ONTWERP VAN DECREET. betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn AMENDEMENTEN

Vergelijkbare documenten
Provincieraadsbesluit

Huishoudelijk reglement van de deputatie (Artikel 55 Provinciedecreet)

BIJLAGE 3. VERDELING VAN DE BEVOEGDHEDEN OP HET GEBIED VAN DE OVERHEIDS- OPDRACHTEN

BEKENDMAKING GEMEENTERAADSBESLUIT Ingevolge artikel 186 van het gemeentedecreet

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde.

Uittreksel uit de pocket Het statuut van de lokale mandataris. 4.1 De cumulatie van een lokaal politiek mandaat met een parlementair mandaat 1

19 DECEMBER Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW-decreet)

Artikel 7 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 31 januari 2003, wordt vervangen door wat volgt:

REGLEMENT GERINGE DAGONTVANGSTEN

Gemeente-, OCMW- en provinciedecreet gewijzigd voor meer efficiënte Vlaamse lokale besturen

Besluit van de Deputatie

Inhoud. Woord vooraf... 13

Besluit van de Deputatie

Art Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de leden van het gemeentepersoneel in contractueel dienstverband.

- de ambtenaar instelt tegen de evaluatie onvoldoende en tegen de beslissing tot loopbaanvertraging.

Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Stedelijk reglement op het kasbeheer

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, gegeven 1 juli 2016;

BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 15 SEPTEMBER 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

Art. 2 - In artikel 5 van de vigerende rechtspositieregeling wordt bij 1 volgende zinssnede geschrapt:

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het Provinciedecreet en van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Raad voor Maatschappelijk Welzijn

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Wij hebben de eer U ter bekrachtiging door de Vlaamse Regering het ontwerp van decreet tot wijziging van het Gemeentedecreet, over te zenden.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand;

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016

INHOUD. Woord vooraf 17

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

1 raadgevende comités : de raadgevende comités bij de intern verzelfstandigde agentschappen van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Uiteenzetting gehouden op de studievoormiddag van PLOT te Genk op 17 december door Walter Appels

Verslag van de vergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 12 februari 2014

GO-raM. Gemeenteraadsagenda OCMW-raadsagenda Merksplas

Statuten SKF vastgelegd tijdens de stichtingsvergadering van 26 juni 2004.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd bij decreet van 2 juni 2006, inzonderheid op de artikelen 129, 136 en 143;

Provincieraadsbesluit

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutaire provinciepersoneel

1902 ( ) Nr. 1 5 februari 2013 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet. van de heer Filip Dewinter

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

DECREET. houdende oprichting van de naamloze vennootschap Mijnschade en Bemaling Limburgs Mijngebied

EVALUATIEREGLEMENT - GROEP T HOGESCHOOL LEUVEN - Evaluatiereglement, 20 november 2000

van De raad voor maatschappelijk welzijn is vergaderd in de vergaderzaal van het sociaal huis in openbare zitting.

KBC Groep Naamloze Vennootschap Havenlaan Brussel BTW BE (RPR Brussel)

BIJLAGE 7: OVERZICHT VAN DE VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN, DE ADMINISTRATIEVE TOESTAND EN DE GELDELIJKE EN ADMINISTRATIEVE GEVOLGEN

Om geldig te zijn, zal deze volmacht uiterlijk op donderdag 5 juni 2014 in ons bezit moeten zijn VOLMACHT. Naam en voornaam Adres

Het OCMWdecreet. Cursus gegeven door Walter Appels. in opdracht van PLOT

Raad van Beheer SVK. Besluit. Zitting van 26 november uur Locatie: Raadzaal Sint-Martensstraat 11. Aanwezig

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER

Infoblad - werknemers U wenst mantelzorg te verlenen?

Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, inzonderheid op artikel 22;

DIENSTVERLENENDE VERENIGING PELT STATUTAIRE ALGEMENE VERGADERING

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1

Provincieraadsbesluit

NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 03 MEI 2018 OPENBARE ZITTING

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het

Inhoud. Woord vooraf... 13

Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn - 19/12/2008

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. G. V. O / 2008 / 10 / 17 september 2008

De notulen van de Raad van 4 juni 2013, deel A: openbare zitting worden éénparig goedgekeurd.

