Inhoudsopgave. AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 1

Vergelijkbare documenten
Inhoudsopgave. AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 1

Artikel 185 WW. Spoorboekje

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

SVA Congres maart Rotterdam

Waarborgfonds kan uitkomst bieden

Voorwoord 13. Lijst van gebruikte afkortingen Inleiding Het thema De opzet 26. Deel I 29

ALGEMENE VOORWAARDEN. Artikel 1 Definities. in deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:

Reflexwerking artikel 185 WVW

Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer 2014.

JURISPRUDENTIE AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT

Convenant Regres zorg-/aansprakelijkheidsverzekeraars

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Aansprakelijkheid bij stages

Intitulé : LANDSVERORDENING bevattende de tekst van de titels 6.3 en 6.4 voor een nieuw Burgerlijk Wetboek van Aruba

Bewerkersovereenkomst

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

Jubileumcongres Beursbengel

De volledig zelfrijdende auto en schadevergoeding

Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Komt een wijkteammedewerker bij de burger en hij maakt en fout

Bewerkersovereenkomst

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

mr. ing. R.O.B. Poort

HC 8, , schadebegroting 3 (causaliteit)

Samenloop van verzekeringen

Schadevergoeding van het Waarborgfonds Motorverkeer?

Bewerkersovereenkomst

Aansprakelijkheid voor producten met gebreken

NJ 2002, 214, Verkeersaansprakelijkheid. Reflexwerking van art. 31 (oud) WVW/art. 185 WVW en van de zgn. 100%- en 50-% regel? Eigen...

Aansprakelijkheid in de techniek. mr. K.E.G.H. (Klaas) van der Kolk

Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen

Leergang Verzekeringsrecht Magna Charta Eigen schuld Jacco van de Meent

w el z i j n Verzekeringen voor vrijwilligers

TOELICHTING BEWONERSVERZEKERINGEN

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A.

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Juridische hulp na een trauma ongeval

Juridische Aspecten van het Autonoom Rijden

VERZEKERINGSPERIKELEN DEEL 1. Inleiding

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Voorwaarden. Watersport Cliëntenobjecten FGD

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier; het verweerschrift van Verzekeraar; de repliek van Consument.

Verkeersaansprakelijkheid Vergoeding van personenschade in Europees perspectief. Mr S.P. de Haas Prof.mr T. Hartlief

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Klachtenprocedure Internet

Algemene voorwaarden Zorg & Zo Buro - Dienstverleners

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris)

Productaansprakelijkheid

Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht. Louis Visscher

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

MH17 ramp: een aantal juridische vragen beantwoord

Contractsduur, uitvoering en wijziging overeen-komst

Brittenburg 15, 2352 XL Leiderdorp Nederland

Algemene leveringsvoorwaarden Clensch

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Schadevergoeding van het Waarborgfonds Motorverkeer?

Programma Een actueel licht op aansprakelijkheid

Artikel 26. Vrijwaring; Himalaya-clausule. Artikel 26 lid 1 Vrijwaring. Himalaya-clausule

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Destructief toezicht en aansprakelijkheid Mr. dr. B.J.P.G Roozendaal. vrijdag 27 februari 2009

AVP Bijzondere voorwaarden bij uw AANSPRAKELIJK- HEIDSVERZEKERING PARTICULIER

De verplichtingen van De Financiële Experts gaan nooit verder dan door De Financiële Experts schriftelijk is bevestigd.

Financiële voordelen voor de aansprakelijke verzekeraar bij letsel en overlijdensschade? Door: mr. Nicole M. Bilo

: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen: Verzekeraar

3 Onrechtmatige overheidsdaad

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015

Verkeersschadeverzekering. Bijzondere Voorwaarden nr. 2010K-VV

Reanimatie & Recht. mr. Bob Berkemeier Letselschade adviseur Maassen Letseldesk

Klaverblad Verzekeringen. Rechtsbijstand bij verhaal. van letselschade

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Schadebegroting en berekening in mededingingszaken

Algemene leveringsvoorwaarden golfkortingskaart. Artikel 1 Toepassingsgebied

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris)

De Haagse Lerarenpas houders hierna te noemen pashouder. Hiermee wordt een fysieke of elektronische uitvoering van de De Haagse Lerarenpas bedoeld.

Persoonsgegevens Alle gegevens die informatie kunnen verschaffen over een identificeerbare natuurlijke persoon.

