Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 maandag 24 mei 13.30 15.30 uur MODE EN COMMERCIE CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 55 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 59 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten maximaal behaald kunnen worden. 400010-1-770o
Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. HENNES & MAURITZ Hennes & Mauritz (H&M) is in 1947 opgericht in Zweden. H&M heeft winkels in verschillende landen in Europa en in de Verenigde Staten. Bij H&M kun je goedkoop modieuze kleding kopen. Naast kleding verkoopt H&M ook accessoires en cosmetica. 1p 1 H&M heeft de uitstraling van een modeketen waar je goedkoop modieuze kleding kunt kopen. Hoe wordt de uitstraling van een winkel genoemd? A image B retailing C service 1p 2 H&M maakt voor haar promotie gebruik van reclameposters op billboards en in abri's. Geef een reden waarom modeketens zoals H&M bij hun promotie gebruikmaken van billboards en abri's. 1p 3 H&M maakt ook op andere manieren reclame. Schrijf nog twee manieren op waarop H&M reclame maakt. 1p 4 De winkels van H&M kun je onder andere herkennen aan het logo en de kleur. Logo en kleur maken deel uit van de A huisstijl. B service. C stopkracht. 1p 5 Hieronder zie je drie voorbeelden van een marketingmix van een winkel. Welke combinatie past het best bij H&M? A plaats product presentatie personeel prijs promotie B plaats product presentatie personeel prijs promotie C plaats product presentatie personeel prijs promotie 1p 6 In welk soort winkel is het marketinginstrument 'personeel' één van de belangrijkste marketinginstrumenten? A in een discounter B in een speciaalzaak C in een warenhuis 400010-1-770o 2 ga naar de volgende pagina
De logistiek neemt bij H&M een belangrijke plaats in. Als de artikelen geproduceerd zijn, worden ze per schip, trein, vrachtauto of vliegtuig naar de verschillende verkooplanden van H&M getransporteerd. Ieder verkoopland heeft een groot winkelmagazijn waar de voorraad voor meerdere H&M winkels ligt opgeslagen. In dit magazijn worden de artikelen gecontroleerd en verdeeld, voordat ze naar de winkels worden gestuurd. 1p 7 Hoe wordt een groot winkelmagazijn genoemd waar de voorraad voor meerdere H&M winkels ligt opgeslagen? 1p 8 Bij het transporteren van de kleding wordt bij H&M vaak gebruikgemaakt van hulpmiddelen om rugklachten te voorkomen. Hieronder zie je een afbeelding van een transporthulpmiddel. Wat is de naam van dit transporthulpmiddel? H&M heeft een breed assortiment waardoor ze verschillende doelgroepen aantrekt. Het assortiment is ingedeeld in een aantal concepten. Binnen elke collectie biedt H&M basismode én kleding met een hoog trendgehalte. Hierdoor kan de klant op een eenvoudige manier verschillende kledingstukken combineren en zijn of haar persoonlijke stijl vinden. 1p 9 Tot welke mode-acceptatiegroep behoort een klant die voornamelijk kleding uit de basismode koopt? A de groep mode-ongeïnteresseerd B de groep mode-passief C de groep trendgevoelig 400010-1-770o 3 ga naar de volgende pagina
1p 10 De jurk op onderstaande afbeelding wordt door een bepaalde doelgroep gekozen. Tot welke stijl voelt deze doelgroep zich aangetrokken? A casual stijl B decoratieve stijl C romantische stijl Trends en rages zijn maar kort van tevoren te voorspellen. Om te zorgen dat H&M op de allernieuwste trends kan inspelen en om de risico's tot een minimum te beperken, worden de artikelen in de loop van het jaar ingekocht. 1p 11 H&M let bij zijn voorraadbeheer op 'de drie R's'. Eén van de drie R's is Risico. Waarvoor staan de twee andere R's? 1p 12 Welk soort artikelen kan H&M het best volgens het lifo-systeem verkopen? A bijartikelen B kernartikelen C rage-artikelen 1p 13 Welk begrip gebruikt de detailhandel voor het aantal dagen dat een artikel gemiddeld in voorraad blijft? 1p 14 Voor een bedrijf is het belangrijk om te weten hoeveel geld er wordt verdiend en hoeveel geld er wordt uitgegeven. Hoe wordt het totaalbedrag genoemd dat in een bepaalde periode bij een bedrijf binnenkomt? A afzet B omzet C winst 400010-1-770o 4 ga naar de volgende pagina
1p 15 Het ene artikel in het assortiment van H&M is gevoeliger voor diefstal dan het andere. Schrijf een voorbeeld op van een artikel dat gevoelig is voor diefstal. Leg uit waarom dat artikel gevoelig is voor diefstal. 1p 16 Het personeel van een winkel speelt een belangrijke rol bij het voorkomen van diefstal. Schrijf een maatregel op die het personeel van H&M kan nemen om diefstal van artikelen te voorkomen. VAN CLEOPATRA TOT MADONNA Al sinds de oudheid gebruiken mensen kleding om zichzelf mooi te maken en zich van anderen te onderscheiden. Mode is van alle tijden. 1p 17 In de tijd van de Romeinen droeg men kleding met plooien. Deze kleding werd meerdere keren om het lijf gedrapeerd. Wat is de naam van zo'n kledingstuk? A klaft B sarong C toga 1p 18 Christiaan Dior is een belangrijke modeontwerper uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Welke modestijl is door Christiaan Dior geïntroduceerd? A Flower Power B New Look C total-look 1p 19 Kleur is een belangrijk onderdeel van de mode. Kleur kan een functie hebben om op te vallen of om juist niet op te vallen. Hoe worden kleuren genoemd die niet opvallen? A camouflerende kleuren B monochrome kleuren C polychrome kleuren 1p 20 Hoe worden ontwerpers genoemd die zeer draagbare en minder opvallende kleding ontwerpen? A avant-gardistische ontwerpers B commerciële ontwerpers C futuristische ontwerpers 1p 21 Wat wordt bedoeld met de coupe van een kledingstuk? A de maat B het model C het silhouet 400010-1-770o 5 ga naar de volgende pagina
1p 22 De collectie 'Undressed' van Marlies Dekkers is een voorbeeld van een prêt-à-portercollectie. Schrijf een verschil op tussen haute-couturekleding en prêt-à-porterkleding. 1 2 3 4 2p 23 Op de foto's zie je vier kledingstukken met elk een andere draagvorm. In de tabel op de uitwerkbijlage zijn vier draagvormen genoteerd. Welk kledingstuk past bij welke draagvorm? Zet het nummer van het kledingstuk bij de bijbehorende draagvorm. 400010-1-770o 6 ga naar de volgende pagina
1p 24 In de jaren '60 ontstond er een nieuwe jongerencultuur: de hippies. Schrijf een kenmerk op van de haarstijl van de hippies. 1p 25 Welk materiaal past bij het modebeeld van de hippies? A geruite stof B soepele katoen C wollen tweed Kleurrijke haren met pieken, veel make-up, metalen versiering op het lichaam, T-shirts met afgescheurde mouwen, strakke zwarte broeken, kapotte netkousen. 1p 26 Hierboven staat een beschrijving van de kledingstijl van een bepaalde jongerencultuur uit de jaren '80. Welke jongerencultuur is dit? A gothic B heavy metal C punk BOB Bob is de eigenaar van twee filialen van een kledingwinkel. Een filiaal is gevestigd in Amsterdam, het andere in Breda. 1p 27 Bob bestelt de eerste en de derde donderdag van de maand T-shirts. Hoe groot is de orderfrequentie per jaar? A 12 B 24 C 52 2p 28 Bob rekent uit wat dit jaar de gemiddelde voorraad was van een bepaald T-shirt. T-shirts blue maat S Datum Voorraad 1 januari 20 stuks 1 april 18 stuks 1 juli 28 stuks 1 oktober 18 stuks 1 december 12 stuks Bereken de gemiddelde voorraad. Schrijf ook de berekening op. 1p 29 Bij voorraadbeleid spelen onder andere afleveringskosten een rol. Wat is een voorbeeld van afleveringskosten? A administratiekosten B derving C huur voor het magazijn 400010-1-770o 7 ga naar de volgende pagina
1p 30 Als een bestelling wordt afgeleverd heeft de vervoerder twee formulieren bij zich. Hoe wordt het schriftelijk bewijs van het afleveren van de goederen genoemd? A emballagebon B pakbon C vrachtbrief 1p 31 Voordat een artikel in de winkel ligt, heeft het al een hele afstand afgelegd. Hoe wordt de route genoemd die goederen afleggen van de leverancier naar de winkelier? A externe route B interne route C leverantie route 1p 32 In de winkels van Bob worden de gegevens van alle artikelen die op de pakbon staan in de magazijncomputer ingevoerd. De computer print de bijbehorende prijskaartjes uit. Hierop staat onder andere de prijs. Geef nog twee voorbeelden van gegevens die op een prijskaartje kunnen staan. 1p 33 De magazijnmedewerker bevestigt de prijskaartjes aan de binnengekomen goederen. Hij houdt één prijskaartje over. Wat kan er gebeurd zijn? Geef één oorzaak. 1p 34 Bob houdt rekening met de doelgroep van zijn winkel bij de keuze van de merken die hij in zijn winkel wil gaan verkopen. Hoe kan een winkelier goed op de hoogte blijven van het aanbod van modemerken? Schrijf twee manieren op. 1p 35 Een van de merken die Bob in zijn winkel verkoopt, is het merk Diesel. Bij welke doelgroep past het merk Diesel? A mode-passief B ragegevoelig C trendgevoelig 1p 36 In de winkel van Bob komen veel mensen die tot yuppen gerekend worden. Wat is het prijsniveau van een winkel die yuppen als doelgroep heeft? A laag B middel C hoog 1p 37 Bob verkoopt in zijn winkel geen kleding van een 'private label'. Wat is een voorbeeld van een 'private label'? A G-star B Kuyichi C Yes or No 1p 38 Sommige merken die Bob verkoopt hebben een exclusieve distributie. Wat betekent dit? 400010-1-770o 8 ga naar de volgende pagina
1p 39 In zijn filiaal in Amsterdam heeft Bob een ander assortiment dan in zijn filiaal in Breda. Wat is de reden dat het assortiment van een winkel van een winkelketen in Amsterdam kan verschillen met een winkel van dezelfde keten in Breda? A de koopkracht B de presentatie C het kleedgedrag 1p 40 Voor de wintercollectie heeft Bob wollen vestjes besteld. Acryl wordt vaak aan wol toegevoegd. Geef één reden waarom acryl wordt toegevoegd aan wol. 1p 41 Je kunt kledingtextiel onderverdelen. Een vest behoort tot het onderdeel bovenkleding. Noem, naast het onderdeel bovenkleding, nog drie onderdelen van de groep kledingtextiel. 2p 42 Geef van elk van de onderstaande materialen op het etiket aan of het een natuurlijk of een synthetisch materiaal is door in de tabel op de uitwerkbijlage een kruisje in de juiste kolom te zetten. 42 % lamswol 28% wol 27% acryl 2% nylon 1% elastomeer 1p 43 De stof van de vestjes uit Bobs wintercollectie is nabehandeld. Hoe heet de nabehandeling van stoffen? A appretuur B elasticiteit C keurmerk 1p 44 Bob vindt het belangrijk dat klanten geen last hebben van drempelvrees. Schrijf één maatregel op die Bob kan treffen om drempelvrees te voorkomen. MEXX Melanie zit in klas drie van het VMBO op de afdeling Mode en Commercie. Ze moet stage lopen en doet dat in een vestiging van MEXX. 2p 45 Een klant vraagt Melanie advies over het onderhoud van een bloesje waarin viscose is verwerkt. Geef twee onderhoudsadviezen voor het wassen en strijken van kledingstukken van viscose. 1p 46 De klant koopt een shirt van tricot. Hoe heet de techniek waarmee tricot gemaakt wordt? A breien B haken C weven 400010-1-770o 9 ga naar de volgende pagina
1p 47 Het shirt dat de klant koopt is getailleerd. Wat betekent getailleerd? 1p 48 De klant wil haar kleding, schoenen en accessoires in dezelfde stijl aanschaffen. Hoe wordt dit genoemd? 1p 49 De klant koopt een bh met een bijbehorende string van de lingerielijn van Mexx. Op het onderhoudsetiket van de string zijn de volgende symbolen afgebeeld. Welk onderhoudsadvies moet Melanie de klant geven naar aanleiding van dit etiket? 1p 50 Een andere klant past een herenpantalon. De pantalon heeft maat 52. Op welke omvang zijn de herenmaten gebaseerd? A op de borstomvang B op de heupomvang C op de tailleomvang 1p 51 Bij de pantalon zoekt deze man een bijpassend overhemd dat bij de pantalon past. Hij koopt een overhemd waarbij de punten van de kraag vastzitten met een knoop en een knoopsgat. Hoe wordt de kraag van zo'n overhemd genoemd? A een button-down kraag B een overhemd kraag C een revers kraag 1p 52 In de wintercollectie van MEXX zitten rokjes van fluweel. Bij welk soort weefsel hoort de stof fluweel? A jaquardweefsel B lussenweefsel C poolweefsel 1p 53 Modekleuren komen regelmatig terug. Sommige kleuren zijn kenmerkend voor een bepaald seizoen. In welk seizoen komen regelmatig pastelkleuren in de kledingcollectie voor? A najaar B voorjaar C winter 1p 54 Bepaalde stoffen passen goed bij een bepaald seizoen. Zo passen harige stoffen goed in een wintercollectie. Geef twee voorbeelden van een stofnaam van een harige stof. 1p 55 Welk patroon ontstaat wanneer bij een weefsel de kettingdraden en de inslagdraden beiden uit verschillende kleuren bestaan? A fleece B ruitjes C streepjes 400010-1-770o* 10 ga naar de volgende pagina einde