Originele handleiding/vertaling van originele handleiding. 28" City Aluminium Pedelec (elektrische fiets) AHE014-5101SW PEDELEC



Vergelijkbare documenten
HANDLEIDING HAARSTIJLSET HS2N

HANDLEIDING ALTEC FIETSEN

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage.

Montagehandleiding. Categorie Mountainbike

Überspannungsleiste ALDI NL_ BA_Überspann. Handleiding 6-voudige contactdoos met overspannings- en bliksembeveiliging

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage.

Montagehandleiding Mountainbike

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Montagehandleiding racefiets

Montagehandleiding. Categorie Omafietsen

Wij wensen u veel fietsplezier!

Montagehandleiding. Categorie Stadsfietsen

FLYER C-SERIE, T-SERIE, RS-SERIE, FLOGO, PLUTO, TANDEM

Montagehandleiding. Categorie Transportfietsen

Montagehandleiding Trekking- / City- / Hybride fiets

WHP1

HANDLEIDING KOFFIEMOLEN KM1N

Handleiding. Breeze. Elektrische fiets

Fold-E Gebruikshandleiding

HANDLEIDING CITRUSPERS CP2N

Handleiding voor E-conomic elektrische fiets

Gebruikersinstructies LED display, accu en lader voor handbikes uitgevoerd met elektrische ondersteuning

FMHmotor Ombouwset elektrische fiets Installatie handleiding voorwielmotor

Gebruiksaanwijzing Loophulp

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

HANDLEIDING TEMPO / TEMPO+ TRANZX PST

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Vriendelijke bedankt voor de aanschaf van de NRGBike loopfiets. We hopen dat het u verder brengt!

Gebruikershandleiding Peugeot CE22, CE33, CE141, CE132, CE122, CE151, CE101, CE111

Handleiding Girandola kinderfietsen 12, 14, 16

Theoretische toets - WerkPortfolio Mijn Fiets Antwoorden

Installation instructions, accessories. Sneeuwkettingen. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden. Pagina 1 / 15 R

HANDLEIDING MULTIFUNCTIONELE CONTACTGRILL PRIMO-PG1N

EM1N

Universele Werklamp GT-AL-02

I N S T R U C T I E B O E K J E

GEBRUIKERSHANDLEIDING E4B OMBOUWSET

1. Batterijpakket Onderdelen. Kabeltas. Batterijtas Laderstekker. Sleutels (2 stuks) Lader. Batterijstekker F B

INHOUDSOPGAVE. Voetenplaat. Monteren van de adapterplaat 1:1 6:1. Spatborden Taxifixatieset

IB2-N

FIE MON T SEN TAGEH ANDLEIDIN

Gebruikershandleiding Inhoud

Garantievoorwaarden Popal Cangoo modellen:

GebruikS- en servicevoorschriften

Make up spiegel met LED verlichting (1x/5x)

Handleiding. Proficiat! U heeft zojuist een Venturelli elektrische plooifiets. gekocht! Met deze fiets kan u (her)ontdekken hoe aangenaam

Handleiding montage fiets

MONTAGEHANDLEIDING FIETSEN

Gefeliciteerd met uw nieuwe Brinckers fiets!

Handleiding Gebruiker Aandrijving Quattrocycle

Gebruiksaanwijzing kort

STIHL AP 100, 200, 300. Veiligheidsinstructies

HANDLEIDING. cycloon stofzuiger zonder stofzak VC6N

De technische handleiding voor de vakhandel

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing

Fietsworkshop Opkikker 2016

HANDLEIDING 2013 SP12 NCX geveerde zadelpen V2.1

Remschijfnaaf voor wegfiets

100% Rijklaar. De montagehandleiding voor het rijklaar maken van je fiets + onderhoudstips.

Fig Veiligheid

Caliper rem met dubbel scharnierpunt

Powerpack. gebruikshandleiding

Team Popal Fietsen Nederland

Vlak pedaal. Dealerhandleiding DEORE XT PD-M8040 SAINT PD-MX80 PD-M828. Geen Serie PD-GR500. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets DM-PD

HANDLEIDING ELEKTRISCHE ONDERDEKEN ED1N

6. Remmen. 6.1 Schijfremmen. Algemene instructies bij schijfremmen

FC-M820 / FC-M825 SM-BB71 / SM-CR82

SLADDA fietsframe riemaandrijving

Inhoudsopgave Pedelec-handleiding Inhoud Pedelec

STIGA PARK 107 M HD

Florø. Inhoudsopgave

1. Lader Onderdelen. Lader Contactpunt. Bedieningsdisplay. Groen indicatielampje Stekker

N.B.: Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het voertuig in gebruik neemt. Bewaar deze handleiding zorgvuldig.

STIHL AK 10, 20, 30. Veiligheidsinstructies

DM-SL (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Schakelversteller. RAPIDFIRE Plus 11-speed SL-RS700

Handleiding Euroflex Basic & Classic

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

Gezichtsreiniger set TB HANDLEIDING

Inhoud. 2 Easywalker june maxi cosi autostoel adapter 3 Maxi cosi autostoel adapter 3 Autostoel 4 Onderhoud 4 Garantiebepalingen NL - 1

STIHL AK 10, 20, 30. Veiligheidsinstructies

BBRAAVVOK. Ezelsbruggetje


CI2-N

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

Dealerhandleiding. WEG MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Schakelversteller METREA SL-U5000

Printed: Doc-Nr: PUB / / 000 / 00

Handleiding MultiMotion Trollimaster

Accu en oplader instructies: Eigen bedrijfsgegevens

Reinigen en conserveren 11 Inspecteren 12

Gebruiksaanwijzing kort

Gebruiksaanwijzing B'eBike 5

HANDLEIDING. heet water apparaat HW1N

Gebruikershandleiding Elektrische Babboe Big

Transcriptie:

Originele handleiding/vertaling van originele handleiding ecult 28" City Aluminium Pedelec (elektrische fiets) ULT AHE014-5101SW PEDELEC Voor het eerste gebruik Technische gegevens - Onderdelen - Tips en trucs

Deze symbolen wijzen u op belangrijke informatie: Let op, waarschuwing, hier gaat het om uw veiligheid!!! Aanwijzingen altijd opvolgen. Geef deze waarschuwingen ook door aan andere gebruikers van uw fiets. Bij niet-naleving wordt elke garantie of aansprakelijkheid van de hand gewezen. Tips/trucs en hulp Neem contact op met de klantenservice (zie bijgevoegd document 'Service Hotline') of ga naar een fietsenmaker. Meegeleverde documenten Lees de meegeleverde documentatie en productinformatie van de fabrikant en de geleverde informatie op hun websites zorgvuldig.

Voorwoord Geachte klant, We feliciteren u met uw nieuwe fiets. U hebt gekozen voor uitstekende kwaliteit - kwaliteit die zich onderscheidt door de zorgvuldig geselecteerde onderdelen en door de modernste technologie voor de bouw van het frame. Op de volgende pagina's vindt u een beschrijving van de technische details van uw fiets. U krijgt de nodige tips en trucs voor onderhoud en verzorging, alsmede belangrijke aanwijzingen voor uw persoonlijke veiligheid om ongevallen en schade aan de fiets te voorkomen. We wensen u veel rijplezier. Let op! Lees deze handleiding (deel 1 tot en met 3) zorgvuldig want bij niet-naleving van de instructies wijzen wij elke garantie of aansprakelijkheid van de hand! Neem bij twijfel, problemen of vragen altijd contact op met onze hotline of een vakman! De instructies van de fabrikant van de onderdelen die - afhankelijk van de uitvoering - worden geleverd bij de fiets, zijn deel van deze handleiding. Vul de fietspas aan het einde van deze handleiding onmiddellijk in. Het framenummer vindt u alleen op de fiets, niet in de documentatie. Door correct gebruik van uw fiets kunt u het risico van persoonlijk letsel en materiële schade minimaliseren. We willen u erop wijzen dat wijzigingen in de toestand waarin de fiets is geleverd, tot gevolg kunnen hebben dat bepaalde functies niet meer werken en dat MIFA AG hiervoor geen aansprakelijkheid aanvaardt. Leef te allen tijde het verkeersreglement na. U bent verantwoordelijk voor het juiste onderhoud en het juiste gebruik van uw fiets. Door regelmatig onderhoud en goede verzorging van uw fiets zorgt u ervoor dat alle functies van de fiets goed blijven functioneren en dat u veilig aan het verkeer kunt deelnemen. Fietsen, in welke vorm dan ook, is niet zonder risico. Draag daarom altijd een passende en goed afgestelde helm. Alle merknamen zijn eigendom van de respectievelijke producenten. Wijzigingen op grond van technische vooruitgang zijn voorbehouden. Lees paragraaf Voor het eerste gebruik op pagina 3 voordat u voor de eerste keer op de fiets stapt. Voorwoord - 1

