AMV/OOO 13008/ De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

Transcriptie

1 AMV/OOO 13008/1 005 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel , 3, van titel II van het VLAREM ingediend door de bvba Unilin, Schaapdreef 36, 8710 (Ooigem) Wielsbeke, exploitant van een productie-inrichting van spaanderplaten gelegen te 8710 Wielsbeke, Ridder de Ghellinckstraat 9. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011;

2 2 - Gelet op de aanvraag ingediend door de bvba Unilin, Schaapdreef 36, 8710 (Ooigem) Wielsbeke, exploitant van een productie-inrichting van spaanderplaten gelegen te 8710 Wielsbeke, Ridder de Ghellinckstraat g, op de kadastrale percelen: afdeling 1, sectie B, perceelnummers 10/02, 10/03, 10/04, 10/05, 11/b, 12/G, 21/0 en 1O/R, tot afwijking van artikel , 3, van titel II van het VLAREM, luidende: "De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater is verboden, wanneer de openbare weg van openbare riolering is voorzien."; dat dit meer bepaald wordt aangevraagd voor 7 sanitaire installaties binnen het bedrijf; Gelet op het feit dat de afwijkingsaanvraag werd ontvangen op 10 oktober 2013 en ontvankelijk werd verklaard op 15 oktober 2013; Gelet op de volgende motivering van de afwijkingsaanvraag aangehaald door de aanvrager: - alle sanitaire installaties moeten aangesloten worden op de DWA-afvoer (droogweerafvoer) van de riolering; om dit te realiseren moet het intern afvoernet van het bedrijf grondig aangepast worden; dit impliceert dat vloeren en interne wegen moeten uitgebroken worden en nieuwe leidingen moeten worden geïnstalleerd (kostenplaatje geraamd op euro), zijnde het plaatsen van 3 interne hoofdrioleringen die zouden uitmonden ter hoogte van de Ridder de Ghellinckstraat; met andere woorden is er een aanzienlijke overbrugging van afstanden nodig voor de sanitaire blokken van 'alternatieve grondstoffen', 'recyclage', 'burelen', 'portiers' en 'laadmagazijn' met navenante graaf-, beton- en leidingskosten; de bedrijfsterreinen van Unilin zijn ten opzichte van de straatriolering lager gelegen, zodat het sanitair afvalwater zou moeten opgepompt worden; bijkomende kost van tijdelijke omleidingen gedurende de werken, tijdelijk verplaatsen van stock,... ; Gelet op de volgende alternatieve maatregelen aangehaald door de aanvrager: 5 sanitaire blokken zijn reeds elk voorzien van een kleine waterzuiveringsinstallatie, namelijk ter hoogte van 'sanitair productielijn IV', 'sanitair recyclage', 'sanitair alternatieve grondstoffen', 'sanitair portiers' en 'sanitair laadmagazijn': 2 sanitaire blokken worden bijkomend voorzien van een kleine waterzuiveringsinstallatie (deze waren tot nu toe voorzien van een septische put), namelijk 'sanitair productielijn 111' en 'sanitair burelen'; de kleine waterzuiveringsinstallaties zullen voldoen aan de algemene voorwaarden voor lozing van huishoudelijk afvalwater gelegen in individueel te optimaliseren buitengebied conform artikel van titel II van het

