ECLI:NL:RBNHO:2013:7675

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBAMS:2017:3179

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2773

ECLI:NL:RBDOR:2008:BD6428

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBZLY:2006:AY7374

ECLI:NL:RBMNE:2014:6635

ECLI:NL:RBNNE:2017:1905

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC8945

ECLI:NL:RBDHA:2015:16283

ECLI:NL:RBLIM:2016:661

ECLI:NL:RBLIM:2016:9653

ECLI:NL:RBNHO:2016:9102

ECLI:NL:RBROT:2014:10830

ECLI:NL:RBNHO:2016:4991

ECLI:NL:RBZWB:2014:4838

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:RBUTR:2009:BK2497

ECLI:NL:RBNNE:2015:5097

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651

ECLI:NL:RBHAA:2006:AV7336

ECLI:NL:RBNHO:2016:8196

ECLI:NL:RBLIM:2017:3542

ECLI:NL:RBNHO:2013:13257

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBHAA:2007:AZ7501

ECLI:NL:RBNHO:2015:4553

ECLI:NL:RBLEE:2004:AR5337

ECLI:NL:RBARN:2011:BP9834

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC9654

ECLI:NL:GHAMS:2016:2508

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1235

ECLI:NL:GHDHA:2017:1150

ECLI:NL:RBZWB:2016:4788 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer AZ VERZ

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBAMS:2016:4523

ECLI:NL:RBOVE:2014:1829

de besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem.

ECLI:NL:RBAMS:2017:2373

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

ECLI:NL:RBAMS:2015:6673

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ8108

ECLI:NL:RBAMS:2010:BN8433

LJN: AV7838,Sector kanton Rechtbank Haarlem, / VV EXPL Print uitspraak

ECLI:NL:CRVB:2015:2828

ECLI:NL:RBAMS:2015:5388

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:RBARN:2012:BV9280

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614

ECLI:NL:RBZLY:2007:AZ8198

ECLI:NL:RBZWB:2014:603. Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer AZ

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD4031

ECLI:NL:RBLIM:2017:3129

ECLI:NL:GHDHA:2016:3002

ECLI:NL:RBLIM:2017:7110

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015

ECLI:NL:RBHAA:2007:BA4098

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:CRVB:2016:3509

ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5395

ECLI:NL:CRVB:2017:1041

ECLI:NL:OGEAC:2017:86

ECLI:NL:RBNHO:2016:6590

ECLI:NL:RBASS:2012:BX2999

Voorwaardelijke ontbinding onder de Wwz, Ernstig verwijtbaar handelen werkneemster, Geen vergoeding en ontbinding op termijn van vier dagen

Uitspraak. RECHTBANK BREDA Sector kanton. Locatie Bergen op Zoom. zaak/rolnr.: AZ VERZ beschikking d.d. 22 juli 2009.

ECLI:NL:RBDHA:2017:364

beschikking RECHTBANK GELDERLAND Team kanton en handelsrecht Zittingsplaats Arnhem

ECLI:NL:RBHAA:2010:BL8963

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

ECLI:NL:RBNHO:2017:437

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1535

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:CRVB:2015:3138

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

ECLI:NL:RBGRO:2010:BN3546

ECLI:NL:RBLEE:2012:BV9675

ECLI:NL:CRVB:2016:5122

ECLI:NL:RBNNE:2017:2980

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467

ECLI:NL:RBROT:2017:1535

ECLI:NL:RBGEL:2017:2600

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

ECLI:NL:RBALM:2011:BP3985

ECLI:NL:RBHAA:2009:BK0610

ECLI:NL:RBROT:2014:2368

ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491

ECLI:NL:RBMNE:2017:2404

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462

Transcriptie:

ECLI:NL:RBNHO:2013:7675 Instantie Datum uitspraak 28-08-2013 Datum publicatie 20-11-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2201600/AO VERZ 13-270 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg - enkelvoudig Ontbinding arbeidsovereenkomst met drugsverslaafde werknemer. Geen reflexwerking van het opzegverbod tijdens ziekte. Vindplaatsen Rechtspraak.nl AR-Updates.nl 2013-0938 Prg. 2014/37 Uitspraak RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Privaatrecht Sectie Kanton locatie Haarlem zaak/rep.nr.: 2201600/AO VERZ 13-270 datum uitspraak: 28 augustus 2013 BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST inzake de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TATA STEEL IJMUIDEN B.V. te Velsen-Noord, gemeente Velsen verzoekster hierna te noemen Tata Steel gemachtigde mr. E.F. Seunke

tegen [verweerder] te [woonplaats] verweerder hierna te noemen [verweerder] gemachtigde mr. A.L. van t Spijker-van Winsen De procedure Op 19 juli 2013 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van Tata Steel. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 21 augustus 2013. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigden van partijen hebben pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht. De feiten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. [verweerder], 25 jaar oud, is op 1 oktober 2010 bij Tata Steel in dienst getreden in de functie van Installatie Beheerder B voor een salaris van (laatstelijk) 2.338,40 bruto per maand exclusief omstandighedentoeslag, vakantiegeld en eindejaarsuitkering. [verweerder] houdt zich bezig met het programmeren van computersystemen voor het besturen van zware machines. [verweerder] verricht zijn werkzaamheden in de Koudbandwalserij. Op de arbeidsovereenkomst is de Tata Steel Regeling Alcohol- en Drugsgebruik van toepassing. Hierin is opgenomen dat Tata Steel een nulbeleid hanteert op het gebied van alcohol en drugs, inhoudende dat werknemers [ ] op het gehele bedrijfsterrein van Tata Steel - geen alcohol of drugs mogen gebruiken; - niet in het bezit mogen zijn van alcohol of drugs; -geen sporen van alcohol en drugs in het lichaam aanwezig mogen hebben. In hoofdstuk 5.1 van voornoemde regeling is opgenomen dat Tata Steel jegens haar werknemers een tweesporenbeleid hanteert, gericht op hulpverlening bij de behandeling van alcohol- of drugsproblemen enerzijds en disciplinaire maatregelen ten aanzien van overtredingen van de gedragsregels anderzijds. De regeling schrijft voor dat de werknemer tijdens de duur van het hulpverleningstraject de gedragsregels ten aanzien van alcohol- en drugsgebruik onverminderd dient na te leven, bij gebreke waarvan aan hem een disciplinaire maatregel zal worden opgelegd conform het disciplinereglement van Tata Steel. In het voorjaar van 2012 liet het functioneren van [verweerder] dusdanig te wensen over hij maakte zijn werkzaamheden niet af, was onrustig en ging regelmatig voor het einde van de werktijd naar huis dat zijn toenmalige leidinggevende[xxx] (hierna: [XXX]) diverse gesprekken met hem heeft gevoerd. [verweerder] heeft daarbij aangegeven privé problemen te hebben. Bij een gesprek op 31 mei 2012 heeft [verweerder] ontkend een alcoholprobleem te hebben. Op 6 juni 2012 heeft [verweerder] zich ziek gemeld. Op 7 en 12 juni 2012 heeft hij een bezoek aan de bedrijfsarts gebracht. Op 14 juni 2012 heeft [verweerder] aan [XXX] verteld dat hij verslaafd is aan drugs en regelmatig

cocaïne en heroïne gebruikt. Tata Steel heeft hem een hulpverleningstraject aangeboden. 8. Op 22 juni 2012 heeft [verweerder] zich in overleg met Tata Steel opnieuw ziek gemeld. Partijen hebben op die datum een schriftelijk vastgelegde overeenkomst gesloten ter zake van een door [verweerder] te volgen hulpverleningstraject. Hierin zijn onder meer de volgende afspraken opgenomen: 1. Betrokkene stelt zich onder behandeling van Jellinek [ ] 4. Betrokkene werkt mee aan de behandeling en houdt zich aan de aldaar gemaakte afspraken. [ ] 6. Om er zeker van te zijn dat betrokkene bij de werkhervatting niet meer onder invloed van drugs is, zal betrokkene daarop regelmatig worden getest door de Arbodienst. Betrokkene is hiermee akkoord en zal hieraan meewerken. [ ] 8. Betrokkene is verplicht bij een eventuele terugval direct en persoonlijk de behandelende instelling en de betrokken bedrijfsarts van de Arbodienst in te lichten. 9. Bij brief van 22 juni 2012 heeft Tata Steel [verweerder] een ernstige schriftelijke waarschuwing gegeven in verband met het werken onder invloed van drugs. Zij heeft hem daarbij gewaarschuwd dat bij een volgende overtreding zwaardere sancties zullen volgen waarbij beëindiging van het dienstverband tot de mogelijkheden behoort. 10. Op 27 juni 2012 is [verweerder] niet op een afspraak met de bedrijfsarts verschenen. 11. [verweerder] is vanaf 15 augustus 2012 tot 1 september 2012 opgenomen in de Brijder Stichting voor een behandeling. Na de behandeling heeft [verweerder] het drugsgebruik hervat. 12. Op 10 september 2012 heeft de bedrijfsarts aan Tata Steel meegedeeld dat het behandeltraject van [verweerder] dient te worden verlengd. 13. Op 9 oktober 2012 heeft de bedrijfsarts aan Tata Steel meegedeeld dat over twee weken een gerichte behandeling zal worden gestart. 14. In oktober 2012 is [verweerder] opgenomen in de Stichting Parnassia te Den Haag voor een behandeling van circa 3 maanden. De opname is vroegtijdig beëindigd omdat [verweerder] zich niet aan de bij Stichting Parnassia geldende regels hield. 15. Op 12 december 2012 heeft de bedrijfsarts werkhervatting vanaf 7 januari 2013 geadviseerd, voor halve dagen en in risicoloos tijdelijk aangepast werk. 16. Op 7 januari 2013 hebben partijen met elkaar gesproken over de re-integratie van [verweerder]. Daarbij heeft Tata Steel met [verweerder] onder meer de volgende afspraken gemaakt, die zij in een brief van 11 januari 2013 aan hem heeft bevestigd: Daarnaast spreken we af dat je op doordeweekse dagen tussen 8.00 en 17.00 telefonisch bereikbaar bent. [ ] je mag op geen enkele manier onder invloed van drugs op het Tata Steel terrein zijn. [ ] dat je drie keer per week getest zult worden door een medewerker van 365ArboNed. Dit is een speekseltest [ ] Mocht de uitslag van de speekseltest aangeven dat je mogelijk onder invloed van drugs bent, dan zal direct een urinetest worden afgenomen. 17. Op 16 januari 2013 heeft [verweerder] geweigerd een speekseltest te ondergaan en is hij zonder bericht aan zijn leidinggevende naar huis gegaan. Voorts heeft [verweerder] zich op 16 en op 17 januari 2013 telefonisch onbereikbaar voor Tata Steel gehouden. 18. Op 25 januari 2013 heeft Tata Steel [verweerder] wegens het op 16 en 17 januari 2013 voorgevallene de disciplinaire maatregel opgelegd van twee dagen schorsing zonder loon. Zij heeft deze maatregel bij brief van 30 januari 2013 aan [verweerder] bevestigd, waarbij zij [verweerder] erop heeft gewezen, dat wij bij een volgende overtreding genoodzaakt zijn om zwaardere maatregelen te nemen, waarbij mogelijk de beëindiging van het dienstverband overwogen kan worden. 19. Op 6 februari 2013 heeft [verweerder] wederom geweigerd een speekseltest te ondergaan. 20. Op 7 februari 2013 heeft [verweerder] aan Tata Steel meegedeeld in het voorafgaande weekend drugs te hebben gebruikt. 21. Op 14 februari 2013 heeft de bedrijfsarts aan Tata Steel het volgende gerapporteerd: Het gaat de laatste periode niet goed met de reintegratie van de heer [verweerder]. [ ] Er is een bekende en effectieve en ook geadviseerde behandelmogelijkheid, maar betrokkene heeft hier tot op heden niet voor gekozen.

