VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Vergelijkbare documenten
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

H$+3F$+/-I.%;:BAAB;7AA%

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD Commissievergaderingen Agenda. Commissie voor Onderwijs en Vorming. Woensdag 23 januari 2019 om 14.

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Commissievergadering nr. C13 OND1 ( ) 8 oktober 2009

Toespraak van Sven Gatz. Minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel. Viering 80 jaar Doktersgild Van Helmont. Brussel, zaterdag 1 oktober 2016

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

BIJLAGE. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr ) Voorwoord

UITBREIDING VOORSCHOOLSE KINDEROPVANG 2008 ADVIES LOKAAL BESTUUR VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Versie 23 april 2008

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

De projectleiding Het onderzoeksteam bouwt voort op

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Lokaal Loket Kinderopvang in Brussel Expoo-congres 7 december 2017

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING JUNI 2016 VRAGEN OM UITLEG

Afwijkingsmogelijkheden vergunning. Opvang met attest, erkenning, toestemming op 1 april 2014

Visie Taalstimulering en meertaligheid Kind en Gezin

4. Hoeveel zelfstandige kinderopvanginitiatieven stapten in 2013 en 2014 (cijfers tot september) uit het IKG-systeem?

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang;

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Zorginspectie in de kinderopvang

61 HOOFDROLSPELERS 30 JAAR VGC

Zelfevaluatie-instrument MeMoQ. Dimensie 3: Emotionele ondersteuning. Groepsopvang

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

61 HOOFDROLSPELERS 30 JAAR VGC

Het Pedagogische Raamwerk en implicaties voor de opleiding van kinderbegeleiders

VLAAMS PARLEMENT. COMMISSIEVERGADERING HANDELINGEN nr. 168 Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen 27 maart 2014 Uittreksel

Zorginspectie en MeMoQ Monitoringinstrument in de praktijk. Inspiratiedag VVSG 27 april 2017

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Positief omgaan met meertaligheid in het basisonderwijs en in de buitenschoolse opvang

In de beleidsbrief Welzijn, Volksgezindheid en Gezin zegt de minister ook werk te maken van een flexibele kinderopvang.

nr. 298 van FREYA SAEYS datum: 29 januari 2016 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Nieuwe en stopgezette initiatieven

In het partijprogramma en de congresteksten van CD&V staat: Niets specifiek over diversiteit in het lerarenkorps.

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Vraag nr. 403 van 8 maart 2013 van MARIJKE DILLEN

Handleiding. januari 2019

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

BIJLAGE. Motivering van het voorliggende convenant

Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Zelfevaluatie-instrument MeMoQ. Dimensie 3: Emotionele ondersteuning. Gezinsopvang

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Stuk 446 ( ) Nr. 1. vlaamse. Zit ting MAART Het recht op kinderopvang in Brussel. ingediend door mevrouw Elke ROEX

Bijlage nr. 1. capaciteitsuitbreiding Nieuwkinderland vzw Kinderdagverblijf Lutgardisschool Elsene. Titel initiatief: Organisator: Projectomschrijving

Addendum 1 horende bij de beleidsovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de periode

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE. DE RAAD ZITTING Nr. 12

Sociale functie KO. Drempels afbouwen VLAS 29/04/2016 INLEIDING

Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen

Oog voor kwaliteit in de Vlaamse kinderopvang: elke kinderbegeleider en elke verantwoordelijke gekwalificeerd

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Onderwijs in een meertalige Brusselse omgeving Inhoud Stad en onderwijs: topdown bottom up

TER VERVANGING VAN DE EERDER RONDGEDEELDE AGENDA

werkveld interview STEFAN DEWWICKERE

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

20/02/2014 VERGUNNINGSVOORWAARDEN KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS INHOUD. 1. Nieuwe namen. Nieuwe namen

Commissievergadering nr. C146 OND15( ) 16 februari

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid

Opnemen van een coördinerende functie voor het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Voorstelnota Steunpunt GOK begeleiding en onderzoek Brusselse proefprojecten Brede School. 25 augustus 2006

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

VLAAMS PARLEMENT. COMMISSIEVERGADERING HANDELINGEN Nr. 133 Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen 13 maart 2014 Uittreksel

BIJLAGE. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr Bijlage nr. 1. Fiche

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING. Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende de kinderopvangtoeslag en de kleutertoeslag

Hoofdstuk 2. Voorwaarden voor de specifieke dienstverlening

Vernieuwing kinderopvang in Vlaanderen en Brussel

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder

Per kinderen onder de 3 jaar telde Limburg eind opvangplaatsen minder dan het Vlaamse gemiddelde.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Gelet op het overleg gehouden op 4 juli 2017 in het Beheerscomité van FAMIFED;

