Rederscentrale CV Producentenorganisatie van de Reders ter Zeevisserij. 7 april 2014 Tweede herziening



Vergelijkbare documenten
Rederscentrale CV Producentenorganisatie van de Reders ter Zeevisserij. 27 februari 2015 Rederscentrale

VISSERIJ VERDUURZAAMT

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Briefadvies. Opvolging acties SALV toekomstverkenning problematiek in de Vlaamse visserij. Brussel, 10 november 2016

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Keerpunt in de Vlaamse visserij. ILVO Directie Dier Beleidsdomein Landbouw en Visserij

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24, 1, 2, 3 en 6 ;

Een kink in de kabeljauw. ILVO-Visserij. Visserij. ILVO - Dier (Visserij)

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 juli 2018;

INFOfiche Langetermijnstrategie en Planning 2007

Zeevisserij in beweging. Gepresenteerd door Jochen Depestele

LARA LANDBOUWRAPPORT Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A

Rederscentrale CV Producentenorganisatie der Reders ter Zeevisserij

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/304. Amendement

Vlaanderen is visserij

Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB)

Publiekssamenvatting Jaarverslag EFMZV 2017

Gezonde visbestanden van de Belgische aanvoer

Visserij in Cijfers. Trends in zeevisserij. Kees Taal en Mike Turenhout. Scheveningen. 28 februari 2014

Belgisch Staatsblad dd MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Departement Landbouw en Visserij Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid Zeevisserij

Vlaanderen is visserij

DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ Vlaanderen is landbouw & visserij AANVOER EN BESOMMING DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ Aanvoer en besomming. Vloot, quota, vangsten, visserijmethoden en activiteit

SALV. ADVIES Invoering van een puntensysteem voor ernstige inbreuken in de zeevisserij. Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij

De Belgische Zeevisserij. Aanvoer en Besomming Departement Landbouw en Visserij Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid Zeevisserij

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN. NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ IN 1979

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES

EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ. Belgisch Programma voor de Visserijsector «VOORUITZIEN EN VOORTVAREND»

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES

SELECTIEF VISSEN DOET LEVEN. Actieplan van en voor de Vlaamse visserijsector. Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

Project Innovatieve discardvermindering in de praktijk

Zeeduivel, Vis van het jaar 2018

BELGISCHE ZEEVISSERIJ

Advies. Fonds voor scheepsjongens Brussel, 2 februari 2017

Pagina 1. VRAGEN EN ANTWOORDEN AANLANDPLICHT - BASISSET Bijgewerkt op: 25 november 2014

Vissen met zorg. factsheets kwaliteit en duurzaamheid. staandwant-, puls-, twinrig- en flyshootvisserij. Kees Taal. Wim Zaalmink.

Productie- en Marketingplan 2018

DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ Vlaanderen is landbouw & visserij AANVOER EN BESOMMING DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104, wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft

Rederscentrale CV Producentenorganisatie van de Belgische Reders ter Zeevisserij. 15 november 2016

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0263/92. Amendement. Jens Gieseke, Gabriel Mato namens de PPE-Fractie

SALV, 20 maart 2013 (nr ) Contactpersoon SALV: Dirk Van Guyze

VALDUVIS. Presentatie Project en Tussentijdse Resultaten. Kim Sys & Arne Kinds

De Belgische Zeevisserij. Aanvoer en Besomming 2010

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

TIENPUNTENPLAN DE NEDERLANDSE NOORDZEEVISSERIJ

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

Rederscentrale CV Producentenorganisatie van de Belgische Reders ter Zeevisserij. 5 november 2018

De Belgische Zeevisserij. Aanvoer en Besomming Departement Landbouw en Visserij Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid Zeevisserij

OTA BESLUIT VAN DE RAAD houdende vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan

Koninkrijk België. iii ni s teri e van Economische Zaken NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvensewey 44 - ÏÜUO BRUSSEL

Steekproef methode (Kevin Vanhalst, ILVO)

EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ. Belgisch Programma voor de Visserijsector «VOORUITZIEND EN VOORTVAREND»

ADVIES betreffende het Groenboek over de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid

Publicatieblad van de Europese Unie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

Advies. Aanlandingsverplichting in de zeevisserijsector. Brussel, 19 mei 2017

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

SALV. ADVIES Ontwerprapporten Kaderrichtlijn Mariene Strategie. Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij. SALV, 29 mei 2012 (nr.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

AANVRAAG EFMZV- EN FIVA-TEGEMOETKOMING VOOR INVESTERINGEN IN OF AAN BOORD VAN EEN VISSERSVAARTUIG

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 februari 2015 (OR. en)

INFORMATIEBLAD REDERSCENTRALE

PROJECT PULSKOR. Kenniskring Duurzame Garnalenvisserij. Bart Verschueren, 23 januari 2009

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 april 2011 (OR. en) 8202/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0392 (NLE) PECHE 84

VALDUVIS. 31 oktober 2014 Symposium Dag van de Garnaal, Lauwersoog. Arne Kinds Kim Sys

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Europese Unie, Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij

Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: Website: Urk, 31 juli 2015.

Rederscentrale CV Producentenorganisatie van de Belgische Reders ter Zeevisserij. Herwerkte versie 29 januari 2016

ADVIES over de beleidsnota Landbouw en Visserij , deel visserij Advies aan de Vlaamse Regering

Antwoord 1 Doorgaans wel, afgezien van enkele problemen. Vooral bij innovatieprojecten is niet altijd gegarandeerd dat de projecten zullen slagen.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011

Publicatieblad van de Europese Unie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

3.7 De aanlandplicht in 2018

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

De Belgische Zeevisserij. Aanvoer en Besomming 2004

Project Best Practices II Tussenrapportage Innovatieprojecten aanlandplicht Selectiviteit Periode 1 maart december 2016

VALDUVIS. 31 oktober 2014 Symposium Dag van de Garnaal, Lauwersoog. Arne Kinds Kim Sys

Uitkomsten. van de Belgische zeevisserij. Administratie Land- en Tuinbouw Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid Dienst Zeevisserij

Een Eeuw Zeevisserij in België

HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID:

Uitkomsten. van de Belgische zeevisserij. Departement Landbouw en Visserij Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid Zeevisserij

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Informatieblad. Wat betekent GMO voor telers Erkenning als producentenorganisatie Overzicht van de belangrijkste criteria

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

Aanlandplicht

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie

In het verdragsgebied van de ICCAT geldende beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen

Transcriptie:

i Rederscentrale CV Producentenorganisatie van de Reders ter Zeevisserij Productie en Marketingplan 2014 7 april 2014 Tweede herziening Urbain Wintein Voorzitter Emiel Brouckaert Directeur

Inleiding Met dit productie- en marketingplan wenst de Rederscentrale als producentenorganisatie tegemoet te komen aan de Verordening (EU) 1379/ van het Europees Parlement en de Raad, houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad. Deze nieuwe gemeenschappelijke marktordening bevat een aantal doelstellingen voor producentenorganisaties binnen de periode 2014-2020. Een verbetering van de rentabiliteit en duurzaamheid van de rederijen, verbeteren en stabiliseren van de markt, bijdragen aan voedselvoorziening, -kwaliteit, -veiligheid en het bevorderen van kustwerkgelegenheid maken hier deel van uit. Dit productie- en marketingplan bevat een aantal eigen voorschriften en controlemogelijkheden teneinde te streven naar deze doelstellingen. In een eerste deel wordt een beschrijving gegeven van de Rederscentrale en hoe de interne organisatie is. Er volgt een kort overzicht van de omzet en vangsten over de laatste jaren. De belangrijkste doelsoorten worden hier ook apart besproken. Deel twee staat in het teken van de strategie van de Rederscentrale voor productie en marketing, waarbij we aandacht hebben voor de visserijquota en visserijinspanning. Ook komt de procedure rond productkwaliteit aan bod, waarbij speciale aandacht gaat naar zowel kwaliteit aan boord, tijdens het transport en bij de sortering in de veiling. Deel drie bestaat uit de maatregelen die worden uitgewerkt met oog op de doelstellingen van artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1379/. We bekijken de acties rond het minimaliseren van de milieuimpact, waarbij het Convenant Naar een duurzame visserij centraal staat. Dit deel wordt vervolgd met een overzicht van de geleverde publiciteit en promotie, acties rond onderzoek en experimenten en tenslotte acties rond preventie en management van crisis. In deel vier worden de maatregelen beschreven die de Rederscentrale voornemens is te nemen met het oog op en de acties rond spreiding van de vangstmogelijkheden en marketing, waar het verbeteren van de marktwerking onder andere aan bod komt. Deel vijf bevat een beschrijving van de sancties die van toepassing zijn op de verschillende soorten inbreuken die zich kunnen voordoen bij de tenuitvoerlegging van het productie- en marketingplan. 2