Algemene Voorwaarden. Artikel 1. Toepasselijkheid. Artikel 2. Overeenkomst. Artikel 3. Prijzen/Aanbiedingen. Artikel 4. Overmacht

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris)

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Welke kwaliteit past bij bepaalde risico s bij gebruik van die data? - wanneer ben ik aansprakelijk? prof.mr.dr.ir. J.A.

Voorwaarden Fietsverzekering

OVEREENKOMST VAN BRUIKLEEN

ALGEMENE VOORWAARDEN AUTOSERVICE MAZELAND BV

Aansprakelijkheid, de wegbeheerder en het verkeer: een overzicht van bewijs(last)kwesties

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris)

Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding

Productveiligheid en productaansprakelijkheid (Les 2 vervolg - Les 3 begin)

Algemene huurvoorwaarden Partybike

Transcriptie:

AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 1 Aansprakelijkheidsrecht Hoorcollege- en werkgroepverslag week 7 Inhoudsopgave WEEK 7... 2 HOORCOLLEGE... 2 VERDIEPEND COLLEGE... 3 WERKGROEP... 5 In ons streven naar perfectie zetten wij alles op alles om een volledige samenvatting beschikbaar te stellen. Mochten wij onverhoopt toch punten over het hoofd hebben gezien of verkeerd hebben genoteerd, schroom dan niet dat terstond te melden. Dit geldt voor alle op- en aanmerkingen. Onze klachtenlijn is te vinden op www.athenasummary.nl. Om onze samenvattingen nog beter te maken zijn wij afhankelijk van feedback. Je helpt ons enorm door het feedback formulier op onze website in te vullen: http://www.athenasummary.nl/feedback/

week 7 Hoorcollege 1.1 Verkeersaansprakelijkheid II Rechtspraak Het is makkelijk om een gemotoriseerde aansprakelijk te stellen. Wat doe je met eigen schuld van het slachtoffer? Hiervoor gebruik je art. 6:101 BW. Je kijkt eerst hoe gevaarlijk een gedraging is (causale verdeling) en daarna hanteer je eventueel de billijkheidscorrectie. De gemotoriseerde wordt aansprakelijk gesteld omdat de schade toch volgens de verzekering collectief betaald wordt. Slachtoffers jonger dan 14 jaar Bij art. 6:101 BW wordt er onderscheid gemaakt tussen slachtoffers jonger dan 14 jaar en oudere slachtoffers. De overmacht-toets bij gemotoriseerden is bij kinderen anders: overmacht geldt alleen bij opzet of bewuste roekeloosheid van het slachtoffer (voorbeeld: iemand wil zelfmoord plegen, dit is dan overmacht). Een kind van 5 jaar dat bijvoorbeeld de weg oprent valt niet onder bewuste roekeloosheid van het slachtoffer (geen normbesef). Je bent aansprakelijk, er is geen overmacht. Bij eigen schuld geldt de 100%-regel: het slachtoffer heeft dus in feite geen eigen schuld, want hij krijgt toch 100% van zijn schade vergoed, behalve bij opzet of bewuste roekeloosheid. Kortom, bij kinderen: of alles wordt vergoed, of helemaal niks. Oudere slachtoffers Bij oudere slachtoffers geldt de overmacht-toets volgens de normale regel (rechtens geen enkel verwijt). Hierbij geldt de 50%-regel bij eigen schuld: het slachtoffer krijgt altijd in ieder geval 50% van zijn schade vergoed. Over de overige 50% wordt de causale verdeling en de billijkheidscorrectie toegepast in de zin van art. 6:101 BW. Als je weinig eigen schuld hebt, is er geen billijkheidscorrectie. Als je heel veel eigen schuld hebt, is er veel billijkheidscorrectie. Dus als het slachtoffer 30% eigen schuld heeft, krijgt hij er in ieder geval 20% bij. Regresnemers Dit zijn de verzekeraars (voorbeeld: ziektekostenverzekeraar slachtoffer, wil schade verhalen op dader). Hierbij gelden de 50% en 100% regel niet. Deze regels hebben namelijk betrekking op de zielige slachtoffers. De verzekeraar krijgt gewoon de normale eigen schuld van het slachtoffer toegeworpen. Verzekeraars kunnen niet meeprofiteren in de zieligheid. Reflexwerking art. 185 WVW Wanneer er schade is aan de gemotoriseerde door botsing met ongemotoriseerde. Art. 6:162 BW moet je hanteren op de ongemotoriseerde voor de reflexwerking. De automobilist krijgt alleen de volledige schade vergoed indien er sprake is van overmacht in de zin van art. 185 WVW (wanneer hem geen enkel verwijt kan worden gemaakt). Zodra hem enig verwijt kan worden gemaakt, moet hij een deel van zijn eigen schade dragen. De 50%/100%-regel heeft geen reflexwerking. Als de automobilist heel weinig verwijt heeft, moet hij een stukje van zijn eigen schade dragen. Op grond van billijkheid kan de automobilist soms alsnog de volledige schadevergoeding krijgen. De schadevergoeding wordt dus verdeeld aan de hand van de normale regels van art. 6:101 BW. 2