22. Bij een gesprek op 14 februari 2013 heeft Tata Steel [verweerder] een laatste kans geboden om van zijn drugsverslaving af te komen. 23. Bij een vervolggesprek op 22 februari 2013 heeft Tata Steel aan [verweerder] meegedeeld hem een laatste kans te willen bieden indien hij op uiterlijk 1 maart 2013 een brief van de Brijder Stichting of een arts overlegt waaruit blijkt dat hij zich heeft ingeschreven voor volledige opname. 24. Op 24 april 2013 heeft de bedrijfsarts aan Tata Steel meegedeeld dat [verweerder] niet voor een volledige opname kiest en dat een andere behandeling is voorgesteld, maar dat deze behandeling vooralsnog geen doorgang [kan] vinden omdat betrokkene niet voldoet aan de eisen die de behandelaar stelt. 25. Op 29 april 2013 heeft Tata Steel [verweerder] op non-actief gesteld. 26. Bij brief van 4 juni 2013 heeft Tata Steel aan [verweerder] meegedeeld de arbeidsovereenkomst met hem te willen beëindigen. Tata Steel heeft [verweerder] een beëindigingsovereenkomst aangeboden. [verweerder] heeft daar niet mee ingestemd. 27. Bij brief van 24 juni 2013 heeft Tata Steel aan [verweerder] meegedeeld de kantonrechter te zullen verzoeken het dienstverband met hem te ontbinden, aangezien na het gesprek op 14 februari 2013 vier maanden zijn verstreken zonder dat er ook maar een begin van een behandeling is. Het verzoek Tata Steel verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens veranderingen in de omstandigheden. Tata Steel stelt samengevat het volgende. Tata Steel is een productiebedrijf in de zware industrie en werkt met enorme machines en installaties. Het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften kan leiden tot ernstige bedrijfsongevallen. Daarom hanteert Tata Steel een zero tolerance beleid waar het gaat om alcohol- en drugsgebruik. [verweerder] is daarmee vanaf het begin van zijn dienstverband bekend. Gebleken is dat [verweerder] verslaafd is aan drugs. Overeenkomstig haar vaste beleid heeft Tata Steel [verweerder] in de afgelopen 13 maanden alle mogelijke hulp geboden om zijn drugsverslaving te overwinnen. Zij heeft daarbij gehandeld in overeenstemming met de Stecr Werkwijzer inzake Verslaving en Werk. Van [verweerder] had mogen worden verwacht dat hij zich op zijn beurt had ingespannen om het hulpverleningstraject te laten slagen. Hij heeft echter de kansen die Tata Steel hem heeft gegeven laten liggen en alle waarschuwingen in de wind geslagen. Hij heeft zich diverse keren niet aan de met hem gemaakte afspraken gehouden en heeft het advies van de Brijder Stichting zich te laten opnemen niet opgevolgd, maar voor een deeltijdbehandeling gekozen. Tot nu toe is die behandeling echter nog niet gestart. [verweerder] is nog steeds afhankelijk van 70 mg methadon per dag en gebruikt in de weekends nog altijd drugs. Daardoor voldoet hij niet aan de voorwaarden die gelden om voor een dagbehandeling in aanmerking te komen. [verweerder] belemmert dus zijn genezing. [verweerder] heeft zich niet betrouwbaar getoond en heeft daardoor de relatie met Tata Steel ernstig verstoord. Tata Steel heeft thans geen enkel vertrouwen meer in verbetering van de situatie. Van haar kan niet worden gevergd de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te laten voortduren. Deze dient daarom op de kortst mogelijke termijn te worden ontbonden. Omdat de verandering van de omstandigheden geheel binnen de risicosfeer van [verweerder] valt, is voor toekenning van een vergoeding aan [verweerder] geen aanleiding. Daar komt bij dat [verweerder] inmiddels als 14 maanden zijn salaris ontvangt zonder adequate tegenprestatie, dat Tata Steel 12 gesprekken met de Arbodienst heeft bekostigd en dat haar medewerkers inmiddels al heel veel tijd en moeite hebben besteed aan een poging [verweerder] van zijn drugsverslaving af te helpen.

Het verweer [verweerder] concludeert primair tot afwijzing van het verzoek. Het verweer van [verweerder] komt in de kern op het volgende neer. [verweerder] is vanaf 22 juni 2012 als gevolg van zijn drugsverslaving arbeidsongeschikt, vanaf 7 januari 2013 nog voor 50%. Om van zijn verslaving af te komen is een medische behandeling vereist, zodat sprake is van arbeidsongeschiktheid in de zin van artikel 7:629 lid 1 BW. Daarom zijn de wettelijke bepalingen betreffende ontslagbescherming van toepassing. Van zwaarwegende gronden die desondanks de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen is geen sprake. De verstoring van de arbeidsrelatie kan [verweerder] niet worden aangerekend, aangezien zijn functioneren is beïnvloed door zijn drugsgebruik. Voor het niet verschijnen op afspraken met de bedrijfsarts en het weigeren van de speekseltests heeft [verweerder] bovendien al een disciplinaire sanctie ontvangen. Nu het ontbindingsverzoek slechts verband houdt met de drugsverslaving van [verweerder], dient het af te stuiten op de reflexwerking van het opzegverbod tijdens ziekte, zoals bepaald in artikel 7:670 BW. [verweerder] betwist dat hij zijn genezing belemmert. Hij staat wel degelijk onder behandeling en is aan de beterende hand. [verweerder] heeft frequent gesprekken met zijn behandeld arts, zijn psychiater, de verslavingsarts en de reclasseringsbeambte. Hij gebruikt medicatie en zijn drugsgebruik is sterk verminderd. Ook staat [verweerder] ingeschreven voor een deeltijdbehandeling. Hij verwacht binnen zes maanden abstinent te zijn. Voor zover Tata Steel meent dat [verweerder] zijn genezing belemmert, biedt artikel 7:629 BW daarvoor de geëigende sanctie van het stopzetten van het salaris. Subsidiair, voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om toekenning van een vergoeding van 7.863,06 bruto, hetgeen neerkomt op een correctiefactor C = 2. De beoordeling Ontvankelijkheid Hoewel een (drugs)verslaving in haar algemeenheid wordt aangemerkt als een ziekte, waarop (de refexwerking van) het opzegverbod tijdens ziekte van toepassing is, kan sprake zijn van bijzondere omstandigheden die meebrengen dat de reflexwerking wordt doorbroken en deze een ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet langer in de weg staat. Tata Steel legt aan het ontbindingsverzoek ten grondslag niet dat [verweerder] ziek is zoals hiervoor bedoeld, maar dat hij stelselmatig afspraken niet nakomt, hij het laatste halfjaar de hem geboden hulp niet heeft aanvaard, geen enkele poging doet om te voldoen aan de voorwaarden teneinde tot de door hem in beginsel aanvaarde dagbehandeling te worden toegelaten, en niets heeft gedaan om tot re-integratie te komen. Daardoor heeft zij ieder vertrouwen in verbetering van zijn houding verloren, aldus Tata Steel. De kantonrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat daarmee de grondslag van het verzoek niet is gelegen in het gegeven van de ziekte van [verweerder] maar in het wegvallen van zijn werkgevers vertrouwen in hem. Tata Steel is daarom ontvankelijk in haar verzoek. Ontbinding van der arbeidsovereenkomst

