9.2 Beschrijving van de alternatieven voor duinen

Vergelijkbare documenten
Masterplan Kustveiligheid

Het Masterplan Kustveiligheid

Pianc 15 februari 2012 Theoretische benadering van een strandsectie. ir. Tina Mertens

MASTERPLAN KUSTVEILIGHEID. Dr. ir. Nathalie Balcaen

Grenzeloze Schelde 25 november MDK-Afdeling Kust Kustbescherming- Masterplan Kustveiligheid. ir. Peter DeWolf

WERKEN AAN EEN VEILIGE KUST

Versterking bestaande zeewering. Type Maatregelen Masterplan Kustveiligheid

SOS Het zeewater komt ons tot aan de lippen Hoe verdedig je de kust tegen de zee? Brugge 15 december 2012 Tina Mertens

Resultaten CLIMAR onderzoek Veilig wonen aan de Kust tot 2100

Goedkeuring plan-milieueffectrapport voor het Geïntegreerd Kustveiligheidsplan

HET MASTERPLAN KUSTVEILIGHEID VOOR EEN AANTREKKELIJKE EN NATUURLIJKE VLAAMSE KUST, BEVEILIGD TEGEN STORM EN OVERSTROMING

Overzicht. Primaire effecten Secundaire effecten Indicatoren Kwantificatie Aanpassingsmaatregelen en evaluatie Conclusies

1. WAAROM HET GEÏNTEGREERD KUSTVEILIGHEIDSPLAN?

... beschermt al wat jij liefhebt tegen de zee

MICORE Workshop EWS toekomstmogelijkheden discussie & brainstorm. Berchem, België 17 mei 2011

Waarom moeten wij onze kust beschermen tegen zware stormvloeden?

Begeleidingscommissie

Deel I: algemene toelichting op het kustontwerp (breedte en hoogte duin)

Referentienummer Datum Kenmerk GM maart 2014 PN

MICORE Workshop WP5 - Filosofie. Berchem, België 17 mei 2011

Dijkversterking Durgerdam

KUSTVEILIGHEID DE HAAN-WENDUINE

Kenmerk ZKS Doorkiesnummer +31 (0) (0)

Dijkversterking Durgerdam (II)

Leggerzones Zandige kust (duinen) Leggerzones Dijk in Duin (Noordwijk)

Ecobeach. Een duurzaam strand door drainage. Brouwersdam, Bas Reedijk. Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied

... beschermt al wat jij liefhebt tegen de zee

BOUWSTENEN VOOR HET VERSTERKEN VAN EEN DIJK

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

Veiligheid tegen overstromingen

Herinrichting haventoegang: toelichting bij de bouw van de westelijke strekdam

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal.

Geokunststoffen in de kustwaterbouw. Zeespiegelstijging, Erosie en Kustbescherming. Creatieve sessie NGO. 6 juni Wim Voskamp.

Toelichting modelleringstudies Zenne- Kanaal Brussel Charleroi. Fernando Pereira 15/04/2014 Brussel

Masterclass dijkontwerp met OI2014v4. Taskforce Deltatechnologie ir. Marinus Aalberts (Witteveen+Bos) dr.ir. Richard de Jager (Boskalis)

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum

Naar een Veilige, Natuurlijke, Aantrekkelijke, Duurzame en Ontwikkelende Kust

Wetenschappelijke bijstand zanddynamica INVENTARISATIE RANDVOORWAARDEN EN MORFOLOGISCHE IMPACT VAN DE SINTERKLAASSTORM OP 6 DECEMBER 2013

SIGNAALGEBIED INDUSTRIEGEBIED E17 DEERLIJK ANALYSE MOGELIJKE COMPENSATIE SEPTEMBER 2015 IN OPDRACHT VAN INTERCOMMUNALE LEIEDAL

... beschermt al wat jij liefhebt tegen de zee

Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel besluit op grond van artikel 5.1 van de Waterwet en artikel 78 lid 2 van de Waterschapswet:

Leggerzones Zandige kust (duinen) Leggerzones Dijk in Duin (Noordwijk)

Hoog water op het schoolplein?

