.J" Vlaamse Regering ~ - AMV/0008995/1020 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.16.1.8, 1, 4', van titel 11 van het VLAREM ingediend door de NV Lanxess Rubber, Canadastraat 21, Haven 1009, 2070 Zwijndrecht, exploitant van een chemisch bedrijf gelegen op hetzelfde adres. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011;
2 - Gelet op de aanvraag ingediend door de NV Lanxess Rubber, Canadastraat 21, Haven 1009, 2070 Zwijndrecht, exploitant van een chemisch bedrijf gelegen op hetzelfde adres, op het kadastraal perceel: afdeling 1, sectie h, perceelnummer 353z, tot afwijking van artikel 5.16.1.8, 1, 4, van titel 11 van het VLAREM, luidende: "de installatie moet volgens een code van goede praktijk worden gecontroleerd op de staat van bewaring en op de bescherming tegen corrosie. Het onderzoek bij de (her)ingebruikname bevat een inwendig onderzoek van de houders. Als het gaat om houders van samengeperste lucht en, meer in het algemeen, in alle gevallen waarbij inwendige corrosie kan optreden, dient ook bij de volgende periodieke onderzoeken een inwendig onderzoek uitgevoerd te worden."; dat dit meer bepaald wordt aangevraagd voor de volgende 7 opslagtanks van isobutyleen: SP1 A, SP1 B, SP11 01, SP11 02, SP11 03, SP11 04 en SP11 05; Gelet op de ontvangst van de afwijkingsaanvraag op 25 mei 2012; Gelet op de volgende motivering van de afwijkingsaanvraag aangehaald door de aanvrager: de gashouder moet voor een inwendige inspectie volledig gasvrij gemaakt worden; ondanks de nodige veiligheidsmaatregelen bestaat de kans op lekken of een explosie; het betreden van een houder kan tot beschadigingen leiden aan de binnenzijde van de houder; er moeten stellingen en/of beweegbare systemen opgebouwd worden; de ganse procedure (uitdienstname, voorbereiding betreden, inspectie, verwijderen stellingen en indienstname) bedraagt minstens een maand wat moeilijk te organiseren is in een volcontinu productieproces aangezien alle 7 houders continu in gebruik zijn; inspectie via akoestische emissiemetingen kan volledig aan de buitenkant van de houder uitgevoerd worden; voor dergelijke inspecties zijn de houders slechts enkele dagen uit dienst; tijdens inwendig onderzoek wordt de toestand van de houder steekproefsgewijs bekeken; doorgaans wordt slechts 20 % van de overlangse lasnaden aan een magnetisch onderzoek onderworpen; via akoestische emissiemetingen wordt een integriteitstest van de volledige wand en alle lasnaden uitgevoerd; akoestische metingen worden in Frankrijk en Oostenrijk als een volwaardig alternatief gezien voor het inwendig onderzoek;
3- Gelet op de volgende alternatieve maatregelen aangehaald door de aanvrager: - als alternatief wordt een inspectie via akoestische emissie voorgesteld; in bijlage van de aanvraag wordt een gedetailleerde toelichting gegeven over de inspectiemethode; naast een inspectie via akoestische emissie wordt door een milieudeskundige erkend in de discipline "houders voor gassen of gevaarlijke stoffen" een uitgebreid niet-destructief uitwendig onderzoek uitgevoerd; het volledige onderzoek bevat bijgevolg de volgende elementen: onderzoek van de mechanische integriteit van de tank via akoestische emissiemetingen; ultrasone wanddiktemetingen op representatieve locaties van de sferen; de locaties worden bepaald door de erkend milieudeskundige; visuele uitwendige inspectie van de sferen over het gehele oppervlak; nazicht van de zettingsmetingen van de sferen; visuele inspectie van alle lasnaden van de 8 steunkolommen van de sferen; ultrasone diktemetingen van de 8 steunkolommen van de sferen; nazicht van de brandwerende bekleding van de 8 steunkolommen; visuele inspectie van de kruiselingse verstevigingstangen; nazicht van de aardingsmetingen van de sferen; nazicht van de controle van de afsteldrukken van de veiligheidskleppen; visuele inspectie en beproeving van de sprinklerinstallatie; lekdichtheidstest op de afdichtingsvlakken van alle aanwezige flenzen van de sferen; de onderzoeken zullen gebeuren door de corrosie-expert METALogic onder toezicht van een milieudeskundige erkend in de discipline "houders voor gassen of gevaarlijke stoffen"; de resultaten zullen in overleg tussen beide partijen geëvalueerd worden conform de norm EN 14584; afhankelijk van de gedane vaststellingen kan een bijkomend onderzoek van bijvoorbeeld lasnaden of alsnog een inwendig onderzoek gebeuren; Gelet op het besluit nr. MLAV1/93-105/MV/AB van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 september 1993 waarbij vergunning wordt verleend aan de NV Bayer Polysar voor een termijn verstrijkend op 31 december 2014 voor de exploitatie van een chemisch bedrijf; Gelet op het besluit nr. MLWV/93-042/MV/AB van de deputatie van de provincie Antwerpen van 10 februari 1994 waarbij vergunning wordt verleend voor een termijn verstrijkend op 31 december 2014 voor de Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. 2/MLVER/93 654/MV van de deputatie van de provincie Antwerpen van 17 februari 1994 waarbij