3 3- VLAREM; de behandeling van het afvalwater in een KWZI wordt opgedeeld in 3 stappen: de voorbehandeling (voorbezinktank, vetafscheider, septische put), de biologische zuivering (verwijdering van de nutriënten via een zuiveringsbiologie op drager of in suspensie bijvoorbeeld actief slib) en de nabehandeling (zwevende stoffen worden verder verwijderd door een filter); de overblijvende sanitaire blokken 'sanitair onderhoudsafdeling' en 'sanitair Schelling' blijven voorzien van een septische put, maar worden conform artikel , 3, van titel II van het VLAREM aangesloten op de openbare riolering, zijnde respectievelijk 'riolering Gaverstraat' en 'riolering Ridder de Ghellinckstraat'; Gelet op het besluit nr. 84-1/ van de deputatie van de provincie West Vlaanderen van 18 oktober 1984 waarbij vergunning wordt verleend aan de nv Unilin, Schaapsdreef 36, Wielsbeke, voor het opnieuw inrichten en exploiteren van een houtspaanderplatenbedrijf met één fabricagelijn, gelegen te Wielsbeke, perceelnummers 180f en 180h, sectie B, voor een termijn verstrijkend op 18 oktober 2014 (met toepassing van het artikel 44, eerste lid, van het Milieuvergunningendecreet); Gelet op het besluit van de directeur van de Waterzuiveringsmaatschappij van het Kustbekken van 7 mei 1985 waarbij de lozingsvergunning verleend wordt aan de nv Unilin, Schaapsdreef 36, 8751 Wielsbeke, voor haar vestiging aan de Ridder de Ghellinckstraat 9 te Wielsbeke, voor het lozen van enerzijds ander afvalwater dan normaal huishoudelijk afvalwater en anderzijds van normaal huishoudelijk afvalwater, beiden gescheiden in de gracht langs de Gauwstraat te Wielsbeke met controleput, en waarbij het debiet van het ander afvalwater dan huishoudelijke afvalwater maximaal 2,5 m 3 /u en 25 m 3 /dag mag bedragen, voor een termijn verstrijkend op 18 oktober 2014; Gelet op het besluit nr. 84-1/10/015 van de deputatie van de provincie West Vlaanderen van 29 september 1988 waarbij vergunning wordt verleend aan de nv Unilin, Schaapsdreef 36, Wielsbeke, voor het uitbreiden van de vergunde inrichting gelegen te Wielsbeke, Ridder de Ghellinckstraat, perceelnummer 10d, sectie B, voor een termijn verstrijkend op 18 oktober 2014; Gelet op het besluit nr. 84-1/ van de deputatie van de provincie West Vlaanderen van 30 september 1993 waarbij vergunning wordt verleend aan de nv Unilin, Schaapsdreef 36, Wielsbeke, voor het uitbreiden van de vergunde inrichting gelegen te Wielsbeke, Ridder de Ghellinckstraat, perceelnummer 10e, sectie B, voor een termijn verstrijkend op 18 oktober 2014;

4 4- Gelet op het besluit nr /78/A/1 van de deputatie van de provincie West Vlaanderen van 24 oktober 1996 waarbij vergunning wordt verleend aan de nv Unilin, Schaapsdreef 36, Wielsbeke, voor het uitbreiden en toevoegen van een houtverwerkend bedrijf met onder andere een houtverbrandingsinstallatie gelegen te Wielsbeke, Ridder de Ghellinckstraat 9, kadastrale percelen, afdeling 1, sectie B, perceelnummers 8b, 513d, e, f, g, h, 10f en 8c, voor een termijn verstrijkend op 18 oktober 2014; Gelet op het besluit nr /78/A/2 van de deputatie van de provincie West Vlaanderen van 23 juli 1998 waarbij vergunning wordt verleend aan de nv Unilin, Schaapsdreef 36, Wielsbeke, voor het uitbreiden en wijzigen van een houtbewerkingsbedrijf gelegen te Wielsbeke, Ridder de Ghellinckstraat 9, kadastrale percelen, afdeling 1, sectie B, perceelnummers 8e, 513e, f, g, k, 10h en 8e, voor een termijn verstrijkend op 18 oktober 2014; Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van 21 november 2013 van de afdeling Ecologisch Toezicht van de Vlaamse Milieumaatschappij; Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van 13 december 2013 van de afdeling Milieuvergunningen van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie; Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van 23 december 2013 van de gewestelijke milieuvergunningscommissie; Gelet op de ligging van de inrichting deels in een gebied voor milieubelastende industrie en deels in een gebied voor uitbreiding van bestaande nijverheid, volgens het gewestplan 'Roeselare-Tielt', vastgesteld bij het koninklijk besluit van 17 december 1979; Overwegende dat het hier een inrichting betreft voor de productie van houtspaanderplaten; dat het de site Ridder de Ghellinckstraat betreft (Unilin panels ROG); dat er afwijking gevraagd wordt van artikel , 3, van titel" van het VLAREM dat stelt dat de lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater verboden is wanneer de openbare weg voorzien is van een openbare riolering;