Inhoudstafel Inleiding... 2 Inhoudstafel... 3 Deel 1: Algemene informatie over de producentenorganisatie... 5 1. Officiële naam, registratie, zetel... 5 2. Leden... 5 3. Vangsten en omzet... 7 4. Belangrijkste soorten... 7 4.1 Tong... 8 4.2 Schol... 8 4.3 Kabeljauw... 9 4.4 Rog... 10 4.5 Zeeduivel... 10 4.6 Tarbot... 11 4.7 Tongschar... 12 4.8 Griet... 12 4.9 Sint-Jakobsschelpen... 13 4.10 Garnaal... 14 5. Begroting... 14 Deel 2: Productieprogramma en afzetstrategie... 16 1. Management van visserijrechten... 17 1.1 Marktanalyse op jaarbasis... 17 1.2 Stand der vangsten en visserij-inspanning... 17 1.3 Quotacommissie... 20 1.4 Quotaruilen... 21 2. Procedure rond kwaliteit... 21 3. Overleg... 22 3.1 Werkgroep Veilingen... 22 3.2 PO Kust- en Garnaalvisserijoverleg... 22 3.3 Oostendse Langoustinevisserij... 22 3.4 Certificering... 23 3.5 Aquacultuur... 23 Deel 3: Maatregelen met het oog op de in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1379/ vastgelegde doelstellingen... 24 1. Methodes... 24 1.1 Sortering... 24 1.2 Traceerbaarheid... 24 1.3 Lidmaatschap overkoepelende organisaties en werking in adviesorganen... 25 1.3.1 Europa... 25 1.3.1.1 EAPO... 25 1.3.1.2 (Regionale) Adviesraden [(R)AC]... 25 1.3.2 Federaal... 25 1.3.3 Vlaams... 26 1.3.4 Provinciaal... 26 2. Acties rond minimaliseren milieu-impact... 26 2.1 Selectiviteit... 27 2.1.1 'Selectief vissen doet leven'... 27 2.1.2 T90 kuil... 27 3

2.1.3 Benthos ontsnappingspaneel... 28 2.1.4 Panelen met grote of vierkante mazen in de rug van het net... 28 2.1.5 Testen met tong en schol scheidingspaneel... 28 2.2 Vermindering van impact op het ecosysteem... 28 2.2.1 Algemeen... 28 2.2.2 Vleugelprofielen... 29 2.3 Afvalbeheer... 29 3. Convenant Naar een duurzame Vlaamse visserij... 29 3.1 Task force... 30 3.2 Technische werkgroep... 30 3.3 Werkgroep Ruimtelijke Ordening... 31 3.4 Werkgroep Opleidingen... 31 3.5 Project Vistraject... 31 4. Publiciteit en promotie... 31 4.1 Informatieblad en website... 31 4.2 ESE Beurs... 32 4.3 VLAM Sectorgroep Visserij... 32 4.3.1 Seizoensvis van de maand... 32 4.3.2 Dag van de Pladijs... 32 4.3.3 Vis van het Jaar... 33 4.4 Studie en gegevensverzameling... 33 4.4.1 Aanvoer en besomming... 33 4.4.2 Growth From Knowledge... 33 5. Acties rond onderzoek en experimenten... 34 5.1 Datacollectie... 34 5.1.1 Self Sampling... 34 5.1.2 Samenwerking wetenschap-sector... 34 5.2 Projecten en experimenten... 34 5.2.1 Project Overleving... 34 5.2.2 Project tong Ierse Zee... 34 6. Acties rond preventie en management van crisis... 35 6.1 Communicatie... 35 6.2 Opleidingen... 35 6.3 Assistentie kostenbeheer... 35 6.4 Subsidieregeling... 36 6.5 'T Zal Wel Gaan... 36 6.6 Redersfonds... 36 6.7 PREVIS... 36 Deel 4: Maatregelen voor de regulering van het aanbod voor bepaalde soorten... 37 1. Spreiding van de Vangstmogelijkheden... 37 2. Acties rond marketing... 38 2.1 Marktgericht vissen... 38 2.2 Eigen richtprijs voor productie... 38 2.3 Eigen opvangregeling... 38 2.4 Verwerking... 39 2.5 Exportmarkten ontwikkelen... 39 Deel 5: Sancties en controlemaatregelen... 40 1. Algemene maatregelen en sancties... 40 2. Sancties met betrekking tot de quotamaatregelen... 40 Bijlage 1: ledenlijst op 1 januari 2014... 41 4

Deel 1: Algemene informatie over de producentenorganisatie 1 Officiële naam, registratie, zetel Rederscentrale CV Producentenorganisatie der Reders ter Zeevisserij Erkend volgens ministerieel besluit van 23 augustus 2010, zoals verschenen in het Belgisch Staatsblad van 9 september 2010. De Rederscentrale heeft als doel alle handelingen te treffen, op industrieel, financieel en commercieel vlak evenals alle commerciële activiteiten te ontplooien om de renderende uitbating van de vissersvaartuigen in de mate van het mogelijke te waarborgen alsmede maatregelen te treffen ten gunste van een rationele beoefening van de visserij en ter verbetering van de verkoopvoorwaarden van de productie van de aangesloten leden. Voorzitter: Ondervoorzitter: Directeur: Urbain WINTEIN Marina LEPEIRE-NOLLET Emiel BROUCKAERT Juridische vorm: Coöperatieve Vennootschap Oprichtingsdatum: 19 juli 1950 Nationale identificatiecode: BE 0405.311.431 Adres: Hendrik Baelskaai 25 8400 OOSTENDE BELGIË Telefoon: 059/32.35.03 Fax: 059/32.28.40 E-mail: rederscentrale@online.be 2 Leden Eind telt de Rederscentrale 82 leden 1. Van die 82 leden zijn er 75 die momenteel een actief vaartuig bezitten. Hierna volgt een overzicht van de samenstelling 2 van de vloot. We maken een onderscheid tussen de boomkorvisserij, diegenen die zowel met de boomkor vissen als aan plankenvisserij doen, de louter plankenvissers, de passieve visserij en de zegenvisserij. 1 Zie bijlage 1 voor de ledenlijst van de Rederscentrale CV 2 Bron: Officiële lijst van de Belgische vissersvaartuigen van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, per 11/09/. 5

Verdeling volgens belangrijkste visserijtype 3 2 2 Boomkor 9 6 Boomkor en plankenvisserij Plankenvisserij Passieve visserij 53 Flyshooten Boomkor en dreggen Grafiek 1: Verdeling vissersvaartuigen volgens belangrijkste visserijtype Grafiek 1 toont aan dat anno de boomkor nog steeds het meest gebruikte vistuig is binnen de Belgische zeevisserij. Ongeveer 63% van de leden van de Rederscentrale gebruikt louter de boomkor. Eind 2012 was dit 84%. Dit percentage is gedaald door het verhogen van de plankenvisserij en de combinatie van boomkor en plankenvisserij. In vergelijking met vorig jaar is er een stijging van vaartuigen die zowel met de boomkor als met de planken vissen (11%) en een status-quo van de vaartuigen die de passieve visserij beoefenen (2%). In bleef ook het aantal dat de zegenvisserij beoefent gelijk, namelijk drie vaartuigen. Vijf vaartuigen hebben in de loop van hun activiteiten stopgezet. Er zijn geen nieuwe vaartuigen bijgekomen, wat ons op een totaal van 75 brengt. Zeven bedrijven baten momenteel geen vaartuig uit, maar zijn wel nog lid van de Rederscentrale. Op gebied van visserijbeheer wordt de vloot verdeeld in verschillende segmenten. Er zijn het klein vlootsegment (KVS) dat ook het kustvisserijsegment omvat en het groot vlootsegment (GVS). Dit onderscheid wordt gemaakt op basis van het motorvermogen dat maximaal 221 kw dan wel respectievelijk maximaal 1200 kw bedraagt. Verdeling volgens motorvermogen 37 38 Klein Vlootsegment Groot Vlootsegment Grafiek 2: Verdeling vissersvaartuigen volgens motorvermogen Grafiek 2 toont ons dat het klein vlootsegment een iets grotere vertegenwoordiging kent in de Rederscentrale dan het groot vlootsegment. Er behoren 38 vaartuigen tot het klein vlootsegment en 37 vaartuigen tot het groot vlootsegment. 6