Index A Aandrijving/Versnellingen 19 Accu plaatsen en verwijderen 27 Afvoer 22 Algemene aanwijzingen voor gebruik en waarschuwingen Pedelec 24 Algemene aanwijzingen voor uw veiligheid 6-7 Accu opladen 26 Accu langere periode buiten gebruik 25 Accu opslag/onderhoud/transport 25 B Bagagedrager 14 Banden, verzorging en reparatie 11, 21 Bedieningspaneel Pedelec 27 Bereik van accu 24 C Crank 14, 19 D Display op stuur 27 Dynamo 16 E F Fietspas 29 G Garantie 8 I Index 2 K Ketting 8 Kettingspanning 20 L Lamp 16 Led-display op stuur 27 Licht 16 O Onderdelen van de fiets 13 Onderhoud en verzorging 10-12 Oplader/weergave van laadstatus 26 P Pedalen 20 Pedelec 23 R Recycling 22 Reiniging van de fiets 11 Remhendel, remmen 10, 17-18 S Sleutel 13 Slijtagedelen 9-10 Spaken 11 Stuur en voorbouw 15 T Technische gegevens 4 V V-brake 18 Veiligheid 3 Velgen 21 Verlichting 16 Versnelling 19 Versnellingen 11, 19 Voertuigreglement 5 Voor het eerste gebruik 3 Voorlamp 16 Voorwiel monteren en demonteren 28 Voorwoord 1 W Wiel vervangen 20, 28 Wielen 20 Z Zadel en zadelpen 14 Zekering 26 2 - Index

Voor het eerste gebruik/veiligheid Deel 1 Uw fiets is reeds gemonteerd. Voor het transport is het stuur 90 graden gedraaid en zijn de pedalen niet gemonteerd. Deze worden los meegeleverd. Rechtzetten van het stuur en montage van de pedalen kunt u eenvoudig en in een handomdraai uitvoeren (zie pagina 11, 15). Uw fiets is uiterst zorgvuldig gemonteerd en tijdens de productie en een afsluitende eindcontrole meerdere keren gecontroleerd. Daar tijdens transport en opslag kabels langer kunnen worden, schroeven en moeren los kunnen komen en zich andere schade kan voordoen, dient u voor het eerste gebruik van uw fiets de volgende controles uit te voeren en/of onderdelen af te stellen: Zadel instellen pagina 11 Stuur en voorbouw instellen pagina 11 Minimale insteekhoogte van zadel en voorbouw controleren pagina 11 Werking van verlichting en bel pagina 12/4 Remvermogen en afstelling van de remmen pagina 13/14 Werking van de versnelling (evt.. versnelling afstellen) pagina 15 Wielmoeren bevestigen pagina 16 Rondloop van de wielen pagina 16 Bandenspanning en conditie van de banden pagina 16-17 Controleren of cranks en trapas goed vastzitten pagina 9/15 Controleren of alle schroeven en moeren goed vastzitten (op aanhaalmomenten letten) pagina 3 Montage van pedalen pagina 15 De accu volledig opladen voor het eerste gebruik van de fiets pagina 21 Controleer de genoemde punten elke keer voordat u gaat fietsen. Stelschroeven op schakel- en remelementen zijn uitsluitend bestemd voor het afstellen van de versnellingen en de remmen. Meer informatie vindt u op de volgende pagina's en in de meegeleverde handleidingen van de fabrikant van het onderdeel. Vor der ersten Inbetriebnahme/Zu Ihrer Sicherheit/Technische Daten - 3

Deel 1 Technische gegevens Het toelaatbare totaalgewicht bestaat uit fiets + berijder + bagage, waarbij: Toelaatbaar totaalgewicht 150,0 kg Eigen gewicht fiets 27,0 kg Belading plus berijder 123,0 kg Laadvermogen bagagedrager zie opschrift op Bagagedrager Overige schroefverbindingen (min. waarden): M 4 M 5 M 6 M 8 M 10 2,5 Nm 4,5 Nm 7,5 Nm 17,0 Nm 30,0 Nm Verlichting (conform Voertuigreglement): Dynamo 6 V; 3 W Koplamp led 6 V; 2,4 W Achterlamp led 6 V; 0,6 W Aanhaalmomenten voor schroeven: Klembout voor voorbouw 15 Nm Stuur klemschroef 15 Nm Crank, aluminium 30-35 Nm Crank, staal 30 Nm Remblokjes 5-6 Nm Bevestigingsschroeven van remschijven 5-7 Nm Zadelklemring 8-12 Nm Zadelklem 18-22 Nm Pedalen 30 Nm Wielmoeren, voor 20-25 Nm Wielmoeren, achter 25-30 Nm Alle schroeven moeten bij het vastdraaien en/of aantrekken zorgvuldig worden behandeld. Als schroeven te krachtig worden aangetrokken, kunnen onderdelen beschadigd raken. Dit geldt niet voor de stelschroeven op het versnellingssysteem en de rem. Deze zijn uitsluitend bestemd om het onderdeel af te stellen. Accu Vermogen: 350 Wh/36,0 V/10 Ah afneembaar, oplaadbaar Type: Lithium-ion Model: ICR1865 Laadtijd: ca. 3,5-4,5 h, eerste keer laden min. 4 h Gewicht: 3.500 g Zekering: veiligheid voor zwakstroom 20 A/ 250 V Oplader Stroom: 220-240 V/50 Hz Laadtijd: ca. 3,5-4,5 h, Type: SSLC084V42 Motor Vermogen: Snelheid: Bereik: 250 W/36 V tot max. 25 km/h Trapbekrachtiging max. 50 km 4 - Technische gegevens