4 - AMV18995/1020 Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. 2/MLVER/94-73/MV van de deputatie van de provincie Antwerpen van 26 mei 1994 waarbij vergunning wordt verleend voor een termijn verstrijkend op 31 december 2014 voor de Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. 2/MLVER/94 74/MV/AGE van de deputatie van de provincie Antwerpen van 16 juni 1994 waarbij Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. 2/MLVERl94 288/MV/AB van de deputatie van de provincie Antwerpen van 13 april 1995 waarbij Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. 2/MLVER/96 102/RTHIIAN van de deputatie van de provincie Antwerpen van 8 augustus 1996 waarbij vergunning wordt verleend aan de NV Bayer Rubber voor een termijn verstrijkend op 31 december 2014 voor de Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVERl96 151/RTHIIAN van de deputatie van de provincie Antwerpen van 10 oktober 1996 voor de Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVERl96 223/JVDM/bd van de deputatie van de provincie Antwerpen van 6 februari 1997 voor de Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVERl97 130/JVDM/bd van de deputatie van de provincie Antwerpen van 30 oktober 1997 voor de
5- Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVERl99 103/JVDM/hb van de deputatie van de provincie Antwerpen van 16 september 1999 voor de Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVER/99 185/MV/hb van de deputatie van de provincie Antwerpen van 16 december 1999 voor de Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVER/OO 36/MV/bd van de deputatie van de provincie Antwerpen van 27 april 2000 waarbij Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVERIOO 100/LDS/bd van de deputatie van de provincie Antwerpen van 31 augustus 2000 voor de Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLAV1/00 337/MV/lydr van de deputatie van de provincie Antwerpen van 22 februari 2001 waarbij Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVERl01 109/MV/lydr van de deputatie van de provincie Antwerpen van 20 september 2001 voor de Gelet op het besluit nr. MLAV1/01-347/MV/gm van de deputatie van de provincie Antwerpen van 20 december 2001 waarbij vergunning wordt verleend voor een termijn verstrijkend op 31 december 2014 voor de uitbreiding van een chemisch bedrijf;
6- Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVER/02 124/MV/DL van de deputatie van de provincie Antwerpen van 17 oktober 2002 waarbij Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVER/02 125/MV/lydr van de deputatie van de provincie Antwerpen van 17 oktober 2002 waarbij Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLAV1/02 304/MV/AKIgm van de deputatie van de provincie Antwerpen van 14 november 2002 voor de Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVER/03 61 MV/LH van de deputatie van de provincie Antwerpen van 30 april 2003 waarbij Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVERl04 114/MV/fs van de deputatie van de provincie Antwerpen van 21 oktober 2004 waarbij vergunning wordt verleend aan de NV Lanxess Rubber voor een termijn verstrijkend op 31 december 2014 voor de Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVERl06 174/ES/FS van de deputatie van de provincie Antwerpen van 15 februari 2007 waarbij Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVER/09 104/ES/KADC van de deputatie van de provincie Antwerpen van 28 januari 2010 voor de