3 Vangsten en Omzet In werd in totaal 16.359 ton vis aangeland in Belgische havens, goed voor een totale aanvoerwaarde van 57 miljoen euro. De gemiddelde prijs voor in de Belgische aanvoerhavens bedroeg 3,48 /kg. De totale aanvoerwaarde, inclusief buitenlandse aanlandingen, omvat 73 miljoen euro. In 2012 bedroeg de totale aanvoer van onze leden 21.894 ton, met een aanvoerwaarde van 76 miljoen euro. Hiervan werd ongeveer 17.558 ton in Belgische havens aangevoerd, met een aanvoerwaarde van 64,1 miljoen euro. De gemiddelde prijs bedroeg 3,49 /kg in Belgische havens en 2,81 /kg in buitenlandse havens. In 2011 bedroeg de totale aanvoer van de Belgische commerciële vissersvloot 20.138 ton met een aanvoerwaarde van 79,4 miljoen euro. Hiervan werd 16.905 ton aangevoerd in Belgische havens, met een totale aanvoerwaarde van 69,1 miljoen euro. De gemiddelde prijs bedroeg 3,94 /kg in Belgische havens en 3,20 /kg in buitenlandse havens. Aanvoer in kg in Belgische havens Aanvoerwaarde in euro in Belgische havens 16.359.000 56.922.000 2012 17.558.000 64.100.000 2011 16.905.000 69.100.000 Tabel 1: Aanvoer in Belgische havens 2011- Aanvoer in kg in buitenlandse havens Aanvoerwaarde in euro in buitenlandse havens 6.434.000 16.158.000 2012 4.336.000 11.900.000 2011 3.233.000 10.300.000 Tabel 2: Aanvoer in buitenlandse havens 2011-4 Belangrijkste soorten De Belgische visserij is een gemengde visserij, waarbij ruim 30 verschillende vissoorten aangeland worden. We beperken ons tot een overzicht van de tien belangrijkste doelsoorten, die samen ongeveer 85% van de aanvoerwaarde vertegenwoordigen. Hieronder een overzicht van de aanvoer van de belangrijkste vissoorten over de laatste drie kalenderjaren. Onderstaande tabellen en grafieken bevatten enkel de aanvoergegevens van de belangrijkste vermarkte soorten in Belgische havens. 7

4.1 Tong Tong Aanvoer Belgische havens in kg Aanvoerwaarde in euro Gemiddeld e prijs in euro aanvoer in aanvoerwaarde in 2.492.249 23.549.877 9,45 15,29 41,55 2012 2.743.367 28.321.999,07 10,32 15,62 44,15 2011 3.166.674 34.920.186,57 11,03 18,77 50,65 Tabel 3: Veilresultaten tong Gemiddelde tongprijs per grootteklasse 24,00 22,00 20,00 18,00 16,00 14,00 12,00 10,00 8,00 6,00 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Grafiek 3: Gemiddelde tongprijs per grootteklasse Tong 1 Tong 2 Tong 3 Tong 4 Tong 5 Schol 4.2Schol Aanvoer Belgische havens in kg Aanvoerwaarde in euro Gemiddeld e prijs in euro aanvoer in aanvoerwaarde in 4.633.196 5.608.955 1,21 28,42 9,90 2012 4.636.554 6.203.596 1,34 26,41 9,67 2011 4.852.658 6.622.428 1,36 28,76 9,61 Tabel 4 : Veilresultaten schol 8

Gemiddelde scholprijs per grootteklasse 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 Schol 1 Schol 2 Schol 3 Schol 4 1,00 0,50 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Grafiek 4: Gemiddelde scholprijs per grootteklasse 4.3 Kabeljauw Kabeljauw Aanvoer Belgische havens in kg Aanvoerwaarde in euro Gemiddeld e prijs in euro aanvoer in aanvoerwaarde in 636.338 1.804.319 2,84 3,90 3,18 2012 848.250 2.492.704 2,94 4,83 3,89 2011 646.533 2.107.829 3,26 3,83 3,06 Tabel 5: Veilresultaten kabeljauw Gemiddelde kabeljauwprijs per grootteklasse 20,00 18,00 16,00 14,00 12,00 10,00 8,00 6,00 4,00 2,00 - jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Zeeduivel 1 Zeeduivel 2 Zeeduivel 3 Zeeduivel 4 Zeeduivel 5 Grafiek 5: Gemiddelde kabeljauwprijs per grootteklasse 9

4.4 Rog Rog Aanvoer Belgische havens in kg Aanvoerwaarde in euro Gemiddeld e prijs in euro aanvoer in aanvoerwaarde in 1.292.642 2.798.189 2,16 7,93 4,94 2012 1.471.755 2.937.657 2 8,38 4,58 2011 1.477.113 3.176.832 2,25 8,76 4,61 Tabel 6: Veilresultaten rog Gemiddelde rogprijs per grootteklasse 2012 4,50 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 Rog 1 Rog 2 Rog 3 Rog 4 1,50 1,00 0,50 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Grafiek 6: Gemiddelde rogprijs per grootteklasse 4.5 Zeeduivel Zeeduivel Aanvoer Belgische havens in kg Aanvoerwaarde in euro Gemiddeld e prijs in euro aanvoer in aanvoerwaarde in 518.613 5.063.319 9,76 3,18 8,93 2012 579.776 5.379.843 9,28 3,30 8,39 2011 426.631 4.190.613 9,82 2,53 6,08 Tabel 7: Veilresultaten zeeduivel 10

20,00 18,00 16,00 14,00 12,00 10,00 8,00 6,00 4,00 2,00 - Gemiddelde zeeduivelprijs per grootteklasse jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Zeeduivel 1 Zeeduivel 2 Zeeduivel 3 Zeeduivel 4 Zeeduivel 5 Grafiek 7: Gemiddelde zeeduivelprijs per grootteklasse Uit bovenstaande tabel valt af te leiden dat de prijs voor zeeduivel 1 lager ligt dan voor zeeduivel 2. De reden hiervan is dat kopers vaak de voorkeur geven aan gewichtsklasse 2, omdat een zeeduivel van twee tot vier kilogram beter presenteert en eenvoudiger te verwerken is dan een zeeduivel van bijvoorbeeld zes of acht kilogram. Tarbot 4.6 Tarbot Aanvoer Belgische havens in kg Aanvoerwaarde in euro Gemiddeld e prijs in euro aanvoer in aanvoerwaarde in 297.556 2.999.874 10,08 1,83 5,29 2012 321.806 2.915.699 9,06 1,83 4,55 2011 307.978 3.416.007 11,09 1,83 4,95 Tabel 8: Veilresultaten tarbot 30,00 Gemiddelde tarbotprijs per grootteklasse 25,00 20,00 15,00 10,00 Tarbot 1 Tarbot 2 Tarbot 3 Tarbot 4 Tarbot 5 Tarbot 6 5,00 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Grafiek 8: Gemiddelde tarbotprijs per grootteklasse 11

Tongschar 4.7 Tongschar Aanvoer Belgische havens in kg Aanvoerwaarde in euro Gemiddeld e prijs in euro aanvoer in aanvoerwaarde in 736.495 2.581.795 3,51 4,52 4,55 2012 804.523 2.812.936 3,5 4,58 4,39 2011 699.311 3.360.235 4,81 4,14 4,87 Tabel 9: Veilresultaten tongschar Gemiddelde tongscharprijs per grootteklasse 9,00 8,00 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 - jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Tongschar 1 Tongschar 2 Tongschar 3 Grafiek 9: Gemiddelde tongscharprijs per grootteklasse Griet 4.8 Griet Aanvoer Belgische havens in kg Aanvoerwaarde in euro Gemiddeld e prijs in euro aanvoer in aanvoerwaarde in 235.074 1.678.447 7,14 1,44 2,96 2012 246.555 1.666.252 6,76 1,40 2,60 2011 284.535 2.207.369 7,76 1,69 3,20 Tabel 10: Veilresultaten griet 12