1.2. Rechtmatige daden Zaakwaarneming (art. 6:198 BW) Je bemoeit je met andermans zaken, maar als je het doet moet je het goed doen. Je mag het alleen doen als er een goede reden is (er moet iets urgents aan de hand zijn). Voorbeeld: ruit van een auto is kapot en een buurman maakt kosten voor de reparatie en deze kosten moet hij dus vergoed krijgen. Eisen Willens en wetens Behartigen van het belang van een ader Zonder bevoegdheid daartoe Op redelijke grond Gevolg: er ontstaat een verbintenis tot schadevergoeding (vergoeding voor de gemaakte kosten en soms een beloning). Je kunt ook vergoeding krijgen wanneer het ingrijpen niet is gelukt. Er is een samenloop tussen zaakwaarneming en onrechtmatige daad (zie nr. 287 en 289 uit het boek). Doorgaans is het zo dat als je verschillende mogelijkheden hebt om schade te vorderen, dit allebei toegepast kan worden. Je kunt echter maar één keer je schade verhalen, maar je kunt zelf kiezen welke manier van vorderen je wil toepassen. Uitzondering Zaakwaarneming voert zich één vorm van exclusiviteit voor: bij hulpverlening aan schepen geldt de zaakwaarnemingsvordering niet. 1.3. Ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212 BW) Het gaat hier om een verrijking die ongerechtvaardigd is en waardoor een ander verarmd is, dit leidt tot verplichting tot schadevergoeding voor zover dit redelijk is. De verrijkingsvordering is niet subsidiair en kan dus samenlopen met andere vorderingen. Verdiepend college 1.1 Aansprakelijkheid tussenpersonen op het internet Informatietussenpersonen Uitgevers (offline) Bibliotheken (offline) Archieven (offline) Omroepen (offline) Telecomaanbieders (offline) Internet service providers (online) Hyperlinkaanbieders (online) Zoekmachines (online) Kenmerken - Ze zijn betrokken bij informatievoorziening. - Kunnen einde maken aan onrechtmatige handeling van derden. 3

- Dit kunnen zij doen door bijvoorbeeld identificerende gegevens te verstrekken. (Voorbeeld: iemand verkoopt illegale wapens via Marktplaats. Politie vraagt dan gegevens op van diegene bij Marktplaats). - Wetgeving kan per tussenpersoon verschillen. Problemen Onder welke omstandigheden is een internet tussenpersoon aansprakelijk voor handelingen van anderen? Welke maatregelen moet een tussenpersoon nemen op bevel van de rechter? Zie art. 196 c boek 6 BW. Recent probleem Brein wil dat IP providers in Nederland geen toegang meer hebben tot de website The Pirate Bay, omdat het auteursrecht geschonden wordt door middel van het downloaden van illegale films. Hierover is veel discussie, omdat je op The Pirate Bay ook rechtmatige informatie kan vinden. Gevolg: toegang tot The Pirate Bay werd geblokkeerd. Uiteindelijk bleek dat deze blokkade niet effectief was, omdat uit onderzoek bleek dat het torrentverkeer zelfs was toegenomen, want er zijn nog meer sites dan alleen The Pirate Bay die torrents aanbieden. Het gaat hierom de inbreuk op het auteursrecht. Regelgevend kader Art. 6:196c BW: bepaling die is afgeleid uit de richtlijn elektronische handel. Richtlijn elektronische handel - Regulering van de elektronische omgeving. - Aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij. - Aansprakelijkheid horizontaal geregeld. - Techniek specifieke diensten. In art. 6:196c BW wordt een onderscheid gemaakt tussen drie verschillende typen aanbieders: Mere conduit (art. 6:196c lid 1 BW) Het doorgeven van van een ander afkomstige informatie of het verschaffen van toegang tot een communicatienetwerk. Voorbeeld: dit is wat Ziggo bijvoorbeeld doet. Toegang geven tot een website in het buitenland, zoals toegang verschaffen tot The Pirate Bay. Caching (art. 6:196c lid 3 BW) Het geautomatiseerd, tussentijds en tijdelijk opslaan van van een ander afkomstige informatie. Dit is de minst belangrijke van de drie. Hosting (art. 6:196c lid 4 BW) Het op verzoek opslaan van van een ander afkomstige informatie. Voorbeeld: het opslaan van berichten op Facebook of het opslaan van advertenties op Marktplaats. Zodra je in kennis wordt gesteld dat er onrechtmatige informatie op jouw netwerk staat en je hier niks aan doet, ben je medeaansprakelijk. Je bent net zo aansprakelijk als degene die de informatie erop heeft gezet. Maar als je dit niet wist, ben je niet aansprakelijk (vrijwaringsbepaling). Geen toezichtsverplichting 4

