Form No. 3396-442 Rev A Set met gasnok Workman HDX multifunctioneel voertuig met automatische transmissie Modelnr.: 132-6715 Installatie-instructies WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken. Installatie Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Omschrijving Hoeveelheid Gebruik 1 Geen onderdelen vereist De machine voorbereiden. 2 Geen onderdelen vereist 3 Veer van primaire koppeling 51 x 70 mm 1 De machine voorbereiden om de primaire koppeling te vervangen. De veer van de primaire koppeling vervangen. 4 Geen onderdelen vereist De transmissiedeksels monteren. 5 Beugel van de gashendel 1 Slotbout (5/16 x 3/4 inch) 1 Flenslager 1 Flensborgmoer (5/16 inch) 2 Gashendel 1 Lager 1 Flensborgmoer (1/4 inch) 1 Gasnok 1 90 smeernippel 1 Borstbout (5/16 x 1-3/4 inch) 1 6 Geen onderdelen vereist De gasnok vervangen. De bedieningsorganen van de motor afstellen. 7 Geen onderdelen vereist Het luchtfilter van de motor monteren. 8 Geen onderdelen vereist De installatie van de gasnokset voltooien. 2016 The Toro Company 8111 Lyndale Avenue South Bloomington, MN 55420 Registreer uw product op www.toro.com.vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) Gedrukt in de VS Alle rechten voorbehouden *3396-442* A
1 De machine voorbereiden Geen onderdelen vereist Procedure Hefvermogen: minstens 908 kg 1. Zet de machine op een vlakke ondergrond en stel de parkeerrem in werking; zie de Gebruikershandleiding. 2. Breng de laadbak omhoog en zet de bak vast met de veiligheidssteun; raadpleeg de onderdelen De laadbak ophalen en De laadbakbeveiliging gebruiken in de Gebruikershandleiding. 3. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 4. Til de machine indien mogelijk op met een hefwerktuig met voldoende hefvermogen. 5. Knijp de zijkanten van het accudeksel samen en neem het deksel van de accubevestiging (Figuur 1). 2 De machine voorbereiden om de primaire koppeling te vervangen Geen onderdelen vereist Het luchtfilter van de motor verwijderen 1. Verwijder de slangklem waarmee de inlaatslang is bevestigd aan de vrijstaande luchtinlaatadapter en verwijder de slang van de adapter (Figuur 2). Figuur 2 1. Inlaatslang 3. Vrijstaande luchtinlaatadapter 2. Slangklem 4. Voorkant van machine Figuur 1 1. Accubevestiging 3. Isolatorkap 2. Accupool (pluskabel van de accu) 4. Accudeksel 2. Verwijder de 2 flenskopbouten (5/16 x 1-1/4 inch) en 2 flensborgmoeren (5/16 inch) waarmee de montageband van de luchtfilterbehuizing bevestigd is aan de dwarsbuisbeugel van de machine (Figuur 3). 6. Zet de isolatorkap voor de pluskabel van de accu naar binnen en koppel de klem van de kabel los van de accupool (Figuur 1). Opmerking: Zorg dat de klem van de pluskabel de accupool niet raakt. 2
Figuur 4 1. Dwarsbuisbeugel (machine) 2. Montageband (luchtfilterbehuizing) Figuur 3 3. Flenskopbouten (5/16 x 1-1/4 inch) 4. Flensborgmoeren (5/16 inch) 3. Verwijder het luchtfilter van de motor van de machine. Opmerking: Bewaar de bouten, moeren, klem en het luchtfilter voor montage in 7 Het luchtfilter van de motor monteren (bladz. 12). Het deksel van de snelheidsbegrenzer en het transmissiedeksel van de transmissie verwijderen 1. Verwijder de 3 flenskopschroeven (1,8 x 20 mm) waarmee het deksel van de snelheidsbegrenzer bevestigd is aan het transmissiedeksel, en verwijder het deksel van de snelheidsbegrenzer van de machine (Figuur 4). Opmerking: Bewaar het deksel van de snelheidsbegrenzer en de flenskopschroef voor montage in 4 De transmissiedeksels monteren (bladz. 5). 