2007. Nr.: 07.0114 Dnst. : BOWO Minder en Beter: Regels voor terrassen en terrasboten Leiden, 25 september 2007. Ons College van Burgemeester en Wethouders heeft op 19 december 2006 een reeks actiepunten vastgesteld, die worden genoemd in het Actieplan Horeca Leiden. Drie van die actiepunten luiden als volgt: evalueren van regels voor terrassen en terrasboten, en waar mogelijk vereenvoudigen; terrasgrenzen op een mooie manier markeren in de verharding; overleg initiëren tussen gemeente, ambulante handel en horecasector om afspraken te maken voor een optimaal samengaan van markt en terrassen op het marktterrein op de Nieuwe Rijn en Botermarkt. In het Actieplan Horeca wordt geconstateerd dat er bij de gemeente een overdaad aan regelgeving bestaat voor terrassen en terrasboten. Zowel voor de aanvrager van een terrasvergunning, maar ook voor de verstrekker en de handhaver daarvan, de gemeente, is dat onpraktisch. In 2005 en 2006 voldeden 50 terrassen niet aan de regels. Deze terrassen zijn inmiddels door medewerkers van de gemeente in het bijzijn van bestuursleden van Koninklijk Horeca Nederland, afdeling Leiden, geëvalueerd. Geconcludeerd werd dat in bijna alle gevallen niet zozeer de terrassen, maar de regels het probleem vormen. Een verduidelijking van de regels past eveneens in het kader van het programma Minder en Beter, waarover wij op 28 november 2006 een besluit hebben genomen. Actiepunt 1 m: evalueren van regels voor terrassen en terrasboten, en waar mogelijk vereenvoudigen, is uitgewerkt in de beleidsregels voor terrassen en terrasboten die onderdeel zullen worden van de Algemene Plaatselijk Verordening. Artikel 2.3.1.2, 3e lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Leiden geeft de burgemeester de bevoegdheid regels en voorschriften vast te stellen voor terrassen. Met dit besluit wordt bijgaand reglement terrassen vastgesteld. De beleidsregels voor terrasboten worden rechtstreek is in artikel 5.3.2.7 van de APV verwerkt. Dit artikel luidt dan als volgt: Artikel 5.3.2.7 Ligplaatsvergunning voor terrasboten 1. Een ligplaatsvergunning voor een terrasboot gedurende een seizoen of een kortere periode wordt aangevraagd op een door Burgemeester en Wethouders vastgesteld formulier.
2. Burgemeester en Wethouders beslissen over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen dertien weken na de dag, waarop het aanvraagformulier is ontvangen. 3. Een ligplaatsvergunning voor een seizoen en/of kortere periode kan worden geweigerd indien: a voor de ligplaats al vergunning is verleend; b de aanvrager niet beschikt over een terrasboot; c de veiligheid op, de reinheid van, en/of de openbare orde op het water en/of haar oevers in gevaar wordt gebracht; d het verlenen van de vergunning de rechten en/of vrijheden van anderen aantast, dan wel overlast tot gevolg heeft; e de terrasboot belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land; f de lengte van de terrasboot meer bedraagt dan de breedte van het bijbehorende perceel tenzij de afstand tussen het bijbehorende perceel en de terrasboot meer dan 5 meter bedraagt; de breedte van de terrasboot meer bedraagt dan 5 meter of eenderde van de breedte van het vaarwater en in het geval terrasboten aan weerszijden van een watergang liggen, zij elk breder zijn dan een kwart van het vaarwater; g de terrasboot wordt voorzien van een overkapping of opslagruimte, van welk materiaal dan ook; h de terrasboot wordt voorzien van een tapmogelijkheid; i de terrasboot niet voldoet aan de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde eisen van veiligheid en gezondheid; j de aanvraag niet in overeenstemming is met de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde voorschriften. 4. Een seizoensvergunning voor een terrasboot wordt, naast de gevallen zoals bedoeld in het derde lid van dit artikel, tevens geweigerd indien: a de periode niet ligt tussen Goede vrijdag of 1 april en 15 oktober; b de vergunning wordt gevraagd voor het Rapenburg, de Herengracht, de Zoeterwoudse Singel, de Witte Singel, de Morssingel, de Rijnsburgersingel, de Maresingel, de Herensingel en de Zijlsingel; c deze niet ten behoeve van een horecabedrijf is; d de boot anders is dan een traditionele dekschuit met zwarte kleur, tenzij Burgemeester en Wethouders hiervan vrijstelling hebben verleend; e de terrasboot meer dan 10 centimeter boven de kademuur uitsteekt; f de ligplaats niet is gelegen in de onmiddellijke nabijheid van het horecabedrijf. 5. Een vergunning voor een terrasboot voor een kortere periode dan een seizoen wordt, naast de gevallen zoals bedoeld in het derde lid van dit artikel, tevens geweigerd indien: a de aanvraag betrekking heeft op een langere periode dan 10 aaneengesloten dagen; b de tijd tussen twee opeenvolgende perioden minder dan 2 maanden bedraagt; c het maximale aantal van 4 maal per jaar per inrichting wordt overschreden; e de ligplaats niet is gelegen in de onmiddellijke nabijheid van het dienende pand.