Gemiddelde grietprijs per grootteklasse 14,00 12,00 10,00 8,00 6,00 4,00 Griet 1 Griet 2 Griet 3 Griet 4 2,00 - jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Grafiek 10: Gemiddelde grietprijs per grootteklasse Sint- Jakobssch elpen 4.9 Sint-Jakobsschelpen Aanvoer Belgische havens in kg Aanvoerwaarde in euro Gemiddeld e prijs in euro aanvoer in aanvoerwaarde in 409.319 787.536 1,92 2,51 1,39 2012 391.377 896.142 2,29 2,23 1,40 2011 459.081 944.390 2,06 2,72 1,37 Tabel 11: Veilresultaten sint-jakobsschelpen Gemiddelde prijs Sint-Jakobsschelpen per grootteklasse 6,00 5,00 4,00 3,00 St Jak 1 St Jak 2 2,00 1,00 - jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Grafiek 11: Gemiddelde sint-jakobsschelpenprijs per grootteklasse 13

Garnaal 4.10 Garnaal Aanvoer Belgische havens in kg Aanvoerwaarde in euro Gemiddeld e prijs in euro aanvoer in aanvoerwaarde in 495.548 2.309.451 4,66 3,04 4,07 2012 253.639 1.197.621 4,72 1,44 1,87 2011 333.123 958.819 2,88 1,97 1,39 Tabel 12: Veilresultaten garnaal Gemiddelde garnaalprijs 9,00 8,00 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 - jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Garnaal Grafiek 12: Gemiddelde garnaalprijs 14

Deel 2: Productieprogramma en afzetstrategie De Rederscentrale wenst als producentenorganisatie tegemoet te komen aan de beginselen van de Gemeenschappelijke Marktverordening voor visserij- en aquacultuurproducten. Dit productie- en afzetprogramma houdt rekening met de volgende SWOT-analyse: Sterkten Uitgebreide kennis en ervaring Gestructureerd visserijbeheer Doelsoorten gerichte visserij, die toch een verscheidenheid in soorten aanbiedt Geografische en periodieke spreiding van activiteiten Capaciteit van de vloot en vangstrechten zijn in balans Opvolgings- en bemanningsproblematiek Krimpende sector Ouderdom vaartuigen Zwakten Investeringsklimaat Beperkte lokale verwerkingsmogelijkheden Price Taking in plaats van Price Making zowel aan de aankoop als aan de verkoop kant Goede verloning en sociale voordelen Stijgend visverbruik Consumentenvoorkeur voor lokale, kwaliteitsvolle Kansen producten Positieve evolutie visbestanden Groeiende bewustzijn van noodzakelijke duurzaamheid bij de visser Verre visgebieden Veralgemening van kritiek op visserijactiviteiten Bedreigingen Globalisering Beperking open ruimte op zee Overvloedige regelgeving en administratie Tabel 13: SWOT-analyse Rekening houdend met bovenstaand is het de strategie van de Rederscentrale om via de hierna vermelde activiteiten bij te dragen aan het verbeteren van de drie pijlers van de duurzaamheid in de visserij: de rentabiliteit, het sociaal aspect en de eerbied voor het milieu. Het zo veel mogelijk vermijden van ongewenste bijvangsten en het bijdragen aan duidelijke consumenteninformatie zijn voorbeelden. De Rederscentrale ziet er op toe dat de leden zich houden aan de vastgelegde voorschriften inzake exploitatie van visbestanden en productie en afzet van visserijproducten. De producentenorganisatie streeft er naar via het productieprogramma om het aanbod op de verwachte vraag af te stemmen en een rendabele exploitatie te bekomen voor de leden. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de acties om deze doelstellingen te bereiken. 15

1 Management van visserijrechten De visrechten zijn voor België gemeenschappelijk vastgelegd volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de invoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011, zoals verschenen in het Belgisch Staatsblad van 16 augustus 2011. 1.1 Marktanalyse op jaarbasis Onderstaande tabel geeft een overzicht van de marktmogelijkheden op jaarbasis voor de tien belangrijkste doelsoorten binnen de Belgische visserij. De meest gunstige marktmogelijkheden zijn afhankelijk van meerdere factoren, zoals de afstemming tussen vraag en aanbod en de seizoensgebonden kwaliteit van de vissoort. Vissoort Jan feb maa apr mei Jun jul aug sept okt nov dec Tong Schol Kabeljauw Rog Zeeduivel Tarbot Tongschar Griet Sint- Jakobsschelpen Garnaal Tabel 14: marktanalyse op jaarbasis Rood: minst gunstige marktmogelijkheden. Oranje: marktsituatie afhankelijk van aanvoer, alertheid aangewezen. Groen: optimale marktmogelijkheden. Voor de hieruit volgende actie wordt verwezen naar Deel 4, lid 1. 1.2 Stand der vangsten en visserij-inspanning De Rederscentrale houdt de standen der vangsten en visserij-inspanning bij op basis van de officiële gegevens van de overheid. Onderstaande tabellen geven een overzicht met de overzichten van de stand der vangsten en de visserij-inspanning in, zoals opgevolgd door de Dienst Zeevisserij. VISSOORT GEBIED* INITIEEL RUIL EFFECTIEF NOMINAAL Benut kabeljauw IIIa(SK) 9-9 0 0 IIa(EU);IIIa( SK, KT);IV 782 298 1.080 1.075,07 99,5 VI;Vb(EU+IW);XII,XIV(IW) 0 0 0 16

VIIa 4 17 21 12,86 61,2 VIIbc;VIIe-k;VIII;IX;X 456 58 514 202,16 39,3 VIId 66 1 67 52,42 78,2 kabeljauw 1.317 365 1.682 1.342,51 79,8 schelvis IIIa;IIIb-d(EU) 13-13 0 0 IIa(EU);IV 257-172 85 78,35 92,2 VIb,XII,XIV(EU+IW) 2 2 0 0,0 Vb,VIa(EU+IW) 5-5 0 0 VIIb-k,VIII,IX,X 157 11 168 174,76 104,0 VIIa 19 19 38 6,24 16,4 schelvis 453-160 293 259,35 88,5 zwarte koolvis IIa(EU);IIIa;IIIbc(EU);IV 32-21 11 2,96 26,9 VI;Vb(EU+IW);XII,XIV(IW) 0 0 0 VII,VIII,IX,X 6 6 1,57 26,2 Vb(Faeröer) 0 0 0 zwarte koolvis 38-21 17 4,53 26,6 witte koolvis VI;Vb(EU+IW);XII,XIV(IW) 0 0 0 VII 420 420 38,38 9,1 VIIIabde 0 1 1 0,19 19,0 witte koolvis 420 1 421 38,57 9,2 leng IIIa;IIIb-d(EU) 6-6 0 0 IV(EU) 16-1 15 14,8 98,7 V(EU+IW) 9 9 0 0,0 VI,VII,VIII,IX,X,XII,XIV(EUIW) 30 47 77 52,02 67,6 IV(NW) 7 7 0 0,0 leng 68 40 108 66,82 61,9 wijting IIIa 0 0 0 IIa(EU);IV 365-28 337 32,79 9,7 VI;Vb(EU+IW);XII,XIV(IW) 0 0 0 VIIa 0 4 4 2,38 59,5 VIIb-k 239 151 390 320,22 82,1 VIII 0 10 10 0,59 5,9 wijting 604 137 741 355,98 48,0 schol IIIa(SK) 55-55 0 0 IIa(EU);IIIa( SK, KT);IV 5.614 911 6.525 6.467,44 99,1 VI;Vb(EU+IW);XII,XIV(IW) 0 0 0 VIIa 42 178 220 144 65,5 VIIb,c 0 0 0 VIIde 1.047 509 1.556 1.390,92 89,4 VIIfg 46 114 160 185,6 116,0 VIIhjk 9-8 1 0 0,0 VIII,IX,X 0 5 5 0,29 5,8 schol 6.813 1.654 8.467 8.188,25 96,7 tong IIIa;IIIb-d(EU) 0 0 0 II,IV(EU) 1.164 206 1.370 702,52 51,3 VI;Vb(EU+IW);XII,XIV(IW) 0 0 0 VIIa 36 75 111 96,03 86,5 VIIbc 0 0 0 VIId 1.588 184 1.772 951,37 53,7 VIIe 32 3 35 29,76 85,0 17