1. Voorkant van machine 4. Deksel van transmissie 2. Flenskopschroeven (1,8 x 5. Bovenkant van de 20 mm) machine 3. Deksel van snelheidsbegrenzer 2. Verwijder de 2 flenskopbouten (1/4 x 1-1/2 inch) en 9 flenskopbouten (1/4 x 1 inch) waarmee het deksel van de transmissie is bevestigd aan de bevestigingsplaat van de transmissie (Figuur 5). Opmerking: Bewaar de flenskopbouten voor montage in 4 De transmissiedeksels monteren (bladz. 5). Figuur 5 1. Flenskopbouten 3. Bevestigingsplaat (transmissie) 2. Deksel van transmissie 4. Voorkant van machine 3. Beweeg het transmissiedeksel naar voren tot het loskomt van de primaire en secundaire koppeling. 3
3 De veer van de primaire koppeling vervangen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Veer van primaire koppeling 51 x 70 mm Procedure 1. Verwijder de 6 flenskopbouten (1/4 x 1-1/4 inch) waarmee de kap van de toerenregelaar is bevestigd aan de primaire koppeling (Figuur 6). 1. Veer van primaire koppeling 51 x 65 mm 2. Overbrengingsas (primaire koppeling) 3. Voorkant van machine Figuur 7 4. Zuiger (kap van regelaar) 5. Contraveer (zuiger van kap van regelaar) 3. Verwijder de veer van de primaire koppeling (51 x 65 mm) van de overbrengingsas van de primaire koppeling (Figuur 7). Figuur 6 Opmerking: Gooi de veer van de primaire koppeling weg (51 x 65 mm). 4. Lijn de nieuwe veer van de primaire koppeling (51 x 70 mm) uit over de overbrengingsas van de primaire koppeling (Figuur 8). 1. Flenskopbouten (1/4 x 1-1/4 inch) 3. Primaire koppeling 2. Kap van toerenregelaar 4. Voorkant van machine 2. Beweeg de kap van de toerenregelaar naar voren tot de zuiger van de kap loskomt van de overbrengingsas van de primaire koppeling (Figuur 7). Opmerking: Laat de contraveer van de kap van de toerenregelaar in de veerzitting van de zuiger (Figuur 7). Opmerking: Maak de hydraulische slang niet los van de zuiger van het deksel van de regelaar. 1. Veer van primaire koppeling (51 x 70 mm) 2. Overbrengingsas (primaire koppeling) Figuur 8 3. Voorkant van machine 5. Lijn de zuiger van de kap van de regelaar uit met het andere uiteinde van de veer van de primaire koppeling (51 x 70 mm). 6. Monteer de kap van de toerenregelaar op de primaire koppeling (Figuur 9); gebruik hierbi de 6 flenskopbouten (1/4 x 1-1/4 inch) die u verwijderd hebt in stap 1 4
4 De transmissiedeksels monteren Geen onderdelen vereist 1. Flenskopbouten (1/4 x 1-1/4 inch) 2. Kap van toerenregelaar Figuur 9 3. Primaire koppeling Procedure 1. Lijn de openingen in het deksel van de transmissie uit met de openingen in de bevestigingsplaat (Figuur 11). 7. Draai de flenskopbouten kruislings vast met een torsie van 12 tot 14 N m; zie Figuur 10. Figuur 11 Figuur 10 1. Bevestigingsplaat (transmissie) 2. Bevestigingsplaat (transmissie) 3. Voorkant van machine 4. Flenskopbouten (1/4 x 1-1/2 inch) 5. Flenskopbouten (1/4 x 1 inch) 2. Bevestig het deksel op de bevestigingsplaat (Figuur 11) met de 2 flenskopbouten (1/4 x 1-1/2 inch) en 9 flenskopbouten (1/4 x 1 inch) die u hebt verwijderd in stap 2 van Het deksel van de snelheidsbegrenzer en het transmissiedeksel van de transmissie verwijderen (bladz. 3). Draai de bouten vast met 10 tot 12 N m. 3. Lijn de 3 openingen in het deksel van de snelheidsbegrenzer uit met de 3 openingen in het transmissiedeksel (Figuur 12). 5