Voertuigreglement/Gebruik conform de bestemming Deel 1 De fiets is een verkeersmiddel dat moet voldoen aan wettelijke vereisten. Volgens het voertuigreglement moeten fietsen aan de volgende eisen voldoen. Fietsen moeten zijn voorzien van een goed werkende rem, een duidelijk hoorbare bel, voorlicht en achterlicht, witte of gele reflectoren aan de wielen, gele reflectoren aan de trappers. De fietsverlichting kan vast zijn aangebracht op de fiets, maar losse lampjes zijn ook toegestaan. Fietsen zonder de voorgeschreven uitrusting of met een defecte uitrusting mogen niet worden gebruikt in het openbare verkeer. Voor het ombouwen naar een versie voor straatverkeer zijn speciale ombouwsets verkrijgbaar. Voor sportfietsen met een gewicht dat niet hoger is dan 11 kg, gelden de volgende afwijkende bepalingen: koplamp en achterlamp mogen werken op batterijen. Ze hoeven niet vast op de fiets te zijn aangebracht, maar ze moeten worden meegenomen en als de lichtomstandigheden hierom vragen, worden bevestigd op de fiets of kleding. Het verkeersreglement zegt dat iedere deelnemer aan het openbare straatverkeer zich zodanig moet gedragen dat hij of zij geen gevaar of schade veroorzaakt voor anderen en niet meer hinder of overlast veroorzaakt dan gezien de omstandigheden onvermijdelijk is. Denk hier altijd aan tijdens het fietsen! U dient zich te houden aan de voorschriften van het verkeersreglement van het land waarin u met de fiets rijdt. Houd u aan de volgende algemene aanwijzingen voor gebruik conform de bestemming en uw veiligheid: Fietsen zonder straatuitrusting zijn op grond van het ontwerp en de uitvoering, met en zonder vering, een artikel voor amateursport en derhalve bestemd voor terreinrijden. Ze zijn niet geschikt voor 'downhill' (snel bergafwaarts in vrij terrein) en 'springen' (trappen, stoepranden en acrobatische oefeningen). Volgens het voertuigreglement mag de fiets zonder goed werkende rem, verlichting, reflectoren en bel niet deelnemen aan het straatverkeer. Gebruik is dan alleen toegestaan terzijde van openbare straten en wegen. Fietsen met straatuitrusting zijn op grond van het ontwerp en de uitvoering, met en zonder vering, bestemd voor gebruik op openbare straten en verharde wegen. De vereiste veiligheidsvoorzieningen zijn door de fabrikant meegeleverd bij de fiets. De gebruiker moet deze voorzieningen regelmatig controleren en indien nodig repareren. Voor elk gebruik dat verder gaat dan wat hierboven is beschreven, en/of het niet-naleven van de veiligheidstechnische aanwijzingen in deze handleiding en die van de fabrikanten, en voor de daaruit voortvloeiende schade is de fabrikant niet aansprakelijk. Dit geldt in het bijzonder bij - gebruik van de straatfiets in open terrein, - te zware belading (zie 'Technische gegevens', pagina 3), - niet volgens de voorschriften verhelpen van mankementen, - eigenhandig veranderingen of aanpassingen aanbrengen in de fiets zoals deze is geleverd. De fiets mag niet worden gebruikt voor commerciële doeleinden. Tot gebruik conform de bestemming hoort ook het opvolgen de aanwijzingen voor gebruik en onderhoud die in de gebruiksaanwijzing worden gegeven. Voertuigreglement/Gebruik conform de bestemming - 5

Deel 1 Algemene aanwijzingen voor uw veiligheid Uw fiets voldoet aan de norm DIN EN 15194 en de fiets is in het kader van een certificeringsprogramma getest door het Duitse keuringsinstituut LGA Nürnberg. Neem voordat u deelneemt aan het verkeer, kennis van de toepasselijke nationale regels en voorschriften. Zorg dat u bij het vervangen van remblokjes altijd de juiste remblokjes gebruikt voor het materiaal van velg. Voor aluminium en stalen velgen zijn verschillende remblokjes vereist. Slecht werkende remmen kunnen tot ongevallen leiden. Voer reparaties, onderhoud en afstellingen aan uw fiets alleen zelf uit als u beschikt over de benodigde kennis en gereedschappen! Laat bij twijfel alle werkzaamheden aan uw fiets uitvoeren door een fietsenmaker of neem contact op met onze klantenservice. Het toelaatbare totale gewicht van uw fiets wordt onder 'Technische gegevens' (pagina 3) beschreven. Het totaalgewicht bestaat uit fiets + berijder + bagage. Draag tijdens het fietsen geen broek met wijde pijpen of gebruik broekklemmen, gespen of reflecterende klittenband. Houd tijdens het fietsen altijd voldoende afstand tot de verkeersdeelnemer voor u. Houd er rekening mee dat u bij een snelheid van ca. 18 km/h in een seconde 5 m aflegt en dat op een nat wegdek de remweg twee tot drie keer zo lang kan worden. Een naafrem in het voorwiel mag alleen achteraf worden ingebouwd als de vork is voorzien van de markering 'N'. Technische veranderingen aan uw fiets mogen alleen worden uitgevoerd als deze in overstemming zijn met de voorschriften en de norm DIN EN 14764. Het wordt afgeraden fietsen te vervoeren op een fietsdrager waarbij de fietsen op hun kop staan.door de uiterst strakke bevestiging aan het stuur worden tijdens het transport zeer sterke dynamische krachten uitgeoefend op de stuurstang en de voorbouw. Materiaalmoeheid en breuken kunnen niet worden uitgesloten als gevolg van deze te zware belasting. We adviseren daarom voor het transport uitsluitend fietsendragers te gebruiken waarin de fietsen rechtop staan. De beste beveiliging tegen diefstal van uw fiets is een slot met ketting of staalkabel. Met een dergelijk slot kunnen frame, voor- en achterwiel samen aan een vast object (hek, lantaarnpaal, fietsenrek enz.) worden vastgezet. Om te wennen aan de rijeigenschappen van uw nieuwe fiets, raden we u aan de eerste rit te maken op een rustig stukje weg zonder verkeer. Elektrische componenten mogen alleen worden vervangen door componenten die zijn goedgekeurd voor dit model. (Markering zie onder punt Verlichting). Omvang, werking en vermogen van de actieve en passieve verlichtingsinstallatie worden voorgeschreven in de voorschriften. Houd u altijd aan de maximale bandenspanning die wordt aangegeven op de banden. Een band zonder voldoende spanning heeft een grote rolweerstand. Dit betekent dat het fietsen zwaarder wordt en dat de banden sneller slijten. Te hard opgepompte banden vangen oneffenheden in het wegdek echter minder goed op. Vanwege de veiligheid mogen verkeerdeelnemers geen muziek via een koptelefoon beluisteren omdat ze zo niet meer kunnen reageren op waarschuwingsgeluiden. We raden u aan direct na lezing van deze handleiding in de fietspas de kenmerkende gegevens van uw fiets in te vullen: bijv. framenummer, kleur enz. Bewaar deze fietspas goed. Als u zich aan de verkeersregels houdt, wordt u door de andere verkeersdeelnemers serieus genomen als fietser. Opvallende kleding verhoogt vooral 's nachts uw veiligheid. Met extra reflecterend materiaal op uw kleding wordt u in het donker nog beter gezien. Rijd altijd helemaal rechts op de rijbaan en haal alleen links in. Rijd in een groep alleen achter elkaar. 6 - Algemene aanwijzingen voor uw veiligheid

Algemene aanwijzingen voor uw veiligheid Deel 1 Draag altijd een passende fietshelm. Dit wordt aanbevolen in DIN EN 1078 als persoonlijke veiligheidsuitrusting. Kinderen jonger dan 8 jaar mogen alleen worden vervoerd door personen van ten minste 16 jaar op een fiets waarop een speciaal kinderzitje is aangebracht. Gebruik alleen kinderzitjes die voldoen aan de norm DIN EN 14344. Lees de gebruiksinformatie van de fabrikant van het kinderzitje aandachtig. Bij gebruik van een kinderzitje moeten alle veerringen onder het zadel worden bedekt om te voorkomen dat de vingers van het kind bekneld raken. Onderdelen waarop spanning staat (bijv. veerelement in het frame of snelbinder op de bagagedrager) moeten voorzichtig worden behandeld (risico van verwonding)! Bij vervanging van componenten door de klant mogen alleen originele onderdelen van de fabrikant worden gebruikt (bij gebruik van andere onderdelen vervalt de garantie). Tot gebruik conform de bestemming behoort ook het naleven van de instructies van de fabrikant voor gebruik, onderhoud en reparatie. Draag altijd schoeisel dat de voet voldoende steun geeft op het pedaal, in het bijzonder bij een nat wegdek. Monteer geen kinderzitje of koppeling voor een aanhanger aan de zadelpen. Dit kan leiden tot schade aan het frame en zelfs een breuk in het frame. Stunts zoals sprongen zijn niet toegestaan met dit model. Onderdelen die door een ongeval of ondeskundige behandeling zijn beschadigd, moeten Vanwege het risico op breuk direct worden vervangen. Algemene aanwijzingen voor uw veiligheid - 7

Deel 1 Garantie Onze producten zijn aan een strenge kwaliteitscontrole onderworpen. Wanneer desondanks een van onze producten onverhoopt niet naar behoren functioneert, verzoeken wij u zich tot onze servicedienst te wenden. Ook kunt u contact opnemen met onze servicehotline. Wij zijn u graag van dienst. Ten aanzien van het door u bij Aldi gekochte product heeft u recht op garantie conform de onderstaande bepalingen, zulks onverminderd eventuele overige u toekomende rechten: 1. De aanspraak op garantie bestaat tot drie jaar na aankoopdatum. De garantie is beperkt tot materiaal- en fabricagefouten en geeft u recht op herstel van deze gebreken of vervanging van het betreffende product zonder dat hieraan voor u kosten zijn verbonden. 2. Een beroep op de garantie moet telkens binnen bepaalde tijd na bekendheid van u met het gebrek worden ingeroepen. Het inroepen van enige garantie na afloop van de garantietermijn is niet mogelijk, tenzij het een gebrek betreft ten aanzien waarvan binnen bepaalde tijd toch in elk geval binnen twee maanden na afloop van de garantietermijn wordt gereclameerd. 3. Wij verzoeken u het product met gebrek onder bijvoeging van uw garantiebewijs en de aankoopbon portovrij aan onze servicedienst toe te sturen. Wanneer het gebrek valt onder de onderhavige garantieregeling, ontvangt u het betreffende product gerepareerd terug of ontvangt u een nieuw product. In geval van reparatie of de vervanging van het product met gebrek begint geen nieuwe garantietermijn te lopen. Dit geldt ook bij de verlening van aan-huis-service. Wij wijzen u erop, dat onze garantie vervalt in geval van oneigenlijk of ondeskundig gebruik van het product, met inachtneming van de geldende veiligheidsvoorschriften, het gebruik van geweld ten aanzien van het product of ingrepen ten aanzien van het product die zijn uitgevoerd door anderen dan onze servicedienst. Gebreken die niet of niet langer onder de garantiebepalingen vallen, worden door onze servicedienst alleen verholpen tegen vergoeding van de hieraan verbonden kosten. Ook indien u hiervan gebruik wenst te maken, verzoeken wij u het product aan onze servicedienst te zenden. Servicedienst/Lieferant: Mitteldeutsche Fahrradwerke AG Kyselhäuser Straße 23 D-06526 Sangerhausen Germany Service-Hotline: 00800 64323247 Telefoon: +49 (0) 3464 537-110 Telefax: +49 (0) 3464 537-290 E-Mail: klantenservice@radservice.net Wij verzoeken u zich allereerst telefonisch of per mail tot ons te wenden en niet onaangekondigd fietsen en onderdelen te retourneren. 8 - Garantie

Slijtagedelen Deel 1 Slijtagedelen zijn onderdelen van de fiets die bij normaal gebruik in zekere mate slijten, en daarom niet onder de garantie vallen. Hiertoe behoren: Verlichting en reflectoren Voor uw veiligheid in het verkeer is het van het grootste belang om de werking van de verlichting voor elke rit te controleren. Defecte verlichtingsmiddelen moeten worden vervangen. De led-koplamp en led-achterlamp zijn zo gebouwd dat het verlichtingsmiddel niet kan worden vervangen. Het is daarom nodig om de complete lamp te vervangen. (Levensduur van een gloeilamp 100 uur; levensduur van een led 50.000 uur.) Het aandrijfwieltje van dynamo slijt door gebruik. Bewegende onderdelen Trapas, framevering, verende voorvork enz. bij geveerde fietsen kunnen bij normaal gebruik slijten. Remblokjes en remvoering Bij normaal gebruik zijn remblokjes en remvoering bij trommel-, velg- en schijfremmen door hun functie onderhevig aan slijtage. Bij sportief gebruik in heuvelachtig gebied moeten remblokjes mogelijk vaker worden vervangen. Controleer het remsysteem daarom regelmatig. Velgen Bij velgremmen wordt er niet alleen op de remblokjes grote kracht uitgeoefend, maar ook op de velg. Controleer de velgen daarom regelmatig. Bij velgen met slijtage-indicatoren kunt u eenvoudig zien in welke mate de velg is versleten (zie pagina 16). Handvatten De handvatten moeten regelmatig worden vervangen daar deze door gebruik aan slijtage onderhevig zijn. Kijk altijd of de handvatten stevig aan het stuur vastzitten. Ketting De snelheid waarmee een fietsketting verslijt, is afhankelijk van verzorging, onderhoud (zie pagina 8) en gereden kilometers. Banden Fietsbanden slijten bij normaal gebruik. De mate waarin ze slijten is afhankelijk van het gebruik van de fiets en kan door de fietser sterk worden beïnvloed. Krachtig remmen waardoor de fiets wordt geblokkeerd, vermindert de levensduur van een band aanzienlijk. Tandwiel, kettingbladen, derailleurwieltjes Net als de fietsketting slijten tandwiel, kettingbladen en derailleurwieltjes bij normaal gebruik. De levensduur kan door goede verzorging (zie pagina 8) worden verlengd, maar bij slijtage is vervanging noodzakelijk. Slijtagedelen - 9

Deel 1 Slijtagedelen Versnellings- en remkabels De versnellings- en remkabels moeten regelmatig worden onderhouden en geolied. Dit is met name noodzakelijk als de fiets vaak in de buitenlucht wordt gestald en is blootgesteld aan wisselende weeromstandigheden. Als u slijtagedelen goed verzorgt en onderhoudt (zie pagina 8) en alle tips en trucs voor goed gebruik van uw fiets in acht neemt, kunt u de levensduur van de slijtagedelen verlengen. Onderhoud en verzorging Door regelmatig onderhoud zorgt u dat uw fiets verkeersveilig blijft en verlengt u de levensduur van de slijtagedelen. Na verloop van tijd kunnen schroeven (hiertoe behoren ook de schroefverbindingen van de spaken), moeren en bevestigingsdelen loskomen, en rekken versnellings- en remkabels uit als gevolg van belastingen en trillingen. Daarom adviseren wij regelmatig te controleren of deze onderdelen nog goed vastzitten of strak staan en ze zo nodig aan te draaien of te spannen. Als u uw fiets langere tijd niet gebruikt, is het raadzaam om de verstellers in de uitgangspositie te schakelen zodat de versnellingskabels niet gespannen zijn. Remmen Door slijtage neemt de ruimte tussen remblokje en velg na verloop van tijd toe. U moet dit van tijd tot tijd bijstellen. De werkwijze wordt beschreven in de bijgevoegde documentatie van de fabrikant van de rem. Als u de velgen van uw fiets met een onderhoudsmiddel hebt gereinigd en verzorgd, moet u zorgen dat er geen vetfilm achterblijft op de velgflank waar de remkracht wordt gerealiseerd. Gebruik altijd de passende remblokjes voor het type rem en velg (aluminium of staal). Remblokjes en velgen met resten vuil, vet of reinigingsmiddel hebben een slechte remwerking! Het afstellen van het remsysteem valt niet onder de garantie van de fabrikant. Remhendels en verstellers De remhendels en verstellers moeten altijd goed vastzitten aan de stuurbeugel. Zet losgekomen remhendels en verstellers direct vast (risico van ongeval)! Ketting De ketting moet regelmatig met niet te lange tussenpozen worden behandeld met kettingolie of kettingspray. Verwijder de overtollige olie direct met een doek om te voorkomen dat er bij de volgende rit olievlekken op uw kleding komen. Leg een sterk vervuilde ketting in een bad petroleum en borstel de ketting schoon. Hiervoor moet u de ketting loshalen met behulp van een kettingpons of door de sluitschakel te openen. Na het reinigen moet de ketting worden gedroogd en geolied. 10 - Slijtagedelen/Onderhoud en verzorging

Onderhoud en verzorging Deel 1 Banden onderhouden Het is beter voor de banden om de fiets hangend te bewaren als u de fiets langere tijd niet gebruikt. Daarnaast raden we aan de bandenspanning zo ver te verminderen dat de banden nog net rond zijn. Bescherm de banden tegen warmte - zo voorkomt u scheurtjes in de buitenband. U kunt de banden ook inspuiten met siliconenspray om uitdrogen tegen te gaan. Reinig de banden voor het insproeien! Reiniging van de fiets Maak uw fiets regelmatig schoon met een vochtige doek (niet met een hogedrukreiniger!), eventueel met behulp van geschikte reinigingsmiddelen. Wrijf de fiets daarna af met een droge doek. Bescherm het lakwerk met een onderhoudsmiddel voor lak of fietsen. Verchroomde delen kunt u onderhouden met een 'chrome polish', aluminium delen met gewone polish voor aluminium. Gebruik voor de reiniging geen oplosmiddelen zoals benzine en trichloorethyleen, of sterk alkalische schoonmaakmiddelen omdat deze de glans van de lak aantasten en slecht zijn voor het milieu. Verwijder roestlaagjes die kunnen ontstaan op metalen delen, in het bijzonder schroeven, en zelfs op het lakwerk, direct om te voorkomen dat de roestvorming zich voortzet. In gebieden met een hoog zoutgehalte in de lucht moet de fiets regelmatiger worden gereinigd en worden voorzien van een oliefilm om het materiaal te beschermen tegen corrosie. Zadel Maak een kunststoffen zadel schoon met alleen water en zeep. Lederen zadels moeten regelmatig worden behandeld met een speciaal onderhoudsmiddel. Droog een nat geworden lederen zadel nooit door het warm te maken, bijvoorbeeld met een föhn. Behandel het zadel na het drogen direct met een onderhoudsmiddel. Versnellingen Ook als de versnellingen goed werken, moeten alle bewegende delen van de voorderailleur, de lagers van de derailleurwieltjes en schakelkabels van tijd tot tijd worden geolied. Als de versnellingen van uw fiets niet goed meer werken, kan dit komen doordat de versnellingskabels zijn uitgerekt. Een eventueel noodzakelijke bijstelling van het versnellingssysteem valt niet onder de garantie van de fabrikant! Meer informatie over het afstellen van het versnellingssysteem vindt u in de bijgevoegde documentatie van de fabrikant. Spaken Het is voor de balans en stabiliteit van het wiel van groot belang dat spaken goed vastzitten en gelijkmatig gespannen zijn. Loszittende spaken moet u direct aanhalen en gebroken spaken moet u direct vervangen. Laat het centreren over aan een vakman of neem contact op met onze klantenservice. Door gebruik kunnen spaken losser gaan zitten. Dit is geen defect of reden voor een beroep op de garantie. Onderhoud en verzorging - 11

Deel 1 Onderhoud en verzorging Cranks De cranks zijn met zeskantschroeven/moeren bevestigd aan de aanzetstukken van de trapas. Deze schroefverbindingen zijn in de fabriek stevig aangetrokken. Daar elk materiaal zich na verloop van tijd gaat zetten, ofwel kan meegeven, moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd of de cranks nog goed vastzitten. Als een crank loskomt, moet deze direct weer worden vastgezet (ongevalgevaar!). Voor controle van de bevestiging van de cranks moet aan beide zijden het afdekdopje worden verwijderd. De schroeven kunt u met een momentsleutel aanhalen. Zie de tabel op pagina 3 voor de aanhaalmomenten. Pedelec Reinig uw Pedelec niet met een hogedrukreiniger of perslucht. Verwijder de accu voordat u uw Pedelec schoonmaakt. Gebruik alleen een zachte doek en water of een neutraal reinigingsmiddel om vuile kunststoffen bekledingen of de accu schoon te vegen. Houd er rekening mee dat uw fiets is uitgerust met een elektronische besturing die niet in aanraking met vloeistoffen mag komen. Als u uw Pedelec langere tijd niet gebruikt, raden we u aan de fiets te stallen op een plaats die is beschermd tegen weersinvloeden zoals sneeuw, regen en zon. Lees ook de aanwijzingen voor onderhoud en verzorging in Deel 1, pagina 8-9 van de handleiding. Evenals alle mechanische componenten wordt uw fiets blootgesteld aan slijtage en zware belastingen. Verschillende materialen en onderdelen kunnen verschillend reageren op slijtage en/of materiaalmoeheid als gevolg van de belastingen. Als een onderdeel langer wordt gebruikt dan de geplande levensduur, kan het onderdeel het plotseling begeven wat persoonlijk letsel van de bestuurder tot gevolg kan hebben. Scheuren, schrammen of kleurveranderingen op zwaarbelaste onderdelen wijzen erop dat het einde van de levensduur van het onderdeel bereikt is en dat het moet worden vervangen. 12 - Onderhoud en verzorging

Onderdelen van de fiets/levering 25 24 23 22 21 20 19 26 27 Deel 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 18 1 Led-display 2 Draaigreep 3 Remhendel links/rechts 4 Stuur 5 Voorbouw 6 Koplamp 7 8 9 10 11 12 17 16 15 14 13 Voorwielrem 13 Spatbord Dynamo 14 Pedaal Vork 15 Crank Frontmotor/naaf 16 Sensorschijf Velg 17 Ketting met Ventiel kettingkast 18 Standaard 13 19 Achterwielnaaf met naafversnelling en rollerbrake 20 Tandkrans 21 Velgrem achterwiel 22 Achterreflector 12 23 Achterlicht 24 Accu met besturing 25 Zadel 26 Zadelpen 27 Frame Instructies voor de bediening van de elektromotor vindt u in deel 3 'Pedelec' vanaf pagina 18 in deze handleiding. 3 1 5 6 4 2 Lieferumfang Pedelec: 1 2 3 4 5 6 Bedieningspaneel Frontmotor Besturing Accu Accuslot met 2 sleutels Oplader Vul meteen het sleutelnummer van de meegeleverde sleutel van het accuslot in op de fietspas op de laatste pagina van de handleiding zodat u bij verlies zonder problemen een nieuwe sleutel kunt nabestellen bij onze klantenservice. We raden u aan voor noodgevallen een tweede sleutel te bewaren op een veilige plek. Onderdelen van de fiets/levering - 13

Deel 2 Zadel en zadelpen Het zadel moet horizontaal, eventueel licht naar achter hellend, zijn ingesteld. De ideale stand van het zadel is voor iedereen verschillend. Men weet pas na een langere tocht wat de comfortabelste positie is. Stel de hoogte van het zadel zo in dat de hak bij een bijna gestrekt been op het midden van het pedaal rust dat in de laagste stand staat. In deze zitpositie moet u met de toppen van uw voet de grond nog kunnen raken. Draai de zadelpenklem (afb. 1) los om de hoogte van het zadel af te stellen. 1 2 MAX De zadelpen moet ten minste tot de markering (afb. 2) in de zitbuis steken. Dit houdt in dat de markering niet zichtbaar mag zijn - breukgevaar! 3 Met de patentzadelpen (afb. 3) kunt u na het losdraaien van de zadelpenklem de hoek van het zadel en de positie in rijrichting veranderen. Alle schroeven die u hebt losgedraaid om het zadel in te stellen, moeten zorgvuldig weer worden vastgezet. Bagagedrager Het maximaal toelaatbare draagvermogen van de bagagedrager (zie markering op bagagedrager) mag niet worden overschreden. Het is niet toegestaan veranderingen aan de bagagedrager aan te brengen. Een gelijkmatige verdeling van de last over beide zijden van de bagagedrager met een diepliggend zwaartepunt heeft een positief effect op het rijgedrag, in het bijzonder bij het remmen en sturen. Gebruik geen losse gordels om de lading vast te zetten daar loshangende uiteinden vast kunnen komen te zitten in het achterwiel. Plaats de lading zodanig dat reflectoren en verlichting niet worden afgedekt. 14 - Zadel en zadelpen/bagagedrager

Stuur en voorbouw U kunt alleen veilig en ontspannen fietsen als stand en hoogte van het stuur zijn afgesteld op uw lichaamsbouw. Deel 2 Voorbouw met klembout 5 4 6 Draai de klembout (afb. 4) los en geef met een rubberen hamer enkele klapjes op de bout om het wigeffect in de stuurbuis op te heffen. Vervolgens kunt u het stuur in hoogte verstellen. U mag de stuurbuis niet verder dan de markering uit de binnenbalhoofdbuis trekken. De stuurbuis moet minimaal 65 mm diep in de binnenbalhoofdbuis blijven steken. Het stuur van uw fiets is zo uitgevoerd dat u de hoek van de stuurbeugel (afb. 5) kunt aanpassen nadat u de klembout volledig hebt losgedraaid. U kunt de stuurbeugel dan licht verdraaien. De hoek van de voorbouw kunt u instellen nadat u de klembout hebt losgedraaid zoals aangegeven in afbeelding 6. Vergeet niet alle onderdelen (remhendels enz.) weer terug te draaien in de uitgangspositie. De schroeven die u hebt losgedraaid om het stuur in te stellen, moeten z o r g v u l d i g w e e r worden vastgezet. De vereiste klemspanning tussen stuurbeugel en voorbouwklem wordt bereikt als u de schroefverbinding aanhaalt met een moment van minimaal 15 Nm. Voor de klemspanning tussen stuurbuis en binnenbalhoofd moet eveneens een aanhaalmoment van minimaal 15 Nm worden toegepast. Als de voorgeschreven aanhaalmomenten niet worden aangehouden, bestaat het gevaar dat delen van het stuur beschadigd raken (risico van ongeval!). Vervoer geen draagtassen en dergelijke aan het stuur (behalve speciale stuurtassen). Stuur en voorbouw - 15

Deel 2 Verlichting en dynamo/bagagedrager De verlichting van de fiets voldoet aan de bepalingen van het voertuigreglement. De onderdelen zijn getest door het Duitse Lichttechnische Instituut en ze zijn voorzien van het nummer van de algemene typegoedkeuring met een voorafgaand kronkellijntje (bijv. ~K 10490). De verlichting moet ook overdag goed functioneren. Hoogte van koplamp instellen voor een wand: De koplamp moet zodanig zijn ingesteld dat de lichtkegel op 5 m afstand van de koplamp nog slechts half zo hoog ligt als bij de koplamp (afb. 7). 7 5 m midden van koplamp midden van lichtkegel bijv. 0,8 m 0,4 m 8 Bij wielen met een dynamo (afb. 8) wordt het verlichtingssysteem geactiveerd met een druk op de inschakelknop. De zijde van het aandrijfwieltje moet volledig op de band liggen. De verlengde as van de dynamo moet in één lijn liggen met de asmoer. In deze positie wordt de dynamo aangedreven met een klein zo mogelijke krachtinspanning. De led-koplamp en led-achterlamp zijn zo gebouwd dat het verlichtingsmiddel niet kan worden vervangen. Het is daarom nodig om de complete lamp te vervangen. (Levensduur van een gloeilamp 100 uur; levensduur van een led 50.000 uur.) Houd er rekening mee dat de werking van de dynamo minder wordt bij een nat wegdek! Controleer de bevestiging van de dynamo regelmatig om te voorkomen dat de dynamo bekneld raakt tussen de spaken. Breng de fiets altijd tot stilstand als u onderweg de verlichting wilt aanzetten Als een van de lichtvoorzieningen defect is, moet u deze onmiddellijk vervangen. Zien en gezien worden, daar draait het om. Houd u bij het vervangen van de lampjes aan de meegeleverde beschrijving van de fabrikant. U kunt ook deze informatie ook opvragen via onze Service Hotline. 16 - Verlichting en dynamo

Remmen De remmen van uw fiets hebben bijzondere aandacht nodig. De remblokjes moeten goed aansluiten en de remvlakken moet schoon en vetvrij zijn. Door de remhendels krachtig aan te trekken, controleert u of de remkabels goed vastzitten en door de fiets tegelijkertijd te verschuiven test u het remvermogen. U moet er rekening mee houden dat het remvermogen afneemt bij nat weer, vuile velgen, rijden met een aanhanger of een kinderzitje en bij hellingafwaarts fietsen. Probeer niet plotseling sterk te remmen omdat de wielen hierdoor blokkeren. Controleer voordat u op de fiets stapt altijd of de remmen goed werken. Mocht u voor of tijdens het rijden merken dat de remmen minder goed werken, maak dan geen verder gebruik van de fiets. Laat reparaties aan het remsysteem uitvoeren door een vakman. Meer informatie over bediening, werking en verzorging van de remmen vindt u, afhankelijk van de uitvoering, in de bijgevoegde documentatie van de fabrikant. Deel 2 Werking van het remsysteem Bij een velg- en schijfrem worden via een hendel remblokjes tegen de velg respectievelijk de remschijf gedrukt. De wrijving die daardoor ontstaat leidt tot een vermindering van de rijsnelheid of stilstand van de fiets. Houd er rekening mee dat de kracht van de wind, dalende hellingen en vochtigheid van invloed zijn op het remvermogen. Door het constante gebruik van de rem slijten de hierboven genoemde onderdelen. Deze moeten daarom regelmatig worden gecontroleerd. Bij twijfel hierover raden we aan contact op te nemen met een fietsenmaker. Terugtraprem De terugtraprem kan, in tegenstelling tot de velgrem, niet worden afgesteld. Aanwijzingen voor onderhoud en verzorging vindt u in de meegeleverde informatie van de fabrikant. Kijk of de remconushevel goed vastzit (afb. 14). Controleer hiervoor de schroefverbinding van de terugtrapklem. Bij langere stukken hellingafwaarts of steile afdalingen moet u altijd een tweede rem (bijv. V-brake op voorwiel) gebruiken om oververhitting van de terugtrapnaaf te voorkomen. Rollerbrake Rollerbrakes worden met de hand bediend. Er zijn geen remblokjes die onderhevig zijn aan slijtage, maar in de met vet gevulde binnenzijde wordt metaal tegen metaal gedrukt. De remkracht is groter dan bij trommelremmen en met hittebestendig vet gevulde rollerbrakes zijn slijtvrij. Daar bij lang achtereen remmen veel warmte ontstaat, zijn ze vaak voorzien van een koelschijf voor afvoer van de warmte. Door de sterke warmteontwikkeling neemt de remkracht af en deze kan zelfs volledig wegvallen. Houd hier rekening mee en pas uw rijstijl hieraan aan. Remblokjes en slijtagedelen. Laat de remvoering van terugtraprem en rollerbrakes regelmatig controleren door een fietsenmaker en zo nodig vervangen. Als de fiets langere tijd niet wordt gebruikt, kan zich een roestlaagje vormen wat de remweerstand verhoogt. Rem daarom enkele licht nadat u bent opgestapt om het roestlaagje af te slijpen. Zo voorkomt u dat de rem plotseling blokkeert. Trap bij langere ritten hellingafwaarts niet constant op de terugtraprem om te voorkomen dat de rem oververhit raakt. Door de sterke warmteontwikkeling neemt de remkracht af en deze kan zelfs volledig wegvallen. Daarnaast kan de hoeveelheid remvet in de rem hierdoor afnemen. Gebruik bij langere ritten hellingafwaarts ook afwisselend de tweede rem (voorrem) om de terugtraprem niet te zwaar te belasten. Na een langere rit hellingafwaarts moet u de rem ten minste 30 minuten laten afkoelen en niet aanraken. Bij uw fiets bedient u met de linker remhendel de voorrem en bedient u met de rechter remhendel de achterrem. Dit is ook van toepassing op uitvoeringen met een extra terugtraprem. Remmen - 17

Deel 2 Montage van de V-brake (afb. 10-13) Afstellen van de V-brake (afb. 14) Remmen 10 Veergat Aanslagpen 5 mm inbussleutel Opvulring 11 Kabelschoenhouder Bevestigingsschroef 6 mm afstandshouder Bevestigingsschroef 12 Kabelgeleider Plaat Verankeringsschroef Kabelschoen' 13 Opvulring Opvulring Remarm Eindkap A 14 Afstelschroef B A+B = 2 mm 5 mm inbussleutel 2 mm inbussleutel 1 mm 1 mm Afstelschroeven veerspanning Afbeelding 10: Reinig en smeer de remnokken aan de vork en monteer de remlichamen op de remnokken. Steek de veerpen in de middelste opening van de remnok. Gebruik hierbij geschikte bevestigingsschroeven. Voor standaardvorken gebruikt u schroeven van 25 mm, bij enkele verende vorken zijn schroeven van 15 mm vereist. Meer informatie vindt u in de instructies voor montage van de vork. Trek de bevestigingsschroeven aan. Aanhaalmoment: 8-10 Nm. Afbeelding 11: Druk beide remblokken tegen de wielvelg en controleer of de remblokken ongeveer parallel ten opzichte van elkaar staan. U kunt afstand A veranderen door de brede en smalle tussenring op de twee remblokken te verwisselen. Controleer voordat u de remblokken definitief aanhaalt of ze goed zijn uitgelijnd op de velg en of de afstand tussen velg en remblok ca. 1 mm is. Druk elk remblok afzonderlijk tegen de velg en draai de bevestigingsschroef vast. Afbeelding 12: Haal de remkabel door de kabelgeleider, de kabelbeveiliging en de bevestigingsmoer. Steek vervolgens de kabelgeleider in de houder en schuif de beveiliging over het uiteinde van de kabelgeleider. Steek de remkabel zo in de bevestigingsmoer dat de totale afstand tussen remblok en velg (A + B) 2 mm is, en draai de bevestigingsschroef vervolgens vast. U kunt de afstand ook balanceren (zie hieronder). Het definitieve aanhaalmoment is 8 Nm. Schuif vervolgens de eindkap over het uiteinde van de remkabel en knijp deze met een tang vast. Afbeelding 13: Door te draaien aan de afstelschroef voor de veerspanning, stelt u de balans van de remarmen af. Druk de remhendel eerst enkele keren in om te zorgen dat de spanning van de armen aan beide zijden gelijk is. Controleer hierbij of het remlichaam gelijkmatig contact maakt met de velg. Aan beide zijden moet de afstand ca. 1 mm zijn, en de spanning mag niet te hoog zijn ingesteld. Afbeelding 14: Als u de afstand tussen remblokken en velg wilt aanpassen, kunt u met de afstelschroef aan de remhendel de lengte en spanning van de remkabel afstellen. 18 - Remmen

Aandrijving/Versnellingen De aandrijving bestaat uit trapas, crank met kettingblad en pedalen, de ketting en de achterwielnaaf met geïntegreerde versnelling. De gehele aandrijfeenheid is zorgvuldig op elkaar afgestemd. De cranks zijn bevestigd aan de conische vierkante assen van de trapas. Controleer regelmatig of de cranks goed vastzitten en geen speling vertonen. Verwijder hiervoor de stofkapjes van de cranks. Deel 2 15 Schakeleenheid 16 Versteller (Revo shifter) Uw fiets is uitgerust met een versnellingsnaaf met zeven versnellingen. U bedient de versnellingsnaaf in het achterwiel met een draaigreep. Schakel niet tijdens het trappen, maar onderbreek dit kort om te schakelen. 17 Naar schakelen Naar schakelen Zet de schakelhendel van X naar Y. Als de gele markeringslijn op rem en riemschijf van de schakeleenheid met meer dan de helft afwijkt, moet u met uw fiets naar een dealer gaan. Aanwijzing: X = 1, Y = 4 18 gele markeringslijnen Houder Fiets in normale positie Uitlijnen Schakeltandwiel Op de schakeleenheid zijn op twee plaatsen gele markeringslijnen aangebracht. Gebruik de lijn die het best zichtbaar is. 19 Weergave B A Schakelhendel Verdraai de versteller (Revo shifter) om naar een andere versnelling te gaan. A = Naar een hogere versnelling schakelen, (meer pedaalkracht) weergegeven getal wordt hoger. B = Naar een lagere versnelling schakelen. (minder pedaalkracht) weergegeven getal wordt lager. Aandrijving/Versnellingen - 19

Deel 2 Kettingspanning 20 Aandrijving/Versnellingen De kettingspanning moet bij fietsen met naafverstelling zo zijn ingesteld dat u de ketting tussen kettingblad en tandkrans ongeveer 10 mm op en neer kunt bewegen (afb. 20). Daar elke ketting bij normaal gebruik na verloop van tijd iets wordt uitgerekt, moet u de spanning van tijd tot tijd controleren. U kunt de kettingspanning als volgt bijstellen. Draai de moeren van het achterwiel en de terugtrapklem los en trek het achterwiel naar achteren in de uitvalbeveiliging tot de ketting de toelaatbare speling heeft. Lijn het achterwiel uit en draai alle losgehaalde schroeven weer zorgvuldig vast. (Terugtrapklem niet vergeten!) Meer informatie over de werking en afstelling van de versnelling leest u in de bijgevoegde aanwijzingen van de betreffende fabrikant. Pedalen 21 De pedalen zijn gemarkeerd met 'L' voor links en 'R' voor rechts. Het rechterpedaal wordt aan de zijde van het kettingblad in de crank geschroefd. Houd er rekening mee dat het rechterpedaal een rechtse schroefdraad heeft en dus in de richting van de wijzers van de klok moet worden gedraaid, en dat het linkerpedaal tegen de wijzers van de klok in moet worden gedraaid. Als de pedalen worden omgewisseld, raakt de schroefdraad beschadigd en kunnen de pedalen uit de trapperstang breken. Controleer regelmatig met een 15 mm steeksleutel of de pedalen goed vastzitten. (Zie voor het aanhaalmoment pagina 4, hoofdstuk Technische gegevens) Wielen Controleer voor elke rit of de wielen goed vastzitten. De velgen van de wielen moeten tijdens het rijden vrij draaien tussen de vorkpoten en remmen. 22 Borgringen Naaf Moer Bij wielen met massieve assen (moerbevestiging afb. 22) moet u regelmatig met een 15 mm steeksleutel of ringsleutel controleren of deze nog goed vastzitten. Kijk of de spaken goed vastzitten en strak gespannen zijn (zie pagina 9, hoofdstuk Onderhoud en 20 - Laufräder