VIIfg 688 172 860 788,92 91,7 VIIhjk 33 4 37 4,25 11,5 VIIIab 51 281 332 311,94 94,0 VIIIcde,IX,X 0 0 0 tong 3.592 925 4.517 2.884,79 63,9 tarbot en griet IIa,IV(EU) 340-34 306 260,58 85,2 tarbot en griet 340-34 306 260,58 85,2 rog IIa,IV(EU) 211 8 219 230,75 105,4 VIab,VIIa-c,VIIe-k(EU) 806 305 1.111 1.039,28 93,5 VIId(EU) 72 44 116 128,3 110,6 VIII,IX(EU) 8 1 9 5,7 63,3 rog 1.097 358 1.455 1.404,03 96,5 schar en bot IIa,IV(EU) 503 365 868 751,85 86,6 tongschar en witje schar en bot 503 365 868 751,85 86,6 IIa,IV(EU) 346 186 532 532,18 100,0 tongschar en witje 346 186 532 532,18 100,0 zeeduivel IV(NW) 45 45 0 0,0 IIa,IV(EU) 308 36 344 136,73 39,7 VI;Vb(EU+IW);XII,XIV(IW) 177-177 0 0 VII 2.693-1.125 1.568 1.123,93 71,7 VIIIabde 0 394 394 372,49 94,5 zeeduivel 3.223-872 2.351 1.633,15 69,5 schartong IIa,IV(EU) 6 1 7 0,48 6,9 VI;Vb(EU+IW);XII,XIV(IW) 0 0 0 VII 470 108 578 520,72 90,1 VIIIabde 0 25 25 18,15 72,6 schartong 476 134 610 539,35 88,4 langoust.(geh.) IIa,IV(EU) 908 127 1.035 287,3 27,8 Vb(EU+IW);VI 0 0 0 VII 0 16 16 13,56 84,8 VIIIabde 0 5 5 0,4 8,0 langoust.(geh.) 908 148 1.056 301,26 28,5 haring I,II(EU+IW) 14-14 0 0 IIIa 0 0 0 IVc,VIId( Blackwater-bestand) 9.285-9.271 14 13,99 99,9 Vb,VIa Noord,VIb(EU+IW) 0 0 0 VIa Clyde 0 0 0 VIa Zuid, VIIbc 0 0 0 VIIa 0 0 0 VIIef 0 1 1 0,17 17,0 VIIghjk 0 0 0 haring 9.299-9.284 15 14,16 94,4 Totaal : 32.184-8.369 23.815 18.762,9 Tabel 15: stand der vangsten QUOT_NAM SOORT QUOT_AMT RUIL maximum VI VI_VORIGJAAR BSA D 135.432 0 135.432 5.624 469 ICES-VI D 58.452 0 58.452 0 0 ICES-VII S 354.066-42.000 312.066 259.030 210.302 18

Tabel 16: Visserij inspanning in de Westelijke Wateren ICES-VII D 7.396.910 0 7.396.910 5.110.711 5.440.167 ICES-VIII D 742.465 0 742.465 669.141 610.143 GEBIED Groep Initieel transfer maximum na transfer opname procentuele opname BT1 1.427.574-105.160 1.322.414 1.284.370 97,1 BT2 5.401.395-2.087.700 3.313.695 2.897.015 87,4 GN1 163.531-100.000 63.531 47.825 75,3 GT1 0 50.006 50.006 47.840 95,7 TR1 895 116.496 117.391 105.202 89,6 TR2 193.676 400.012 593.688 587.391 98,9 TR3 0 16.200 16.200 16.114 99,5 Noordzee + VIId 7.187.071-1.710.146 5.476.925 4.977.922 90,9 BT2 843.782-4.000 839.782 354.573 42,2 TR2 10.166 4.000 14.166 13.739 97,0 Ierse Zee 853.948 0 853.948 368.312 43,1 Algemeen totaal 8.041.019-1.710.146 6.330.873 5.346.234 84,4 Tabel 17 Benutting visserijinspanning kabeljauwherstelgebied 01/02/-31/01/2014 1.3 Quotacommissie Om de quota op een goede manier te verdelen en te herverdelen, richtte de Rederscentrale een adviserend orgaan op, namelijk de Quotacommissie. Op het einde van elk kalenderjaar bepaalt de quotacommissie voor het komende jaar op basis van duurzame vangstmogelijkheden en marktanalyse welke maatregelen best worden toegepast op de beschikbare quota en visserijinspanning. Dit resulteert in een visplan, dat als advies aan de overheid wordt bezorgd. De Dienst Zeevisserij analyseert dit advies en houdt er rekening mee in het opmaken van de basis quotamaatregelen voor het volgende jaar. Deze quotacommissie komt verder regelmatig bijeen en formuleert advies over eventuele aanpassing van maatregelen op basis van de stand der vangsten, de stand der visserij-inspanning en de uitgevoerde en geplande ruilen. De aanvoer wordt gestuurd door het aanpassen van de vangstrechtentoewijzing op basis van kw of per zeereis, gebaseerd op een hoeveelheid vermenigvuldigd met het aantal dagen aanwezig in een gebied. Door de opvangbaarheid af te stemmen op de marktsituatie wordt naar een positieve invloed op de prijsvorming gestreefd. Daarnaast heeft deze manier van werken een positief effect op het marktgericht vissen en op het beschikbare quotum. Tevens wordt zo ook een gelijkmatige spreiding van de aanvoer in de hand gewerkt, zodat grote prijsschommelingen minder vaak kunnen voorkomen. De spreiding van de vangstrechten draagt, tot op zeker niveau, bij tot het voorzien van reserves om het seizoen rond te komen. Voor de verwerkende sector en de versmarkt geeft deze aanpak een grotere zekerheid naar voldoende beschikbaarheid van hun producten gedurende het gehele jaar. Voor de gebieden en soorten waar van toepassing, wordt een verdeelsleutel tussen klein en groot vlootsegment vastgesteld op basis van effectieve aanlandingen gedurende de voorbije drie jaar. Afwijkingen van dit principe vooral wanneer vlootaanpassingen zijn opgetreden worden indien nodig door de quotacommissie geadviseerd. 19

Ook in 2014 zal de quotacommissie een tiental keer bijeenkomen om de genomen maatregelen op te volgen en bij te sturen waar nodig. 1.4 Quotaruilen Managen van quota gebeurt onder andere aan de hand van quotaruilen tussen Lidstaten. Er is nauw contact met buitenlandse PO s om eventueel quota te verruilen en dit te adviseren aan de betrokken overheden van de lidstaten. In de quotacommissie wordt op geregelde basis opgevolgd of er hiertoe noodzaak is. Doordat de Belgische overheid quota verruild met andere lidstaten kan de initiële quotatoewijzing van de Europese Raad geoptimaliseerd worden. 2 Procedure rond kwaliteit Heel wat vaartuigen hebben de laatste jaren fors geïnvesteerd in de hernieuwing van het visruim, volgens de normen opgelegd door het Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid (FAVV). Dit gaat bijvoorbeeld om een polyester visruim. Vervolgens is er de opleiding van de bemanning. In het Maritiem Instituut Mercator wordt tijdens de praktijklessen de nodige aandacht besteed aan de behandeling en verwerking van de vis. Naar de toekomst toe voorziet de producentenorganisatie ook extra opleidingen voor bemanning rond kwaliteit. De leden van de Rederscentrale worden geadviseerd om de duur van de visreizen zo kort mogelijk te houden. Dit werd de laatste jaren reeds sterk opgevolgd, met het oog op kwaliteitsgarantie. Het lossen en laden van de vis tenslotte, gebeurt in een zeer korte tijdspanne, zodat ook tijdens deze fase geen kwaliteitsverlies optreedt. Door het feit dat de belangrijkste Belgische visgronden ver afgelegen zijn, wordt verse vis (aangeleverd door Vlaamse vissersschepen) regelmatig over de weg getransporteerd naar de visveiling. De verre visgronden zijn: de westelijke wateren (Ierland, Wales), de Golf van Biskaje en de oostelijke Noordzee (Denemarken). Het streven naar een optimale bewaring, gecombineerd met een maximale capaciteitsbenutting (vaartuig, kisten, ) is essentieel voor een duurzame visserij. De Belgische visserij onderneemt steeds korte reizen om de versheid van de vis te garanderen. Om de transporten over lange afstand te optimaliseren, werd door de Vlaamse Visveiling in samenwerking met de PO het project OPTIMAVIS in het leven geroepen. Dit project behelst zowel het behoud van kwaliteit als een maximale capaciteitsbenutting. De grootste uitdaging voor het transport is het behoud van de koude keten. Indien het project er in slaagt om het wegtransport te optimaliseren voor een betere houdbaarheid en verhoogde capaciteit, betekent dit een serieuze meerwaarde voor een duurzame visserij. Dit wordt nagestreefd door het opvolgen en het analyseren van de koude keten, het meten van het kwaliteitsverlies en de optimalisatie van het behoud van de versheid door de gepaste ijsbehandeling. In samenspraak met de producentenorganisatie past de visveiling een efficiënte methode toe om de versheid van de aangelande vis te bepalen. De Kwaliteit Index Methode (KIM), gelanceerd via een project in samenwerking met de PO, is een sensorische methode voor de versheidbepaling van vis. De KIM methode beoordeelt de verschillende versheidkenmerken (geur, kleur, kieuwen, slijm, textuur, ) afzonderlijk in een welbepaalde volgorde. Bij de beoordeling van elk kenmerk wordt een score gegeven. De som van alle scores levert uiteindelijk de KIM-score op. De totale KIM score stijgt 20