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, II, 4 ;

Presentatie Netwerkdag Kinderarmoede

Groeipakket geeft vliegende start aan jonge gezinnen

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, I, 2, 3, 4 en 5 ;

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

vergadering C99 zittingsjaar Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand

VR DOC.1297/3BIS

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Transcriptie:

STUK 676 (2016-2017) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2016-2017 31 MEI 2017 VRAGEN OM UITLEG Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin van woensdag 31 mei 2017 INTEGRAAL VERSLAG Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: Vaste leden: mevrouw Liesbet Dhaene, voorzitter, de heer Arnaud Verstraete, mevrouw Brigitte Grouwels, mevrouw Khadija Zamouri Verontschuldigd: Mevrouw Els Ampe 1499

- 2 - INHOUD 1. Regeling van de werkzaamheden 2. Vragen om uitleg (R.v.O., art. 60) - Vraag om uitleg van mevrouw Els Ampe aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, betreffende initiatieven omtrent Roma in Brussel - Vraag om uitleg van de heer Arnaud Verstraete aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, over de kwaliteit van de kinderopvang en de nulmeting hiervan via MeMoQ

- 3-1. Regeling van de werkzaamheden Mevrouw Els Ampe (Open Vld) laat zich verontschuldigen voor deze vergadering. De vraag om uitleg aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, betreffende initiatieven omtrent Roma in Brussel, wordt op haar verzoek omgezet naar een schriftelijke vraag. Collegelid Bianca Debaets wijst erop dat deze vraag dient beantwoord te worden door collegelid Pascal Smet aangezien het onderwerp tot de bevoegdheid Stedelijk beleid behoort. 2. Vragen om uitleg (R.v.O., art. 60) Vraag om uitleg van de heer Arnaud Verstraete aan mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, over de kwaliteit van de kinderopvang en de nulmeting hiervan via MeMoQ De heer Arnaud Verstraete (Groen): Brussel wordt in de eerste plaats geconfronteerd met een tekort aan kinderopvangplaatsen. De derde Cartografie was in dat verband bijzonder duidelijk. Voldoende en betaalbare kinderopvang is een belangrijke uitdaging voor dit gewest. Omdat de nood zo hoog is aan kinderopvang en alle aandacht gaat naar de cijfers, wordt een ander aspect van kinderopvang soms vergeten: met name de kwaliteit. Wat is goede kwalitatieve kinderopvang? Het is een vraag waar in de eerste plaats ouders mee geconfronteerd worden in hun zoektocht naar kinderopvang. Maar eveneens is het een vraag voor het beleid. Immers, alle kinderopvang wordt vergund en moet aan bepaalde normen beantwoorden. Er is al veel geschreven over de soms zeer strikte voorwaarden die Kind&Gezin de gezins- en groepsopvang oplegt. De waslijst aan regeltjes - naast het gebrekkig statuut - is trouwens een van de redenen waarom het aantal onthaalouders afneemt. In opdracht van Kind&Gezin hebben de KULeuven en UGent nu een meet- en monitorproject uitgewerkt (MeMoQ) dat een pedagogisch raamwerk ontwikkelt, een nulmeting van de kwaliteit uitvoert en een monitoring-instrument voor de inspectie en een zelfevaluatieinstrument ontwerpt. Het rapport van de nulmeting is ondertussen publiek gemaakt en bevat verschillende observaties (http://www.kindengezin.be/img/resultaten-nulmeting-samenvatting-rapport.pdf). De nulmeting stelt onder meer vast dat de kinderopvang kansen laat schieten bij haar educatieve opdracht. Kinderbegeleiders laten hier en daar nog kansen liggen om kinderen uit te dagen en hun ontwikkeling te bevorderen. Dit wil niet zeggen dat er enkel nog geleide activiteiten moeten zijn: kinderen kunnen ook op vrije momenten extra uitgedaagd worden, bijvoorbeeld via taal. Wat de taal betreft, stelt de nulmeting vast dat de kwaliteit van het taalaanbod gemiddeld lager is in leefgroepen waar veel kinderen zijn van wie de thuistaal een andere taal is dan het Nederlands. Een gelijkaardige inschatting wordt gemaakt voor het omgaan met diversiteit. Mijn vragen zijn de volgende: Hebt u kennis genomen van de resultaten van nulmeting van het MeMoQ-project? De auteurs doen een aantal aanbevelingen voor praktijk en beleid van de kinderopvang. Wat zijn voor het collegelid de belangrijkste aanbevelingen om mee aan de slag te gaan?

