Handboek sociaal-emotionele vaardigheden

Vergelijkbare documenten
Inhoud Inleiding Gedragsproblemen Psychosociale vaardigheden Emotionele vaardigheden Leervaardigheden De rol van het gezin Literatuur

Handleiding Gezinsvragenlijst (GVL)

De sociale ontwikkeling van het schoolkind

Persoonsgerichte zorg

Kerncompetenties fysiotherapeuten in ontwikkeling

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

Zorg voor mensen met een verstandelijke beperking

Angststoornissen en hypochondrie

Hypertensie en 24-uursbloeddrukmeting

ETEN EN DRINKEN BIJ DEMENTIE. Jeroen Wapenaar Lisette de Groot

Neem de regie over je depressie

Mijn kind een Kanjer!

Nicolien van Halem Inge Müller. Handboek studievaardigheden voor het hbo

Eerste hulp bij faalangst

Niet meer depressief

Wie heeft de regie? Kwaliteit van bestaan in de praktijk. John Sijnke

De wondere wereld van dementie

Werkboek voor ouders met psychiatrische en/of verslavingsproblemen

Psychosociale problemen

Stoppen met roken Cursus

Omgaan met lichamelijke klachten

Dit boek, Stop met piekeren; Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ.

ESAT- Screening van ASS op jonge leeftijd

ONDERSTEUNEND COMMUNICEREN BIJ DEMENTIE

Minder angstig in sociale situaties

Mediation als alternatief

Nicolien van Halem Sjaak Groot. Planmatig zorg verlenen

Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders

Atlas van de parodontale diagnostiek

Maatschappelijk dienstverlenen in een veranderende omgeving

Imaginatie- en rescriptingtherapie voor nachtmerries

Leven met chronische hoofdpijn

Omgaan met bloosangst

Wat elke professional over de oggz moet weten

Autismespectrumstoornis

Het Astma Formularium

Werken aan je zelfbeeld

Wat elke professional over verslavingspreventie moet weten

Zakboek Omgaan met agressie in de spoedeisende zorg

Van je nachtmerries af

Het ecg en het angiogram bij een acuut hartinfarct. Onder redactie van W.A. Dijk B.M.A. Munstra M. Munstra F. Zijlstra

Groenengrijs. Jong en oud met elkaar in gesprek. Karen van Kordelaar. Astrid Vlak. Yolande Kuin. Gerben Westerhof

Helpen bij partnerrelatieproblemen

Informatorium voor Voeding en Diëtetiek

Informatorium voor voeding en diëtetiek

Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders

Praktijkboek dementiezorg

Handleiding bij Beter beginnen

Ronald Geelen. Dementiezorg in de praktijk deel 2

Zakboek ziektegerelateerde ondervoeding bij volwassenen

Denken + Doen = Durven

Pubers van Nu! Praktijkboek voor iedereen die met pubers werkt. Klaas Jan Terpstra en Herberd Prinsen

Jan van der Ploeg. Stress bij kinderen

Supervisie in onderwijs en ontwikkeling

Denken + Doen = Durven

Cognitieve therapie bij sociale angst

Handboek scheiden en de kinderen

De meest gestelde vragen over: cholesterol

Jelle Kapitein. Van etiket naar diagnose

Verwerken en versterken

Zorg om mensen met dementie

Assistent en maatschappij

Doorbreek je depressie

Patiënt en recht in de apotheek

Doen en blijven doen

Marike van der Schaaf Juultje Sommers. Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care

Werken aan je zelfbeeld

Omgaan met ziekelijke jaloezie

Omgaan met hechtingsproblemen

Werkboek voor kinderen en jongeren van ouders met psychiatrische en/of verslavingsproblemen

Aanvullen of aanvallen?

ehealth in de langdurige zorg

Leven met ADHD. Fiona Kat, Maura Beenackers en Willemijn ter Brugge

Dyslexie de baas! Aanpak van psychosociale problemen van jongeren met dyslexie. Caroline Poleij Yvonne Stikkelbroek

Interpersoonlijke psychotherapie in een ambulante groep

Werkboek klinische schematherapie

Zakboek ziektebeelden Infectieziekten

Omgaan met stress en burnout

Informatorium voor Voeding en Diëtetiek

Basiskennis schei- en natuurkunde

Zakboek ziektebeelden Cardiologie

Gedragsproblemen bij kinderen

Motivatie en mogelijkheden van moeilijke mensen

M.C.A.P.J. van Abeelen. Eigen spreekuur en chronische ziekten

Actief leren voor een beroep

Leercoaching in het hbo. Student

Kwaliteitsstandaarden Jeugdzorg Q4C

De zorg voor pleegkinderen

Mentale training in de sport

Ted Knoester. Contractmanagement in de praktijk

Verwerken en versterken

Methodiek en systematiek voor de verpleegkundige beroepsuitoefening

Leercoaching in het hbo. Leercoach

Een patiënt met stress en burnout

Essenties voor samenwerking in wonen en zorg

Psychosociale hulpverlening voor naasten van traumapatiënten

Samenwerkingsperikelen in de huisartspraktijk

Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers

Het ecg en het angiogram bij een acuut hartinfarct

In gesprek met de palliatieve patiënt

Transcriptie:

Handboek sociaal-emotionele vaardigheden Basisvaardigheden van jeugdigen om gedrags- en leerproblemen te voorkomen en te verminderen Evert Scholte Jan van der Ploeg

Handboek sociaal-emotionele vaardigheden

Evert Scholte Jan van der Ploeg Handboek sociaal-emotionele vaardigheden Basisvaardigheden van jeugdigen om gedrags- en leerproblemen te voorkomen en te verminderen

ISBN 978-90-368-1413-3 DOI 10.1007/978-90-368-1414-0 ISBN 978-90-368-1414-0 (ebook) Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media BV 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet j het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. NUR 752 Basisontwerp omslag: Studio Bassa, Culemborg Automatische opmaak: Scientific Publishing Services (P) Ltd., Chennai, India Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl

V Voorwoord Of jeugdigen gelukkig worden, is niet te voorspellen. Een succesvol leven kan niet worden gegarandeerd. Er zijn immers veel factoren waarop men geen invloed heeft en die het leven een onverwachte wending kunnen geven. Maar het is wel mogelijk om kinderen en jongeren toe te rusten met middelen die de kans op een geslaagd leven vergroten. Daartoe behoren vaardigheden om goed te kunnen leren, positief met anderen om te kunnen gaan en zinvol deel te kunnen nemen aan de samenleving. Dit boek behandelt een aantal elementaire vaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in het gezin, op school en in de vrije tijd. Het gaat om vaardigheden die helpen voorkomen dat jeugdigen: 4 geen oog hebben voor anderen; 4 situaties verkeerd inschatten; 4 gedragsproblemen ontwikkelen; 4 conflicten krijgen met anderen; 4 op school gedemotiveerd raken; 4 in een isolement terechtkomen. De ouders en de school spelen hierbij een belangrijke rol. Als het in het gezin ontbreekt aan communicatie en onderlinge saamhorigheid, bestaat de kans dat kinderen de vereiste vaardigheden niet of onvoldoende ontwikkelen. Wanneer op school onvoldoende wordt geleerd, is het risico op maatschappelijke uitval groot. Dit geldt vooral voor kinderen die in aanleg meer moeite hebben met het zich eigen maken van de vaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen leren en om positief te kunnen omgaan met zichzelf en anderen. Daarom is er in dit boek ook aandacht voor kinderen en jongeren met attention deficit hyperactivity disorder (ADHD) of autisme, alsook voor jeugdigen die door hun agressie, angsten en beperkte leervermogens moeite hebben zich de vereiste basisvaardigheden eigen te maken. Daarnaast worden er testinstrumenten aangereikt voor het screenen van de essentiële vaardigheden. Ook wordt er een aantal werkwijzen vermeld voor het stimuleren van de ontwikkeling van deze basisvaardigheden bij kinderen en jongeren en scheefgroei bij te sturen. Het boek is geschreven voor iedereen die meer wil weten over de vaardigheden die jeugdigen tijdens hun ingroei in de samenleving dienen te ontwikkelen en hoe dit proces bevorderd en bijgestuurd kan worden. Het boek is niet alleen van belang voor beroepskrachten in de jeugdzorg en het speciaal onderwijs of zij die daarvoor worden opgeleid, maar ook voor leraren, (pleeg) ouders en ieder ander die belangstelling heeft voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Evert Scholte Amsterdam, The Netherlands Jan van der Ploeg Oegstgeest, The Netherlands

Inhoud 1 Inleiding... 1 1.1 Gedragsproblemen... 3 1.2 Psychosociale vaardigheden... 4 1.3 Emotionele vaardigheden... 5 1.4 Leervaardigheden... 5 1.5 De rol van het gezin... 6 Literatuur... 6 2 Gedragsproblemen... 7 2.1 Inleiding... 9 2.2 Wanneer is er sprake van een gedragsprobleem?... 9 2.3 In kaart brengen van probleemgedragingen...10 2.4 Sociaal-emotionele problemen nader bekeken...12 2.4.1 Aandachtstekort met hyperactiviteit (ADHD)...12 2.4.2 Sociale gedragsproblematiek (ODD/CD)...13 2.4.3 Angstig en stemmingsverstoord gedrag...14 2.4.4 Autistisch gedrag...15 2.4.5 Screening van gedragsproblemen...16 2.5 De omvang van sociaal-emotionele gedragsproblemen in Nederland...18 2.5.1 Het aantal jeugdigen met sociaal-emotionele gedragsproblemen...18 2.5.2 De samenhang tussen gedragsproblemen en leeftijd, sekse en schooltype...19 2.5.3 De samenhang tussen ADHD, ODD/CD, angstig en stemmingsverstoord gedrag, en autisme...19 2.6 Oorzaken van sociaal-emotionele gedragsproblemen...21 2.6.1 Biologische factoren als oorzaak van sociaal-emotionele gedragsproblemen...21 2.6.2 Omgevingsfactoren als oorzaak van sociaal-emotionele gedragsproblemen...24 2.6.3 Positieve opvoedingsfactoren...25 2.7 Behandeling van gedragsproblemen...26 2.7.1 Algemene aspecten van de behandeling van gedragsproblemen...26 2.7.2 Behandeling van gedragsproblemen per probleemgroep...28 2.8 Gedragsproblemen in vogelvlucht...35 Literatuur...37 3 Psychosociale vaardigheden...41 3.1 Inleiding...44 3.2 Wat zijn psychosociale vaardigheden?...44 3.3 Om welke vaardigheden gaat het bij psychosociale vaardigheden?...45 3.3.1 Interpersoonlijke vaardigheden...46 3.3.2 Intrapersoonlijke vaardigheden...46 3.4 De tekorten aan psychosociale vaardigheid in Nederland...47 3.4.1 Het aantal jeugdigen met psychosociale vaardigheidsproblemen...47 3.4.2 De samenhang tussen psychosociale vaardigheden en sekse, leeftijd en schooltype...47 3.5 De ontwikkeling van psychosociale vaardigheden...48 3.5.1 De ontwikkeling van psychosociale vaardigheden in het gezin...48 3.5.2 De ontwikkeling van psychosociale vaardigheden op school.............................. 49

Inhoud VII 3.5.3 De ontwikkeling van psychosociale vaardigheden in de vrije tijd...49 3.5.4 De ontwikkeling van psychosociale vaardigheden en sociale media...49 3.6 Gevolgen van tekorten aan psychosociale vaardigheden...50 3.6.1 Gebrek aan relationele vaardigheden...50 3.6.2 Gebrek aan affectieve vaardigheden...50 3.6.3 Gebrek aan zelfsturing...50 3.6.4 Gebrek aan zelfbewustzijn...51 3.6.5 Algeheel gebrek aan psychosociale vaardigheden...51 3.7 Oorzaken van tekorten aan psychosociale vaardigheden...52 3.7.1 Biologische factoren als oorzaak van een gebrek aan psychosociale vaardigheden...52 3.7.2 Omgevingsfactoren als oorzaak van een gebrek aan psychosociale vaardigheden...53 3.8 Risicogroepen voor het ontwikkelen van tekorten aan psychosociale vaardigheden...55 3.8.1 Jeugdigen met aandachtstekort met hyperactiviteit (ADHD)...55 3.8.2 Jeugdigen met oppositioneel-opstandig, agressief en antisociaal gedrag (ODD/CD)...56 3.8.3 Jeugdigen met angstig en stemmingsverstoord gedrag...56 3.8.4 Jeugdigen met autisme...57 3.8.5 Overzicht van de tekorten in psychosociale vaardigheden per risicogroep...57 3.9 Tekorten aan psychosociale vaardigheden voorkomen...58 3.9.1 De rol van het gezin bij het voorkomen van tekorten aan psychosociale vaardigheden...58 3.9.2 De rol van school bij het voorkomen van tekorten aan psychosociale vaardigheden...59 3.9.3 De rol van vrijetijdsbesteding bij het voorkomen van tekorten aan psychosociale vaardigheden...59 3.10 Interventies bij tekorten aan psychosociale vaardigheden...60 3.10.1 Principes achter het bevorderen van psychosociale vaardigheden...60 3.10.2 Effecten van psychosociale-vaardigheidstrainingen...61 3.10.3 Algemene kenmerken van psychosociale-vaardigheidstrainingen...61 3.10.4 Trainingsprogramma s ter stimulering van psychosociale vaardigheden...62 3.11 Training van specifieke psychosociale vaardigheden...63 3.11.1 Training van relationele vaardigheden...63 3.11.2 Training van affectieve vaardigheden...64 3.11.3 Training van zelfsturing...64 3.11.4 Training van zelfbewustzijn...65 3.12 Psychosociale vaardigheden in vogelvlucht...66 Literatuur...68 4 Emotionele vaardigheden...71 4.1 Inleiding...74 4.2 Wat zijn emotionele vaardigheden?...74 4.3 Om welke vaardigheden gaat het bij emotionele vaardigheden?...75 4.4 De tekorten aan emotionele vaardigheden in Nederland...77 4.4.1 Aantal jeugdigen met een gebrek aan emotionele vaardigheden...77 4.4.2 De samenhang tussen emotionele vaardigheden en leeftijd, sekse en schooltype...77 4.5 De ontwikkeling van emotionele vaardigheden...78 4.5.1 De ontwikkeling van emoties tijdens de kindertijd...79 4.6 Gevolgen van tekorten aan emotionele vaardigheden...80 4.6.1 De samenhang tussen emotionele vaardigheden en persoonlijkheidskenmerken...81 4.6.2 De samenhang tussen emotionele vaardigheden en relaties...81

VIII Inhoud 4.6.3 De samenhang tussen emotionele vaardigheden en school- en leerprestaties...81 4.6.4 De samenhang tussen emotionele vaardigheden en geïnternaliseerde gedragsproblemen...82 4.6.5 De samenhang tussen emotionele vaardigheden en geëxternaliseerde gedragsproblemen...82 4.7 Risicogroepen voor het ontwikkelen van tekorten aan emotionele vaardigheden...84 4.7.1 Jeugdigen met Aandachtstekort met hyperactiviteit (ADHD) en de ontwikkeling van emotionele vaardigheden...84 4.7.2 Jeugdigen met oppositioneel-opstandig, agressief en antisociaal gedrag (ODD/CD) en de ontwikkeling van emotionele vaardigheden...84 4.7.3 Jeugdigen met angstig en stemmingsverstoord gedrag en de ontwikkeling van emotionele vaardigheden...85 4.7.4 Jeugdigen met autisme en de ontwikkeling van emotionele vaardigheden...86 4.7.5 Overzicht van tekorten in emotionele vaardigheden per risicogroep...86 4.8 Begrippen die verwant zijn aan emotionele vaardigheden...87 4.8.1 Denkstijl...87 4.8.2 Theory of Mind (ToM)...88 4.8.3 Sociale intelligentie...88 4.9 Tekorten aan emotionele vaardigheden voorkomen...88 4.9.1 De rol van het gezin bij het voorkomen van tekorten aan emotionele vaardigheden...88 4.9.2 De rol van school bij het voorkomen van tekorten aan emotionele vaardigheden...90 4.10 Interventies bij tekorten aan emotionele vaardigheden...91 4.10.1 Principes achter de programma s ter bevordering van emotionele vaardigheden...91 4.10.2 Trainingsprogramma s ter stimulering van emotionele vaardigheden...93 4.11 Training van de afzonderlijke emotionele vaardigheden...94 4.11.1 Training in het onderkennen van emoties...94 4.11.2 Training in het reguleren van emoties...95 4.11.3 Training in het toepassen van emoties...96 4.12 Emotionele vaardigheden in vogelvlucht...97 Literatuur...99 5 Leervaardigheden...101 5.1 Inleiding...103 5.2 Wat zijn leervaardigheden?...103 5.3 Om welke vaardigheden gaat het bij leervaardigheden?...104 5.3.1 Motivatie...104 5.3.2 Taakgerichtheid...104 5.3.3 Concentratie...104 5.3.4 Planmatig werken...105 5.3.5 Werktempo...105 5.3.6 Volharding...105 5.4 De tekorten aan leervaardigheden in Nederland...106 5.4.1 Het aantal jeugdigen met een gebrek aan leervaardigheden...106 5.4.2 De samenhang tussen leervaardigheden en leeftijd, sekse en schooltype...106 5.5 De ontwikkeling van leervaardigheden...107 5.6 Samenhang tussen tekorten aan leervaardigheden en het ontstaan van problemen...108

Inhoud IX 5.7 Oorzaken van tekorten aan leervaardigheden...111 5.7.1 De rol van biologische factoren bij tekorten aan leervaardigheden...111 5.7.2 De rol van sociale factoren bij tekorten aan leervaardigheden...113 5.8 Risicogroepen voor het ontwikkelen van tekorten aan leervaardigheden...115 5.8.1 Aandachtstekort met hyperactiviteit (ADHD) en de ontwikkeling van leervaardigheden...115 5.8.2 Oppositioneel-opstandig, agressief en antisociaal gedrag (ODD/DC) en de ontwikkeling van leervaardigheden...115 5.8.3 Angstig en stemmingsverstoord gedrag en de ontwikkeling van leervaardigheden...116 5.8.4 Autisme en de ontwikkeling van leervaardigheden...117 5.8.5 Overzicht van tekorten in leervaardigheden per risicogroep...117 5.9 Tekorten aan leervaardigheden voorkomen...118 5.9.1 De rol van school bij het voorkomen van tekorten in leervaardigheden................... 119 5.9.2 De rol van het gezin bij het voorkomen van tekorten in leervaardigheden...119 5.9.3 Interventies voor het vergroten van de leervaardigheden................................ 120 5.10 Leervaardigheden in vogelvlucht...125 Literatuur...127 6 Gezinskenmerken...131 6.1 Inleiding...133 6.2 Gezinskenmerken en gedragsproblemen...134 6.3 De vijf basiskenmerken van het gezin...135 6.3.1 Responsiviteit...135 6.3.2 Communicatie...135 6.3.3 Organisatie...135 6.3.4 Partnerrelatie...135 6.3.5 Sociaal netwerk...136 6.4 De omvang van gezinsproblemen in Nederland...136 6.5 Gevolgen van positieve en negatieve gezinskenmerken...138 6.6 Omgaan met risicogroepen...140 6.6.1 De opvoeding van kinderen met attention-deficit hyperactivity disorder (ADHD)...140 6.6.2 De opvoeding van kinderen met oppositioneel-opstandig, agressief en antisociaal gedrag...141 6.6.3 De opvoeding van kinderen met angstig en stemmingsverstoord gedrag...141 6.6.4 De opvoeding van kinderen met autisme...141 6.7 Gezinsinterventies...142 6.7.1 Stromingen binnen gezinsinterventies...142 6.7.2 Gangbare programma s...143 6.7.3 Overige programma s...144 6.8 Gezinsinterventies per risicogroep...145 6.8.1 Gezinsinterventies voor jeugdigen met ADHD...145 6.8.2 Gezinsinterventies voor jeugdigen met oppositioneel-opstandig, agressief en antisociaal gedrag...145 6.8.3 Gezinsinterventies voor jeugdigen met angstig en stemmingsverstoord gedrag...146 6.8.4 Gezinsinterventies voor jeugdigen met autisme......................................... 147

X Inhoud 6.9 Gezinsinterventies per gezinskenmerken...147 6.9.1 Gezinsinterventies voor communicatie...148 6.9.2 Gezinsinterventies voor responsiviteit...148 6.9.3 Gezinsinterventies voor de organisatie...149 6.9.4 Gezinsinterventies voor het sociale netwerk...149 6.9.5 Gezinsinterventies voor de partnerrelatie...150 6.10 Gezinsinterventies in vogelvlucht...151 Literatuur...152 Bijlagen...155 Register...156

1 1 Inleiding Samenvatting In dit inleidende hoofdstuk beschrijven we het doel en de opbouw van het boek. We laten zien dat voor een geslaagde ontwikkeling een aantal basisvaardigheden nodig zijn. Jeugdigen die er niet in slagen om zich deze basisvaardigheden eigen te maken, lopen het risico in problemen te komen. Dit geldt vooral voor jeugdigen met attention deficit hyperactivity disorder (ADHD), autisme, angsten en ernstige gedragsproblemen. Onderzoek wijst uit dat het om drie groepen vaardigheden gaat: psychosociale, emotionele en leervaardigheden. We beschrijven in deze inleiding de kenmerken van deze basisvaardigheden. Tevens wijzen we op de rol die het gezin vervult bij de ontwikkeling van deze vaardigheden. In het boek zelf worden deze onderwerpen verder uitgewerkt. Nagegaan wordt hoe de basisvaardigheden herkend en bevorderd kunnen worden, wat de gevolgen zijn als bepaalde vaardigheden ontbreken en wat daaraan te doen is. Elk hoofdstuk is voorzien van een casus. 1.1 Gedragsproblemen 3 1.2 Psychosociale vaardigheden 4 1.3 Emotionele vaardigheden 5 1.4 Leervaardigheden 5 1.5 De rol van het gezin 6 Literatuur 6 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media BV 2017 E. Scholte, J. van der Ploeg, Handboek sociaal-emotionele vaardigheden, DOI 10.1007/978-90-368-1414-0_1

2 Hoofdstuk 1 Inleiding 1 Om in het leven te slagen, heeft men een aantal basisvaardigheden nodig, zoals goed kunnen lezen, schrijven, denken en leren. Cognitieve vaardigheden alleen zijn niet voldoende; goede psychologische, sociale en emotionele vaardigheden zijn minstens zo belangrijk. Deze vaardigheden zijn onmisbaar om thuis, op school en in de samenleving goed te kunnen functioneren. Tot nu toe zijn deze vaardigheden wel onderkend, maar de aandacht ging en gaat toch vooral uit naar de cognitieve aspecten. Het leveren van goede leerprestaties en het behalen van een diploma had en heeft terecht een hoge prioriteit. Het wordt echter steeds duidelijker dat het rendement van de cognitieve ontwikkeling sterk wordt vergroot als deze ontwikkeling gepaard gaat met de ontwikkeling van de juiste psychologische, sociale en emotionele basisvaardigheden. Jeugdigen die beschikken over voldoende basisvaardigheden weten niet alleen hun opleiding en diploma beter te verzilveren, zij leggen met de ontwikkeling van deze vaardigheden tevens een belangrijk fundament voor hun latere welzijn. Jeugdigen die zich persoonlijk, sociaal en emotioneel goed ontwikkeld hebben, zijn gelukkiger, hebben meer zelfvertrouwen, lossen problemen effectiever op en nemen meer deel aan sociale activiteiten. Tegenover deze jeugdigen staan de jeugdigen die de vereiste basisvaardigheden missen. Zij raken eerder in problemen. Zij kunnen geïsoleerd raken en depressief worden, maar ook voortdurend botsen met hun omgeving en agressief en antisociaal gedrag ontwikkelen. Jeugdigen die er om wat voor redenen dan ook niet in slagen voldoende basisvaardigheden te ontwikkelen, lopen een groot risico in de problemen te geraken en de aansluiting bij de samenleving te missen. Dit boek behandelt de belangrijkste psychologische, sociale en emotionele vaardigheden die het welslagen van de ontwikkeling van jeugdigen sterk mede bepalen. Daarnaast reikt dit boek enkele contexten en werkwijzen aan die de ontwikkeling van de juiste basisvaardigheden bij jongeren kunnen bevorderen. We staan eerst stil bij de gedragsproblemen die jeugdigen kunnen vertonen wanneer ze onvoldoende basisvaardigheden hebben. Daarna gaan we, steeds in een apart hoofdstuk, nader in op de vraag welke vaardigheden precies worden bedoeld als we spreken van basisvaardigheden. Steeds geven we aan: 4 om welke vaardigheden het gaat; 4 welke problemen kunnen optreden als de vaardigheid niet wordt opgedaan; 4 welke jeugdigen meer risico lopen om de vaardigheid niet te ontwikkelen; 4 wat er gedaan kan worden om de ontwikkeling van die speciale basisvaardigheid te bevorderen. Per basisvaardigheid geven we in een aparte paragraaf aan wat er in het gezin en op school kan worden gedaan om te bevorderen dat de betreffende vaardigheid zich ontwikkelt. Het zijn stimuleringsmaatregelen, die tevens kunnen voorkomen dat de ontwikkeling van een bepaalde basisvaardigheid achterblijft. Verder beschrijven we hoe kan worden ingegrepen als er zich problemen voordoen waarbij psychosociale, emotionele of leervaardigheden de jeugdigen parten spelen. We maken steeds eerst kort melding van een algemene aanpak. Daarna geven we telkens voor elk aspect weer, hoe het beste kan worden gereageerd en bijgestuurd. Tevens gaan we na hoe vier door ons onderscheiden groepen risicojeugdigen die het ontbreekt aan de vereiste basisvaardigheden, kunnen worden geholpen. Interventies overlappen elkaar vaak voor een groot deel. Dat is onvermijdelijk, want ze delen doorgaans een aantal basisprincipes en technieken waarmee menselijk gedrag effectief te veranderen is. Zo zijn leertheoretische en cognitieve gedragstherapeutische principes bij de

1.1 Gedragsproblemen 3 1 meeste psychologische, sociale en emotionele gedragsproblemen goed toepasbaar en effectief. Dat neemt echter niet weg dat er, met het oog op het gemis van bepaalde basisvaardigheden, specifiekere en beter toegespitste behandelingen mogelijk zijn. Wanneer het mogelijk is om deze specifiekere hulp te verlenen, wordt dit nadrukkelijk toegelicht. Ieder hoofdstuk bevat een voorbeeldcasus, met daarin een passend psychosociaal probleem, evenals de stappen en maatregelen die ondernomen worden om tot een oplossing te komen. Bij deze casuïstiek volgen we in grote lijnen de diagnostiek en indicatiestelling die bij professionele behandeling wordt toegepast. Dit betekent dat eerst het probleem of de klacht wordt beschreven, dat vervolgens de aard, ernst en oorzaken van het probleem worden vastgesteld, om tot slot te bepalen welke behandeling de beste oplossing biedt. Deze werkwijze wordt in de jeugdzorg en het speciaal onderwijs ook wel aangeduid als handelingsgerichte diagnostiek. We illustreren deze werkwijze aan de hand van diagnostische instrumenten voor het screenen van gedragsproblemen, tekorten aan basisvaardigheden en risicovolle gezinsomstandigheden bij jeugdigen. Dit zijn instrumenten die gemakkelijk zijn in het gebruik én voldoen aan de eisen van betrouwbaarheid, validiteit en normering die gelden voor diagnostische tests. Ze worden ingevuld door de jeugdige zelf en door de opvoeders, leraren, mentoren en pedagogisch werkers van die jeugdige. Op die manier wordt snel een geobjectiveerd beeld verkregen van de problemen zoals de direct betrokkenen die ervaren en waarnemen. Tezamen vormen deze voorwaarden een goed uitgangspunt voor een gedegen diagnostiek en behandelingsadvies, waarna de behandeling feitelijk gestart kan worden. We merken tot slot nog op dat het belang van doel- en resultaatgericht behandelen niet vaak genoeg kan worden benadrukt. Door in samenspraak met de cliënt concrete, tijdsgebonden behandelingsdoelen na te streven, door wetenschappelijk onderbouwde en bewezen effectieve interventies in te zetten en door periodiek het resultaat van individuele behandelingen in beeld te brengen en bij te sturen, kan doormodderen en ontsporen van de behandeling worden voorkomen. z z Opbouw van het boek Het boek omvat de volgende hoofdstukken. 1.1 Gedragsproblemen 7 Hoofdstuk 2 gaat in op gedragsproblemen: wanneer is daar sprake van, wat is de epidemiologie en etiologie, en wat zijn de behandelingsmogelijkheden. In de literatuur komen talrijke omschrijvingen van probleemgedragingen voor. Zowel vanuit de psychologie als de psychiatrie heeft deze overdaad geleid tot de ontwikkeling van verschillende in betrouwbaarheid en validiteit variërende instrumenten voor het vaststellen van deze probleemgedragingen. Ten behoeven van de diagnostiek van deze problematiek, ontwikkelden wij de Sociaal Emotionele Vragenlijst (SEV, Scholte en Ploeg 2013). Dit screeningsinstrument onderscheidt, op basis van het door ons in Nederland uitgevoerde onderzoek, de volgende risicogroepen: 4 jeugdigen met attention deficit hyperactivity disorder (ADHD); 4 jeugdigen met oppositioneel-opstandig, agressief en antisociaal gedrag (ODD/CD); 4 jeugdigen met angstig en stemmingsverstoord gedrag; 4 jeugdigen met autisme.

4 Hoofdstuk 1 Inleiding 1 Met behulp van deze vragenlijst hebben we onderzocht bij hoeveel jeugdigen in de (jeugd) bevolking zich gedragsproblemen voordoen, wat de mogelijke oorzaken zijn van deze gedragsproblemen en welke instrumenten kunnen worden ingezet om de afwijkende ontwikkeling bij deze groepen een gunstiger wending te geven. Het blijkt dat bij de vier genoemde groepen risicojeugdigen veelal de souplesse ontbreekt om zich aan te passen en zich volgens gangbare regels en normen te gedragen. Dit komt omdat zij grote moeite hebben (gehad) om zich de juiste psychologische, sociale en emotionele basisvaardigheden eigen te maken. We laten in dit boek niet alleen zien hoe deze basisvaardigheden bevorderd kunnen worden bij zich normaal ontwikkelende jeugdigen, maar we gaan er tevens op in hoe deze vaardigheden bij de vier genoemde groepen risicojeugdigen specifiek tot ontwikkeling gebracht kunnen worden. Met de voorgestelde interventies kunnen deze jeugdigen meer basisvaardigheden leren ontwikkelen, zodat ze hun problemen effectiever op kunnen lossen, juistere beslissingen kunnen nemen, zich gelukkiger kunnen voelen, zich zekerder kunnen gedragen en beter kunnen gaan functioneren: thuis, op school en in de maatschappij. Aan iedere vaardigheid is een hoofdstuk gewijd. Het laatste hoofdstuk gaat over de rol die het gezin hierbij kan spelen. 1.2 Psychosociale vaardigheden Psychosociale vaardigheden hebben niet alleen betrekking op het sociale gedrag, maar ook op gedragingen die blijk geven van het doorzien van sociale situaties. Tevens rekenen wij tot de psychosociale vaardigheden gedrag waaruit blijkt dat men op een sociale manier weet op te komen voor zichzelf. Daarnaast vormen de bewustwording van zichzelf en het zelfstandig en constructief richting kunnen geven aan het eigen leven, belangrijke elementen van de psychosociale vaardigheden. Het gaat derhalve niet alleen om het uiterlijk waarneembare sociale gedrag, maar ook om het achterliggende besef dat men zelf richting geeft aan het leven. Ten behoeve van de diagnostiek op dit specifieke gebied ontwikkelden wij de Vragenlijst Psychosociale Vaardigheden (VPV, Ploeg en Scholte 2013). Dit betreft een screeningsinstrument dat, op basis van een door ons in Nederland uitgevoerd onderzoek, de volgende vier psychosociale vaardigheden onderscheidt, die deel uitmaken van twee hoofddimensies: 1. interpersoonlijke psychosociale vaardigheden: 5 relationele vaardigheden (soepel met anderen omgaan); 5 affectieve vaardigheden (emoties en belangen van anderen onderkennen); 2. intrapersoonlijke psychosociale vaardigheden: 5 zelfsturing (richting geven aan het leven zonder anderen te miskennen); 5 zelfbewustzijn (zelfinzicht en emotionele stabiliteit). In 7 H. 3 gaan we nader in op de vraag welk deel van de Nederlandse jeugd deze vaardigheden niet of onvoldoende heeft ontwikkeld en waardoor dit komt. Daarnaast geven we aan hoe deze vaardigheden alsnog tot ontwikkeling te brengen zijn. In het bijzonder bekijken we dat voor de vier door ons onderscheiden groepen risicojeugdigen.

1.4 Leervaardigheden 5 1 1.3 Emotionele vaardigheden Bij emotionele vaardigheden gaat het kort geformuleerd om het gebruiken en hanteren van emoties in persoonlijke en sociale situaties. Intelligent omgaan met emoties betekent niet alleen inzicht hebben in en controle hebben over de eigen emoties, maar ook oog hebben voor andermans emoties en daar adequaat op reageren. Tot de emotionele vaardigheden behoren ook aspecten als: situaties goed aanvoelen, problemen snel en goed doorzien in het sociale verkeer en oplossingen vinden voor lastige persoonlijke en sociale situaties. Ten behoeve van de diagnostiek op dit gebied ontwikkelden wij de Vragenlijst Emotionele Intelligentie Quotiënt (EIQ, Scholte en Ploeg 2015). Dit screeningsinstrument onderscheidt, op basis van een door ons in Nederland uitgevoerd onderzoek, de volgende drie emotionele basisvaardigheden: 1. onderkennen van emoties (eigen emoties en die van anderen onderkennen); 2. reguleren van emoties (onder controle hebben van eigen emoties, niet snel van slag); 3. toepassen van emoties (sociale situaties aanvoelen en oplossingen aandragen). In 7 H. 4 beschrijven we hoe de emotionele vaardigheden tot ontwikkeling komen en wat er de gevolgen van zijn als jeugdigen deze vaardigheden missen. We gaan ook uitgebreid in op de vraag welke interventies kunnen bevorderen dat de emotionele vaardigheden alsnog tot ontwikkeling komen. Ook hier beschrijven we dit weer specifiek voor de vier groepen risicojeugdigen, die extra gevaar lopen zich de onmisbare bagage aan emotionele vaardigheden niet eigen te maken. 1.4 Leervaardigheden Leervaardigheden gelden specifiek voor de schoolsituatie. Om tot goede schoolprestaties te komen, is het niet alleen van belang het verstand te gebruiken, maar komt het ook aan op het hanteren van vaardigheden die nodig zijn om optimaal van het onderwijs te profiteren. Leervaardigheden zijn nodig op elk onderwijsniveau, niet alleen in het onderwijs aan leerlingen die over minder cognitieve vermogens beschikken. Ook leerlingen met een normaal verstand hebben leervaardigheden nodig om op school te presteren, overeenkomstig met wat zij zouden kunnen bereiken. Ten behoeve van de diagnostiek ontwikkelden wij de Leervoorwaardentest (LVT, Scholte en Ploeg 2011). Dit betreft een screeningsinstrument dat, op basis van een door ons in Nederland uitgevoerd onderzoek, de volgende zes leervaardigheden onderscheidt: 1. motivatie (bereidheid om op school goed te presteren); 2. taakgerichtheid (zich richten op het uitvoeren van bepaalde taken); 3. concentratie (de aandacht bij de taak/lesstof houden); 4. planmatig werken (organiseren, structureren, prioriteiten stellen); 5. werktempo (taken doelmatig en efficiënt uitvoeren); 6. volharding (gestaag en vasthoudend doorwerken).