lineair met een toenemende bewaarduur op ijs een verband dat werd vastgelegd aan de hand van een groot aantal experimentele data. Zodoende kan de versheid in termen van dagen opgeslagen in ijs bepaald worden. Op deze manier kan ook een voorspelling gedaan worden over de resterende houdbaarheid, wat bijzonder nuttige informatie is voor de handel. De Rederscentrale wil deze methode in 2014 verder optimaliseren om de kwaliteitskeuring zo efficiënt en consistent mogelijk te laten verlopen, zodat de reder een eerlijke prijs kan verkrijgen voor de aangelande vis. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) geeft een kwaliteitsbeoordeling over de aangevoerde vis in de visveiling. Een veterinaire keuring is een wettelijke bepaling die moet gevolgd worden vooraleer de vis in de handel kan gebracht worden. Verder heeft het FAVV ook de bevoegdheid om steekproeven uit te voeren om de bacteriële en toxicologische waarden op te meten. Er wordt dus toegezien op de hygiëne en de gezondheidsvereisten in de visveiling. Ook de vishandel wordt maandelijks gecontroleerd door het FAVV. Zij gaan na of de handel de geldende Europese wetgeving respecteert en leveren desgevallend de vereiste gezondheidsattesten af. De hieruit volgende acties te ondernemen door de producentenorganisatie of door de leden ervan, worden besproken in één of meerdere van de hieronder vermelde overlegorganen. 3 Overleg 3.1 Werkgroep Veilingen Deze tweemaandelijkse bijeenkomsten worden in overleg tussen de secretariaten van de Rederscentrale en de Vlaamse Visveiling georganiseerd. Beide partijen leggen agendapunten vast, elk vanuit hun visie en afhankelijk van de noden op dit moment. Hierbij worden zowel logistieke als commerciële problematieken besproken en opgelost. De bedoeling is om in 2014 ook een zestal vergaderingen bijeen te roepen, waarbij de aandacht voor de visprijzen prioritair aan bod zal komen. Voorbeelden van onderwerpen op de agenda zijn: aanvoerverwachtingen, verkoopplanning, veilreglement, verkoopmethodes, veilsystemen, rapportering, kostenanalyse en andere. 3.2 PO Kust- en Garnaalvisserijoverleg Het PO Kust- en Garnaalvisserijoverleg werd in het leven geroepen naar aanleiding van de Dag van de Garnaal in januari 2011. Via dit orgaan wil de Rederscentrale de belangen en problematieken van de kust- en garnalenvisserij aan bod laten komen. In gezamenlijk overleg met de Dienst Zeevisserij, Visveiling en de Rederscentrale worden deze thema s behandeld, afhankelijk van de noden die zich voordoen. Bedoeling is om in 2014 aandacht te besteden aan het Marien Ruimtelijk Plan van het Belgisch deel van de Noordzee. Daarnaast komen ook thema s zoals de vermarkting van de garnaal aan bod, daar garnaal een belangrijk product is voor de Belgische consumptie. 3.3 Oostendse langoustinevisserij De visserij op langoustines kent een lange traditie. De laatste jaren werd er echter bijna niet meer op gevist door Belgische vaartuigen waardoor ook de Belgische markt de langoustine als culinair topproduct veel minder kent. Verschillende partners sloegen daarop de handen in elkaar en onder de vorm van twee projecten wordt gepoogd om de Vlaamse langoustinevisserij nieuw leven in te blazen 21

en de kopers/verwerkers/handelaars terug commercieel te her-motiveren. Een eerste project is OoLaVis, waarvan zowel ILVO-visserij, de Rederscentrale, de VLAM, de Vlaamse Visveiling, Tradelift en de dienst Zeevisserij deel van uitmaken. In 2014 zal de werkgroep OoLaVis verder inzetten op kwalitatief onbehandelde langoustines en de eventuele aanvoer van levende langoustines. Hiervoor zullen diverse bewaartechnieken worden uitgetest en wanneer het product een langere houdbaarheid zal aantonen, leidt dit automatisch tot betere afzetmogelijkheden van het product. Bij een ander project, LATE I, werken ILVO-visserij en de rederij van de Z.525, aan de optimalisatie en verduurzaming van visserijmethoden, door middel van dyneema netwerk, speciale borden en lichter touwwerk. De eerste testen tonen wel brandstofbesparing aan, maar leveren nog geen optimale visvangsten op omwille van de netconstructie. Er zal bekeken worden of een vervolgproject noodzakelijk is. De Rederscentrale is lid van de stuurgroep en volgt de ontwikkelingen van nabij op. 3.4 Certificering Het ILVO werkt momenteel, onder andere in samenwerking met de Rederscentrale het VALDUVIS project uit. Hier gaat het onder meer om traceerbaarheid van de vangsten door de ganse keten Er wordt bestudeerd om daarvoor elke viskist te voorzien van een identificatienummer. Daarnaast wordt bekeken hoe de soort, de datum, het gebied, de hoeveelheid en eventueel de bewaringsgegevens van de vangst geregistreerd kunnen worden. Een algemene doelstelling van VALDUVIS is het samenstellen van een eigen meetsysteem van duurzaamheid. Een noodzakelijke stap hierin is het definiëren en afstemmen van de thema s voor het opmeten van de criteria. Om deze thema s te definiëren werd beroep gedaan op de informatie beschikbaar in de databanken van de overheden, in de wetenschappelijke literatuur en via interviews met stakeholders. Eind oktober werden de thema s die binnen de resulterende duurzaamheidster zullen worden opgemeten bepaald tijdens een multi-stakeholdersessie. Op dit moment worden twee concrete indicatoren uitgewerkt. Enerzijds de indicator Visbestand, die een genuanceerde score wil geven voor het visbestand van de soorten die worden aangeland. Anderzijds de indicator Visserijdruk die de impact op de visstocks wil kwantificeren. Deze indicatoren en de wijze waarop deze tot stand zijn gekomen, kwamen tevens aan bod tijdens de multi-stakeholdersessie. Andere indicatoren zullen de komende maanden worden uitgewerkt en hun invulling zal telkens met stakeholders worden besproken. De Rederscentrale volgt dit allemaal van nabij op met de intentie een toegevoegde waarde te bekomen voor het ledenbestand. 3.5 Aquacultuur De Rederscentrale maakt als enige erkende producentenorganisatie voor visproducten deel uit van de strategische stuurgroep aquacultuur die het streven van de Vlaamse overheid naar ontwikkelingen en evoluties in de aquacultuursector ondersteunt. Toekomstgericht kan het nuttig zijn om de jarenlange ervaring en kennis inzake producentorganisatie-gerelateerde materies uit te breiden naar de aquacultuursector. 22

Deel 3: Maatregelen met het oog op de in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1379/ vastgelegde doelstellingen 1 Methodes 1.1 Sortering Voor de sortering van de vissoorten per grootteklasse zijn er Europese normen vastgelegd. In overleg met de PO is in de Belgische veilingen beslist om een verdere onderverdeling van sortering in te voeren. Voor tong voorziet men negen gewichtsklassen in plaats van vijf en voor schol gaat het om vijf klassen in plaats van vier. Voor schol wordt grootteklasse één onderverdeeld in twee klassen. Daartoe is besloten na analyse van de optimale marktmogelijkheden. Klasse I Klasse II Klasse III Klasse IV Klasse V Tong > 500 500-350 350 250 200-250 200-120 Schol > 600 600-400 400 300 300 150 Rog > 5000 5000-3000 3000-1000 1000-300 Tarbot > 5000 5000-4000 4000-3000 3000-2000 2000-1000 Zeeduivel > 4000 4000-2000 2000-1000 1000-500 500-200 Tongschar > 600 600 350 350 180 Kabeljauw > 7000 7000-4000 4000-2000 2000-1000 1000 300 Griet > 2000 2000 1000 1000 500 500-0 St. Jakobsschelp 3 0 6 st 8 6 st > 8 st Tabel 18: EU-onderverdeling doelsoorten per grootteklasse in gram 1.2 Traceerbaarheid Alle vaartuigen zijn wettelijk verplicht om de vangstgegevens te registreren in een door Europa opgelegd logboeksysteem. Bij aanlanding worden deze gegevens overgenomen door de visveiling. De veiling is dan verder gehouden om deze gegevens via de veilklok bekend te maken aan de afnemers. Op de uiteindelijke factuur vindt de koper de oorsprong en visserijmethode terug. Volgens Europese eisen zijn een aantal informatie- en etiketteringsvereisten van toepassing. Zo moet het visserijproduct een identificatienummer en een FAO-drielettercode van elke soort bezitten. De datum van de vangsten en de hoeveelheden van iedere soort in kilogrammen netto gewicht moeten vermeld staan. Ook moet de naam en adres van de leveranciers vermeld worden, alsook de gegevens voor de consument (de handelsbenaming, de wetenschappelijke benaming, het betrokken geografische gebied, de productiemethode en de melding of de visserijproducten al dan niet voorafgaand zijn bevroren. 3 Voor Sint-Jakobsschelpen wordt er gekeken naar het aantal stuks per kilogram. 23

De doelstelling van de Rederscentrale is om in samenspraak met overheden en entiteiten die de verdere keten vertegenwoordigen, in een verder stadium een transparant systeem uit te werken dat voldoet aan deze Europese eisen. 1.3 Lidmaatschap overkoepelende organisaties en werking in adviesorganen 1.3.1 Europa Om optimale inspraak te hebben in onder meer de manier waarop de doelstellingen van het GVB worden bereikt, werkt de Rederscentrale samen met heel wat actoren en is zij lid van enkele organisaties. 1.3.1.1 EAPO De European Association of Fish Producers Organisations is een overkoepelend orgaan van erkende producentenorganisaties uit de lidstaten van de EU. Momenteel zijn er 35 leden afkomstig uit 10 lidstaten. Deze organisatie vertegenwoordigt zodoende ongeveer 10.000 vissersvaartuigen, 3,5 miljoen ton aanlandingen en een eerste verkoopwaarde van 3 miljard euro. EAPO heeft volgende doelstellingen: het verbeteren van de relatie tussen alle Europese producentenorganisaties en de marktproblemen in de visserijsector proberen op te lossen door regelmatig te vergaderen; het samen beheren van de natuurlijke bronnen bijdragen aan het in werk stellen van controlemaatregelen op dit beheer; het in werk stellen van de regel van uitbreiding van discipline ; het coördineren van gezamenlijke acties van de producentenorganisaties van de EU; het promoten van gezamenlijke consultaties van de verschillende professionele structuren; het verkrijgen van erkenning bij de E.U. als officiële vertegenwoordiger van de Europese Producentenorganisaties; de vereniging zal de doelstellingen uit publicaties, brieven, conferenties en vergadering met nationale en internationale overheden proberen te realiseren, vooral de overheden van de EU bevoegd voor de visserij. 1.3.1.2 (Regionale) Adviesraden [(R)AC] De Rederscentrale zetelt in de Executive Committees van zowel de Noordzee als de Noordwestelijke Wateren Regionale adviesraad. Tevens wordt actief meegewerkt in de verschillende werk- en focusgroepen van beide RACs. In 2014 zal naast het voortzetten van deze bestaande activiteiten tevens het lidmaatschap bestudeerd worden van de Zuidwestelijke Wateren RAC en de nieuw te vormen Markten Adviesraad. 1.3.2 Federaal Binnen de contouren van het huidige visserijbeleid is op enkele specifieke punten een rol weggelegd voor het federale beleidsniveau. Meer specifiek gaat het over de maritieme regelgevingen rond zeewaardigheid van schepen, veiligheids- en reddingsmiddelen, minimum bezetting aan boord van vaartuigen, vaarbevoegdheidsbewijzen voor bemanningsleden, milieubeheer en zo meer. In dit 24

verband heeft de Rederscentrale een regelmatig overleg met de Federale Overheidsdiensten Mobiliteit en Milieu. Naast producentenorganisatie is de Rederscentrale ook als enige erkend als werkgeversvertegenwoordiger in het Paritair Comité 143 voor de Zeevisserij. Bij deze verantwoordelijkheid vallen onder andere ook de vertegenwoordiging in het Zeevissersfonds, Previs, de Stichting Duurzame Visserijontwikkeling, het Fonds voor Arbeidsongevallen en het Fonds voor Scheepsjongens. 1.3.3 Vlaams De Rederscentrale heeft een mandaat in de Strategische Adviesraad Landbouw en Visserij (SALV), het officieel adviesorgaan voor de Vlaamse overheid. Via de Technische Werkcommissie Visserij (TWV) worden adviezen over visserij gerelateerde materies voorbereid die door de SALV worden overgenomen ter voorlegging aan de Vlaamse overheid. Ook voor andere beleidsdomeinen worden adviezen op eigen initiatief van de SALV-TWV opgemaakt. De Rederscentrale heeft zes mandaten in de TWV en de afgevaardigde in de SALV zit de TWV voor. Wat het beleidsdomein visserij betreft, zijn in adviezen gegeven over het Fonds voor scheepsjongeren, het Vlaams Klimaatbeleidsplan -2020 en het Marien Ruimtelijk Plan - 2019. Voor 2014 worden ook een aantal adviezen verwacht, zoals voor het Operationeel Programma voor de Belgische Visserijsector 2014-2020. De Rederscentrale heeft ook een zetel in het Comité van Toezicht op het National Operationeel Programma van het Europees Visserijfonds 2007-. De werkzaamheden hierrond zullen minstens tot het finaliseren van het nieuwe operationeel programma onder het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij, ook in 2014 nog verder gezet worden. De Rederscentrale heeft ook twee mandaten in de Plaatselijk Groep onder het Europees Visserijfonds As 4, dat zorgt voor de uitvoering van de ontwikkelingsstrategie ter bevordering van een duurzame ontwikkeling van visserijgebieden en gemeenschappen. De Rederscentrale ziet er op toe dat de belangen van de Belgische visserijsector hierbij voldoende worden meegenomen. 1.3.4 Provinciaal De Provinciale stuurgroep rond maritieme opleidingen zal in 2014 de lopende dossiers verder opvolgen, met als doelstellingen onder andere een grotere instroom in de sector te verwezenlijken en de diverse opleidingsfaciliteiten verder uit te bouwen. Verder wordt in de Provinciale Commissie voor de Zeevisserij de betrokkenheid van dit bestuursniveau in alle facetten van het visserijbeleid opgevolgd. 2 Acties rond minimaliseren milieu-impact Een economische activiteit zonder milieu-impact is in de praktijk onhaalbaar. Het is een taak van de producentorganisatie om de leden bij te staan om deze impact te minimaliseren. Vanuit de Rederscentrale werd in 2011 een maatschappelijk convenant uitgewerkt waarin een engagement tot het streven naar een duurzame visserij werd aangegaan. Hierop wordt verder ingegaan onder titel vier van dit hoofdstuk. 25