- 4 - Op welke manier kunnen de aanbevelingen uit het rapport verwerkt worden in de Brusselse praktijk? Een belangrijk aandachtspunt is de aandacht voor taal. De nulmeting geeft aan de kwaliteit van het talige aanbod gemiddeld lager ligt in leefgroepen met vooral kinderen die niet het Nederlands als thuistaal hebben. De onderzoekers stelden eveneens vast dat ze haast nergens voorbeelden zagen van ondersteuning van de thuistaal van deze kinderen, terwijl dit een belangrijke manier vormt om ook de tweedetaalverwerving te ondersteunen. Hoe kan de VGC op dit vlak de Brusselse kinderopvang ondersteunen? Zijn daar concrete plannen voor, eventueel in samenwerking met Vlaams minister Jo Vandeurzen? Een ander belangrijk aandachtspunt is het omgaan met diversiteit. Het rapport stelt: Er is blijkbaar nog heel wat werk aan de winkel om de Vlaamse kinderopvang te overtuigen van het belang van het inzetten op het omgaan met diversiteit in de voorschoolse leeftijd om de sociale cohesie te bevorderen en het ontstaan van vooroordelen tegen te gaan. Het rapport benadrukt dat er werk aan de winkel is. Wat zijn de concrete maatregelen die al getroffen worden om de omgang met diversiteit in de kinderopvang te verbeteren? Mevrouw Khadija Zamouri (Open Vld): Ik sluit me graag aan bij deze zeer interessante vraag van collega Arnaud Verstraete. Ik ga ervan uit dat het collegelid op de hoogte is van de nulmeting over kinderopvang. Het doet mij heel sterk denken aan de nulmeting die in 2000 uitgevoerd werd voor het Nederlandstalig onderwijs om na te gaan op welke manier er kon geantwoord worden op de vragen van de leerkrachten die oplossingen zochten om op gepaste manier om te gaan met kinderen die een andere thuistaal hebben dan het Nederlands. Die nulmeting werd toen uitgevoerd door de KUL en de VUB. Het huidige project kan zeer nuttig zijn voor de kinderdagverblijven. Destijds werd een overeenkomst afgesloten met de scholen - hier kan dat dan gaan over de kinderdagverblijven - om in kaart te brengen wat werkpunten zijn. In het contract werd een stappenplan gedefinieerd dat opgevolgd werd onder de vorm van een traject. Dat vraagt uiteraard inspanningen op het vlak van mensen en financiële middelen. Misschien kan de VGC of Kind&Gezin hierin een rol spelen door het personeel van de kinderdagverblijven te ondersteunen. Bepaalde problemen komen voor in verschillende kinderopvanginitiatieven en vergen gelijkaardige oplossingen. In een soort frequently asked questions kan de knowhow gebundeld en gedeeld worden. Binnen onderwijs heeft dergelijke benadering een aanzienlijke leerwinst opgeleverd voor de kinderen. Commissievoorzitter Liesbet Dhaene (N-VA): Ook ik wil even reageren op die bijzonder interessante vraag. In het Brussels Nederlandstalig onderwijs zitten veel kinderen met een andere thuistaal dan het Nederlands. Op school worden zij evenwel ondergedompeld in een Nederlands taalbad. Er is een verschil met kinderopvang: naar aanleiding van een procedure van de Franse Gemeenschap is er een arrest van het Grondwettelijk Hof, waaruit blijkt dat de omgangstaal in Nederlandstalige crèches niet het Nederlands moet zijn. Het is voldoende dat er 1 leidinggevende het Nederlands machtig is. Dat is problematisch als kinderopvang net een plek is waar kinderen moeten opgevolgd worden op taalgebied en extra ondersteuning moeten krijgen in het Nederlands. Ik weet niet op welke manier dat arrest in de praktijk omgezet wordt.