Met betrekking tot de levering van de diensten is er geen algemene verplichting om toe te zien op de informatie die zij doorgeven of opslaan, noch om actief te zoeken naar feiten of omstandigheden die op onwettige activiteiten duiden. Je bent wel aansprakelijk voor de comments die op jouw website worden geplaatst. Dit valt niet onder de vrijwaringsbepaling. Voorwaarden Hosting - Geen daadwerkelijke kennis van het onrechtmatige karakter van de activiteit van de afnemer van diensten (vrijwaringsbepaling). - Zodra hij kennis heeft de desbetreffende informatie verwijderen. - Informatie mag niet onder gezag of toezicht van de tussenpersoon zijn geplaatst. Het is heel moeilijk voor de rechter om de aansprakelijkheid hierop te beoordelen. Is een tussenpersoon aansprakelijk of niet? Bijzondere regeling in het aansprakelijkheidsrecht: een onrechtmatige daad in de offline wereld is niet per se een onrechtmatige daad in de online wereld. Art. 6:196c lid 5 BW: ondanks het feit dat een tussenpersoon niet aansprakelijk is, kan de rechter alsnog maatregelen instellen om bepaalde informatie te verwijderen of toegang daartoe onmogelijk te maken. Wat voor soort maatregelen zijn er? - Naam-, adres- en woonplaatsgegevens (identificerende gegevens) verstrekken - Verwijderen/blokkeren - Filter Wanneer mag je als tussenpersoon persoonsgegevens verstrekken? - Als iemand onmiskenbaar onrechtmatig handelt. - Als het aannemelijk is dat iemand onrechtmatig handelt. - Geen andere manier is om die persoonsgegevens te verkrijgen, dus moet het via de tussenpersoon. - Belangenafweging maken. Als dit in het nadeel van de tussenpersoon valt, moet de tussenpersoon deze gegevens verstrekken. Werkgroep 1.1 Uitleg art. 185 WVW Art. 185 WVW is van toepassing als het gaat om een ongeval tussen een gemotoriseerde enerzijds en een voetganger/fietser anderzijds, waarbij de voetganger/fietser schadevergoeding vordert. In alle andere gevallen (omgekeerde gevallen) dien je art. 6:162 BW te gebruiken. 1. De gemotoriseerde is in beginsel aansprakelijk, tenzij overmacht. Dit is een kwalitatieve aansprakelijkheid: de eigenaar van de auto is aansprakelijk wegens een kwaliteit, namelijk het houden van de auto. Het moet gaan over de openbare weg. Geen openbare weg = geen toepassing van art. 185 WVW, maar art. 6:162 BW. 5

