houdende wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, wat de opcentiemen op de onroerende voorheffing betreft

Vergelijkbare documenten
Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

houdende diverse fiscale bepalingen Tekst aangenomen door de commissie

gemeenteraad GOEDGEKEURD Samenstelling:

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid

nr. 279 van WILLEM-FREDERIK SCHILTZ datum: 5 juni 2018 aan BART TOMMELEIN Onroerende voorheffing - Inkomsten en vrijstellingen

van Rik Daems, Jos Lantmeeters, Koen Van den Heuvel, Nadia Sminate, Peter Van Rompuy en Matthias Diependaele

Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft directe lijnen en directe leidingen

tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten

Ontwerp van decreet. houdende diverse fiscale en financiële bepalingen. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering

VR DOC.0712/2

ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008 TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

Brus sel, 19 mei Mijn heer de mi nis ter-pre si dent,

houdende diverse financiële bepalingen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013;

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het voorstel van decreet. houdende de nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning

houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2016

VR DOC.0121/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Ontwerp van decreet ( ) Nr. 5 4 juli 2012 ( ) stuk ingediend op

MEMORIE VAN TOELICHTING

over de samenstelling van de kabinetten van de Vlaamse ministers

ONTWERP VAN DECREET. houdende de verlaging van het tarief van het verkooprecht voor beroepspersonen. Stuk 1823 ( ) Nr. 1.

Ontwerpbesluitenbundel Zitting van 20 september _AlgCom_00015 Gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel , ingevoegd bij het decreet van 16 november 2018;

betreffende de Vlaamse openbare statistieken

VR DOC.0453/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

MEMORIE VAN TOELICHTING

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015

Agenda en beknopte toelichting zitting gemeenteraad op 12/10/2017

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 28, 1, eerste lid;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen.

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

Om hun beleid te kunnen voeren dienen de provincies over de nodige financiële middelen te kunnen beschikken.

VR DOC.1358/2BIS

van de heren Dirk Van Mechelen, Jan Peumans, Koen Van den Heuvel, Ludo Sannen, Filip Watteeuw en Lode Vereeck

Instelling. Onderwerp. Datum

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

Amendementen. op het ontwerp van decreet

Stuk 1328 ( ) Nr. 1. Zitting februari 1999 ONTWERP VAN DECREET

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

houdende de invoering van een nieuwe regeling voor de financiering van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel , ingevoegd bij het decreet van (datum decreet directe leidingen);

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten

nr. 337 van MATTHIAS DIEPENDAELE datum: 18 juli 2016 aan BART TOMMELEIN Inning gewestbelastingen - Stand van zaken

Advies. Verplicht outplacement - Sanctie. Brussel, 30 oktober 2017

Voorstel van decreet ( ) Nr maart 2017 ( ) ingediend op

Op voorstel van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie;

van Cathy Coudyser, Karin Brouwers, Marnic De Meulemeester, Jan Van Esbroeck, Johan Verstreken en Bart Caron

Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, , Art. 144/2, Art. 200, Art en Bijlage IIbis

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie en de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Non bis in idem bij belasting op verkrotting. tussen het Vlaamse Gewest en de gemeenten

over het ontwerp van decreet houdende de wijziging van het decreet van 8 november 2002 houdende de oprichting van de v.z.w.

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004 AMENDEMENTEN. Stuk 1948 ( ) Nr.

Instelling. Onderwerp. Datum

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 15, 7, vervangen door het decreet van 21 maart 2014;

Gemeenteraad van 21 november 2017 Toelichting bij de agenda

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het voorstel van decreet

VR DOC.0673/1

houdende invoering van een aankoop- en hypotheekpremie ter vervanging van het abattement en het bij-abattement

Omzendbrief VLABEL/2008.1

VR DOC.0035/1

MEMORIE VAN TOELICHTING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 januari 2017;

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, 2;

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Vlaamse fiscaliteit met betrekking tot woningen. Departement Financiën en Begroting

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2014

VR DOC.0252/1BIS

Voorstel van bijzonder decreet. houdende de organisatie van volksraadplegingen in het Vlaamse Gewest

houdende wijziging van het decreet van 3 mei 2013 betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr. 8 6 juli 2011 ( ) stuk ingediend op

VR DOC.1079/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

Hof van Cassatie van België

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, 2;

houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2012

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

VR DOC.1285/2TER

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies nummer 06/04 van de Vlaamse Jeugdraad, gegeven op 1 februari 2006;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

houdende het niet aanpassen van de huurprijs aan de kosten van het levensonderhoud