- 5 - Zijn er in de praktijk Nederlandstalige crèches waar de omgangstaal niet het Nederlands is? Of komt dat niet voor? Stel dat het eerste waar is: op welke manier wordt dat opgevolgd en wordt er toch ondersteuning geboden op het vlak van taalverwerving van kinderen? Collegelid Bianca Debaets: De VGC maakte bij de totstandkoming van MeMoQ (meten en monitoren van de pedagogische kwaliteit in de kinderopvang) deel uit van de klankbordgroep en behoorde tot de gebruikersgroep van het onderzoek. De VGC leverde binnen deze platformen specifieke input voor Brussel en zorgde er op die manier mee voor dat de ontwikkelde instrumenten maximaal inzetbaar zijn in Brussel. De resultaten van het onderzoek zijn van toepassing op heel Vlaanderen, inclusief Brussel. Maar het is onmogelijk om de resultaten voor Brussel apart te destilleren omdat het aantal betrokken initiatieven te klein is om wetenschappelijk representatief te zijn. De belangrijkste aanbeveling uit het onderzoek is dat geïnvesteerd moet worden in de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang. In de VGC bestaat er een lange traditie van ondersteunen en vormen van de pedagogische kwaliteit. In 2007 werd "Groeien in Taal" opgestart om een antwoord te bieden aan de vele vragen rond taal en meertaligheid. De VGC zet sindsdien taalondersteuners in om de medewerkers van de kinderdagverblijven te begeleiden. De taalondersteuners lopen met kinderdagverblijven trajecten over een periode van 2 jaar. Het Huis van het Nederlands heeft aanvullend een aanbod aan vormingen ontwikkeld gericht op ouders. Het project "Groeien in Taal" van de VGC werd in 2015 geëvalueerd. In opvolging hiervan is een hervorming gestart van het ondersteuningsaanbod Gezin: het team van taalondersteuners is uitgebreid met 3 extra mensen om de kinderdagverblijven te ondersteunen. De focus wordt verruimd van loutere taalondersteuning naar pedagogische ondersteuning. In dit vernieuwd ondersteuningsaanbod wordt sinds 2017 werken met het pedagogisch raamwerk en het meten van kwaliteit in de kinderopvang opgenomen. Dat is de basis van de MeMoQ-instrumenten. Tot slot nog een paar woorden over diversiteit. Mevrouw Brigitte Grouwels noemt Brussel een superdiverse stad. Diversiteit is een apart thema in de vormingsbrochure "Opgroeien in Brussel". U vindt dit terug op pagina 37 (http://www.vgc.be/sites/www.vgc.be/files/publicaties/opgroeien_in_brussel_vormingsaanbo d_2017.pdf). Dit aanbod bestaat uit kosteloze cursussen, regiogroepen, intervisies, studiebezoeken, enzovoort. Partners van de VGC hierin zijn VCOK, Centrum voor inclusie Elmer, Vrienden van het Huizeke en CAW Brussel. De sociale functie van kinderopvang stimuleren is eveneens een belangrijke pijler van het Lokaal Loket Kinderopvang. Het nieuwe decreet Kinderopvang legt voor het eerst een aantal criteria op in verband met het taalgebruik in de crèches. Het voordeel is dat er vandaag eindelijk criteria zijn, wat vroeger niet het geval was. Ik weet dat de heer Arnaud Verstraete daar een andere mening over heeft en in de pers laat uitschijnen dat er een aantal kinderopvangplaatsen in rook zouden opgegaan zijn. Dat is niet het geval: die plaatsen zijn niet verdwenen, zij worden nu erkend door een andere overheid. Het ging immers over een aantal initiatieven dat in de praktijk Franstalig was. De