Wat is overmacht? (zie Chan-a-Hung arrest voor de reflexwerking) Het hangt af van de leeftijd van het slachtoffer: - Als het slachtoffer jonger is dan 14 is de definitie van overmacht opzet of bewuste roekeloosheid van slachtoffer. - Oudere slachtoffers: definitie in deze situatie van overmacht is dat de gemotoriseerde rechtens geen enkel verwijt kan worden gemaakt. Als er overmacht is (en dit is zelden zo) is de eigenaar niet aansprakelijk. Als er geen overmacht is, blijkt de eigenaar wel aansprakelijk. 2. Omvang schadevergoeding Is er eigen schuld slachtoffer? à art. 6:101 BW: er wordt eerst een causale verdeling gemaakt en daarna eventueel een billijkheidscorrectie. Slachtoffer jonger dan 14 jaar = 100% regel in het kader van billijkheid. Je hoeft dan geen causale verdeling meer te maken. Slachtoffer ouder dan 14 jaar = 50%+ regel (minimaal 50% van de schade wordt vergoed). Uitzondering hierop geldt bij opzet/bewuste roekeloosheid van het slachtoffer. Bij opzet/bewuste roekeloosheid wordt art. 6:101 BW normaal toegepast en vervalt de minimum van 50% vergoeding van de schade. Als de 50% regel wordt toegepast wordt de overige 50% aan de hand van art. 6:101 normaal verdeeld. Eerst een causale verdeling en dan een eventuele billijkheidscorrectie. 1.2 Opdrachten 1.Arends rijdt in zijn auto op de altijd drukke Sportlaan in zijn woonplaats. Hij houdt zich aan de maximum toegestane snelheid van 50 km/uur. Naast de Sportlaan ligt aan beide kanten een fietspad dat van de rijbaan is gescheiden door een berm. Aan beide kanten van de Sportlaan liggen sportvelden. Arends ziet twee fietsers stoppen in de berm tussen het fietspad en de rijbaan. Plotseling steken de fietsers vanuit de berm vlak voor zijn auto de weg over. De fietsers zijn Fierstra en zijn elfjarig dochtertje Diewertje. Arends kan de fietsers niet meer ontwijken. Ten gevolge van de aanrijding moet Fierstra in het ziekenhuis worden geopereerd aan zijn heup. Pas na een revalidatie-periode van twee maanden is hij weer in staat zijn werk te hervatten. Fierstra is een zelfstandig gevestigd accountant zonder personeel. Diewertje knapt snel op, zij heeft slechts enkele schaafwonden aan het ongeluk overgehouden. Haar fiets is echter onherstelbaar beschadigd door de aanrijding. De auto van Arends is door de aanrijding flink beschadigd. a. Fierstra stelt Arends onder meer aansprakelijk voor de schade aan zijn fiets ten bedrage van 500. Arends verweert zich primair tegen deze vordering met een beroep op overmacht. Gaat dit verweer op? Er is een wettelijke grondslag op schadevergoeding op grond van art. 185 WVW. Uit art. 185 WVW blijkt dat Arends aansprakelijk is, tenzij overmacht. Er is overmacht wanneer Arends rechtens geen enkel verwijt kan worden gemaakt. Je moet je als gemotoriseerde rekening houden met risicovol gedrag van anderen en hierop moet het rijgedrag op aangepast worden. Arends reed 50 km/h langs sportvelden en hij zag dat andere verkeersdeelnemers risicovol gedrag vertoonden, dus hij had zijn 6