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet. houdende diverse bepalingen in de beleidsvelden cultuur en jeugd

op het ontwerp van decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013

Transcriptie:

ingediend op 1187 (2016-2017) Nr. 1 30 mei 2017 (2016-2017) Voorstel van decreet van Willem-Frederik Schiltz, Matthias Diependaele, Peter Van Rompuy, Jos Lantmeeters, Jenne De Potter en Paul Cordy houdende wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, wat de opcentiemen op de onroerende voorheffing betreft verzendcode: FIN

2 1187 (2016-2017) Nr. 1 TOELICHTING Met dit voorstel van decreet willen de indieners een vangnet bieden aan gemeenten en provincies die door welke omstandigheden dan ook de uiterste data voor het vaststellen en meedelen van de opcentiemen op de onroerende voorheffing niet hebben nageleefd. Die uiterste data worden vermeld in artikel 3.1.0.0.4, 2, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) van 13 december 2013: de bevoegde raad stelt de opcentiemen uiterlijk op 31 januari van het aanslagjaar vast en de gemeenten hebben tot 1 maart van het daaropvolgende jaar de tijd om ze aan de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) mee te delen. In de praktijk wordt vastgesteld dat gemeenten die data soms door uitzonderlijke omstandigheden niet kunnen naleven. Het vangnet zorgt ervoor dat, als de gemeentelijke of provinciale opcentiemen voor de onroerende voorheffing niet tijdig zijn vastgesteld of meegedeeld, VLABEL bovenop de gewestelijke basisheffing, opcentiemen zal heffen en innen die voor de lokale overheid in kwestie gelijk zijn aan de opcentiemen van het voorafgaande aanslagjaar. Het voorliggende decretale vangnet is onontbeerlijk. De opcentiemen op de onroerende voorheffing vormen immers voor de lokale besturen een aanzienlijk deel van hun begroting. Als ze door omstandigheden de data van vaststelling of mededeling niet hebben nageleefd of niet hebben kunnen naleven, dreigt bij gebrek aan die inkomsten de continuïteit van de dienstverlening in het gedrang te komen. Het niet naleven van een eenvoudige administratieve formaliteit kan op die manier buitenproportionele gevolgen krijgen. Dit decretale vangnet voor de onroerende voorheffing is vergelijkbaar met het federale wettelijke vangnet dat vandaag al bestaat voor de opcentiemen op de personenbelasting, op basis van artikel 468, vierde lid, laatste zin, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992. Daarbij moet wel nog worden gewezen op een andere recente decretale wijziging. Het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies bepaalt voor de onroerende voorheffing vanaf aanslagjaar 2018: een hoger gewestelijk basistarief; een verplichting voor de gemeenten om de opcentiemen te verlagen zodat de opbrengsten gelijk blijven; een maximum voor de opcentiemen die de provincies innen. Artikel 31 van het voormelde decreet heeft met dat doel een paragraaf 2 en 3 toegevoegd aan artikel 2.1.4.0.2 van de VCF. Die verplichtingen blijven onverminderd van toepassing, zowel voor de gemeenten als voor de provincies. Als de situatie die het onderwerp van het voorliggende voorstel van decreet uitmaakt, zich voordoet voor het aanslagjaar waarin artikel 31 van het voormelde decreet in werking treedt, betekent dat concreet dat VLABEL ervan zal uitgaan dat het bestuur in kwestie die al geldende decretale voorschriften heeft nageleefd. De inschrijving in het kohier en de inning van opcentiemen die niet beantwoorden aan die vereisten, zouden immers strijdig zijn met de al bestaande decretale bepalingen uit de VCF. Dat zou tot onwenselijke gevolgen kunnen leiden, zowel voor het Vlaamse Gewest en het lokale bestuur in kwestie, als voor de belastingplichtigen. 1011 Brussel 02/552.11.11 www.vlaamsparlement.be