Huishoudelijk reglement gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn

Aan de slag. Aan de slag als gemeenteraadslid Introductiesessies voor gemeenteraadsleden avond 2. Inhoud van deze avond 7/02/2013

STATUTEN VZW VLAAMSE ONAFHANKELIJKE RUITERS

DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied.

Raad van maatschappelijk welzijn

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 27 juni

Decreet tot wijziging van het decreet van 19 december 2008 betreffende de

BELGIAN PARCOURS SHOOTING ASSOCIATION afgekort "B.P.S.A." ASBL (BCE ) GECOORDINEERDE STATUTEN (1/01/2017)

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

Duifhuisstraat 75, 9000 GENT Ondernemingsnummer

NOTULEN ZITTING VAN 7 JANUARI 2013.

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

BELGIAN DISABILITY FORUM VZW (BDF) Vereniging zonder winstoogmerk (vzw) 150, 1000 BRUSSEL

VR DOC.1282/2BIS

Deontologische commissie huishoudelijk reglement

Inhoudstafel. Inleiding 1. Deel I Tijdskrediet

Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt als naam Zevenbunder.

Inhoud Verzelfstandiging in het gemeentedecreet Budgethouderschap IVA s 2

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

1 er wordt een punt 2 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 2 /1 budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: een budget voor niet-

Ontwerp van decreet. tot wijziging van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

ZORGKREDIET VANAF 2 SEPTEMBER 2016 EN DE MOGELIJKHEDEN VOOR ONBETAALD VERLOF

C O N F E R E N T I E V A N V L A A M S E G E R E C H T S D E U R W A A R D E R S

OCMW LEUVEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET VAST BUREAU

Aan de slag als raadslid

Transcriptie:

Zitting 2007-2008 10 december 2008 ONTWERP VAN DECREET betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn AMENDEMENTEN voorgesteld na indiening van het verslag Zie: 1701 (2007-2008) Nr. 1: Ontwerp van decreet Nrs. 2 en 3: Amendementen Nr. 4: Verslag over hoorzitting Nrs. 5 en 6: Amendementen Nr.7: Verslag 5031 BIN

2 AMENDEMENT Nr. 134 Marnic De Meulemeester en Jan Verfaillie en de dames Else De Wachter en Laurence Libert Artikel 24 Aan artikel 24 een punt 4 toevoegen, dat luidt als volgt: 4 het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn dat omwille van palliatief verlof of verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek familielid tot en met de tweede graad of van een zwaar ziek gezinslid gedurende minimaal twaalf weken niet aanwezig wenst te zijn op de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn en vervangen wil worden. Hij richt daartoe aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn een schriftelijk verzoek, vergezeld van een verklaring op erewoord waarin het raadslid zich bereid verklaart om bijstand of verzorging te verlenen. De naam van de patiënt hoeft niet te worden vermeld.. Deze uitbreiding beantwoordt aan een maatschappelijke en menselijke nood. Deze regeling is van toepassing op alle leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het palliatief verlof betreft elke vorm van medische, sociale, administratieve of psychologische bijstand aan en verzorging van personen die lijden aan een ongeneeslijke ziekte en die zich in een terminale fase bevinden. Het palliatief verlof wordt niet beperkt tot de bijstand aan een gezins- of familielid. In het kader van de bijstand aan of de verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid wordt met zware ziekte bedoeld elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende arts als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de arts oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of emotionele bijstand of verzorging noodzakelijk is voor het herstel. Met gezinslid wordt bedoeld, elke persoon waarmee de mandataris samenwoont. Met familielid tot en met de tweede graad wordt bedoeld elke bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad. Het verlof voor de verzorging van een gezins- of familielid en het palliatief verlof kunnen zich ook gecombineerd voordoen. In dat geval wordt de berekening van de termijn van twaalf weken afwezigheid gebaseerd op de totale gecombineerde afwezigheid. AMENDEMENT Nr. 135 en Artikel 28 In artikel 28, 1, de woorden gemeenteraadskiezers van een Vlaamse gemeente vervangen door de woorden personen die de volle leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en die legaal binnen de Europese Unie verblijven. Deze wijziging heeft zich opgedrongen naar aanleiding van de bemerkingen van de Raad van State (advies 45.195/3; Stuk 1946 (2008-2009) Nr. 1) bij het voorontwerp van decreet tot wijziging van het Gemeentedecreet. De Raad stelde zich vragen bij deze bepaling in het licht van het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel en non-discriminatiebeginsel. De vertrouwenspersoon dient in de eerste plaats het vertrouwen te hebben en hij staat de mandataris bij omwille van zijn handicap eerder dan inhoudelijk. AMENDEMENT Nr. 136 en Artikel 37 In artikel 37, 1, 1, na het woord benoemingen, en het woord afzettingen het woord ontslagen, invoegen. Hiermee wordt onder meer het ontslag van contractuelen en het ontslag van ambtswege als tuchtsanctie (dat men vergeten was op te nemen) gevat. De toevoeging van het woord ontslagen, verwijst voor de statutairen evenwel ook naar andere ontslagen. Zo is het bijvoorbeeld ook mogelijk dat een statutair ontslagen wordt wegens beroepsonbekwaamheid na ongunstige evaluatie(s) of wegens onwettige afwezigheid (van te lange duur) enzovoort.