rijgedrag hierop moeten aanpassen. Hij kan zich dus niet beroepen op overmacht en blijkt aansprakelijk. b. Stel dat in de procedure komt vast te staan dat het rijgedrag van Arends en van Fierstra voor 20% respectievelijk 80% aan het ontstaan van Fierstra s schade hebben bijgedragen. Naar aanleiding hiervan verweert Arends zich in tweede instantie tegen Fierstra s vordering door op te werpen dat deze eigen schuld van Fierstra meebrengt dat deze 400 van de schade aan zijn fiets voor eigen rekening moet nemen. Gaat dit verweer op? Op grond van art. 6:101 BW is hier een causale verdeling gemaakt. Er is aangenomen dat er geen overmacht is. Het slachtoffer is ouder dan 14 jaar, dus het slachtoffer heeft in ieder geval recht op 50% vergoeding van de schade. Het verweer gaat dus niet op. Voorbeeld: Stel dat A voor 90% van de schade had veroorzaakt en F 10%. F heeft recht op 90%, want de 50% regel staat vast en de overige 50% wordt verdeeld op basis van de causale verdeling en billijkheidscorrectie, hieruit blijkt dus dat hij dan recht zou hebben op 90% van de vergoeding van de schade. Het meisje heeft recht op 100% van vergoeding van haar schade. c. Vast staat dat Arends jegens Diewertje aansprakelijk is. Dient hij haar dan haar volledige letselschade en de volledige schade aan de fiets te vergoeden? Ja, Diewertje valt onder de 100% regel omdat zij elf jaar oud is (100%-regel). In dat geval geldt dat de eigenaar van een motorrijtuig volledig aansprakelijk is, ook al is het ongeval in overwegende mate door het kind veroorzaakt. Dit is alleen anders als er sprake is van opzet of daaraan grenzende roekeloosheid van het kind. Dat is hier niet het geval. Zie HR Chan/Maalsté. d. Hoe luidt uw antwoord op vraag c) als Diewertje de leeftijd heeft van 14 jaar? Het slachtoffer is ouder dan 14 jaar, dus het slachtoffer heeft in ieder geval recht op 50% op vergoeding van de schade. Het verweer gaat dus niet op. e. Stel dat de ziektekostenverzekeraar van Fierstra de schade voortvloeiend uit het letsel aan de heup heeft voldaan en regres neemt op Arends, lukt dit? Ga er vanuit dat Fierstra 80% schuld heeft aan het ongeluk en Arends 20%. De ziektekostenverzekeraar (regresnemer) kan op grond van art. 185 WVW vergoeding halen bij Arends en hieruit blijkt dat de verzekeraar recht heeft op 20%. De 50%/100% regel geldt niet voor hen. De schade wordt normaal verdeeld op basis van art. 6:101 BW via de causale verdeling. f. De reparatie van de schade aan de auto van Arends bedraagt 3.750. Heeft Arends recht op vergoeding van deze schade door Fierstra? Betrek in uw antwoord de reflexwerking van art. 185 WVW. Reflexwerking 1) Is er een OD van een fietser? (art. 6:162 BW gebruiken om dit te bepalen) Er is sprake van een onrechtmatige daad, namelijk het handelen in strijd met de wel (verkeersregel: plotseling oversteken). 2) Omvang schadevergoedingsplicht fietser Gemotoriseerde A krijgt alleen volledige schadevergoeding wanneer er sprake is van overmacht van A. Er is echter in deze casus geen sprake van overmacht, dus een deel van de schade komt voor eigen rekening van de automobilist. 7

De schade wordt verdeeld aan de hand van art. 6:101 BW: 1) Causale verdeling 2) Billijkheidscorrectie Billijkheidscorrectie valt vaak in het oordeel van de fietser. Zie ook HR Chan-a-Hung arrest. De automobilist heeft recht op 80% van vergoeding van de schade. 2. Petruca B.V. brengt in 2005 een nieuwe was voor antieke meubels in de handel. Zij importeert deze was uit China. Eind 2005 behandelt mevrouw De Jong met deze was de antieke kast waarin zij haar theeservies bewaart en het antieke bureau in haar werkkamer, waaraan zij haar werk als zelfstandig accountant verricht. Ruim drie jaar later blijkt bij het aanbrengen van een nieuwe laag was dat het hout van de kast en van het bureau door de was uit 2005 zijn aangetast. De meubels zijn onherstelbaar beschadigd. De schade bedraagt 2.600 voor de kast en 1.000 voor het bureau. Petruca B.V. had de was op de gebruikelijke wijze getest. Zij wist niet dat was van deze samenstelling op de lange termijn antiek hout kan aantasten. Dat effect was in 2001 wel beschreven in een Japans wetenschappelijk tijdschrift, maar dit artikel was Petruca niet bekend. a. Is Petruca eind 2008 jegens mevrouw De Jong aansprakelijk voor de schade aan haar kast op grond van Boek 6 Titel 3? Art. 6:185 BW is risicoaansprakelijkheid voor veiligheidsgebreken van het product van de producent. De gedraging van de producent doet er niet toe. Als er aan de eisen zijn voldaan, is hij aansprakelijk. Art. 6:185 BW en verder ziet alleen op gebreken die al bestonden op de zaak toen hij het fabriek verliet. Bij sub b gaat het erom dat de producent niet meer aansprakelijk is zodra de zaak al in verkeer is gebracht. Vereisten art. 6:185 BW Producent art. 6:187 lid 2 t/m 4 BW. Product art. 6:187 lid 1 BW. Gebrek art. 6:186 lid 1 BW. Veroorzaakt door art. 6:188 BW. Schade art. 6:190 BW. De enige manier waarop de producent zich kan verweren is omschreven in sub. a t/m f art. 6:185 lid 1 BW. De fabrikant uit China is een producent op grond van art. 6:187 lid 2 BW. Petruca is ook een producent op grond van art. 6:187 lid 2 BW. Indien meerdere producten aansprakelijk zijn, kunnen ze allebei voor de hele schade worden aangesproken, zie art. 6:189 BW. Er is sprake van hoofdelijke aansprakelijkheid. Mevrouw de Jong kan Petruca dus aanspreken voor het hele bedrag. Er is hier sprake van een product op grond van art. 6:187 lid 1 BW, want de was is zelfs nadat het een bestanddeel is gaan vormen met een roerende zaak (in dit geval de kast) een product. Er is ook sprake van gebrek op grond van art. 6:186 lid 1 sub b BW: Te verwachten gebruik van het product: de gebruiker mag verwachten dat de was de meubels niet aantast. De was wordt op normale wijze gebruikt en bij normaal gebruik zoals in dit geval levert de was risico op voor zaken. 8