1187 (2016-2017) Nr. 1 3 De gemeentelijke of provinciale autonomie wordt met de ontworpen bepaling niet geschonden aangezien ze alleen van toepassing zal zijn als een lokale overheid haar opcentiemen niet (tijdig) heeft vastgesteld of heeft kunnen vaststellen. Het beoogde vangnet geldt vanaf het aanslagjaar 2017 en heeft dus een beperkte terugwerkende kracht, die wordt verantwoord door de noodzaak ervan voor de goede werking van de lokale overheidsdiensten. Die terugwerkende kracht tast in geen geval de rechtszekerheid van de burger aan aangezien de belastingaanslagen voor de onroerende voorheffing ten vroegste vanaf mei 2017 kunnen worden uitgestuurd voor het aanslagjaar 2017. Ze tast evenmin verkregen rechten aan. Het Vlaamse Gewest is bevoegd om een dergelijk vangnet decretaal op te zetten. De maatregel behoort immers tot de taken van de belastingdienst, waarvoor het Vlaamse Gewest bevoegd is. Artikel 3.1.0.0.4, 1, van de VCF bepaalt immers: Als er met toepassing van de bepalingen van deze codex opcentiemen of een opdeciem worden geheven, worden die, samen met de belasting zelf, geïnd door de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie.. Dankzij het vangnet dat bij dit voorstel van decreet wordt uitgewerkt, zal de Vlaamse Belastingdienst de processen van de inning van de onroerende voorheffing met de daarbij behorende gemeentelijke opcentiemen ononderbroken kunnen voortzetten. De procedure voor de inschrijving in het kohier en de inning van de lokale opcentiemen hoeft daardoor niet te worden onderbroken voor besturen die in gebreke zijn gebleven. Voorts kan ook verwezen worden naar de argumentatie, voor zover ze ook op gemeenten van toepassing is, in de memorie van toelichting bij het decreet houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies van 18 november 2016. Mocht evenwel aangenomen worden dat er een beroep moet worden gedaan op impliciete bevoegdheden, dan moeten de volgende drie voorwaarden vervuld zijn: 1 de aangelegenheid leent zich tot een gedifferentieerde regeling; 2 de weerslag op de bevoegdheidsuitoefening door de principieel bevoegde overheid (per hypothese de federale overheid) is maar marginaal; 3 de maatregel kan als noodzakelijk worden beschouwd voor de uitoefening van de bevoegdheden van het gewest. Voor de eerste voorwaarde kan aangenomen worden dat de aangelegenheid in kwestie zich inderdaad leent tot een gedifferentieerde regeling. De aangelegenheid behoeft immers uit haar aard zelf geen uniforme regeling. Het is perfect mogelijk dat andere gewesten tot een andere oplossing komen. Dat de weerslag op de federale overheid marginaal is, blijkt uit het feit dat de Vlaamse Regering niet wil ingrijpen op de totaliteit van de gemeentelijke fiscaliteit. De voorgenomen decretale wijzigingen zijn duidelijk afgelijnd en beperkt tot de opcentiemen op de onroerende voorheffing, en dan nog tot de uitzonderlijke individuele situatie waarbij een gemeenteraad, meestal naar aanleiding van een bestuurscrisis of een administratieve vergissing, geen opcentiemen vaststelt of ze laattijdig bezorgt. Dat laat de federale bevoegdheid verder onverlet.

4 1187 (2016-2017) Nr. 1 Gelet op de budgettaire impact en de zware consequenties voor de gemeenten als ze geen opcentiemen op de onroerende voorheffing kunnen innen, kan alleen worden besloten dat het hier om een noodzakelijk vangnet gaat, dat niet alleen onmisbaar is voor de goede werking van de gemeenten, maar ook noodzakelijk is voor het Vlaamse Gewest om de procedure van de inning van de opcentiemen voor de gemeenten in kwestie ononderbroken te kunnen laten verlopen. Zonder een dergelijke maatregel kan het Vlaamse Gewest als bevoegde overheid de opcentiemen niet rechtsgeldig innen. Willem-Frederik SCHILTZ Matthias DIEPENDAELE Peter VAN ROMPUY Jos LANTMEETERS Jenne DE POTTER Paul CORDY

1187 (2016-2017) Nr. 1 5 VOORSTEL VAN DECREET Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Art. 2. Aan artikel 3.1.0.0.4, 2, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: Als de provincie-, agglomeratie- of gemeenteraad de opcentiemen op de onroerende voorheffing niet heeft vastgesteld of als een van de data of beide data, vermeld in het eerste lid, werden overschreden, zal de onroerende voorheffing worden gevestigd met toepassing van de opcentiemen die voor de provincie, gemeente of agglomeratie in kwestie van toepassing waren voor het voorafgaande aanslagjaar.. Art. 3. Aan artikel 3.1.0.0.4, 2, van hetzelfde decreet wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: Voor de toepassing van het tweede lid wordt uitgegaan van de naleving van de verplichtingen, vermeld in artikel 2.1.4.0.2, 2 en 3.. Art. 4. Artikel 2 heeft uitwerking met ingang van het aanslagjaar 2017. Art. 5. Artikel 3 treedt in werking vanaf het aanslagjaar 2018. Willem-Frederik SCHILTZ Matthias DIEPENDAELE Peter VAN ROMPUY Jos LANTMEETERS Jenne DE POTTER Paul CORDY