New Orleans wapent zich met robuuster dijkontwerp

Leggerzones Zandige kust (duinen) Leggerzones Dijk in Duin (Noordwijk)

Dijkversterking Omringkade Marken

Memo. Stuurgroep Zandmotor. resultaat nadere uitwerking alternatieven Zandmotor en voorstel voorkeursalternatief

1. Perceel met uniforme helling

Leggerzones Zandige kust (duinen) Leggerzones Dijk in Duin (Noordwijk)

SCHATTEN VAN DE OOSTERSCHELDE. Pilot Oesterdam

In de paragrafen 3.1 en 3.2 is de aanpak voor de twee studieonderdelen gepresenteerd.

VERWIJDEREN STRANDHOOFDEN 51 EN 01 TE DUINBERGEN (model 765/01)

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Werken aan veilige dijken

Uitgelicht: Uitleg over de versterking van de dijk langs het Zwarte Meer

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Memo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat 31 AUG Afschrift aan

Van nieuwe normen naar nieuwe ontwerpen

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER voor het geïntegreerd kustveiligheidsplan

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Leggerzones Zandige kust (duinen) Voor de zandige kust gelden ander criteria betreffende de Kernzone, Beschermingszone en de Buitenbeschermingszone:

1. Perceel met uniforme helling

Rapport Hydraulisch en technisch advies. Sint-Niklaas. Uitbreiding buffer Spieveld

Naar veilige Markermeerdijken

Leggerzones Zandige kust (duinen) Voor de zandige kust gelden ander criteria betreffende de Kernzone, Beschermingszone en de Buitenbeschermingszone:

Pilot voorland Houtribdijk Zandige dijkversterking voor de binnenwateren. Toelichting op pilot en discussie Door: Henk Steetzel

Integrale aanpak beveiliging tegen overstromingen

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

Stormvloedkering Nieuwpoort Infoavond scheepvaartsector 16 maart 2018

3. Beleidsregel insteekhavens langs waterkeringen langs de Gekanaliseerde Hollandse IJssel

Een haalbaarheidsstudie naar het aanleggen van een afleidingskanaal

Infovergadering Zoutleeuw. 10 november 2015

Kustlijnzorg in Nederland


Systeem Rijn-Maasmond Afsluitbaar Open

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Hoogwater IJzerbekken november 2016

Advies van de commissie van economische deskundigen over de CPB studie Economisch optimale waterveiligheid in het IJsselmeergebied *

Vertaling normering in beoordelingscriteria. Ferdinand Diermanse (Deltares)

Leggerdocument sluiscomplex Heumen

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid

Voor Iedereen Toegankelijke Wandelingen

Het waterkeringsysteem van New Orleans tijdens orkaan Katrina

MEMO. 1. Aanleiding. Datum: 22-oktober Aan: Joep de Koning (WSK) Van: Martijn Tilma en Mia Süss (B&O-WH)

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem

KUSTVERDEDIGING: DE STRIJD TEGEN DE ZEE

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding

LTV O&M thema Veiligheid Vergelijking Nederlandse en Vlaamse hydraulische randvoorwaarden in het Schelde-estuarium

Belasting van gebouwen palend aan de zeedijk

Leggerdocument sluiscomplex Weurt

Zandsuppleties en Morfologie langs de Nederlandse kust

Nieuwsbrief februari Dijkversterking Hoeksche Waard Zuid Traject 1 t/m 6. Blad 1/5

Geometrisch ontwerp. Geometrische aspecten van wegen Lesgever: Prof. Dr. Ir. H. De Backer

Het groeiende beek concept

Het zandtransport langs de Vlaamse kust, opgevolgd vanuit de lucht

Masterplan Vlaamse Baaien

Stabiliteit Lekdijk nabij 't Waal

Leggerdocument sluis Sint Andries

Transcriptie:

9.2 Beschrijving van de alternatieven voor duinen De alternatieven voor kustbescherming voor de type-omgeving duinen of havens kunnen zoals eerder aangegeven geconfigureerd worden op basis van de beschreven bouwstenen in paragrafen 8.2 en 8.3. De te bestuderen basisalternatieven voor de type-omgeving duinen zijn de volgende: 1. Duinsuppletie (korreldiameter aangevoerd zand: 300 mu) 2. Strandsuppletie (korreldiameter aangevoerd zand: 300 mu) Als alternatief voor duinsuppleties kan een strandsuppletie worden aangelegd. Hiervoor is meer zand nodig (over een grotere breedte) dan bij een duinsuppletie. Er dient namelijk veel meer rekening gehouden te worden met erosie van de strandsuppletie. Het zeer lokaal aanbrengen van de strandsuppletie zou een snelle verspreiding van het zand naar naburige zones met zich meebrengen waardoor het zand geen bijdrage meer levert tegen duinafslag bij stormen. Om het aangevoerde zand van de duin- en strandsuppleties ter plaatse te houden, kunnen er best een aantal erosieremmende maatregelen genomen worden. Deze kunnen bestaan uit: Het plaatsen van zandschermen en / of rijshouthagen Aanplantingen (+ eventueel afsluiten gebied ter bevordering van de groei) Indien frequent gebruikt als duindoorgang: een geleide duindoorgang maken, eventueel trappen voorzien. Deze erosieremmende maatregelen kunnen als milderende maatregelen worden meegenomen in het plan-mer. De voorgenoemde basisalternatieven voor de duinen zijn niet op alle locaties technisch zinvol of efficiënt zijn. Onderstaande tabel geeft voor de 4 verschillende aandachtslocaties van duinen weer welke van de basisalternatieven in het plan-mer zullen worden beschouwd. Tabel 9-53: Overzicht van de alternatieven per aandachtszone in de type-omgeving duinen DUINEN ALTERNATIEVEN SPECIFIEKE MAATREGELEN Duinsuppletie Strandsuppletie De Panne - sectie 8 x x Koksijde - sectie 39 x extra alternatief: aanbrengen van geschrankte muurtjes Raversijde - Oostende Wellington - sectie 98 x enkel indien alternatief 3, 4 of 5 t.h.v. de badplaats Raversijde - Oostende Wellington wordt aangelegd x enkel indien alternatief 3, 4 of 5 t.h.v. de badplaats Raversijde - Oostende Wellington wordt aangelegd Oostende Oost - sectie 120 tot 122 x x 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 163

In paragrafen 9.2.1 en 9.2.2 wordt weergegeven hoe de alternatieven er in de specifieke omstandigheden per duinlocatie uitzien. 9.2.1 Alternatief 1: duinsuppletie Bij het alternatief duinsuppletie wordt het duinvolume van een bestaande duin vergroot om op die manier bresvorming te voorkomen of erosie tot aan de gebouwen in de duinen. Er wordt in dit alternatief gesuppleerd aan de zeewaartse kant met een korreldiameter van 300 mu. Per duinlocatie wordt onderstaand de locatiespecifieke uitwerking van dit basisalternatief weergegeven De Panne: sectie 8 Onderstaande Figuur 9-76 geeft de veiligheidslijn en de duinafslaglijnen ter hoogte van De Panne weer. Figuur 9-76: Veiligheidslijn en duinafslaglijnen In sectie 8 ter hoogte van de Panne zijn een aantal veilige en onveilige doorsneden te onderscheiden. Er zijn een aantal appartementen in sectie 8 bedreigd. Het is bijgevolg noodzakelijk op enkele plaatsen maatregelen te treffen in deze sectie om het vereiste veiligheidsniveau te kunnen bereiken. Over een zone van 200m dient in sectie 8 gemiddeld een orde van grootte van 50m³/m aangevoerd te worden, of dus een totaal volume van 10.000m³. Onderstaande Figuur 9-77 en Figuur 9-78 geven twee mogelijkheden weer voor het aanbrengen van een duinsuppletie in De Panne. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 164

Figuur 9-77: Duinsuppletie De Panne mogelijkheid 1 Figuur 9-78: Duinsuppletie De Panne mogelijkheid 2 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 165

Koksijde: duindoorgang in sectie 39 In sectie 39 bij Koksijde is er een zeer lage geasfalteerde duindoorgang die als aandachtspunt is aangeduid. Het strandprofiel slaat niet af tijdens een storm omdat het relatief flauw is. Maar door de lage kruinhoogte t.o.v. de waterstand kan het overslagdebiet wel hoog zijn. Het overslaand water dient echter nog een afstand van minimaal 50m af te leggen tussen het hoogste punt en de eerste huizen, zonder dat er sprake is van een echt niveauverschil. Over die afstand zal de kracht verminderen. Mogelijke oplossingen voor het verzekeren van de veiligheid ter hoogte van de duindoorgang zijn: Een duinsuppletie uitvoeren waarbij de doorgang (in asfalt) 2m hoger gelegd wordt Een duinsuppletie uitvoeren waarbij de weg opgebroken wordt en de duin 2m hoger gelegd wordt Een andere oplossing die ter hoogte van de duindoorgang te Koksijde kan worden uitgevoerd is het aanbrengen van geschrankte muurtjes (met ev. grote openingen) ter hoogte van de duindoorgang om het overslagdebiet zeewaarts doen keren. In dat geval komt er dus geen duinsuppletie aan te pas. Dit alternatief wordt in het plan-mer meegenomen als een extra alternatief ter hoogte van de duindoorgang in Koksijde. Raversijde Oostende Wellington: sectie 98 Indien ter hoogte van de aandachtszone, type-omgeving badplaats te Raversijde Oostende Wellington (sectie 97-117) een beperkte strandsuppletie wordt voorzien (d.w.z. wanneer hier alternatief 3, 4 of 5 voor badplaatsen wordt aangelegd) zal ter hoogte van de type-omgeving duinen aan Raversijde Oostende Wellington (sectie 98) het volledige gebied tussen profielen 97 en 98 moeten opgehoogd (en aangevuld) worden door een duinsuppletie. De duinsuppletievolumes nodig om in de volledige zone het profiel van sectie 97 aan te leggen staan in onderstaande figuur. Voor het volledige gebied (over een lengte van 350m, zie Figuur 9-79) bedraagt het totale volume dat moet worden aangevoerd ongeveer 17.500m³. Een type-doorsnede is weergegeven in Figuur 9-80. Figuur 9-79: Duinsuppletie in sectie 97-98 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 166

Figuur 9-80: Duinsuppletie type-doorsnede In het geval ter hoogte van de aandachtszone, type-omgeving badplaats te Raversijde Oostende Wellington (sectie 97-117) alternatief 1, 2, 6 of 7 voor badplaatsen wordt aangelegd, is geen duinsuppletie ter hoogte van de type-omgeving duinen aan Raversijde Oostende Wellington (sectie 98) nodig. Het strand bevat immers voldoende volume. Oostende Oost: sectie 120 tot 122 Als maatregel wordt er in sectie 121 te Oostende Oost een duinsuppletie voorgesteld. Het kruinpeil van de duin wordt over een breedte van 20m (dwars op de duin) op 12m TAW gebracht. Het talud aan weerszijden wordt met helling 1/5 aangelegd. Op het zwakste punt (profiel 121-0) is hiervoor 44m³/m nodig. Indien deze duinsuppletie over een lengte van 100m wordt aangelegd, is er hiervoor 4.400m³ zand nodig. Tabel 9-54 geeft het volume zand boven 8 m TAW weer voor en na de duinsuppletie. Tabel 9-54: Volume duinsuppletie Oostende-oost Profiel 2006 Duinsuppletie Volume boven 8m TAW [m³] 862 906 Verschil met 2006 [m³] 0 44 Figuur 9-81 geeft het duinprofiel in sectie 121 weer voor en na de duinsuppletie. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 167

Figuur 9-81: Duinsuppletie in sectie 121 9.2.2 Alternatief 2: strandsuppletie Bij het alternatief strandsuppletie ter hoogte van een duinlocatie wordt een zandbuffer op het strand voor de duin aangebracht. De korrelgrootte van het aangebrachte zand is standaard 300 mu. Per duinlocatie wordt onderstaand de locatiespecifieke uitwerking van dit basisalternatief weergegeven De Panne: sectie 8 Voor een strandsuppletie ter hoogte van aandachtszone sectie 8 in de Panne is in dwarsprofiel minimaal 60 m 3 /m + een buffer van 30m 3 /m zand nodig. De suppletie dient zich over een zone van minimaal 600m uit te strekken. Er is dan ook naar schatting 54.000m 3 zand nodig. Elke 5 jaar zal er onderhoud nodig zijn (orde van grootte 30.000m 3 ). Onderstaande Figuur 9-82 geeft het profiel van de strandsuppletie ter hoogte van De Panne weer. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 168

Figuur 9-82: Profiel van de strandsuppletie ter hoogte van De Panne Koksijde: duindoorgang in sectie 39 Aangezien het voornamelijk de zeer beperkte hoogte aan de aandachtszone ter hoogte van de duindoorgang in Koksijde is die een probleem stelt, is een strandsuppletie geen alternatief. Raversijde Oostende Wellington: sectie 98 In het geval alternatief 1, 2, 6 of 7 ter hoogte van de aandachtszone, type-omgeving badplaats te Raversijde Oostende Wellington (sectie 97-117) aangelegd wordt, is geen strandsuppletie nodig ter hoogte van de type-omgeving duinen aan Raversijde Oostende Wellington (sectie 98). Oostende Oost: sectie 120 tot 122 Voor een strandsuppletie ter hoogte van de aandachtszone Te Oostende Oost is meer zand nodig dan bij een duinsuppletie, nl. ongeveer 60m 3 /m + 40m 3 /m buffer over een lengte van 500m wat een totaal geeft van 50.000m 3. Om de 5 jaar zal er 25.000m 3 onderhoud nodig zijn. Onderstaande Figuur 9-83 geeft het profiel van de strandsuppletie ter hoogte van De Panne weer. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 169

Figuur 9-83: Profiel van de strandsuppletie ter hoogte van sectie 121 9.2.3 Conclusie Onderstaande Tabel 9-55 geeft een overzicht van de benodigde suppletievolumes voor het uitvoeren van de duinsuppleties voor de type-omgeving duinen, weergegeven per locatie. Tabel 9-55: Benodigde suppletievolumes voor het uitvoeren van de duinsuppleties weergegeven per duinlocatie DUINLOCATIE Duinsuppletievolume (m 3 ) Strandsuppletie De Panne - duinsuppletie sectie 8 10.000 54.000 Koksijde - Duin sectie 39 1.200 niet van toepassing Raversijde - Duin sectie 98 17.500 niet van toepassing (*) Oostende Oost 4.000 50.000 (*) de strandsuppletie is voorzien voor de bescherming van de badplaats Raversijde- Oostende-Wellington (cf. paragraaf 9.1) 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 170

9.3 Beschrijving van de alternatieven voor havens De alternatieven voor kustbescherming voor de type-omgeving (havens kunnen, zoals eerder aangegeven, geconfigureerd worden op basis van de voorgaand beschreven bouwstenen in paragraaf 8.4. De verschillende alternatieven hebben niet noodzakelijk hetzelfde veiligheidsniveau, maar voldoen wel aan het minimum veiligheidsniveau waarbij het overslagdebiet over de zeewering beperkt moet blijven tot 1l/m/s bij een 1000-jarige storm, rekeninghoudend met de zeespiegelstijging. De te bestuderen basisalternatieven voor havens zijn de volgende: Aanleggen van muurtjes en/of dijkversterkingen (afhankelijk van de locatie) in combinatie met het verstevigen en/of regelen van de bestaande sluizen en stuwen Aanleggen van een stormvloedkering Afhankelijk van de locatie langsheen de kustlijn is het zo dat de basisalternatieven zoals bovenstaand vermeld een andere locatiespecifieke uitwerking hebben. Daarom wordt in paragraaf 9.3.1 weergegeven hoe de alternatieven in de specifieke omstandigheden per haven eruit zien. 9.3.1 Overzicht geselecteerde alternatieven en specifieke omstandigheden per haven Onderstaande tabel geeft voor de 3 verschillende havens weer welke van de basisalternatieven in het plan-mer zullen worden beschouwd en in hoeverre er specifieke bijkomende maatregelen dienen genomen te worden op bepaalde locaties. Tabel 9-56: HAVENS Beschouwde alternatieven per haven ALTERNATIEVEN SPECIFIEKE MAATREGELEN Aanleggen muurtjes/ dijkversterkingen + aanpassen sluizen en stuwen Aanleggen stormvloedkering Nieuwpoort x x Blankenberge x x Bijkomende maatregelen voor voorkomen overstroming naastliggende gebieden indien SVK wordt aangelegd Zeebrugge x x Bijkomende muurtjes indien SVK wordt aangelegd opdat het water niet rond de SVK kan stromen Voorafgaandelijk dient wat betreft de havens opgemerkt te worden dat de alternatieven en maatregelen hieronder voorgesteld enkel rekening houden met de benodigde hoogte. Om later een optimalisatie van de maatregelen in de haven te kunnen doorvoeren, werd de situatie voor de 1000-jarige storm inclusief zeespiegelstijging berekend en werden ook 2 niveaus met een verschillende bescherming, nl. niveaus van respectievelijk 8mTAW en 8.30mTAW doorgerekend. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 171

9.3.1.1 Alternatief aanleggen van muurtjes en/of dijkversterkingen in combinatie met het verstevigen en/of regelen van de aanwezige sluizen en stuwen Het basisalternatief muurtjes en/of dijkversterkingen bestaat erin een betonnen muurtje omheen de haven aan te leggen, waarbij de hoogte varieert naargelang het veiligheidsrisico. Waar dijken omheen de haven aanwezig zijn kunnen deze versterkt of verhoogd worden, naargelang het lokale veiligheidsrisico. Per haven wordt onderstaand de locatiespecifieke uitwerking van dit basisalternatief weergegeven. Haven Nieuwpoort Onderstaande Figuur 9-84 geeft een overzicht van benodigde hoogtes om het overslagdebiet aan de veiligheidslijn tot 1l/m/s of minder te beperken bij een 1000-jarige storm met zeespiegelstijging in de haven van Nieuwpoort. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 172

Figuur 9-84: Maatregelen voor de haven van Nieuwpoort voor T=1000 jaar + zeespiegelstijging. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 173

De hoogtes nodig om bijkomstig overal een kruinhoogte van 8 en 8.3mTAW te garanderen zijn gegeven in onderstaande Figuur 9-85 en Figuur 9-86. Figuur 9-85: Maatregelen voor de haven van Nieuwpoort met kruinhoogte 8m 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 174

Figuur 9-86: Maatregelen voor de haven van Nieuwpoort met kruinhoogte 8.3m 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 175

De 3 sluizen in de haven van Nieuwpoort (Gravensluis, Iepersluis en Veurnesluis) worden als veilig beschouwd mits eventuele peilaanpassingen en het onttrekken van water uit de sluiskolk tijdens de storm. Hiertoe is overleg nodig met de waterbeheerders en sluiseigenaars voor wat de gevolgen voor de waterlopen en sluizen/stuwen betreft. De stuwen en afwateringen worden als onzeker beschouwd indien het toetspeil hoger is dan het ontwerppeil. Dit is het geval voor alle 7 kunstwerken in de haven van Nieuwpoort. De vereiste verhoging van het ontwerppeil voor de verschillende scenario s staat samengevat in onderstaande Tabel 9-57 voor de stuwen. Voor sluizen dienen specifieke ontwerpen gemaakt te worden om ze de nodige sterkte te geven. Op langere termijn dienen structurele maatregelen getroffen te worden aan de sluizen en stuwen. Dit traject wordt parallel aan het GKVP bekeken in overleg met de desbetreffende eigenaars van de kunstwerken. Tabel 9-57: Overzicht vereiste verhogingen ontwerppeilen stuwen en uitwateringen Stuw of uitwatering Huidig ontwerppeil Vereiste verhoging ontwerppeil Vereiste verhoging ontwerppeil Vereiste verhoging ontwerppeil [mtaw] T = 1000j (2050) SWL = 8mTAW SWL = 8.3mTAW [m] [m] [m] Stuw Nieuw Bedelf 7.03 0.32 0.97 1.27 Stuw Kreek van Nieuwendamme 7.09 0.26 0.91 1.21 Ieperstuw 7.04 0.31 0.96 1.26 Stuw Veurne Ambacht 7.07 0.28 0.93 1.23 Stuw kanaal NP-DK 6.98 0.37 1.02 1.32 Kattesas 7.36 0.02 0.64 0.94 De Piete 7.0 0.39 1.00 1.30 Haven Blankenberge Figuur 9-87 geeft een overzicht van de absolute hoogte van de maatregelen die in de haven van Blankenberge dienen getroffen te worden. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 176

Figuur 9-87: Overzicht absolute hoogte maatregelen voor T=1000j + zeespiegelstijging. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 177

Om overal de kruinhoogte van 8mTAW of 8.3m TAW te garanderen moeten de hoogtes van respectievelijk Figuur 9-88 en Figuur 9-89 voorzien worden. Figuur 9-88: Overzicht hoogte van de maatregelen in Blankenberge met kruinhoogte 8m TAW 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 178

Figuur 9-89: Overzicht hoogte van de maatregelen in Blankenberge met kruinhoogte 8.3m TAW 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 179

De stuwen en afwateringen worden als onzeker beschouwd indien het toetspeil hoger is dan het ontwerppeil. Dit is het geval voor alle kunstwerken in de haven van Blankenberge. De vereiste verhoging van het ontwerppeil voor de verschillende scenario s staat samengevat in onderstaande Tabel 9-58. Op langere termijn dienen structurele maatregelen getroffen te worden aan de afwateringen en stuwen. Dit traject wordt parallel aan het GKVP bekeken in overleg met de desbetreffende eigenaars van de kunstwerken. Tabel 9-58: Overzicht vereiste verhogingen ontwerppeilen uitwateringen in Blankenberge Stuw of uitwatering Huidig ontwerppeil [mtaw] Vereiste verhoging ontwerppeil T = 1000j (2050) [m] Vereiste verhoging ontwerppeil SWL = 8mTAW [m] Vereiste verhoging ontwerppeil SWL = 8.3mTAW [m] Blankenbergse vaart 7.0 0.15 1.00 1.30 Uitwatering bij sectie 8 6.67 0.48 1.33 1.63 Haven Zeebrugge Onderstaande Figuur 9-90 toont de benodigde hoogte en locatie van de maatregelen voor de 1000-jarige storm met zeespiegelstijging ter hoogte van de haven van Zeebrugge. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 180

Figuur 9-90: Maatregelen voor Zeebrugge voor T=1000 jaar + zeespiegelstijging. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 181

Om overal de kruinhoogte van 8mTAW of 8.3m TAW te garanderen, moeten de hoogtes van respectievelijk Figuur 9-91 of Figuur 9-92 voorzien worden. Figuur 9-91: Maatregelen voor Zeebrugge met kruinhoogte 8m TAW 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 182

Figuur 9-92: Maatregelen voor Zeebrugge met kruinhoogte 8.3m TAW Voor de sluizen dienen specifieke ontwerpen gemaakt te worden om ze de nodige sterkte te geven. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 183

9.3.1.2 Alternatief aanleggen van een stormvloedkering Het basisalternatief aanleggen van een stormvloedkering bestaat erin een stormvloedkering in de havengeul aan te leggen die kan afgesloten worden in geval van storm. Een stormvloedkering in de havengeul moet zowel de inkomende golven tegenhouden als hoge waterstanden in de haven voorkomen. Dit heeft als voordeel dat er geen bijkomende maatregelen rondom de haven meer nodig zijn, aangezien golfoverslag en overloop over de kades en dijken geen probleem meer vormen. Afhankelijk van de locatie zijn in een aantal havens eventueel bijkomende maatregelen voor het garanderen van het veiligheidsniveau noodzakelijk. Per haven wordt onderstaand de locatiespecifieke uitwerking van het basisalternatief weergegeven. Haven Nieuwpoort Aangezien in het merendeel van de secties van de haven van Nieuwpoort de waterstand van primair belang is (getuige het feit dat de eis om een niveau van 8mTAW tegen te houden meestal kritischer is dan een overslagdebiet kleiner dan 1l/m/s voor de 1000-jarige storm met zeespiegelstijging) moet een maatregel waarbij de waterstand in de ganse of een deel van haven beperkt wordt eveneens bekeken worden. Deze maatregel bestaat erin een stormvloedkering in de havengeul aan te leggen. Als het waterpeil voldoende laag gehouden wordt, moeten er in de haven bovendien geen maatregelen voor de stuwen en afwateringen voorzien worden. De meest aangewezen plaats voor een stormvloedkering in de haven van Nieuwpoort lijkt de locatie ter hoogte van sectie 1 (zie Figuur 9-93).Op deze manier wordt gans de haven beschermd. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 184

Figuur 9-93: Locatie stormvloedkering sectie 1 Om eventuele ingrepen aan de sluizen en stuwen ter plaatse van de Ganzenpoot te vermijden, kan een kleinere en minder zwaar belaste stormvloedkering volstaan. Rekening houdend met een nieuw toekomstig dok moet deze stormvloedkering wel diep in de haven geplaatst worden waardoor slechts een vrij klein gebied beschermd wordt. Dit alternatief wordt weergegeven in Figuur 9-94. Figuur 9-94: Locatie stormvloedkering 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 185

Aangezien er ook bij stormen met een lagere terugkeerperiode dan de 1000-jarige schade kan optreden, zal ter bepaling van het waterniveau waarbij de stormvloedkering gesloten moet worden een statistische analyse uitgevoerd moeten worden. Haven Blankenberge Aangezien in het merendeel van de secties van de haven van Blankenberge de waterstand van primair belang is (getuige het feit dat de eis om een niveau van 8mTAW tegen te houden meestal kritischer is dan een overslagdebiet kleiner dan 1l/m/s voor de 1000-jarige storm met zeespiegelstijging) moet een maatregel waarbij de waterstand in de ganse of een deel van haven beperkt wordt eveneens bekeken worden. Deze maatregel bestaat erin een stormvloedkering in de havengeul aan te leggen. Als het waterpeil voldoende laag gehouden wordt, moeten er bovendien geen maatregelen voor de afwateringen voorzien worden. De meest aangewezen plaats voor een stormvloedkering lijkt de locatie ter hoogte van sectie 1 (zie Figuur 9-95). Op deze manier wordt gans de haven beschermd. Figuur 9-95: Alternatief met stormvloedkering voor Blankenberge Aangezien er ook bij stormen met een lagere terugkeerperiode dan de 1000-jarige schade kan optreden, zal ter bepaling van het waterniveau waarbij de stormvloedkering gesloten moet worden een statistische analyse uitgevoerd moeten worden. De breedte van de havengeul (tussen de kruinen van de twee dijken) in de haven van Blankenberge bedraagt 70m. Bijkomende maatregelen moeten genomen worden aan weerszijden van de stormvloedkering om overstroming over de naastliggende gebieden te voorkomen. De locatie van deze maatregelen wordt weergegeven op Figuur 9-95. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 186

Haven Zeebrugge Door een stormvloedkering in de haven van Zeebrugge te plaatsen aan de ingang van het Prins Albertdok (zie Figuur 9-96) zal het aantal te nemen maatregelen op het droge zeer beperkt worden. Bovendien bedraagt de breedte van de ingang van het dok slechts 35m en zal de golfaanval zeer beperkt blijven, waardoor de afmetingen en kosten van zo n stormvloedkering relatief klein kunnen zijn. Figuur 9-96: Locatie stormvloedkering Aangezien er ook bij stormen met een lagere terugkeerperiode dan de 1000-jarige schade kan optreden, zal ter bepaling van het waterniveau waarbij de stormvloedkering gesloten moet worden een statistische analyse uitgevoerd moeten worden. Bijkomend dienen de nodige muurtjes gebouwd te worden opdat het water niet rond de stormvloedkering kan stromen. Indien er dus gewerkt wordt met een stormvloedkering zijn bijkomende muurtjes met hoogtes nodig zoals aangeduid op Figuur 9-97. 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 187

Figuur 9-97: Maatregelen voor Zeebrugge met een stormvloedkering 9 Voorstelling van de bestudeerde alternatieven 188