Hieruit kan ik concluderen dat het product niet de veiligheid biedt die men mag verwachten. Er is ook aan het oorzakelijk verband voldaan in de zin van een csqn-verband tussen het gebrek en de schade (zie art. 6:88 BW): als de was niet gebrekkig was geweest had mevrouw de Jong geen schade gehad. Er is sprake van schade in de zin van art. 6:190 lid 1 sub b BW. De drie vereisten zijn: 1) Schade door het product toegebracht aan een andere zaak: door de was is de kast aangetast. 2) Privésfeer: de kast wordt in haar huis gebruikt. 3) > 500: de schade is hoger dan 500 euro. Aan alle eisen zijn voldaan, de schade komt voor vergoeding op grond van art. 6:185 lid 1 jo. art. 187 lid 2 jo. art. 6:190 lid 1 sub. b jo. art. 6:188 jo. art. 186 lid 1 jo. art. 6:187 BW. b. Is Petruca jegens mevrouw De Jong aansprakelijk voor de schade aan haar bureau op grond van Boek 6 Titel 3? Het verschil is dat het bureau wordt gebruikt op haar werk en dus niet in haar privésfeer wordt gebruikt. Het voldoet niet aan de eisen genoemd in art. 6:190 lid 1 sub b BW, dus op basis hiervan komt het bureau niet voor schadevergoeding in aanmerking. De vordering verjaart 5 jaar na de dag dat het slachtoffer met de schade bekend wordt, dus dit termijn loopt pas vanaf 2008 (zie art. 6:191 BW). De producent moet aantonen dat hij niet aansprakelijk is op grond van de verweren genoemd in art. 6:185 lid 1 BW. Voorbeelden van mogelijke verweren: - Ik heb het zorgvuldig getest dus ik kon niets aan het gebrek doen. Hij beroept zich dan op sub e. Het beroep gaat echter niet op, omdat het niet onmogelijk was om het gebrek te kennen, want er was een artikel over gepubliceerd. - Stel dat de was was gestolen en daardoor op de markt terecht was gekomen, in dit geval kan de producent zich met succes verweren op sub a. - Als het gebrek is ontstaan op onjuist gebruik van de consument, kan de producent zich verweren op sub b. 3. Anne koopt in november 2007 bij woonwarenhuis De Slaapspecialist B.V. een elektrische deken. Het logo van het huismerk van De Slaapspecialist staat met grote letters op de doos. Eind december 2007 legt Anne de nieuwe elektrische deken op het logeerbed omdat haar vriendin Marie blijft slapen. Anne zet de deken op de op één na hoogste stand. Terwijl Anne en Marie slapen voltrekt zich een ramp. Ten gevolge van een fabricagefout ontstaat er kortsluiting in de elektrische deken. Er breekt brand uit in de logeerkamer. De brand is gelukkig snel ontdekt en geblust maar zowel Anne als Marie hebben schade geleden. Naast het verlies van de elektrische deken bestaat de schade van Anne uit een verbrand logeerbed en roetschade aan het plafond. De schade van Marie bestaat uit ernstige brandwonden aan haar rechterarm. Haar galajurk van couturier Govenaar is door de brandschade onbruikbaar geworden. Zij had de jurk na het feestje op een stoel naast het bed gehangen. a. Kan Anne iemand aansprakelijk stellen op grond van Boek 6 Titel 3 BW voor de schade die zij heeft geleden? De producent is de Slaapspecialist op grond van art. 6:187 lid 2 BW, want de Slaapspecialist heeft zijn naam op de doos geschreven. De fabrikant uit Taiwan is ook een producent in de zin van art. 6:187 lid 2 BW, want het is de fabrikant van het eindproduct. Als de importeur hierbij betrokken was, was hij aansprakelijk op grond van art. 6:187 lid 3 BW. De elektrische deken is een product in de zin van 9