- 6 - erkenning gebeurt nu niet meer door K&G, wel door ONE. In die zin ben ik blij met dit decreet dat een aantal criteria vastlegt. Er kan altijd gediscussieerd worden over de reikwijdte ervan, maar er is eindelijk een regelgevend kader. Maar wat met ook mag beweren: die plaatsen zijn niet verloren. De heer Arnaud Verstraete (Groen): Ik begrijp dat de VGC betrokken was bij de opstelling van het rapport. U heeft een overzicht gegeven van de inspanningen die de VGC levert. Wat mij verrast, is dat u beweert dat de conclusies voor heel Vlaanderen gelden en relevant zijn voor Brussel, maar dat de Brusselse resultaten niet afzonderlijk kunnen geleverd worden. Het rapport stelt dat er problemen zijn voor wat betreft de omgang met taal en diversiteit en dat dit moet aangepakt worden. Ik ga ervan uit dat dit eveneens voor Brussel het geval is. In uw antwoord heb ik dat niet gehoord. Mag ik dan besluiten dat u vindt dat dit rapport niet geldt voor Brussel en dat hier geen bijkomende inspanningen geleverd moeten worden? Wat de bijkomende plaatsen betreft: als er nieuwe plaatsen worden aangekondigd, is het belangrijk te weten wat het effect is op het tekort. Daar gaat het om. Het was heel moeilijk om die cijfers te krijgen. Als dit dan toch lukte, bleek dat er een achteruitgang was. Ik heb niet beweerd dat er plaatsen in rook zijn opgegaan. Ik ben het ermee eens dat er waarschijnlijk een aantal overgestapt zijn naar ONE. Eveneens zijn er plaatsen die veranderd zijn in een IKTstatuut. Maar dit zijn geen nieuwe plaatsen (Opmerkingen van collegelid Bianca Debaets). Ik ben natuurlijk voorstander van IKT-plaatsen, maar ik wil eveneens dat het tekort wordt weggewerkt. Kinderopvang speelt immers een fundamentele rol in de bestrijding van kinderarmoede. Ook mevrouw Brigitte Grouwels heeft al dikwijls benadrukt hoe belangrijk kinderopvang is om jonge kinderen uit de armoede te halen. Groen is ervan overtuigd dat de maatschappij hier een belangrijke verantwoordelijkheid draagt. Volgens de Cartografie zijn er 4.000 bijkomende IKT-plaatsen nodig en in het totaal zijn er 1.200 bijkomende nodig. Maar het resultaat is dat er 10 plaatsen minder zijn. Dat is mijn vaststelling. Wat de kwaliteit betreft, vind ik het goed dat er inspanningen geleverd werden en nog altijd worden. Maar het rapport besluit dat dit niet volstaat. Collegelid Bianca Debaets: De resultaten van het onderzoek zijn van toepassing op heel Vlaanderen, inclusief Brussel. De kinderdagverblijven uit Brussel waren betrokken bij het onderzoek. Maar het is onmogelijk om de resultaten voor Brussel afzonderlijk te verkrijgen omdat het aantal kinderdagverblijven in Brussel niet voldoende representatief is om de resultaten te verklaren. Bovendien hebben wij - en dat is de verdienste van mevrouw Brigitte Grouwels - niet op het onderzoek gewacht om maatregelen te treffen rond taalondersteuning of pedagogische aanpak. In 2007 werd hiermee start. Ik beweer niet dat de aanbevelingen fout zijn. Dat zijn ze niet. Maar in Brussel doen we dat al en we blijven het verder doen. Tevens hebben we de ondersteuning uitgebreid van taal naar algemene pedagogische aanpak. Daar zou u toch tevreden moeten mee zijn? De heer Arnaud Verstraete (Groen): U bevestigt dus mijn bekommernis: de onderzoekers hebben de Brusselse initiatieven bekeken en besluiten dat er meer moet gebeuren. Er wordt vermeld dat er geen initiatieven zijn om de thuistaal te ondersteunen, wat nochtans een belangrijke manier is om de verwerving van de tweede taal te ondersteunen. Zijn er initiatieven

- 7 - in die zin gepland? In het rapport lees ik dat er meer moet gebeuren dan vandaag het geval is. (Opmerkingen van collegelid Bianca Debaets en mevrouw Khadija Zamouri). PERSOONLIJK FEIT De commissievoorzitter: Ik geef het woord aan mevrouw Brigitte Grouwels wegens een persoonlijk feit. Mevrouw Brigitte Grouwels (CD&V): Brussel is zonder meer pionier geweest om aan taalondersteuning te doen. Wij hebben een beleid uitgebouwd waar men vanuit Vlaanderen mag naar komen kijken. (mevrouw Khandija Zamouri: hear, hear ) Ik kan me voorstellen dat men elders in Vlaanderen nu pas die problematiek begint te ontdekken. Maar in Brussel staan we heel ver. Waarschijnlijk heeft de Brusselse situatie de resultaten positiever gemaakt. Dat betekent niet dat onze aandacht moet verslappen. We moeten kijken hoe we het nog beter kunnen doen. Maar we zijn een voorbeeld waarvan men in de rest van Vlaanderen kan van leren. Hetzelfde geldt voor diversiteit en voor het sociaal beleid van de kinderdagverblijven. In Brussel zijn wij daarmee begonnen, nog voor dat de decreten iets oplegden. De heer Arnaud Verstraete (Groen): Voor alle duidelijkheid: mijn opmerkingen zijn niet vijandig. Ik zie dit onderzoek als een kans om nog beter om te gaan met de uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden. Ik beweer niet dat datgene wat de VGC doet ondermaats is. Ik zie alleen dat de nulmeting vaststelt dat de kwaliteit van het taalaanbod gemiddeld lager is in leefgroepen waar veel kinderen zijn van wie de thuistaal een andere taal is dan het Nederlands. Ik denk dat dit in Brussel het geval is. (Opmerkingen uit de zaal) Daar moeten we mee omgaan. Ik neem aan dat Brussel de eerste was. Het probleem stelt zich hier wellicht scherper dan elders in Vlaanderen. Maar volgens het rapport zijn er extra inspanningen nodig. Daar gaat het om.