7- Gelet op de aktename van een mededeling kleine verandering nr. MLVER/10 63/JOVA/fs van de deputatie van de provincie Antwerpen van 7 oktober 2010 waarbij Gelet op het besluit nr. MLAV1/11-82/ES/LH van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 juni 2011 waarbij vergunning wordt verleend voor een termijn verstrijkend op 31 december 2014 voor de uitbreiding van een chemisch bedrijf; Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van 2 oktober 2012 van de afdeling Milieuvergunningen van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie; Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van 9 oktober 2012 van de gewestelijke milieuvergunningscommissie; Gelet op de ligging van de inrichting in een industriegebied volgens het gewestplan 'Antwerpen', vastgesteld bij het koninklijk besluit van 3 oktober 1979; Overwegende dat het hier een chemisch bedrijf betreft voor de productie van rubber; Overwegende dat de inrichting (overeenkomstig de EU-richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) een GPBV-bedrijf betreft waarvoor in toepassing van artikel 43ter van titel I van het VLAREM uitdrukkelijk is gesteld dat alle passende preventieve maatregelen tegen verontreiniging moeten getroffen worden door toepassing van de beste beschikbare technieken zodat geen belangrijke verontreiniging veroorzaakt kan worden; Overwegende dat de inrichting gelegen is in industriegebied in de Antwerpse havenzone; dat het dichtstbijgelegen woongebied op circa 1,5 km verwijderd is van de inrichting;
8- Overwegende dat afwijking wordt gevraagd van de bepaling die een inwendige inspectie van gasopslagtanks verplicht; dat deze afwijking gevraagd wordt voor de volgende 7 opslagtanks voor vloeibaar gemaakt isobutyleen: Tank nr Bouwjaar Volume (m 3 ) Opgeslagen stof Periodiek onderzoek vóór SP1A 1963 1.767 lsobutvleen 01/10/2014 SP1B 1963 1.767 lsobutyleen 01/04/2019 SP1101 11969 3.054 lsobutyleen 01/04/2021 I 1. 054 lsobutyleen met SP1102 ' 1969 onzuiverheden 01/04/2013 SP1103 1970 I lsobutyleen met. 3.053 onzuiverheden 01/10/2020 SP1104 1971 4.188 lsobutyleen 01/10/2014 SP1105 1973 4.190 lsobutyleen 01/04/2014 Overwegende dat isobutyleen een zeer licht ontvlambare stof is; dat in tanks SP11 02 en SP1103 isobutyleen met onzuiverheden wordt opgeslagen; dat dit een afvalproduct betreft van het polymerisatieproces; dat dit een andere isomeer is met een beperkte concentratie chloride wat niet langer kan opgezuiverd worden of gebruikt worden in het productieproces; dat dit wordt opgeslagen in deze tanks om te worden afgevoerd naar de fabrikant van isobutyleen, die dit verwerkt; Overwegende dat het inwendig onderzoek van tanks SPi A, SP1102, SP1104 en SP1105 moet plaatsvinden vóór het verstrijken van de lopende milieuvergunning op 31 december 2014; Overwegende dat uit de inspectieverslagen van de tanks blijkt dat de tanks regelmatig, zowel inwendig als uitwendig, worden gecontroleerd; dat bij de laatste onderzoeken geen noemenswaardige problemen zijn vastgesteld; Overwegende dat de exploitant wenst af te zien van de inwendige inspecties op corrosie aangezien er enerzijds heel wat risico's verbonden zijn aan het leegmaken en betreden van de tanks en anderzijds de productie van het bedrijf voor minstens een maand zou bemoeilijken gedurende de ganse procedure van de controle (leegmaken-controle-vullen);
9 - Overwegende dat de exploitant voorstelt om de mechanische integriteit van de tanks te controleren via akoestische emissiemetingen; dat naast dit onderzoek de volgende elementen eveneens onderzocht worden: - ultrasone wanddiktemetingen op representatieve locaties van de sferen; de locaties worden bepaald door de erkend milieudeskundige; - visuele uitwendige inspectie van de sferen over het gehele oppervlak; - nazicht van de zettingsmetingen van de sferen; - visuele inspectie van alle lasnaden van de 8 steunkolommen van de sferen; - ultrasone diktemetingen van de 8 steunkolommen van de sferen; - nazicht van de brandwerende bekleding van de 8 steunkolommen; - visuele inspectie van de kruiselingse verstevigingstangen; - nazicht van de aardingsmetingen van de sferen; - nazicht van de controle van de afsteldrukken van de veiligheidskleppen; - visuele inspectie en beproeving van de sprinklerinstallatie; - lekdichtheidstest op de afdichtingsvlakken van alle aanwezige flenzen van de sferen; Overwegende dat de controles zullen gebeuren in samenwerking met een corrosieexpert van een bedrijf gespecialiseerd in akoestische metingen en een milieudeskundige erkend in de discipline "houders voor gassen of gevaarlijke stoffen"; Overwegende dat tijdens het akoestische onderzoek sensoren worden geplaatst op het oppervlak van de sfeer conform norm EN 14584; dat akoestische emissiemetingen uitgevoerd worden tijdens een gecontroleerde verhoging van de druk; dat tijdens de drukverhoging defecten of scheurtjes akoestische