Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven naar een veilig, gezond en duurzaam waterbeheer staat landelijk in de belangstelling. Het landelijk waterbeleid is beschreven in de Vierde Nota Waterhuishouding (ministerie van V&W), de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw (WB21) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). De Kaderrichtlijn Water (KRW) is het Europees waterbeleid. De KRW streeft naar duurzame en robuuste watersystemen. Basisprincipes van het nationaal (WB21) en Europees (KRW) beleid zijn: meer ruimte voor water, voorkomen van afwenteling van de waterproblematiek in ruimte of tijd en standstill situatie: géén verdere achteruitgang in de huidige (2000) chemische en ecologische waterkwaliteit. Dit heeft geresulteerd in de twee drietrapsstrategieën voor: Waterkwantiteit: vasthouden, bergen, afvoeren; Waterkwaliteit: schoonhouden, scheiden, zuiveren. 1.1 Waterbeleid provincie Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Voor wateroverlast door neerslag in gebieden met de functie stedelijk gebied geldt de voorlopige werknorm van 1/100 per jaar, zoals overeengekomen in het Nationaal Bestuursakkoord Water. Er wordt geanticipeerd op klimaatverandering in de vorm van een toename van de neerslag. De waterschappen dienen derhalve de maatregelen om aan de normen te voldoen extra robuust uit te voeren en tenminste met 10% toename van de neerslag rekening te houden, conform het NBWactueel. Waar mogelijk en indien dit kosteneffectief is, dient rekening gehouden te worden met 20% toename van de zomerse piekneerslag. In de bebouwde omgeving krijgt het regenwater een kans om zoveel mogelijk in de bodem te infiltreren. datum 03 januari 2013 referentie BR/007 pagina 1 van 5
1.2 Beleid Waterschap Het plangebied is gelegen in het beheergebied van Waterschap Peel en Maasvallei. Het waterschap heeft het landelijk en provinciaal beleid vertaald in concrete doelen en maatregelen voor zijn beheersgebied in het Waterbeheersplan 2010-2015. Het waterschap maakt gebruik van de brochure Regenwater schoon naar beek en bodem. Deze brochure biedt richtlijnen om het afgekoppelde hemelwater op een verantwoorde wijze af te voeren naar beek of bodem. Met de voorkeurstabel uit de brochure kan de oplossing voor het gebied worden bepaald. De voorkeur gaat uit naar het bovengronds infiltreren met bodemfilter. Het projectgebied wordt grotendeels verhard, waardoor er alleen ruimte is voor ondergronds infiltreren. Om deze reden wordt er gekozen voor de acceptabele optie om in de ondergrond te infiltreren. 1.3 Beleid Gemeente Voor het bestemmingsplan is door de gemeente het document Technische inrichtingseisen voor de aanleg van de openbare ruimte in de gemeente Leudal als leidend aangegeven. Ten aanzien van de riolering is op genomen dat: - Het afvoerende verharde oppervlak mag niet worden aangesloten op de riolering. Voor het bepalen van het al dan niet aansluiten van verhard oppervlak dient gebruik te worden gemaakt van de uitgangspunten zoals die zijn verwoord in de rapportage Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak van het Waterschapsbedrijf Limburg (WBL). De voorkeur gaat uit naar hergebruik van regenwater. Indien dit niet mogelijk is (aantonen), dient het water bovengronds af te stromen naar een centrale infiltratievoorziening (bij voorkeur een oppervlakte infiltratie) of naar oppervlaktewater. Indien met gegronde argumenten kan worden aangetoond dat het bovenstaande onmogelijk is, dient een verbeterd gescheiden rioolsysteem te worden aangelegd. Bij het afkoppelen van verhard oppervlak moet 40 mm neerslag worden geborgen in de infiltratievoorziening. - Bij het hydraulische ontwerp van de riolering dient bij maatgevende neerslag (Bui 9 uit module C2100 van de Leidraad Riolering) minimaal 30 centimeter waking ten opzichte van maaiveld te worden gerealiseerd. - In een regenwaterafvoerstelsel minimaal 4 mm van het totaal oppervlak aan kwalitatieve berging dient te worden aangelegd. datum 03 januari 2013 referentie BR/007 pagina 2 van 5
2 PROJECTGEBIED 2.1 Waterhuishoudkundige situatie In de huidige situatie is het gebied gedeeltelijk verhard en gedeeltelijk onverhard. Het verharde gedeelte is in gebruikt als parkeerplaats voor de Jumbo. Het onverharde gedeelte bestaat uit een grasveld. Het maaiveldniveau varieert van circa 24,50 m + NAP in het noorden tot 24,70 m + NAP in de rest van het projectgebied (Bron; Inmeting 18-07-2012, Kragten). Het gebied ligt niet in een natuurgebied of in een grondwaterbeschermingsgebied. Op 31-07-2012 is er door Aveco de Bondt een infiltratieonderzoek uitgevoerd op het terrein. Uit dit onderzoek is gebleken dat de doorlatendheid van de bodem tussen 1,2 m MV en 2,5 m MV ligt tussen de 1,19 en 3,24 m/d ligt. Tijdens dit onderzoek is een grondwaterstand gemeten van 3 m MV. De bodem is tot ten minste 2,20 m onder maaiveld opgebouwd uit matig tot zeer fijn zand. In de nabijheid van het projectgebied is geen oppervlaktewater aanwezig. De doorlatendheid is aangegeven in onderstaande tabel. Peilbuis Test Doorlatendheid [m/d] Rekenwaarde doorlatendheid [m/d] 2 1 3,09 1,55 2 2,19 1,10 3 1 2,24 1,12 2 1,19 0,60 4 1 3,24 1,62 2 3,15 1,58 datum 03 januari 2013 referentie BR/007 pagina 3 van 5
2.2 Toekomstige situatie Tekening 111850-01T03 (Do Inrichtingsplan) versie 01 d.d. 19-11-2012 van Aveco de Bondt Het plangebied is circa 0,61 ha groot. In de toekomstige situatie ontstaat er circa 0,55 ha aan verhard oppervlakte. Circa 0,50 ha is een parkeerplaats en 0,05 ha is dakoppervlak. Het verharde oppervlak neemt toe met 0,39 ha. Hierdoor neemt de hoeveelheid afstromend water toe. Doordat dit water wordt geïnfiltreerd is er geen compensatie van oppervlaktewater nodig. Het regenwater dat op het verharde terrein valt wordt opgevangen door middel van straatkolken. Vanuit deze straatkolken stroomt het water via een PVC riolering naar infiltratiekratten. Het systeem staat niet in verbinding met de omliggende gemengde gemeentelijke riolering. Als hier wel een verbinding gerealiseerd wordt bestaat de kans dat de infiltratiekratten verontreinigd worden door gemengd rioolwater. Op basis van een toetsing van de benodigde waterberging in het systeem, aan de hand van de maatgevende neerslag, kan worden geconcludeerd dat het systeem voldoet. Deze toetsing is terug te vinden in bijlage 01. In het plangebied wordt 5477 m² verhard oppervlak afgewaterd op het systeem. Met een bergingseis van 40 mm voor een infiltratievoorziening is de benodigde berging berekend op (5477,25 * 0,040 =) 219,09 m³. Met een buisdiameter van 250 mm en een lengte van 153 m wordt er 6,63 m³ geborgen in de PVC riolering. De overige 212,46 m³ wordt geborgen in de infiltratiekratten; 212,80 * 1,60 * 0,66 = 224,72 m³. datum 03 januari 2013 referentie BR/007 pagina 4 van 5
3 PROCES WATERTOETS De concept-waterparagraaf wordt voorgelegd aan de waterbeheerder. Tevens wordt de waterbeheerder om een wateradvies gevraagd. Het wateradvies wordt vervolgens verwerkt in de definitieve waterparagraaf. Hoogachtend, BJ (Bart) Rutten datum 03 januari 2013 referentie BR/007 pagina 5 van 5