6 Hoofdstuk 1 Inleiding 1 Het gaat hier om zes voorwaarden die als set nodig zijn om optimaal te kunnen presteren. Veel jeugdigen ontbreekt het aan een of meer van deze vaardigheden. We gaan in 7 H. 5 onder meer na in welke mate een gebrek aan leervaardigheden samenhangt met gedragsproblemen. Dit doen wij opnieuw voor de jeugdigen die behoren tot een van de vier door ons onderscheiden risicogroepen. Leervaardigheden zijn gelukkig heel goed aan te leren. We laten daarom eveneens zien welke interventies hiervoor mogelijk zijn. 1.5 De rol van het gezin Het ontwikkelen van de benodigde basisvaardigheden gaat niet vanzelf. Basisvaardigheden moeten worden geleerd. Bij dat leerproces speelt het gezin een centrale rol. Onder normale omstandigheden leren kinderen stap voor stap de vaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen functioneren. De gezinsomstandigheden zijn echter niet overal hetzelfde en kunnen zelfs ongunstig zijn, waardoor het leren van basisvaardigheden in het gedrang komt. Verwaarlozing is een brede noemer, waaronder meerdere omstandigheden vallen die de ontwikkeling van jeugdigen bedreigen en daarmee ook de ontwikkeling van de basisvaardigheden tegen kunnen werken. Zo vallen onder verwaarlozing omstandigheden waarin ouders hun kind geen veiligheid en warmte bieden of hun kind te veel in de watten leggen, maar ook omstandigheden waarin ouders hun kind lichamelijk en/of psychisch mishandelen. Dit zijn omstandigheden die evident bemoeilijken dat kinderen zich voldoende basisvaardigheden eigen maken. Verder kunnen zich onverwachte problemen voordoen die het gezinsevenwicht verstoren, zoals een echtscheiding, een overlijden of een ernstig ongeluk. Zulke ingrijpende levensgebeurtenissen kunnen eveneens de ontwikkeling van basisvaardigheden belemmeren. Een belangrijke vraag is: wat zijn de voornaamste kenmerken waarmee een gezin getypeerd kan worden. Ten behoeve van de gezinsdiagnostiek ontwikkelden wij de Gezinsvragenlijst (GVL, Ploeg en Scholte 2008). Dit screeningsinstrument onderscheidt, op basis van een door ons in Nederland uitgevoerd onderzoek, de volgende vijf gezinskenmerken: 1. responsiviteit (gevoeligheid voor de behoeften van het kind); 2. communicatie (open en respectvolle omgang tussen ouders en kinderen); 3. organisatie (orde, regelmaat, structuur in het gezin); 4. partnerrelatie (kwaliteit van de omgang tussen opvoeders); 5. sociaal netwerk (sociale inbedding van het gezin). Hoe meer de positieve polen van deze kenmerken aan de orde zijn, hoe groter de kans dat het kind zich de vereiste basisvaardigheden eigen maakt. Omgekeerd geldt, hoe meer de negatieve polen aanwezig zijn, hoe groter de kans op een gebrek aan basisvaardigheden. Literatuur Ploeg, J. D. van der, & Scholte, E. M. (2008). Gezinsvragenlijst (GVL), Handleiding. Houten: BSL. Scholte, E. M., & Ploeg, J. D. van der (2011). Leervoorwaardentest (LVT), Handleiding. Houten: BSL. Scholte, E. M., & Ploeg, J. D. van der (2013). Sociaal Emotionele Vragenlijst (SEV), Handleiding. Houten: BSL. Ploeg, J. D. van der, & Scholte, E. M. (2013). Vragenlijst Psychosociale Vaardigheden (VPV), Handleiding. Houten: BSL. Scholte, E. M., & Ploeg, J. D. van der (2015). Vragenlijst Emotionele Intelligentie Quotient (EIQ), Handleiding. Houten: BSL.

7 2 Gedragsproblemen Samenvatting Het is van groot belang dat kinderen en jongeren voldoende psychosociale, emotionele en leervaardigheden ontwikkelen. Wanneer de ontwikkeling daarvan achterwege blijft, lopen jeugdigen het risico op gedragsproblemen van uiteenlopende aard. In dit hoofdstuk geven we een indeling van de belangrijkste probleemgedragingen die bij jeugdigen kunnen voorkomen. We richten de aandacht speciaal op jeugdigen die extra risico lopen op het ontwikkelen van te weinig vaardigheden. Dit zijn jeugdigen met attention deficit hyperactivity disorder (ADHD), angstig en stemmingsverstoord gedrag, evenals jeugdigen met ernstige gedragsproblemen, zoals oppositioneel-opstandig, agressief en antisociaal gedrag (ODD/CD) en jeugdigen met autisme. Verder wordt in dit hoofdstuk uitgebreid ingegaan op de maatregelen die opvoeders, school en professionals kunnen nemen, om te voorkomen dat jeugdigen gedragsproblemen ontwikkelen. Wij presenteren ook wetenschappelijk onderbouwde principes en interventiemethoden voor het terugdringen van gedragsproblemen bij jeugdigen. 2.1 Inleiding 9 2.2 Wanneer is er sprake van een gedragsprobleem? 9 2.3 In kaart brengen van probleemgedragingen 10 2.4 Sociaal-emotionele problemen nader bekeken 12 2.4.1 Aandachtstekort met hyperactiviteit (ADHD) 12 2.4.2 Sociale gedragsproblematiek (ODD/CD) 13 2.4.3 Angstig en stemmingsverstoord gedrag 14 2.4.4 Autistisch gedrag 15 2.4.5 Screening van gedragsproblemen 16 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media BV 2017 E. Scholte, J. van der Ploeg, Handboek sociaal-emotionele vaardigheden, DOI 10.1007/978-90-368-1414-0_2