3 Stuk 1701 (2007-2008) Nr. 8 AMENDEMENT Nr. 137 en Artikel 37 In 2, punt 3 vervangen door wat volgt: 3 rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten, behoudens in geval van een schenking aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de verenigingen of vennootschappen, vermeld in titel VIII, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, levering of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de verenigingen of vennootschappen, vermeld in titel VIII, behoudens in de gevallen waarbij het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn beroep doet op een door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de verenigingen of vennootschappen, vermeld in titel VIII, aangeboden dienstverlening en ten gevolge hiervan een overeenkomst aangaat;. Deze beperkingen gelden niet in de gevallen waarbij het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn een beroep doet op een door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de verenigingen of vennootschappen, vermeld in titel VIII aangeboden dienstverlening en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat. Door de invoeging van de uitzondering behoudens in de gevallen waarbij het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn een beroep doet op een door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de verenigingen of vennootschappen, vermeld in titel VIII aangeboden dienstverlening en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat wordt duidelijk gemaakt dat leden van de raad voor maatschappelijk welzijn (en door verwijzing ook de voorzitter, de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, de financieel beheerder en de personeelsleden) toch een beroep moeten kunnen doen op dienstverlening aangeboden door de overheid, zoals bijvoorbeeld strijkateliers, kinderopvang enzovoort. AMENDEMENT Nr. 138 en Deze wijziging heeft tot gevolg dat de bepaling als volgt moet worden gelezen: Het is verboden als raadslid rechtstreeks of onrechtstreeks: 1 een overeenkomst te sluiten ten behoeve van (impliceert met en sluit getrapte structuren uit (waardoor bv. onderaanneming uitgesloten wordt)) het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de verenigingen of vennootschappen, vermeld in titel VIII, behoudens in geval van een schenking aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de verenigingen of vennootschappen, vermeld in titel VIII; 2 deel te nemen aan een opdracht voor: a) aanneming van werken, leveringen of diensten, ten behoeve van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de verenigingen of vennootschappen, vermeld in titel VIII; b) een verkoop ten behoeve van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de verenigingen of vennootschappen, vermeld in titel VIII; c) een aankoop ten behoeve van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de verenigingen of vennootschappen, vermeld in titel VIII. Artikel 52 In artikel 52, punt 8 vervangen door wat volgt: 8 het aanstellen en ontslaan van de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, de financieel beheerder en de ombudsman, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van die personeelsleden;. De aanstelling, het ontslag, de sanctie en de tuchtbevoegdheid van de ombudsman betreft telkens een niet-delegeerbare bevoegdheid (voorbehouden bevoegdheid) van de raad voor maatschappelijk welzijn. Met andere woorden kan de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, of in voorkomend geval het vast bureau in geen geval aanstellende overheid van de ombudsman zijn. Deze wijziging wordt doorgevoerd om de onafhankelijkheid te verhogen.

4 AMENDEMENT Nr. 139 Marnic De Meulemeester en Jan Verfaillie en de dames Else De Wachter en Laurence Libert weken afwezigheid gebaseerd op de totale gecombineerde afwezigheid. Artikel 55 Aan artikel 55 een punt 7 toevoegen, dat luidt als volgt: 7 de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn of de ondervoorzitter, die omwille van palliatief verlof of verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek familielid tot en met de tweede graad of van een zwaar ziek gezinslid vervangen wil worden gedurende een minimale termijn van twaalf weken. Hij richt daartoe aan de raad voor maatschappelijk welzijn een schriftelijk verzoek, vergezeld van een verklaring op erewoord waarin het raadslid zich bereid verklaart om bijstand of verzorging te verlenen. De naam van de patiënt hoeft niet te worden vermeld.. Deze uitbreiding beantwoordt aan een maatschappelijke en menselijke nood. Deze bijkomende vormen van verhinderingen zijn mede te verantwoorden door het feit dat een onderbrekingsuitkering voor een werknemer in een dergelijk geval niet altijd te cumuleren is met een wedde van voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn of van ondervoorzitter. Het palliatief verlof betreft elke vorm van medische, sociale, administratieve of psychologische bijstand aan en verzorging van personen die lijden aan een ongeneeslijke ziekte en die zich in een terminale fase bevinden. Het palliatief verlof wordt niet beperkt tot de bijstand aan een gezins- of familielid. In het kader van de bijstand aan of de verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid wordt met zware ziekte bedoeld elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende arts als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de arts oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of emotionele bijstand of verzorging noodzakelijk is voor het herstel. Met gezinslid wordt bedoeld, elke persoon waarmee de mandataris samenwoont. Met familielid tot en met de tweede graad wordt bedoeld elke bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad. AMENDEMENT Nr. 140 Artikel 62 In artikel 62, het zevende lid vervangen door wat volgt: De beslissingen van het vast bureau en de bijzondere comités worden opgenomen in de notulen en alleen die beslissingen kunnen rechtsgevolgen hebben. De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het vast bureau of de bijzondere comités. De notulen, behalve die welke betrekking hebben op de persoonlijke levenssfeer van cliënten of hun onderhoudsplichtigen, worden uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het vast bureau of de bijzondere comités volgend op de vergadering van het vast bureau of de bijzondere comités waarop de notulen werden goedgekeurd, verstuurd aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn op de wijze die bepaald is in het huishoudelijk reglement.. Het woord onverwijld wordt vervangen door de woorden uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het vast bureau of de bijzondere comités volgend op de vergadering van het vast bureau of de bijzondere comités waarop de notulen werden goedgekeurd. Dat veronderstelt dat, indien er wekelijks een vast bureau is, de notulen van het vast bureau van week 1 uiterlijk moeten verstuurd worden op de dag van de vergadering van het vast bureau in week 3. Het verlof voor de verzorging van een gezins- of familielid en het palliatief verlof kunnen zich ook gecombineerd voordoen. In dat geval wordt de berekening van de termijn van twaalf