Velgen Deel 2 Door de grote remkracht van moderne fietsremmen in combinatie met stof, vuil, zand enzovoort is ook de velg aan slijtage onderhevig. Het afslijten van aluminium bij het remmen kan leiden tot een breuk in de velg. Uw hoogwaardige velg is daarom voorzien van een slijtagemarkering (omlopende gleuven). 23 Gleuf moet zichtbaar zijn. Als de gleuf op een plaats niet meer zichtbaar is, velg vervangen! Een velg met indicator is versleten als de omlopende gleuf op een plaats niet zichtbaar meer is (afb. 23). Banden en bandenreparatie Een optimale bandenspanning is van groot belang voor grip en tractie op de weg. Bovendien is bij een goede bandenspanning de slijtage minder en zijn de velgen beschermd tegen stoten. De aanbevolen spanning wordt aangegeven op de banden (omrekeningsfactor 1 bar ^=ca. 14,5 PSI). Pomp de banden niet harder op dan de aangegeven maximale spanning. Bandenreparatie: Controleer eerst of er geen lucht ontsnapt uit het ventiel. Vervang een defect ventiel door een nieuw ventiel. Draai de wielmoeren los of maak de snelspanner los en demonteer het wiel. Verwijder de velgmoer van het ventiel en laat de binnenband helemaal leeg lopen. Druk de buitenband tegenover het ventiel in het midden van de velg en trek de buitenband bij het ventiel over de velgrand. Breng nu de hele buitenband buiten de velgrand (wees voorzichtig met de bandenlichters om te voorkomen dat buitenband, binnenband en velg beschadigd raken). Schuif de eerste bandenlichter tussen velg en band, en haak het uiteinde in een spaak. Plaats de tweede bandenlichter ongeveer 10 cm van de eerste en de derde bandenlichter ongeveer 10 cm van de tweede. Trek de binnenband eruit en stel vast waar het lek zit door telkens een stukje van de binnenband onder water te houden. Waar luchtbelletjes ontsnappen, zit het lek. Markeer het lek, droog de binnenband goed af en plak de band volgens de aanwijzingen van de bandenreparatieset. Opmerking: Haal de buitenband los van de velg en controleer voor montage of het voorwerp dat het lek heeft veroorzaakt, nog in de band steekt. Controleer de velg ook op scherpe punten. Leg de binnenband over het wiel, haal het ventiel door de velg en breng de velgmoer aan maar draai deze nog niet vast. Zorg dat het velglint alle spaaknippels bedekt en dat de ventielopening in velglint en velg zich op dezelfde plaats bevinden. Pomp de binnenband licht op en kijk of zich geen vouwen vormen of dat de band niet beklemd raakt. Druk met duimen en bal van de hand de buitenband over de velgrand en zorg dat de hiel gelijkmatig rond de velg ligt (let op de afstandsmarkering tot de velgrand). Voordat u de band helemaal oppompt, de band zijwaarts heen en weer bewegen om te zorgen dat de binnenband goed in de buitenband ligt en het ventiel kort indrukken om te voorkomen dat de binnenband bekneld raakt tussen de buitenband. Pomp vervolgens de band op tot de vereiste bandenspanning, draai de ventielmoer goed vast en monteer het wiel weer in omgekeerde volgende. Houd rekening met de volgende punten: Een geplakte band is een noodoplossing. Een nieuwe band is altijd beter en veiliger. Velgen/Banden en bandenreparatie - 21

Deel 2 Recycling/afvoer Recycling/afvoer Als u uw fiets op een gegeven moment toch moet vervangen, houd u dan aan de aanwijzingen voor afvoer van het lokale afvalverwerkingsbedrijf. Verpakking De productverpakking bestaat uit materialen die kunnen worden hergebruikt. Scheidt deze materialen en lever ze in bij het recyclingperron. Oplader Afgedankte opladers mogen niet worden meegegeven met het normale huisvuil. Overeenkomstig EG-richtlijn 2002/96/EG moet het apparaat aan het einde van de levensduur apart worden ingeleverd en op een voor het milieu verantwoorde wijze worden verwerkt. De bruikbare stoffen in het apparaat worden gerecycled en belasting van het milieu wordt vermeden. Geef het oude apparaat af bij een inzamelplaats voor elektronisch afval of een recyclingperron. Batterijen Oude batterijen en accu's mogen niet worden meegegeven met het normale huisvuil. Elke consument is bij wet verplicht gebruikte batterijen in te leveren bij een recyclingperron of een inzamelplaats van batterijen in een winkel. Neem voor meer informatie contact op met het plaatselijke afvalverwerkingsbedrijf of de gemeente. 22 - Recycling/afvoer

Pedelec Pedelec is een algemene aanduiding voor een electrische fiets, welke door hybride-aandrijving met een electromotor en spierkracht wordt aangedreven. In tegenstelling tot een e-bike, die ook zonder te trappen, kan worden aangedreven, verschaft de pedelec-motor zonder te trappen (zonder beweging van de crank) geen ondersteuning. De pedelec kan bereden worden zonder rijbewijs wanneer de motor tot maximaal 25 km/h ondersteunt. Deel 3 Wetgeving Pedelecs gelden als fietsen met trapondersteuning die met een electronische motor ondersteuning verleent tot aan maximale prestatie van 0,25 km/h. De ondersteuning loopt bij toenemende snelheid progressief af en bij het bereiken van een snelheid van max. 25 km/h, of wanneer de berijder met trappen stopt of het trappen onderbroken wordt. In landen buiten Europa kunnen andere definities gelden voor een pedelec. In Duitsland mag met een pedelec van dezelfde weg gebruik gemaakt worden als voor de fietser. De duitse verkeersveiligheidsraad (VDR) beveelt aan dat het gebruik van pedelecs door jongeren onder de 14 jaar niet geschikt zijn. Op grond van de speciale techniek en het andere rijgedrag van de pedelecs doet de VDR een dringend beroep op het dragen van een helm. Uw pedelec mag niet voorzien worden van een aanhanger. Pedelec - 23

Deel 3 Algemene aanwijzingen voor gebruik en waarschuwingen Bereik: De actieradius van uw Pedelec met een volle accu wordt sterk beïnvloed door verschillende factoren zoals de gekozen ondersteuningsmodus, uw lichamelijke conditie, uw schakelgedrag, uw lichaamsgewicht en geladen bagage, de bandenspanning, de ondergrond, de topografie, wind mee of tegen, de temperatuur en de manier van stoppen en optrekken. U kunt met uw Pedelec met vol opgeladen accu bij optimale omstandigheden max. 50 km met motorondersteuning bereiken. Voor correct gebruik, onderhoud en opslag van de accu en de oplader is het van groot belang dat u deze handleiding leest en de aanwijzingen naleeft. Bij niet-naleving zijn dealer noch fabrikant aansprakelijk voor ontstane schade. Accu Gebruik voor het laden van de accu: type ICR18650 uitsluitend de meegeleverde oplader type: SSLC084V42 en gebruik de accu uitsluitend voor uw Pedelec. De accu niet kortsluiten of uit elkaar halen. Brandgevaar! Accu niet blootstellen aan hitte of vuur en niet onderdompelen in water. Explosiegevaar! De accu niet blootstellen aan intensieve fysieke stoten of schokken en niet blootstellen aan permanente trillingen om schade aan de accu te voorkomen. Een accu met beschadigde behuizing mag niet meer worden gebruikt en moet worden vervangen. Contact van uitlopende accuvloeistof met huid, ogen en slijmvlies vermijden. Bij contact de betroffen plaatsen direct spoelen met rijkelijk helder water en onmiddellijk een arts raadplegen. De accu mag ook worden gebruikt als het regent. Houd accu's buiten bereik van kinderen Meer instructies vindt u op de etiketten van de accu. Neem deze aanwijzingen in acht! Oplader Uw oplader is alleen goedgekeurd voor gebruik binnenshuis en mag alleen worden aangesloten op een 220-240 volt / 50 Hz voeding. Laad geen andere accu's en geen niet-oplaadbare batterijen op. Openen van de oplader is niet toegestaan. Raak de oplader en de stekkers niet aan met natte handen. Gebruik de oplader niet bij onweer. Houd opladers buiten bereik van kinderen Gebruik de oplader niet bij hoge luchtvochtigheid en stofontwikkeling. Plaats de accu niet in direct zonlicht. Haal de oplader los van de voeding als deze niet wordt gebruikt. Meer instructies vindt u op de etiketten van de oplader. Neem deze aanwijzingen in acht! De oplader mag niet worden gebruikt door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke mogelijkheden of door personen die niet op de hoogte zijn van werking en gebruik van de oplader, tenzij er toezicht is van een persoon die verantwoordelijk is voor de veiligheid, of tenzij ze zijn geïnstrueerd in het gebruik van de oplader. Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen. Als de netkabel van het apparaat beschadigd is, moet deze worden vervangen door een speciale aansluitkabel die bij de fabrikant of de klantenservice van de fabrikant verkrijgbaar is. 24 - Algemene aanwijzingen voor gebruik en waarschuwingen