De vraag die thans ter beantwoording voorligt is of de houding en het gedrag van [verweerder] het wegvallen van Tata Steels vertrouwen in [verweerder] rechtvaardigt. Van de werkgever mag worden verlangd dat deze de verslaafde werknemer hulp biedt bij het overwinnen van diens verslaving. Daar staat tegenover dat de werknemer zelf alles in het werk moet stellen om het hulpverleningstraject te laten slagen, zijn genezing te bevorderen en te re-integreren in het werk. Als onweersproken staat vast dat [verweerder] diverse concrete afspraken met Tata Steel in het kader van de geboden hulp stelselmatig heeft genegeerd en overtreden. Het advies van de Brijder Stichting om zich te laten opnemen heeft hij niet opgevolgd om hem moverende redenen, maar de als alternatief door de Brijder Stichting aangedragen dagbehandeling waarin hij toestemde heeft [verweerder] evenmin daadwerkelijk aanvaard; hij voldoet immers niet aan de basisvoorwaarden die de Brijder Stichting aan een dergelijke behandeling verbindt. Ook heeft [verweerder], in weerwil van de afspraak met Tata Steel daarover, geweigerd speekseltests te ondergaan. Ter zitting heeft hij daartoe aangedragen dat het zero tolerance beleid van Tata Steel geen betrekking heeft op de weekends en andere vrije dagen, en hij weigerde omdat zijn speeksel bij een test op maandag mogelijk restsporen van in het weekend gebruikte drugs zou bevatten. Dat het zero tolerance beleid het gebruik van drugs in het weekend of andere vrije dagen niet expliciet verbiedt moge zo zijn, in het onder 2 geciteerde gedeelte van de Regeling Alcohol- en Drugsgebruik staat echter uitdrukkelijk dat werknemers op het gehele bedrijfsterrein geen sporen van alcohol en drugs in het lichaam aanwezig mogen hebben. Het is dan aan [verweerder] om, als hij al drugs gebruikt tijdens het weekeinde, dat gebruik zodanig aan te passen en op een zodanig tijdstip te staken dat zich geen sporen meer in zijn speeksel meer bevinden zodra hij zich weer op de werkvloer bevindt. Tata Steel heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij [verweerder] ruimschoots kansen en tijd heeft geboden om zijn drugsverslaving te overwinnen. [verweerder] daarentegen heeft die kansen ten onrechte onbenut gelaten. Hij is een keer weggelopen uit een behandellocatie en heeft zich vervolgens niet aan de daar geldende regels geconformeerd. Na het schenden van diverse afspraken die hij met Tata Steel heeft gemaakt, onder meer met betrekking tot het accepteren van de hiervoor bedoelde speekseltests, had van [verweerder] mogen worden verwacht dat hij de laatste kans die Tata Steel hem op 14 februari 2013 heeft geboden, serieus had genomen. Gebleken is echter dat [verweerder] in de zes maanden die sindsdien zijn verstreken, na eerst het advies van de Brijder Stichting om zich te laten opnemen van de hand te hebben gewezen, tot op heden nog steeds niet is begonnen met de dagbehandeling, omdat hij niet aan de daaraan gestelde voorwaarden voldoet. Dat valt hem te verwijten, tenzij zoals [verweerder] heeft betoogd het gegeven dat hij niets doet om van de verslaving te genezen louter het gevolg is van zijn verslaving. [verweerder] heeft echter op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat hij buiten staat is om aan de aan dagbehandeling gestelde voorwaarden te voldoen danwel om alsnog een opname als door de Brijder Stichting geadviseerd te accepteren. De laatste medische rapportage die hij heeft overgelegd dateert immers van januari 2013. Dat hij mogelijk wordt getest op ADD zoals hij ter zitting wel heeft aangevoerd, maar evenmin aannemelijk heeft gemaakt, maakt dit niet anders. [verweerder] heeft ook aangevoerd dat hij verwacht dat hij binnen zes maanden drugsvrij zal zijn. Dat Tata Steel daarop, gezien de gang van zaken tot nu en het ontbreken van iedere onderbouwing van die verwachting, niet durft af te gaan is te begrijpen. [verweerder] heeft ten slotte nog gewezen op de mogelijkheid voor Tata Steel, om conform de STECR richtlijn zijn salaris in te houden, in plaats van de arbeidsrelatie te beëindigen. Deze mogelijkheid heeft Tata Steel echter reeds in januari 2013 toegepast zonder dat dit enig effect op [verweerders] houding en inzet heeft gesorteerd. Dat Tata Steel in die benadering geen heil meer zag is dan ook begrijpelijk. Gelet op het voorgaande acht de kantonrechter het aannemelijk dat Tata Steel als gevolg van het gedrag en de houding van [verweerder] alle vertrouwen in hem heeft verloren. Dit vormt een gewichtige reden die ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt, zodat het verzoek zal worden toegewezen. De arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden met ingang van 1 september

2013. Voor toekenning van een vergoeding is geen grond, nu de reden voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst in de risicosfeer van [verweerder] ligt. Vanwege de aard van deze procedure draagt iedere partij de eigen kosten. De beslissing De kantonrechter: - ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 september 2013; - verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad; - bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier. Coll.