signalen genereren die kunnen gedetecteerd worden via de sensoren; dat via een gestandaardiseerde methode de toestand van de sfeer geëvalueerd kan worden; Overwegende dat opgenomen signalen en verwerkte data ter plaatse geëvalueerd worden tijdens de drukverhoging omwille van de veiligheid zodat de drukverhoging kan gestopt worden vóór dat er een kritische situatie kan ontstaan; dat daarna de opgenomen geluidsbronnen geklasseerd worden volgens de ernst van de geluidsbron conform norm EN 14584; dat een geluidsbron in de volgende 3 klassen kan ingedeeld worden: - klasse 3: zeer actieve bron: onmiddellijke beëindiging van de test is vereist; verder onderzoek met andere niet-destructieve technieken is noodzakelijk alvorens het drukapparaat in dienst mag genomen worden; - klasse 2: actieve bron: het is ten zeerste aanbevolen de geluidsbron te onderzoeken met andere niet-destructieve technieken, in het bijzonder indien de bron geassocieerd is met specifieke onderdelen van het drukapparaat;
10- - klasse 1: bron met lage activiteit: geen acties vereist; de gedetecteerde bronnen worden gedocumenteerd om te worden vergeleken met toekomstige metingen; Overwegende dat op 27 juni 2012 een testonderzoek is uitgevoerd op SP1102; dat de conclusie van deze test is dat de tank de acceptatiecriteria van de test goed doorstaan heeft; dat er enkele akoestische emissies klasse 1 werden gedetecteerd; dat deze echter geen maatregelen vereisen; Overwegende dat de maatregelen die door de exploitant worden voorgesteld, gelijkwaardige waarborgen bieden voor de bescherming van mens en milieu als de bepaling waarvan gevraagd wordt te mogen afwijken; dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de afwijkingsaanvraag in te willigen; BESLUIT: Artikel 1. De vraag van de NV Lanxess Rubber, Canadastraat 21, Haven 1009, 2070 Zwijndrecht, exploitant van een chemisch bedrijf gelegen op hetzelfde adres, op het kadastraal perceel: afdeling 1, sectie h, perceelnummer 353z, tot afwijking van artikel 5.16.1.8, 1, 4, van titel 11 van het VLAREM, luidende: "de installatie moet volgens een code van goede praktijk worden gecontroleerd op de staat van bewaring en op de bescherming tegen corrosie. Het onderzoek bij de (her)ingebruikname bevat een inwendig onderzoek van de houders. Als het gaat om houders van samengeperste lucht en, meer in het algemeen, in alle gevallen waarbij inwendige corrosie kan optreden, dient ook bij de volgende periodieke onderzoeken een inwendig onderzoek uitgevoerd te worden.", wordt ingewilligd, meer bepaald voor de volgende 7 opslagtanks van isobutyleen: SP1 A, SP1 B, SP11 01, SP11 02, SP11 03, SP11 04 en SP11 05. Art. 2. De afwijking wordt verleend voor een termijn die aanvangt op datum van dit besluit en eindigt op 31 december 2014.
11 - Art. 3. De afwijking is afhankelijk van de naleving van de volgende voorwaarden: 1 het onderzoek ter vervanging van het inwendig onderzoek omvat een onderzoek van de gastanks via akoestische emissies; 2 de akoestische emissiemetingen worden aangevuld met de volgende elementen: - ultrasone wanddiktemetingen op representatieve locaties van de sferen; de locaties worden bepaald door de erkend milieudeskundige; - visuele uitwendige inspectie van de sferen over het gehele oppervlak; - nazicht van de zettingsmetingen van de sferen; - visuele inspectie van alle lasnaden van de 8 steunkolommen van de sferen; - ultrasone diktemetingen van de 8 steunkolommen van de sferen; - nazicht van de brandwerende bekleding van de 8 steunkolommen; - visuele inspectie van de kruiselingse verstevigingstangen; - nazicht van de aardingsmetingen van de sferen; - nazicht van de controle van de afsteldrukken van de veiligheidskleppen; - visuele inspectie en beproeving van de sprinklerinstallatie; - lekdichtheidstest op de afdichtingsvlakken van alle aanwezige flenzen van de sferen; 3 de onderzoeken gebeuren in samenwerking met een corrosie-expert van een bedrijf gespecialiseerd in akoestische metingen en een milieudeskundige erkend in de discipline "houders voor gassen of gevaarlijke stoffen"; 4 de alternatieve onderzoeken ter vervanging van het inwendig onderzoek beschreven in 1 en 2 moeten voor de tanks SP1 A, SP11 02, SP11 04 en SP11 05 plaatsvinden vóór het verstrijken van de lopende milieuvergunning op 31 december 2014, Art. 4. De afwijking doet geen afbreuk aan de rechten van derden, Brussel, - 8 De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur!