2 Kenmerken van de plant Uiterlijke kenmerken van een plant Het inwendige van de plant Afsluiting 32

Vergelijkbare documenten
Inhoud. Inleiding 5. 1 Nomenclatuur Waarom namen? Er zijn regels 12

Module Vermeerderen. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

Module Vermeerderen. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

1 Nomenclatuur. Oriëntatie Sambucus caule arborea racemosa floridus umbellatis baccatus nigra.

samenstelling: E.J. Stoffels NOMENCLATUUR deel 1

Alle medewerkers in een winkel moeten dezelfde taal spreken. Dit geldt in hoge mate als het gaat om plantennamen.

V 1.4 Nomenclatuur. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Download het originele werkstuk in de bijlage voor de foto's van de bloemen.

Classificatie van planten - Een lange en boeiende geschiedenis

Plantenkennis voor de groene ruimte. J. Helmers P. Hanemaaijer

Het veldboeket. Leerdagboek van:...

Intern transport. Organisatie van de afzet

Wat is classificatie? = het ordenen van gegevens Volgens criteria Voor iedereen bruikbaar

Andere boeken in deze serie:

De gewashistorie van de komkommer Cucumis sativus L. Jacqueline Schoenaker. n h Wageningen. Plantentaxonomie

Als t beestje maar een naam heeft. What s in a name. museumles bij de tentoonstelling Als t beestje maar een naam heeft. naam

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31

Het veranderende wereldbeeld

Voorbereidende les Het geheim van kapitein Jan May

2 Soorten micro-organismen Bacteriën Gisten Schimmels Virussen Samenvatting 40

Linnaeus en Porphyrius Sunday 13 May 2007

discussiëren. Begrippen van hoofdstuk 1 die je moet kennen Schepping Evolutie Spontane waarneming Mythe Moraal TeNaCH Bijbel Koran

Voorbereidende les Peperduur

Informatie over het herbarium

plantenkennis loofbomen

PLANTEN. basiskennis

Planten. en hun namen

Donderdag 2 mei Afspraakplaats 14u Kruidtuin Stad Leuven Kapucijnenvoer LEUVEN

Inhoud. Voorwoord 5. Trefwoordenlijst 113. Inhoud

Waarom brandnetel? Nieuwegein, maart 2007 Frans Kok

De klassieke tijdlijn

Praktische opdracht Biologie Evolutie en ordening PO

Beplantingslijst EVZ Vossenbergse Vaart

VERMINDER DE CHAOS IN JE HOOFD DOOR DEZE GOUDEN TIPS. Yvonne Burgmeijer Overmaat 24, 6831 AH, Arnhem

Lijst van planten die geplukt mogen worden voor de herbariumwedstrijd

Latijn: iets voor jou?

DE HOND IN DE POT. 50 spreekwoorden en gezegden gefotografeerd. Tosca Lindeboom Annette Wiesman Astrid Zuidema. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

1 Planten Plantmateriaal Planten Afsluiting 16

Veldbiologie deel 1 KNNV afd. Regio Alkmaar e.o

Voorbereidende les Peperduur

Module Productkennis bloemen en planten

Planten en hun namen. Plantenlijsten: Aankomend hovenier Hovenier Vakbekwaam hovenier

1 Belangrijk in deze periode


Werkstuk gemaakt door Naomi Buur!

1 Kenmerken van de plant De uiterlijke kenmerken van een plant Het inwendige van de plant Afsluiting 21

Uitvinders Ontdekkers en hervormers Groep 8 Handleiding voor de leerkracht Informatie voor de geschiedenislessen Hoofdopdrachten

1 Gras Bouw en leefwijze van planten Indeling van de grassen Mengselkeuze Kwaliteit van de graszode 17 1.

Teelt 1 Antwoorden Uitgangsmateriaal. T. van der Hoorn

Werkstuk Biologie Kleurenblind

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

6,8. Werkstuk door een scholier 1479 woorden 24 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Inhoudsopgave:

En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder, de zuster van Zijn moeder, en Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena.

Teelt 1. Uitgangsmateriaal

+ = Talstelsels. Maar wat is dan: -

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

METHODEN EN THEMA S (1/6)

Doelgroep: groep 5 t/m 8 (vraag 9 is vooral geschikt voor groep 7/8. Groep 5/6 kan deze vraag overslaan)

Het geheim van Cleopatra

Mercator en de ontdekkingsreizen

Schapen en voederbomen. Boki Luske Proeftuin Agroforestry Noord-Holland

Bijlage VMBO-GL en TL

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken Racisme

METHODEN EN THEMA S (1/7)

Evolutie van het Melkviooltje en verwanten door hybridisatie en polyploïdie

Vesalius: het lichaam in beeld

Functies en Invalshoeken Kunst

Vwo+ en Gymnasium WINKLER PRINS

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...?

SEXTING Bravenewbooks

Koken met bloemen kruiden en wilde planten

inhoud inhoud is voor watjes! verhulde six-pack GefrustreErd watje

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Peter M. Kalf. Wellness³. Verslag van de 10 jaar research van de saunafanclub.nl

PTO Niveau Leerjaar Toetsen/ Herk Periode Omschrijving stof Week Datum Duur (in min.) lokaal vakdocent aanwezig ans- Weging toetsvorm baar Engels

Module Productkennis bloemen en planten

1 Het einde van de teelt... en nu oogsten! Processen rondom de oogst Oogsttijdstip in de open teelten 12 1.

Lesbrief online gastles. Een bek vol tanden. Een kijkje achter de schermen van museum Naturalis voor groep 5, 6, 7 en 8

Luuc Bauer LINNAEUS driehonderd jaar geleden geboren

Taxonomen (ca. 1850): Organismen vertonen kenmerken van zowel planten als dieren. Wetenschappers gingen dus op kenmerken letten.

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië.

Letters deel 2 fonts en fontmanagers. Handleiding van Helpmij.nl. Auteur: Kate95

Inhoud. Voorwoord 5. Inhoud

samenstelling: E.J. Stoffels NOMENCLATUUR deel 2

is er leven na de dood?

TULPENGEKTE. 1. Streep door wat niet van toepassing is.

Bottenbeest. Activiteit in de klas Docentblad

DOCENT. Thema: water DROOG NAAR DE OVERKANT. groep 3 en 4. Stadshagen

school informatie VWO+ Leren... altijd overal en van iedereen

Gymnasium. Op het Hondsrug College. Het Hondsrug College, een slimme start voor je toekomst!

Bijeenkomst van woensdag 9 april 2014

PLANTEN VOORTPLANTING

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Inhoud. Voorwoord 5. Opzoekspel 6

heeft mosasauruspoep? en andere vragen Groep 3-4, Groep 5-6 & Groep 7-8

Transcriptie:

Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Naamgeving en systematiek 9 1.1 Namen zijn noodzakelijk 9 1.2 Regels bij naamgeving 12 1.3 Systematiek 14 1.4 Sporenplanten 17 1.5 Zaadplanten 18 1.6 Afsluiting 21 2 Kenmerken van de plant 22 2.1 Uiterlijke kenmerken van een plant 22 2.2 Het inwendige van de plant 28 2.3 Afsluiting 32 3 Uitgangsmateriaal 33 3.1 Het zaad 33 3.2 Bollen, knollen en stekken 35 3.3 Plantmateriaal met kluit 38 3.4 Afsluiting 43 4 Vermeerderen 44 4.1 Generatief of vegetatief 44 4.2 Zaad 45 4.3 Gebruik van grote plantendelen voor vermeerdering 48 4.4 Stekken 55 4.5 Weefselkweek 60 4.6 Afsluiting 62 5 Kwaliteit van uitgangsmateriaal 64 5.1 Ontwikkeling van nieuwe producten 64 5.2 Veredelingstechnieken 65 5.3 Selectietechnieken 70 5.4 F1-hybriden 72 5.5 Bescherming van nieuwe rassen 74 5.6 Afsluiting 77 INHOUD 7

6 Onkruid 79 6.1 Onkruid en gevolgen van onkruid 79 6.2 De groei van onkruiden 81 6.3 Onkruidbestrijdingsmiddelen 82 6.4 Alternatieve vormen van onkruidbestrijding 84 6.5 Afsluiting 88 Trefwoordenlijst 91 8 UITGANGSMATERIAAL

1 Naamgeving en systematiek Oriëntatie Het is handig dat plantensoorten namen hebben. Dan weet je waarover je het hebt. Toch is het geven van een naam niet zo eenvoudig. De naam anjer is natuurlijk lekker kort, maar er zijn hooguit zestien miljoen mensen over de hele wereld die weten wat je ermee bedoelt. Je moet dus een gemeenschappelijke taal hebben. Vroeger was dat het Latijn en dat is voor wetenschappers zo gebleven. In dit hoofdstuk leer je de belangrijkste regels over naamgeving en krijg je inzicht in de systematiek van het plantenrijk. 1.1 Namen zijn noodzakelijk Latijnse namen De spelregels voor het geven van een naam staan beschreven in International Code of Botanical Nomenclature. Zeg maar het wetboek van de nomenclatuur. De eerste versie van dit boek werd in 1954 aangenomen. De nomenclatuur is een wetenschap die uitsluitend met Latijnse namen werkt. Je kunt daar drie redenen voor aangeven. Latijn is een dode taal. Dat betekent dat er geen wijzigingen te verwachten zijn in schrijfwijze of uitspraak. Latijn is internationaal te gebruiken. Geen enkel taalgebied hoeft zich tekortgedaan te voelen. Voor iedereen is het een vreemde taal. Dat maakt het wereldwijde gebruik voor plantennaamgeving gemakkelijker. Met het Latijn kun je verwantschappen beter aangeven. Chinese roos en klaproos zijn geen familie van elkaar, maar Chinese roos (Hibiscus sinensis) en altheastruik (Hibiscus syriacus) wel. In het tweede voorbeeld is de verwantschap snel te begrijpen, omdat de wetenschappelijke naam van beide planten begint met de geslachtsnaam Hibiscus. Enige kennis van plantennamen is voor elke vakgenoot van belang. Al is het maar om vakbladen te kunnen lezen of aanvoeroverzichten van de veiling te kunnen begrijpen. Fig. 1.1 Aan de hand van de regels in de International Code of Botanical Nomenclature kun je nagaan of de naam van een plant geldig is. NAAMGEVING EN SYSTEMATIEK 9