2.1Selectiviteit De Rederscentrale zet al jaren in op de eerste doelstelling ter vermijding van teruggooi, namelijk een verhoogde selectiviteit. De ervaring van de vissers toont echter aan dat ten allen tijde ongewenste bijvangsten vermijden zo goed als onmogelijk is. Rekening houdend met de stelling dat een aanlandingsverplichting niet mag leiden tot het verhogen van de vissterfte, vindt de Rederscentrale dat er nu ook volop dient ingezet te worden op het vaststellen van overleving en het verhogen van de overlevingskansen van de ongewenste bijvangsten, zodat het toegestaan wordt om ze terug in zee te plaatsen in plaats van ze nutteloos aan te landen. Hierover is meer te lezen in hoofdstuk 5 onder de titel project overleving. De Rederscentrale werkt de komende jaren actief mee aan het TECHVIS-project, waarover meer te lezen is onder titel 3 van dit deel. Eén van de modules binnen dit project is Selectiviteit. Hierbinnen wordt verder gewerkt aan het testen en uitwerken van reeds bestaande selectieve vistuigen, zoals de T90 kuil, het benthos ontsnappingspaneel en grote vierkante mazen in de rug van het net. Dergelijke initiatieven worden ook opgevolgd binnen de task force van het Convenant. 2.1.1 Selectief vissen doet leven Selectief vissen beantwoordt volledig aan het duurzaamheidstreven waarin de voorbije jaren sterk is geïnvesteerd door de Rederscentrale en is ook ondersteund door de Vlaamse en Europese overheid. De Rederscentrale heeft actief meegewerkt aan de opbouw van een plan van minister-president Kris Peeters dat de titel Selectief vissen doet leven heeft meegekregen.. Het actieplan bestaat onder meer uit volgende doelstellingen, waarbij de Rederscentrale fungeert als belangrijke partner: Opstellen en publiceren van een discardatlas voor de Belgische Visserijsector. De overlevingskansen van teruggegooide vis onderzoeken. Beschermen van de visbestanden door de selectiviteit van het vistuig te verbeteren. Meewerken aan aangepaste nieuwe technische maatregelen. Naar een duurzame visserij als maatschappelijk draagvlak. De problematiek verbonden aan de aanlandingsverplichting verkennen. Elke doelstelling werd in detail beschreven binnen het actieplan en bezit een individuele timing. Op dit moment werkt de Rederscentrale in samenwerking met de overheid en de wetenschap om verder in te zetten op het verhogen van de selectiviteit in het bijzonder. Dit is ook prominent aanwezig binnen de opmaak van het Operationeel programma in het kader van het nieuwe Europees Fonds voor maritieme zaken en Visserij (EFMZV). 2.1.2 T90 kuil Een T90 kuil is een kuil waarvan de mazen over 90 gedraaid zijn. De traditionele ruitvormige mazen hebben de neiging dicht te trekken onder spanning. T90 mazen daarentegen blijven ook onder spanning open staan waardoor de selectiviteit van de kuil beter zou zijn dan bij een gewone kuil. Testen hebben uitgewezen dat de T90 kuil wat selectiviteit betreft op sommige visgronden duidelijke voordelen heeft en de teruggooi vermindert en zelfs zorgt voor een kleine toename aan tongvangst. Op andere visgronden zijn er dan weer meer ongewenste bijvangsten en een verhoogde 26

dichtslibbing van de mazen vastgesteld. Het grote nadeel in het algemeen is de gebrekkige stabiliteit van de maasknopen die na verloop van tijd gaan schuiven zodat de benen van de mazen niet meer even lang zijn. Aan de hand van het TECHVIS-project worden verdere testen gepland met de T90 kuil. 2.1.3 Benthos ontsnappingspaneel Het Benthos-ontsnappingspaneel is een extra paneel aan de onderkant van het net. Testen hebben aangetoond dat hierdoor zeesterren en andere benthos kunnen worden vermeden, maar tot nu toe kon dit nog niet gebeuren zonder een verlies van doelsoorten. Met dit ontsnappingspaneel worden er beduidend minder organismen van de zeebodem verwijderd, waardoor de impact op de habitat geminimaliseerd wordt. De Rederscentrale is vragende partij om dit ook verder te testen in het selectiviteitinitiatief van de Vlaamse visserij. 2.1.4 Panelen met grote of vierkante mazen in de rug van het net Een ander initiatief is de wettelijke verplichting op vraag van de Rederscentrale om panelen met grote of vierkante mazen in de rug van het net te installeren om de ontsnappingsmogelijkheden van niet-doelsoorten te verhogen. Met dit project tracht de producentenorganisatie de ongewenste bijvangsten tot een minimum te beperken. Het gaat voor boomkorren om een paneel aan de bovenkant van het net met een maaswijdte van minimum 30 cm, waardoor kleinere vissen die niet mogen worden aangevoerd, veel gemakkelijker uit het net kunnen ontsnappen. Voor de bordenvissers is er de algemene verplichting om een paneel van vierkante mazen van minimum 11 cm in de bovenkant van het net te hebben. Testen uitgevoerd door het ILVO gaven een resultaat aan waarbij ondermaatse schelvis en wijting bijna niet meer in de kuil voorkwamen en de ondermaatse kabeljauw gevoelig was verminderd. 2.1.5 Testen met tong en schol scheidingspaneel In bepaalde gebieden waar er op tong wordt gevist, is de teruggooi van kleine schol een mogelijk probleem. Binnen de zoektocht naar mogelijke oplossingen voor dit probleem heeft de Rederscentrale in het kader van het streven naar selectiviteit een aantal testen opgevolgd om tong en schol te scheiden in de vistuigen door middel van een scheidingspaneel. Het doel is om tong onder het paneel te leiden, en alle andere soorten er boven. De Rederscentrale wil in 2014 verdere ondersteuning bieden aan het ILVO en de reders voor verdere testen van dit selectiviteitsinitiatief. 2.2Vermindering van impact op het Ecosysteem 2.2.1 Algemeen Vanuit een algemene zorg voor het mariene milieu maar ook om de toekomst en de productiviteit van de visbestanden te vrijwaren, werkt de Rederscentrale met partners actief samen om de milieuimpact van de verschillende visserijtechnieken te minimaliseren. Het mariene milieu is immers de 27

omgeving waarin het product van de visserij leeft en ook voor de visserijsector is het van het hoogste belang dat de milieueffecten van visserijactiviteiten zo laag mogelijk zijn. Zowel aan de kostenzijde (brandstof) als aan de batenzijde (verkoop via veiling) hebben reders weinig tot geen invloed op de prijsvorming. Gelukkig werd er de voorbije jaren door de rederijen heel wat geïnvesteerd in innovaties die een vermindering van het brandstofverbruik teweegbrachten en/of de kwaliteit van de aangelande producten verbeterden. Een overzicht van een aantal alternatieve vistuigen is terug te vinden onder de volgende titel van dit hoofdstuk. Ook wordt binnen de producentorganisatie actief meegewerkt aan projecten rond duurzaamheid en vermindering van bodemimpact. Zo is er het Europees project BENTHIS, waarvoor partners over heel Europa nagaan wat voor invloed onze huidige vistuigen hebben op ecologisch vlak. In analogie met de doelstellingen van het Convenant naar een duurzame visserij, wenst de Rederscentrale verder actief deel te nemen aan lopende projecten en te investeren in nieuwe initiatieven in 2014. 2.2.2 Vleugelprofielen Bij de SumWing wordt de stalen buis van de boomkor vervangen door een vleugelprofiel, waardoor de weerstand op de bodem en het brandstofverbruik gereduceerd worden. Bij het Aqua Planning Gear zijn de sleeën zo geconstrueerd dat ze over een waterfilm glijden in plaats van de bodem te raken. Na de introductie van de SumWing en het Aqua Planning Gear is er gewerkt aan een ander vleugelprofiel dat kan ingezet worden op zeebodems met een harde ondergrond: de Ecoroll. Bij de Ecoroll zijn de sleeën en de taster van de SumWing vervangen door wielen. Dankzij de reeds gerealiseerde inspanningen wordt de milieu-impact aanzienlijk verminderd. Toch wil de Rederscentrale nog verder gaan en wordt er voortdurend geïnvesteerd in een verduurzaming van de vloot. In navolging hiervan wordt door reders een project uitgewerkt gefinancierd door SDVO. Het project heet Innovatieve vistuigen en heeft tot doel vistuigen te optimaliseren met het oog op brandstofbesparing, reductie van CO 2 -uitstoot en het reduceren van bodemimpact. De Rederscentrale ondersteunt dit project en zal in 2014 betrokken worden bij het voorstellen van de resultaten. 2.3 Afvalbeheer De Rederscentrale ondersteunt de leden bij het opvolgen van MARPOL-wetgevingen rond afvalbehandelingen aan boord en in de haven. Specifiek voor het visserij-afval werkt de Rederscentrale mee aan het opmaken van een afvalbeheersplan voor afgifte in de Belgische havens. De doelstelling hiervan is dat de leden bewust en zonder moeilijkheden kunnen voldoen aan lokale, nationale en internationale wetgevingen. Het project Fishing for Litter georganiseerd door de SDVO wordt ook gepromoot. 3 Convenant Naar een duurzame Vlaamse visserij Aan de hand van een maatschappelijk convenant wenst de Rederscentrale samen met de medeondertekenaars de Vlaamse minister voor visserij, het Departement Landbouw en Visserij, 28