art. 6:187 lid 1 BW (roerende zaak). Het is een gebrek in de zin van art. 6:186 lid 1 BW, want het voldoet niet aan de veiligheid die men mag verwachten: bij normaal gebruik blijkt de deken niet veilig, zoals ook blijkt in dit geval: het is redelijk te verwachten dat de deken niet brand veroorzaakt. Het causaal verband is hier ook aanwezig: als de deken geen gebrek vertoonde was er geen schade ontstaan (art. 6:188 BW). Schadeposten van Anne blijkens art. 6:190 lid 1 sub b BW: 1) Schade door de deken toegebracht aan een andere zaak: de deken levert schade aan het logeerbed en het plafond. De deken zelf komt niet tot vergoeding in aanmerking, omdat schade datgeen is dat door het product is toegebracht aan een andere zaak. Beperkte dingen komen dus tot vergoeding in aanmerking. 2) Privésfeer: wordt ook aan voldaan 3) > 500 euro: alle zaakschade van één persoon mag je bij elkaar optellen om het franchise bedrag te berekenen (let op: alléén de zaakschade en van één persoon). Als je de posten bij elkaar optelt, is het bedrag hoger dan 500 euro in dit geval. De schade komt tot vergoeding in aanmerking op grond van alle bovengenoemde wetsartikelen. b. Wie is/zijn aansprakelijk voor de schade die Marie heeft geleden? Maakt het voor uw antwoord verschil of er op de doos een sticker is aangebracht met de tekst Made in Taiwan? Marie heeft schade aan haar jurk en ze heeft letselschade. De schade die zij zou kunnen lijden op grond van art. 6:190 BW zijn: a. 1) Ziekenhuiskosten/revalidatie 2) Inkomstenderving 3) Ander nadeel (pijn) b. 1) Kleding Alle schade veroorzaakt door dood of lichamelijk letsel komt tot vergoeding in aanmerking. Dus al deze bovengenoemde schadeposten komen tot vergoeding in aanmerking op grond van sub a. De schadepost pijn komt tot vergoeding in aanmerking als de wet dit bepaalt, dus dit moet op grond van art. 6:106 lid 1 sub b BW: pijn heeft ze als gevolg van lichamelijk letsel gekregen, dus hieruit blijkt dat ze heeft recht op smartengeld. Als zij dood was geweest, konden derden de begrafeniskosten vergoed krijgen op grond van art. 6:108 lid 2 BW. Als de schade aan haar jurk 600 euro bedroeg, kwam dit tot vergoeding in aanmerking op grond van sub b BW: 1) Het gaat om schade door de deken toegebracht aan kleding. 2) De jurk wordt in de privésfeer gebruikt. 3) Het bedrag is hoger dan 500 euro. Aan alle eisen zijn voldaan, dus ze heeft ook recht op vergoeding voor haar kleding. Als de jurk 400 euro bedroeg, kwam het niet tot vergoeding in aanmerking op grond van art. 6:190 sub b BW, omdat het bedrag niet voldoet aan vereiste franchise bedrag. 10

Art. 6:173 lid 2 BW Marie kan op basis van art. 6:190 BW haar schade niet verhalen, maar ze kan het wel verhalen op grond van art. 6:173 lid 2 BW van de bezitter (Anne). Art. 6:173 lid 2 BW bepaalt dat er geen sprake kan zijn van een dubbele risicoaansprakelijkheid. Het gaat hier om de verhouding met art. 6:185 BW. Ofwel de producent is aansprakelijk op grond van art. 6:285 BW en verder, ofwel de bezitter op grond van art. 6:173 lid 1 BW, dus niet allebei. Als het gebrek is ontstaan tijdens het productieproces, is alleen de producent aansprakelijk (kanalisering van aansprakelijkheid naar producent), zie sub a van art. 6:173 lid 2 BW. Als de zaakschade onder 500 euro bedraagt, is alleen de bezitter aansprakelijk, zie sub b van art. 6:173 lid 2 BW. Art. 6:190 BW Kortom, de schade die buiten art. 6:190 sub b BW vallen is wanneer: - Het schadebedrag onder 500 euro bedraagt. - Buiten privésfeer wordt gebruikt. - Wanneer er sprake is van schade aan het gebrekkig product zelf. - Wanneer er sprake is van zuivere vermogensschade. 11