6. De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de exploitant van de terrasboot en vermeldt de naam van de exploitant, de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats, de bijbehorende voorzieningen en de kenmerken van de terrasboot. 7. Burgemeester en Wethouders kunnen voorschriften verbinden aan een ligplaatsvergunning ter bescherming van de belangen die deze verordening beoogt te dienen. Aan de vergunning worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden: a. de terrasboot moet schoon, opgeruimd zijn en geen gevaar voor het publiek opleveren; b. de terrasboot mag niet worden verankerd met de grond of de wal (zoals bij woonboten); c. de terrasboot moet worden verwijderd als ter plaatse in het water of aan/op de kademuren door gemeente, nutsbedrijven of waterbeheerder werkzaamheden moeten worden verricht; d. op de terrasboot is alleen reclame op parasols toegestaan; e. een eventuele omheining of verschansing moet een open karakter hebben en mag niet hoger zijn dan één meter. Met dit heldere beleid is het overbodig geworden om de ontheffingsbepalingen voor terrassen en terrasboten in bestemmingsplannen te handhaven. In onderstaande tabel wordt aangegeven welke bestemmingsplannen en bepalingen daaruit kunnen vervallen of worden aangepast. Bestemmingsplan Binnenstad l Pieterswijk, Levendaal Oost, Pancras West, Noordvest, Havenwijk Noord, Havenwijk zuid en Molenwijk. Binnenstad ll Academiewijk, d Oude Morsch, De Camp/Mardorp, Pancras Oost en Levendaal-West Hogewoerd 1991 Te vervallen en aan te passenartikel Artikel 18, lid 4 Water: B&W kunnen vrijstelling verlenen voor het afmeren van een terrasboot mits: 1. in de bebouwing langs het water een horecabedrijf gevestigd is; 2. het verkeer op het tussenliggende gebied geen hinder zal ondervinden; 3. de breedte van de terrasboot niet meer bedraagt dan éénderde van de breedte van het water ter plaatse mag bedragen; Artikel 19, lid 3 Verkeersdoeleinden: Artikel 20, lid 3 Verblijfsgebied: een horecabedrijf, mits het verkeer hierdoor niet wordt gehinderd, geen bebouwing wordt opgericht en het woon- en leefklimaat niet zal worden aangetast. Artikel 17, lid 4 Water: a. terrasboten: B&W kunnen vrijstelling verlenen voor het afmeren van een terrasboot op de gronden zonder h, mits: 1. in de bebouwing langs het water een horecabedrijf gevestigd is; 2. het verkeer op het tussenliggende gebied geen hinder zal ondervinden; 3. de breedte van de terrasboot niet meer bedraagt dan éénderde van de breedte van het water ter plaatse mag bedragen; Artikel 37, lid 5 Verkeersdoeleinden: Artikel 38, lid 5 Verblijfsgebied:
Station Stadszijde Station zeezijde Stadsvernieuwingsplan Aalmarkt e.o. Ontwerp Bestemmingplan Zuidelijke Schil Voorontwerp Bestemmingsplan Stevenshof B&W kunnen vrijstelling verlenen voor een terras ten dienste van horecabedrijven binnen de bestemming verkeersdoeleinden/verblijfsgebied langs de voorgevel van een pand waar een horecafunctie is toegestaan, mits hierdoor het voetgangers, fiets of gemotoriseerd verkeer niet wordt gehinderd. Artikel 40, lid 5 Water: Het is niet toegestaan het water te gebruiken voor het aanleggen van boten met een functie als terras ten behoeve van een horecabedrijf, opslagplaats, boot of daarmee vergelijkbare bedrijfsdoeleinden. Artikel 9, lid 4 Verblijfsgebied: een horecabedrijf, mits het verkeer hierdoor niet wordt gehinderd, geen bebouwing wordt opgericht, behoudens eventuele windschermen met een maximale hoogte van 1,50 meter en het woon- en leefklimaat niet zal worden aangetast. Artikel 10, lid 4 Voetgangersgebied en fietsroutes: Artikel 11, lid 4 Verblijfsgebied Artikel 12,lid 4 Verkeersdoeleinden. toegestane horecavestigingen, voor zover het voetgangersverkeer niet wordt gehinderd en mits voldoende rekening wordt gehouden met andere belanghebbenden. Artikel 12, lid 4 Verblijfsgebied: Artikel 13, lid 4 Voetgangersgebied en fietsroutes Artikel 14, lid 4 Verkeersdoeleinden: een horecabedrijf, mits het voetgangersverkeer niet wordt gehinderd en voldoende rekening wordt gehouden met andere belanghebbenden en geen verstoring van het beschermde stadsgezicht wordt veroorzaakt. Artikel 18, lid 6 Water: B&W kunnen vrijstelling verlenen voor het afmeren van een terrasboot mits er in de bebouwing langs het water een horecabedrijf gevestigd is en hierdoor geen verstoring van het beschermd stadsgezicht optreedt. 18.4.1. Verblijfsgebied een horecabedrijf, mits het verkeer hierdoor niet wordt gehinderd, geen bebouwing wordt opgericht en het woon- en leefklimaat niet zal worden aangetast. Artikel 9, lid 10 Horecadoeleinden. B&W verlenen vrijstelling van het plan ten aanzien van het bepaalde in lid 8 (De hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen) ten behoeve van het buiten het bebouwingsvlak toelaten van terrasbebouwing en overkappingen mits het oppervlak van het terras buiten het bouwvlak hierdoor niet meer dan 200 m2 bedraagt.
Voor de bestemmingsplannen binnenstad l, Station Stadszijde en Station Zeezijde, worden revisies gemaakt. Het vervallen van de vrijstellingsaanvraag voor terrassen en terrasboten zal onderdeel zijn van die revisies. Er is voor gekozen om terrassen met een verwijzing naar de regels in de Algemene Plaatselijke Verordening positief te bestemmen binnen de doelbestemmingen verkeersdoeleinden, verblijfs- en voetgangersgebied, openbaar groen en groenvoorzieningen. De terrasboten worden vanwege de grotere ruimtelijke impact door middel van een nadere aanduiding specifiek aangegeven op de plankaart van het bestemmingsplan en daarmee positief bestemd. Zoals uit de inspraaknota blijkt zal bijzondere aandacht besteed worden aan het bestemmingsplan Binnenstad ll. Hierin dienen met spoed terrasbepalingen te worden opgenomen. De bestemmingsplannen die nog niet definitief zijn vastgesteld: Ontwerpbestemmingsplan Zuidelijke Schil en Voorontwerp bestemmingsplan Stevenshof zullen in de vervolgprocedure worden aangepast. Het zal duidelijk zijn dat niet alle genoemde bestemmingsplannen tegelijk kunnen worden gereviseerd. Tot het tijdstip waarop die bestemmingsplannen zijn aangepast zal de volgende beleidslijn worden gehanteerd. Bestaande terrassen vallen in het overgangsrecht van de bestemmingsplannen; Uitbreiding of aanvragen voor nieuwe terrassen worden beoordeeld aan de hand van regels voor terrassen, indien daaraan voldaan wordt dan is ook voldaan aan de ontheffingsbepaling van het bestemmingsplan en wordt samen met de procedure voor de aanvraag van de terrasvergunning een vrijstellingprocedure gestart. Voor die gebieden waar het bestemmingsplan nog in procedure is worden nieuwe aanvragen alleen getoetst aan de hand van de regels voor terrassen. Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen. Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester, P.I.M. v.d. WIJNGAART. H.J.J. LENFERINK. De Raad van de gemeente Leiden; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (nummer van 07.0114 van 2007), mede gezien het advies van de commissie. BESLUIT: 1. kennis te nemen van de inspraakreacties en de nota beantwoording inspraakreactie beleidsregels voor terrassen en terrasboten in Leiden; 2. kennis te nemen van het besluit van de Burgemeester waarin regels en voorschriften voor terrassen als bedoeld in artikel 2.3.1.2., 3 e lid van de Algemene Plaatselijke Verordening worden vastgesteld;
3. artikel 5.3.2.7. van de Algemene Plaatselijke Verordening aan te passen zodat het als volgt komt te luiden: Artikel 5.3.2.7 Ligplaatsvergunning voor terrasboten 1. Een ligplaatsvergunning voor een terrasboot gedurende een seizoen of een kortere periode wordt aangevraagd op een door Burgemeester en Wethouders vastgesteld formulier. 2. Burgemeester en Wethouders beslissen over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen dertien weken na de dag, waarop het aanvraagformulier is ontvangen. 3. Een ligplaatsvergunning voor een seizoen en/of kortere periode kan worden geweigerd indien: a voor de ligplaats al vergunning is verleend; b de aanvrager niet beschikt over een terrasboot; c de veiligheid op, de reinheid van, en/of de openbare orde op het water en/of haar oevers in gevaar wordt gebracht; d het verlenen van de vergunning de rechten en/of vrijheden van anderen aantast, dan wel overlast tot gevolg heeft; e de terrasboot belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land; f de lengte van de terrasboot meer bedraagt dan de breedte van het bijbehorende perceel tenzij de afstand tussen het bijbehorende perceel en de terrasboot meer dan 5 meter bedraagt; de breedte van de terrasboot meer bedraagt dan 5 meter of eenderde van de breedte van het vaarwater en in het geval terrasboten aan weerszijden van een watergang liggen, zij elk breder zijn dan een kwart van het vaarwater. g de terrasboot wordt voorzien van een overkapping of opslagruimte, van welk materiaal dan ook; h de terrasboot wordt voorzien van een tapmogelijkheid; i de terrasboot niet voldoet aan de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde eisen van veiligheid en gezondheid; j de aanvraag niet in overeenstemming is met de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde voorschriften. 4. Een seizoensvergunning voor een terrasboot wordt, naast de gevallen zoals bedoeld in het derde lid van dit artikel, tevens geweigerd indien: a de periode niet ligt tussen Goede vrijdag of 1 april en 15 oktober; b de vergunning wordt gevraagd voor het Rapenburg (met uitzondering van de locatie hoek Rapenburg/Noodeinde), de Herengracht, de Zoeterwoudse Singel, de Witte Singel, de Morssingel, de Rijnsburgersingel, de Maresingel, de Herensingel en de Zijlsingel; c deze niet ten behoeve van een horecabedrijf is; d de boot anders is dan een traditionele dekschuit met zwarte kleur, tenzij Burgemeester en Wethouders hiervan vrijstelling hebben verleend; e de terrasboot meer dan 10 centimeter boven de kademuur uitsteekt; f de ligplaats niet is gelegen in de onmiddellijke nabijheid van het horecabedrijf. 5. Een vergunning voor een terrasboot voor een kortere periode dan een seizoen wordt, naast de gevallen zoals bedoeld in het derde lid van dit artikel, tevens geweigerd indien:
a de aanvraag betrekking heeft op een langere periode dan 10 aaneengesloten dagen; b de tijd tussen twee opeenvolgende perioden minder dan 2 maanden bedraagt; c het maximale aantal van 4 maal per jaar per inrichting wordt overschreden; e de ligplaats niet is gelegen in de onmiddellijke nabijheid van het dienende pand. 6. De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de exploitant van de terrasboot en vermeldt de naam van de exploitant, de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats, de bijbehorende voorzieningen en de kenmerken van de terrasboot. 7. Burgemeester en Wethouders kunnen voorschriften verbinden aan een ligplaatsvergunning ter bescherming van de belangen die deze verordening beoogt te dienen. Aan de vergunning worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden: a. de terrasboot moet schoon, opgeruimd zijn en geen gevaar voor het publiek opleveren; b. de terrasboot mag niet worden verankerd met de grond of de wal (zoals bij woonboten); c. de terrasboot moet worden verwijderd als ter plaatse in het water of aan/op de kademuren door gemeente, nutsbedrijven of waterbeheerder werkzaamheden moeten worden verricht; d. op de terrasboot is alleen reclame op parasols toegestaan; e. een eventuele omheining of verschansing moet een open karakter hebben en mag niet hoger zijn dan één meter. 8. Deze wijziging van de APV treedt in werking op 1 januari 2008. Gedaan ter openbare vergadering van de Griffier, de Voorzitter, Dit voorstel is op 13 november 2007 gewijzigd besloten.