De eerste beschrijvingen Voor de eerste beschrijvingen van planten moeten we ongeveer 2.300 jaar terug in de tijd. Toen beschreef de Griek Theophrastus een groot aantal plantensoorten. Circa 300 jaar later vertaalde de Romeinse geleerde Plinius de geschriften van Theophrastus in het Latijn. Sommige Griekse namen nam hij onveranderd over. Dat verklaart waarom onze nomenclatuur nog steeds naast Latijnse namen ook Griekse namen gebruikt. Geneeskrachtige planten Veel planten bleken een geneeskrachtige werking te hebben. Het was dan ook van groot belang deze planten te beschrijven, zodat anderen wisten hoe ze eruit zagen. Zo schreef Dioscorides, arts van keizer Hero s leger, in de eerste eeuw een omvangrijk boek over medicinale planten. Het boek van Dioscorides heette Materia Medica en was zeker 15 eeuwen het belangrijkste boek van de geneeskunde. De meeste artsen hadden dan ook een grote kennis van planten. Deze artsen beschreven op hun beurt nieuwe plantensoorten. In de Middeleeuwen bewerkten Arabische geleerden en kloostergeleerden deze omvangrijke boekwerken. Veel van deze werken zijn bewaard gebleven. Frasen In de tijd van de grote ontdekkingsreizen nam het arsenaal aan planten enorm toe. Amerika, Australië en Zuidoost-Azië werden ontdekt en uit al die nieuwe gebieden kwamen plantensoorten die tot dan toe onbekend waren. Al die planten moesten beschreven worden. Dit had tot gevolg, dat de omschrijvingen - de frasen - steeds omvangrijker werden. Daarbij kwam nog dat meerdere botanici planten aan het beschrijven waren. Zo kwamen er verschillende omschrijvingen voor een en dezelfde plant. Het werd een complete chaos. Fig. 1.2 Planten hadden vroeger heel lange namen. 10 UITGANGSMATERIAAL

Linnaeus binaire nomenclatuur De Zweed Carl von Linné (1707-1778) schiep orde in deze chaos. Hij schafte de frasen af en gaf aan elke plant een naam die bestond uit twee delen. Zo noemde hij de vlier eenvoudigweg Sambucus nigra. Deze tweeledige naamgeving noemen we de binaire nomenclatuur. Het eerste deel van de naam is de geslachtsnaam (Sambucus), het tweede deel is de soortaanduiding (nigra). Geslachtsnaam en soortaanduiding vormen samen de wetenschappelijke soortnaam (Sambucus nigra). Hierin staat de geslachtsnaam met een hoofdletter en de soortaanduiding met een kleine letter. Fig. 1.3 Linnaeus heeft geruime tijd in Nederland gestudeerd. In 1735 promoveerde hij in Harderwijk tot doctor in de medicijnen. Het Linnaeustorentje in Harderwijk staat nog steeds bekend als de plaats waar hij gestudeerd heeft. Linnaeus gebruikte voor de geslachtsnamen vaak namen die de Franse botanicus Joseph Pitton de Tournefort (1656-1709) aan de planten gegeven had, bijvoorbeeld Acer, Betula, Populus en Salix. Maar dikwijls moest hij andere namen verzinnen. Hij gebruikte daarvoor namen van andere botanici, oud-leerlingen en vrienden. Hieronder staan een paar voorbeelden. Kalmia naar zijn Finse leerling Peter Kalm; Rudbeckia naar Olof Rudbeck, de leermeester van Linnaeus; Magnolia naar Pierre Magnol, een professor in de botanie; Alstroemeria naar C. Alstroemer, leerling van Linnaeus; Bergenia naar K.A. von Berger, een hoogleraar en arts uit Frankfurt. In 1737 verscheen het boek Genera Plantarum met de geslachtsnamen en een duidelijke beschrijving van de verschillende kenmerken. In 1753 verscheen Species Plantarum. Hierin staan de wetenschappelijke soortnamen met een duidelijke omschrijving per soort. Dit boek is de grondslag voor de huidige naamgeving. Binaire nomenclatuur Je kunt de binaire nomenclatuur vergelijken met je eigen naam. Je heet bijvoorbeeld Kees Molenaar. Als je in het telefoonboek kijkt, zoek je onder Molenaar. Nu zijn er meer Molenaars en Kees is er één van. Dat is ook zo bij planten. Sambucus is de naam van de vlier, maar er zijn meer soorten vlieren zoals Sambucus racemosa en Sambucus nigra. Net als de Molenaars lijken de soorten die vallen onder het geslacht Sambucus, veel op elkaar. Maar de Sambucus racemosa (de trosvlier of bergvlier) heeft een trosvormige bloeiwijze, terwijl de Sambucus nigra (de zwarte vlier) een schermvormige bloeiwijze heeft. NAMEN ZIJN NOODZAKELIJK 11