5 Stuk 1701 (2007-2008) Nr. 8 AMENDEMENT Nr. 141 Artikel 68 In artikel 68, 4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: A. Aan het tweede lid de volgende zin toevoegen, die luidt als volgt: Als vergoedingen, wedden en presentiegelden die voortvloeien uit de uitoefening van een openbaar mandaat, een openbare functie of een openbaar ambt van politieke aard dienen te worden begrepen: 1 vergoedingen ontvangen als lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Vlaams Parlement of het Europees Parlement; 2 presentiegelden ontvangen als lid van de provincieraad, de gemeenteraad en als lid van de bestuursorganen van provinciaal of gemeentelijk extern verzelfstandigde agentschappen en hun filialen; 3 presentiegelden ontvangen als lid van bestuursorganen van een intergemeentelijk samenwerkingsverband, als vermeld in het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; 4 presentiegelden ontvangen als lid van bestuursorganen van sociale huisvestingsmaatschappijen, als vermeld in het decreet houdende de Vlaamse Wooncode; 5 presentiegelden ontvangen als lid van bestuursorganen van de rechtspersonen als vermeld in artikel 195 van het Gemeentedecreet; 6 presentiegelden ontvangen als lid van bestuursorganen van rechtspersonen als vermeld in artikel 188 van het Provinciedecreet; 7 presentiegelden ontvangen als lid van bestuursorganen van rechtspersonen als vermeld in titel VIII.. B. Het derde lid wordt geschrapt. Met betrekking tot het tweede lid van 4 wordt thans een exhaustieve opsomming gegeven van wat dient te worden begrepen onder de vergoedingen, wedden en presentiegelden die voortvloeien uit de uitoefening van een openbaar mandaat, een openbare functie of een openbaar ambt van politieke aard. Het derde lid kan worden geschrapt, omdat aan deze verplichting tot aangifte van mandaten al wordt voldaan door de bepaling van de gewone en de bijzondere wet van 2 mei 1995 en de gewone en de bijzondere wet van 26 juni 2004. Deze wetten werden gewijzigd door de bijzondere en gewone wetten van 3 juni 2007. In deze wetten wordt bepaald dat het onder andere voor alle gemeentelijke uitvoerende mandatarissen verplicht is aangifte te doen bij het Rekenhof van de mandaten die zij uitoefenen. AMENDEMENT Nr. 142 Artikel 69 In artikel 69, 1, de woorden gemeenteraadskiezers van een Vlaamse gemeente vervangen door de woorden personen die de volle leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en die legaal binnen de Europese Unie verblijven. Deze wijziging heeft zich opgedrongen naar aanleiding van de bemerkingen van de Raad van State (advies 45.195/3 (Stuk 1946 (2008-2009) Nr. 1) bij het voorontwerp van decreet tot wijziging van het Gemeentedecreet. De Raad stelde zich vragen bij deze bepaling in het licht van het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel en non-discriminatiebeginsel. De vertrouwenspersoon dient in de eerste plaats het vertrouwen te hebben en hij staat de mandataris bij omwille van zijn handicap, eerder dan inhoudelijk.

6 AMENDEMENT Nr. 143 en mevrouwlaurence Libert Artikel 80 In artikel 80 de volgende wijzigingen aanbrengen: A. In 2, het derde lid vervangen door wat volgt: In geval van gewettigde afwezigheid kunnen de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en de financieel beheerder, onder hun eigen verantwoordelijkheid, binnen drie dagen voorzien in hun vervanging en daartoe, voor een periode van maximaal zestig dagen, een door de raad voor maatschappelijk welzijn erkende plaatsvervanger aanstellen. Die maatregel kan voor eenzelfde afwezigheid eenmaal worden verlengd.. B. In 3, het woord zestig vervangen door het woord honderdtwintig. Dertig dagen wordt zestig dagen in 2 en deze termijn is eenmaal verlengbaar, waardoor dit totaal komt op 120 dagen, m.a.w. ook 3 dient gewijzigd. AMENDEMENT Nr. 144 Marnic De Meulemeester en Jan Verfaillie, en de heren Artikel 91 In artikel 91, punt 4 vervangen door wat volgt: 4 met behoud van de toepassing van artikel 99, 3, het thesauriebeheer.. Er wordt gepreciseerd dat de financieel beheerder onder meer instaat voor het thesauriebeheer; voor de kassen is, conform artikel 99, 3, de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en de personen die hij ermee belast heeft verantwoordelijk. De financieel beheerder kan niet belast worden met de kasfunctie. AMENDEMENT Nr. 145 en Artikel 99 Aan artikel 99, een 3 toevoegen, die luidt als volgt: 3. De secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kan, na eensluidend advies van de financieel beheerder, de kasverrichtingen opdragen aan een of meer personeelsleden van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. De betrokken personeelsleden kunnen de aan hen toevertrouwde bevoegdheden niet weigeren als hun functieomschrijving erin voorziet. Het personeelslid of de personeelsleden belast met de kas beschikken onder de voorwaarden bepaald in het interne controlesysteem over de bevoegdheid om geld af te halen van de door de financieel beheerder aangewezen rekening of rekeningen als het interne controlesysteem in deze mogelijkheid heeft voorzien.. Het is de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn die onder zijn verantwoordelijkheid een of meer personeelsleden aanduidt die belast zijn met de kasverrichtingen. De personeelsleden belast met de kas werken onder het gezag (in zijn sterkste vorm) van de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn; de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn geeft dus duidelijke richtlijnen en blijft alleszins verantwoordelijk voor het geheel tenzij de personeelsleden zich niet houden aan de instructies van de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Voortaan zal de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de personeelsleden die belast worden met de kas, via het interne con-

7 Stuk 1701 (2007-2008) Nr. 8 trolesysteem aanduiden. Er wordt nu uitdrukkelijk bepaald dat de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn hierbij de functiescheiding moet respecteren en rekening moet houden met de goede werking van de dienst. De financieel beheerder kan niet belast worden met de kas. Dit amendement hangt samen met het amendement betreffende artikel 165 van het ontwerp. AMENDEMENT Nr. 146 Artikel 103 In artikel 103, 4, het tweede lid schrappen. De raad voor maatschappelijk welzijn kan de uitoefening van die bevoegdheid toevertrouwen aan het vast bureau en aan de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, behalve voor de functies van secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, van financieel beheerder en van ombudsman. In voorkomend geval kan het vast bureau of de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn die gedelegeerde bevoegdheid niet toevertrouwen aan andere personeelsleden van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.. De aanstelling van een ombudsman is een voorbehouden bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn en kan derhalve niet gedelegeerd worden door de raad voor maatschappelijk welzijn. Zie in dat verband ook het amendement op artikel 52, waar alle voorbehouden bevoegdheden zijn opgesomd. De beperking dat het kabinetspersoneel niet deeltijds kan werken in de overige diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, levert vooral in (kleinere) centrumsteden problemen op. In die besturen doen uitvoerende mandatarissen vaak beroep op een halftijds kabinetslid dat verder halftijds werkt binnen de administratieve diensten van het desbetreffende bestuur. Het instellen van een verbod om beide te combineren maakt het voor de mandatarissen van openbare centra voor maatschappelijk welzijn van onder andere de centrumsteden moeilijker om kabinetspersoneel aan te trekken. AMENDEMENT Nr. 147 Artikel 105 Het tweede lid vervangen door wat volgt: AMENDEMENT Nr. 148 Artikel 105 Een vijfde lid toevoegen, dat luidt als volgt: Bij eventuele delegatie van deze bevoegdheid aan de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kan deze laatste de bevoegdheid verder delegeren aan een van de leden van het managementteam, vermeld in artikel 95, tweede lid.. Hierdoor wordt het mogelijk gemaakt dat de eedaflegging door de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn verder wordt gedelegeerd aan de leden van het managementteam.

8 AMENDEMENT Nr. 149 Artikel 114 Het tweede lid vervangen door wat volgt: De secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, de financieel beheerder en de ombudsman worden echter geëvalueerd door de raad voor maatschappelijk welzijn. De evaluatie vindt plaats op basis van een voorbereidend rapport, opgesteld door externe deskundigen in het personeelsbeleid, en op basis van een verslag van het vast bureau of van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn als er geen vast bureau werd opgericht. Voormeld rapport en voormeld verslag zijn niet vereist bij de evaluatie van de ombudsman. Bij staking van stemmen wordt het betrokken personeelslid geacht te voldoen.. worden mits de raad voor maatschappelijk welzijn of het vast bureau beslissen de noodzakelijke verhoging van het betrokken krediet op te nemen in de eerstvolgende budgetwijziging.. Dit lid zorgt er voor dat een opdracht van aanneming van werken, leveringen of diensten bij de raadpleging van mededinging niet moet stopgezet worden wegens onvoldoende krediet. De raad voor maatschappelijk welzijn of het vast bureau, afhankelijk van wie bevoegd is, moet dit wel bij het vaststellen van de voorwaarden en de wijze van gunnen van de opdracht, bepaald hebben. Als voorwaarde voor het toewijzen van de opdracht is gesteld dat de raad voor maatschappelijk welzijn of het vast bureau moeten beslissen de noodzakelijke verhoging van het betrokken krediet op te nemen in de eerstvolgende budgetwijziging. Er dient opgemerkt te worden dat deze budgetwijziging wel moet gebeuren in het lopende financiële boekjaar en dat dit niet meer kan in het volgende financiële boekjaar. Voor een goed begrip wordt verduidelijkt dat het visum van de financieel beheerder slechts vereist is bij het aangetekend op de hoogte brengen van de toewijzing, bij de gunning dus. Deze wijziging dringt zich op ingevolge de overige wijzigingen in het decreet m.b.t. de ombudsman. In dit artikel wordt tevens de onafhankelijkheid van de ombudsman gewaarborgd (conform het Gemeentedecreet). AMENDEMENT Nr. 151 AMENDEMENT Nr. 150 Marnic De Meulemeester en Jan Verfaillie, en de heren Artikel 162 Aan 1, een nieuw lid toevoegen, dat luidt als volgt: Bij het vaststellen van de voorwaarden en de wijze van gunnen, kunnen de raad voor maatschappelijk welzijn of het vast bureau bepalen dat indien een opdracht van aanneming van werken, leveringen of diensten waarvoor de raming paste binnen het voorziene budget, bij raadpleging van de mededinging het voorziene budget blijkt te overschrijden, de opdracht kan toegewezen Artikel 165 A. In 1, het derde lid vervangen door wat volgt: Onverminderd de bevoegdheid van de personeelsleden, vermeld in artikel 99, 3, blijft de financieel beheerder bevoegd voor het verlenen van kwijting.. B. In 1, het vierde lid vervangen door wat volgt: Onverminderd de aansprakelijkheid van de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn zijn eveneens de personeelsleden, vermeld in dit artikel, en de personeelsleden belast met de kas, rekenplichtig binnen de grenzen van de aan hen toevertrouwde bevoegdheid.. C. In 1 wordt het vijfde lid opgeheven.

9 Stuk 1701 (2007-2008) Nr. 8 Wat betreft punt 1 is het, niettegenstaande een personeelslid aangeduid door de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn instaat voor de kasverrichtingen, de financieel beheerder die kwijting verleent. Dat is een logisch gevolg van de verantwoordelijkheid van de financieel beheerder inzake het debiteurenbeheer. De rekenplichtige zal via een ontvangstbewijs bevestigen dat hij de bedragen aan de kas ontvangen heeft. De rekenplichtige kan echter niet in de plaats van de financieel beheerder beslissen om kwijting te geven. Hij zal wel melding moeten maken van de wil van de debiteur en zal in de mate van het mogelijke aan de financieel beheerder aangeven welke vordering bij de betaling betrokken is. Wat betreft punt 2 geldt, voor zover de aansprakelijkheid van de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn niet speelt (cf. hiervoor verantwoording bij het amendement van artikel 99), de rekenplichtigheid van de personeelsleden belast met de kas. Er wordt specifiek gekozen voor de term onverminderd omdat die verder gaat dan de woorden met behoud van de toepassing van. Naar aanleiding van de bemerking van de Raad van State in zijn advies 45.195/3 (stuk 1946/1 (2008-2009) Nr. 1) kan de financieel beheerder om reden van functiescheiding niet met de kas belast worden. Wat betreft punt 3 wordt het vijfde lid van artikel 165, 1, opgevangen door het tweede lid en door het nieuwe vierde lid. AMENDEMENT Nr. 152 Artikel 170 A. In 1, vierde lid, het woord vastgesteld vervangen door de woorden vastgesteld dat te wijten is aan onregelmatigheden. B. 2 vervangen door wat volgt: 2. De raad voor maatschappelijk welzijn wijst een personeelslid aan dat belast wordt met de verificatie van de kas van de rekenplichtigen, vermeld in artikel 165, in geval van een overschot of een tekort dat toe te schrijven is aan diefstal of verlies. Het betrokken personeelslid kan de aan hem gedelegeerde bevoegdheid niet weigeren als zijn functieomschrijving erin voorziet. Het interne controlesysteem bepaalt de gevallen waarin het personeelslid, aangewezen door de raad voor maatschappelijk welzijn, moet overgaan tot verificatie van de kas van de rekenplichtigen, bedoeld in artikel 165. Van zijn bevindingen wordt een proces-verbaal gemaakt dat aan de raad voor maatschappelijk welzijn, de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, aan het betrokken personeelslid en, in geval van onregelmatigheden, aan de provinciegouverneur wordt bezorgd. Dat proces-verbaal wordt zowel door het verantwoordelijke personeelslid als door het personeelslid, aangewezen door de raad voor maatschappelijk welzijn, ondertekend. Het personeelslid aangewezen door de raad voor maatschappelijk welzijn bezorgt, in geval van onregelmatigheden, een afschrift van het proces-verbaal aan de externe auditcommissie. De externe auditcommissie stelt, in geval van onregelmatigheden, een aanvullend rapport op, met onder meer de omstandigheden en de bewarende maatregelen die de betrokken rekenplichtige heeft genomen, en de aanbevelingen betreffende de vereffening van het tekort. Het aanvullende rapport wordt uiterlijk tien dagen na de ontvangst van het proces-verbaal samen met dat proces-verbaal bezorgd aan de provinciegouverneur, de raad voor maatschappelijk welzijn en aan de betrokken rekenplichtigen, vermeld in artikel 165.. C. In 3, eerste lid, de woorden Als verificatie uitwijst dat er een kastekort is, vervangen door de woorden Als verificatie uitwijst dat het kastekort te wijten is aan onregelmatigheden,. Dit artikel werd aangepast overeenkomstig artikel 101 van het ontwerp van decreet tot wijziging van het Gemeentedecreet. Het is, net zoals in het Gemeentedecreet, enkel in geval van tekort te wijten aan een onregelmatigheid dat er een aanvullend rapport van de verificatie wordt opgesteld. Met onregelmatigheden wordt bedoeld dat er aanwijzingen zijn dat de kassa niet beheerd is als een goede huisvader. Het openlaten van de kluis, het slordig omspringen met de ontvangstbewijzen, het onvoldoende controleren van de kassa zijn hiervan enkele niet-limitatieve voorbeelden.

10 Om de rekenplichtige de mogelijkheid te geven zich te verdedigen, is het aangewezen dat in het proces-verbaal van verificatie niet alleen de opmerkingen van het personeelslid, aangewezen door de raad voor maatschappelijk welzijn, maar ook die van de rekenplichtige worden opgenomen. De rekenplichtige kan dus indien hij dat wenst zijn versie van de feiten vermelden op het proces-verbaal. Dat is trouwens de reden waarom is bepaald dat hij ook het proces-verbaal moet ondertekenen. Hij moet indien hij dat wenst gehoord worden. AMENDEMENT Nr. 153 Artikel 176 In 2, tweede lid, de woorden van de door de raad voor maatschappelijk welzijn aangestelde rekenplichtigen vervangen door de woorden de rekenplichtigen, vermeld in artikel 165,. Deze wijziging brengt artikel 176, 2, tweede lid, in overeenstemming met de wijzing aangebracht door het amendement op artikel 165. Het is immers de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn die ingevolge de amendementen op artikelen 99 en 165 de personen aanduidt die met de kasfunctie zijn belast. 4 in het kader van een intergemeentelijk samenwerkingsverband als bepaald in het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;. In het Gemeentedecreet werd de keuze gemaakt om voor de oprichting van een ombudsdienst alle samenwerkingsverbanden mogelijk te maken. In dit verband wordt deze keuze ook doorgetrokken naar de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. AMENDEMENT Nr. 155 Artikel 262 Aan het tweede lid, een zin toevoegen die luidt als volgt: Indien de beroepsmogelijkheid bij de Raad van State niet wordt vermeld, neemt de verjaringstermijn een aanvang vier maanden nadat de betrokkene in kennis werd gesteld van de akte of van de beslissing met individuele strekking.. AMENDEMENT Nr. 154 De tekst dient aangepast n.a.v. het advies van de Raad van State (advies 45.195/3) m.b.t. het Gemeentedecreet (punt 11) gelet op de strijdigheid met artikel 19, tweede lid, van de gecoordineerde wetten op de Raad van State, laatst gewijzigd bij de wet van 15 september 2006 tot hervorming van de Raad van State en tot oprichting van een Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Artikel 204 Punt 4 vervangen door wat volgt:

11 Stuk 1701 (2007-2008) Nr. 8 AMENDEMENT Nr. 156 Artikel 285 A. In 2, eerste lid, de woorden Artikel 165 vervangen door de woorden Artikelen 5, 2, tweede lid, 75, 3, 4 en 5, 79, 99, 3, 165. B. In 2, tweede lid, tussen de woorden van inwerkingtreding van artikel en het woord 165 de woorden 99, 3, en invoegen. Dit amendement is ondermeer noodzakelijk ingevolge het amendement op artikel 99.