Figuur 12 1. Voorkant van machine 4. Deksel van transmissie 2. Flenskopschroeven (0,8 x 5. Bovenkant van de 0,2 mm) machine 3. Deksel van snelheidsbegrenzer 4. Monteer het deksel van de snelheidsbegrenzer op het deksel van de transmissie; gebruik hierbij de 3 flenskopschroeven (1,8 x 20 mm) en draai de schroeven handmatig vast (Figuur 12). 5 De gasnok vervangen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Beugel van de gashendel 1 Slotbout (5/16 x 3/4 inch) 1 Flenslager 2 Flensborgmoer (5/16 inch) 1 Gashendel 1 Lager 1 Flensborgmoer (1/4 inch) 1 Gasnok 1 90 smeernippel 1 Borstbout (5/16 x 1-3/4 inch) Figuur 13 1. Regelhendel 5. Borstbout 2. Beugel van de gashendel 6. Contraveer van regelaar 3. Contramoer (buis van gaskabel) 7. Gashendel 4. Fitting van gaskabel 8. Tuimelaar (gas) 2. Draai de contramoer van de buis van de gaskabel aan de beugel van de gashendel los, en maak de kabel los van de beugel (Figuur 13). 3. Verwijder de contraveer van de regelaar uit de opening in de tuimelaar (Figuur 13). Opmerking: Laat de contraveer van de regelaar op de hendel van de regelaar zitten. 4. Verwijder de 4 flenskopbouten waarmee de beugel van de gashendel bevestigd is aan de linker- en rechtercilinderkoppen van de motor, en verwijder de beugel van de gashendel van de motor (Figuur 14). Opmerking: Bewaar de flenskopbouten voor montage in De nieuwe gasnok monteren (bladz. 9). De gasnok verwijderen 1. Verwijder de borstbout waarmee de fitting van de gaskabel aan de tuimelaar is bevestigd (Figuur 13). Opmerking: Bewaar de borstbout voor montage in De nieuwe gasnok monteren (bladz. 9). 6
2. Maak de veer van de gashendel los van de veerstang van de gashendel en de veerstang van de tuimelaar (Figuur 15). Opmerking: Bewaar de veer van de gashendel voor montage in De gasbeugel monteren (bladz. 7); gooi de gasbeugel en tuimelaar weg. 3. Gebruik de nieuwe onderdelen van de gasnokset om de smeernippel van 90 te monteren op de schroefdraadopening in de gasnok; zie A in Figuur 16. Figuur 14 1. Beugel van de gashendel 3. Flenskopbouten 2. Cilinderkop (motor) De gasnok en de gashendel voorbereiden 1. Zet de contramoer van de aanslagbout van de gasinrichting een kwartslag linksom en verwijder de aanslagbout en de contramoer van de beugel van de gashendel (Figuur 15). Opmerking: Behoud de positie van de contramoer ten opzichte van de aanslagbout van de gasinrichting terwijl u de aanslagbout verwijdert. Opmerking: Bewaar de aanslagbout van de gasinrichting en de contramoer voor montage in De gasbeugel monteren (bladz. 7). Figuur 16 1. 90 smeernippel 4. Lager 2. Gasnok 5. Schakelpen (gashendel) 3. Flensborgmoer (1/4 inch) 4. Monteer het lager en de flensborgmoer (1/4 inch) op de schakelpen van de gashendel (B in Figuur 16). 5. Draai de flensmoer vast tot 10 à 12 N m. De gasbeugel monteren 1. Monteer de gashendelveer die u verwijderd hebt in stap 2 van De gasnok en de gashendel voorbereiden (bladz. 7) in de opening aan de veerstang van de gashendel en de opening aan de veerstang van de gasbeugel (Figuur 17). Figuur 15 1. Beugel van de gashendel 4. Gasveer 2. Contramoer 5. Tuimelaar (gas) 3. Aanslagbout van gasinrichting 7
5. Monteer de aanslagbout van de gasinrichting en de contramoer op de gasbeugel en draai de contramoer handmatig vast (Figuur 19). Opmerking: Behoud de positie van de contramoer ten opzichte van de aanslagbout van de gasinrichting terwijl u de aanslagbout verwijdert. Figuur 19 Figuur 17 1. Flensborgmoer (5/16 inch) 5. Veerstang (gasbeugel) 2. Gashendel 6. Slotbout (5/16 x 3/4 inch) 3. Flenslager 7. Gashendelveer 4. Beugel van de gashendel 2. Breng de slotbout (5/16 x 3/4 inch), het flenslager, de gashendel en de flensborgmoer (5/16 inch) losjes aan; zie Figuur 17. Opmerking: U zal de flensmoer en de slotbout aandraaien in De positie van de gashendel afstellen (bladz. 10). 3. Monteer de borstbout (5/16 x 1-3/4 inch), gasnok en flensborgmoer (5/16 inch) op de gasbeugel; zie Figuur 18. 1. Beugel van de gashendel 3. Aanslagbout van gasinrichting 2. Contramoer 6. Breng nr. 2 vet op lithiumbasis aan op de smeernippel van 90 (Figuur 20). Opmerking: Veeg overtollig vet van de gasnok en de gasbeugel (Figuur 20). Figuur 20 1. 90 smeernippel 2. Nr. 2 vet op lithiumbasis 1. Borstbout (5/16 x 1-3/4 inch) Figuur 18 3. Beugel van de gashendel 2. Gasnok en smeernippel 4. Flensborgmoer (5/16 inch) 4. Draai de flensmoer vast tot 20 à 25 N m. 8
De nieuwe gasnok monteren 1. Lijn de gaten in de gasbeugel uit met de schroefdraadopeningen in de cilinderkoppen van de motor (Figuur 21). De gaskabel monteren 1. Lijn de buis van de gaskabel uit met de inkeping in de gasbeugel; zie Figuur 23. Figuur 21 1. Beugel van de gashendel 3. Cilinderkop (motor) 2. Flenskopbouten 2. Monteer de gasbeugel op de cilinderkoppen; gebruik hierbij de flenskopbouten die u verwijderd hebt in stap 4 van De gasnok verwijderen (bladz. 6). 3. Draai de flenskopbouten vast met een torsie van 10-12 N m. 4. Bevestig het vrije uiteinde van de contraveer van de regelaar in de opening in de veerstang van de gashendel (Figuur 22). Figuur 23 1. Beugel van de gashendel 4. Borstbout (5/16 x 1-3/4 inch) 2. Contramoer 5. Fitting van gaskabel 3. Buis van gaskabel 6. Gasnok 2. Monteer de fitting van de gaskabel op de schroefdraadopening in de gasnok; gebruik hierbij de borstbout (5/16 x 1-3/4 inch) en draai de bout handmatig vast (Figuur 23). 3. Draai de contramoer van de kabelbuis handmatig vast (Figuur 23). Figuur 22 1. Veerstang (hendel van regelaar) 2. Contraveer van regelaar 3. Veerstang (gasbeugel) 9
6 De bedieningsorganen van de motor afstellen Geen onderdelen vereist De positie van de gashendel afstellen 1. Beweeg, terwijl de flensborgmoer (5/16 inch) en de slotbout (5/16 x 3/4 inch) los staan, de gashendel naar de gasnok tot het lager precies ter hoogte van het hellende oppervlak van de nok komt (Figuur 24). Figuur 25 3. Start de motor en laat hem lopen tot hij de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt (ongeveer 5 tot 10 minuten). 4. Zorg ervoor dat de gashendel op de stand laag stationair staat en controleer de toerenteller om te zien of de motor draait aan 1100 tpm (laag stationair). Opmerking: Als het lage stationaire toerental gelijk is aan 1.100 tpm, ga naar De aanslagbout van de gasinrichting afstellen (bladz. 10). 5. Als het lage stationaire toerental hoger of lager ligt dan 1100 tpm, draai de stationairschroef aan de gasklepbehuizing dan naar rechts of links totdat het stationaire toerental 1.100 tpm bedraagt (Figuur 26). Opmerking: De ventilator mag niet draaien bij het instellen van het stationaire toerental. Figuur 24 1. Gasnok 3. Gashendel 2. Flensborgmoer (5/16 inch) 4. Lager 2. Haal de flensborgmoer en de slotbout aan met 20 tot 25 N m. Het laag stationair toerental van de motor afstellen 1. Sluit de pluskabel van de accu aan op de accu en breng het accudeksel aan; zie 1 De machine voorbereiden (bladz. 2) in Figuur 1. 2. Zorg dat de contraveer van de regelaar uitgelijnd is met de uiterst linkse positie in de inkeping van de veerstang van de gashendel (Figuur 25). Figuur 26 1. Stationairschroef 2. Gasklepbehuizing De aanslagbout van de gasinrichting afstellen 1. Start de motor en laat hem lopen tot hij de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt (ongeveer 5 tot 10 minuten). 2. Zet de gasnok met uw hand tegen de aanslagbout van de gasinrichting (Figuur 27). Opmerking: Het toerental op de toerenteller zou 3.600 tpm moeten bedragen. 10
Opmerking: Als het hoge stationaire toerental gelijk is aan 3.600 tpm, ga naar De positie van het gaspedaal afstellen (bladz. 11). Figuur 28 1. Vloer 3. Afstand van 6,35 mm 2. Gaspedaal Figuur 27 1. Gasnok 3. Contramoer 2. Aanslagbout van gasinrichting 3. Als het hoge stationaire toerental meer of minder is dan 3.600 tpm, doet u het volgende: A. Draai de contramoer waarmee de aanslagbout van de gasinrichting is bevestigd los (Figuur 27). B. Draai de aanslagbout in de volgende richtingen: Naar rechts om het toerental te verminderen (Figuur 27). Naar links om het toerental te vermeerden (Figuur 27). C. Draai de contramoer vast (Figuur 27). D. Zet de gasnok tegen de aanslagbout van de gasinrichting (Figuur 27). E. Als het hoge stationaire toerental groter of kleiner is dan 3.600 tpm, herhaal dan stappen A tot en met D tot de hoge stationaire snelheid 3.600 tpm bedraagt. 4. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 3. Als de afstand tussen het gaspedaal en de vloer (Figuur 28) groter of kleiner is dan 6,35 mm, doe dan het volgende terwijl u de gasnok tegen de aanslagbout van de gasinrichting houdt (Figuur 29): Om de afstand te verminderen, draait u de binnenste contramoer voor de gaskabel los en de buitenste contramoer vast (Figuur 29). Om de afstand te vergroten, draait u de buitenste contramoer voor de gaskabel los en de binnenste contramoer vast (Figuur 29). De positie van het gaspedaal afstellen Vraag een andere persoon om hulp bij de afstelling van het gaspedaal. 1. Zet de gasnok tegen de aanslagbout van de gasinrichting en hou de nok tegen de aanslagbout (Figuur 27). 2. Meet de afstand tussen het gaspedaal en de vloer onder het pedaal (Figuur 28). Opmerking: De afstand tussen het gaspedaal en de vloer moet 6,35 mm bedragen. Figuur 29 1. Gasnok 4. Beugel van de gashendel 2. Aanslagbout van gasinrichting 3. Buisfitting 5. Contramoer 4. Zorg ervoor dat de contramoeren voor de gaskabel stevig vastzitten (Figuur 29). 11
5. Houd de gasnok tegen de aanslagbout van de gasinrichting en controleer de afstand tussen het gaspedaal en de vloer. Als de afstand groter of kleiner is dan 6,35 mm, herhaal dan stappen3 en4 tot de afstand tussen het pedaal en de vloer 6,35 mm bedraagt. 7 Het luchtfilter van de motor monteren Geen onderdelen vereist Procedure 1. Lijn de gaten in de montageband van de luchtfilterbehuizing uit met de dwarsbuisbeugel van de machine (Figuur 30). Figuur 31 1. Inlaatslang 3. Vrijstaande luchtinlaatadapter 2. Slangklem 4. Voorkant van machine 8 De installatie van de gasnokset voltooien Geen onderdelen vereist 1. Dwarsbuisbeugel (machine) 2. Montageband (luchtfilterbehuizing) Figuur 30 3. Flenskopbouten (5/16 x 1-1/4 inch) 4. Flensborgmoeren (5/16 inch) Procedure 1. Start de motor en breng de laadbak iets omhoog. 2. Verwijder de veiligheidssteun van de laadbak en berg hem op achteraan het rolbeugelpaneel; raadpleeg de onderdelen De laadbak neerlaten en De laadbakbeveiliging gebruiken in de Gebruikershandleiding. 3. Laat de laadbak neer, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Monteer de montageband op de dwarsbuisbeugel (Figuur 30); gebruik de 2 flenskopbouten (5/16 x 1-1/4 inch) en 2 flensborgmoeren (5/16 inch) die u verwijderd hebt in stap 2 van Het luchtfilter van de motor verwijderen (bladz. 2). 3. Haal de bouten en moeren aan met 20 tot 25 N m. 4. Monteer de inlaatslang op de vrijstaande luchtinlaatadapter; gebruik de slangklem die u verwijderd hebt in stap 1 van Het luchtfilter van de motor verwijderen (bladz. 2). 12