanvragen voor een handvuurwapen én een geweer. 15. Middels het huidige verlofstelsel kan een begin van een systeem van controle certificering en opleiding, overeenkomstig het Deense model, worden gehanteerd. In de Circulaire staat immers al opgenomen dat de korpschef een verlof tot het voorhanden hebben of dragen van een vuurwapen van categorie III ten behoeve van zelfverdediging enkel met schriftelijke instemming van de Minister van Justitie kan verlenen en dat bij het oordeel of een persoon voor een dergelijk verlof in aanmerking komt, naast het gevaarsrisico, ook de betrouwbaarheid van de aanvrager en dienst geoefendheid in de omgang met vuurwapens moet worden betrokken. 5

Aanbevelingen wijziging CWM 2005 16. Teneinde sluitende duidelijkheid te verkrijgen ten aanzien van wapens aan boord (in handen van PSC s) van koopvaardijschepen ter bescherming tegen piraterij, wordt aanbevolen om enkel de CWM 2005 (ofschoon op zich de door de KVNR beoogde situatie onder categorie III valt te scharen) aan te passen in die zin dat hierin nader wordt gespecificeerd: a. Het aantal personen dat zich bewapend aan boord van een schip mag ophouden; b. Voorwaarden waaraan degene die verlof vraagt dient te voldoen; c. Hoeveelheid en type (vuur)wapens dat onder een verlof gebracht kan worden (te denken valt aan onderscheid van semi-automatisch/automatisch, handvuurwapen, lange afstandvuurwapens - al dan niet geschikt om projectielen af te schieten); d. Eventuele wetstechnische aanpassing van artikel 2, lid 1, categorie II Wwm (dan wel, in de subsidiaire variant, een nadere aanpassing van de Circulaire); e. Verdeling strafrechtelijke aansprakelijkheid tussen reder, kapitein en private beveiliger (zie onder punt 4 hierna). 6

3. Nieuwe ministeriele regelgeving inzake beoordeling-certificering PSC's 17. Als juridische modaliteit teneinde de IMO-guidelines om te zetten in Nederlands recht, kan gedacht worden aan: - Een Algemene Maatregel van Bestuur dan wel een Ministeriële Regeling; - Een aanpassing van de bestaande Circulaire Wwm 2005 waarin dan zowel het thema sub 2 hierboven (aanpassing Circulaire Wwm 2005) als een meer omvattend vergunningen- en certificeringsstelsel kan worden opgenomen. 4. Juridische positie kapitein 18. Zoals door Knoops & Partners in het genoemde nadere advies aan de SMVP van oktober 2011 al is uiteengezet, zal onder het huidige (internationaal) strafrechtelijk stelsel de kapitein van een koopvaardijschip in beginsel strafrechtelijk aansprakelijk blijven bij de inzet van PSC's aan boord van zijn schip in geval er bijvoorbeeld disproportioneel geweld wordt aangewend. 19. Er zijn meerdere juridische mechanismen denkbaar om een strafrechtelijke vervolging van de kapitein uit te sluiten, met name voor de situatie dat de uiteindelijke beslissing tot aanwending geweld uit zelf verdediging aan boord door de leider van het PSC-team wordt genomen. Circulaire College van procureurs-generaal 20. De meest eenvoudige en snelle methode is die van het uitvaardigen van een Circulaire van het College van procureurs-generaal aan de hoofd-officieren van Justitie waarin richtlijnen zijn neergelegd hoe het Openbaar Ministerie (O.M.) in dit soort zaken al dan niet tot vervolging kan overgaan. Dit is bijvoorbeeld recentelijk nog gebeurd met de aanhouding van burgers die in huis of binnen een eigen bedrijf een inbreker overlopen en uit zelfverdediging daartegen optreden (zie Aanwijzing van College van procureurs-generaal van 13 december 2010). 2 2 Aanwijzing handelwijze bij beroep of noodweer (2010A030) http://www.om.nl/onderwerpen/burgerarrest_en/@155128/aanwijzing/ 7

21. In deze dan nieuw op te zetten Circulaire die de titel kan krijgen Aanwijzing inzet PSC's en geweldsaanwending door PSC's aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen op volle zee, kunnen de voorwaarden worden neergelegd voor een buiten vervolgingstelling van de kapitein in dit soort zaken. 22. Kern van een dergelijke Circulaire zal dienen te zijn een codificatie van: - Een duidelijke inkadering van de precieze geweldsinstructies (Rules of Engagement) waaraan PSC's zich moeten houden; - De inkadering van de verantwoordelijkheid terzake door de leider van het PSC team aan boord; - De toezichthoudende (rest)taak hierop van de kapitein aan boord en afbakening van zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van het PSC-team aan boord. 23. De uitkomst van een dergelijk (toetsings)model neergelegd in deze Circulaire zal zijn dat indien er volgens het O.M. conform dit model is gehandeld, de kapitein niet vervolgd wordt. 24. Dit soort Circulaires zijn bindend voor het O.M. en de burger kan hieraan rechten ontlenen. Wel zij opgemerkt dat richtlijnen van het O.M. niet een bindende kracht hebben die vergelijkbaar is met die van de wet of een daarop gebaseerde AMvB of Ministeriele Regeling. Algemene Maatregel van Bestuur 25. Ten tweede, hetgeen eveneens wetstechnisch snel kan worden gerealiseerd, is dat de Minister zelf een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) kan uitvaardigen voor dit doel. Over een AMvB dient wel altijd het advies van de Raad van State te worden gevraagd. Amsterdam 9 november 2011 G.J. Knoops / S.C. Post 8