5 5- Overwegende dat het bestaande rioleringsnet van de site zodanig is geconcipieerd dat al het huishoudelijk afvalwater en hemelwater afgevoerd wordt naar één lozingspunt, zijnde een lozing in een plaatselijke gracht langs de Gaverstraat; dat deze gracht verder uitmondt in de Gaverbeek; dat het huishoudelijk afvalwater (ca m 3 /j) afkomstig is van diverse sanitaire installaties verspreid over het bedrijfsterrein; dat dit huishoudelijk afvalwater nu reeds op vijf plaatsen gezuiverd wordt door een kleine waterzuiveringsinstallatie, namelijk ter hoogte van productielijn IV, recyclage, alternatieve grondstoffen, portiers en laadmagazijn; dat op vier plaatsen, namelijk ter hoogte van productielijn 111, onderhoudsafdeling, burelen en Schelling het huishoudelijke afvalwater wordt geloosd via septische putten; Overwegende dat de Ridder de Ghellinckstraat op het zoneringsplan aangeduid staat als collectief te optimaliseren buitengebied; dat recent reeds een gescheiden rioleringsstelsel werd aangelegd in de Ridder de Ghellinckstraat en een gedeelte van de Gaverstraat (voorste deel - beperkt tot aan de eerste bebouwing); Overwegende dat gevraagd wordt om de vijf reeds bestaande kleine waterzuiveringsinstallaties te behouden en te lozen op de Gaverbeek ondanks de recente aanleg van riolering in de Ridder de Ghellinckstraat; dat het bedrijf 2 septische putten zou vervangen door kleine waterzuiveringsinstallaties om eveneens te lozen via deze Gaverbeek, namelijk voor het sanitaire blok van productielijn III en de burelen; dat de septische put van de sanitaire blok aan de onderhoudsafdeling op de openbare riolering van de Gaverstraat wordt aangesloten en de septische put van de sanitiaire blok Schelling wordt aangesloten op de openbare riolering van de Ridder de Ghellinckstraat; Overwegende dat het bedrijf aantoont dat de realisatie van één intern afvoernet van het bedrijf vanuit de verschillende sanitaire blokken naar de DWA-afvoer van de riolering van de Ridder de Ghellinckstraat economisch en technisch niet mogelijk is aangezien dan vloeren en interne wegen moeten uitgebroken worden en nieuwe leidingen moeten geïnstalleerd worden; dat bovendien het bedrijfsterrein van Unilin lager ligt ten opzichte van de straatriolering, zodat er nog een oppomping zou moeten voorzien worden; dat daarom zoals hogervermeld voorgesteld wordt dat zeven sanitaire blokken worden voorzien van een kleine waterzuiveringsinstallatie of IBA (Individuele Behandeling van Afvalwater) en 2 andere sanitaire blokken via een septische put geloosd worden op respectievelijk de openbare riolering van de Gaverstraat en de Ridder de Ghellinckstraat;

6 6 - Overwegende dat wanneer IBA's geplaatst worden de voorwaarden van subafdeling 'Lozing van huishoudelijk afvalwater in het individueel te optimaliseren buitengebied of het collectief te optimaliseren buitengebied' van titel 11 van het VLAREM van toepassing zijn; dat artikel stelt dat aan deze voorwaarden wordt voldaan indien het water minstens wordt gezuiverd door middel van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater, waarvan de capaciteit is afgestemd op het aangesloten IE (inwonersequivalent) en indien het verwijderingspercentage van deze individuele behandelingsinstallatie minimaal 90% voor biochemisch zuurstofverbruik en minimaal 70% voor zwevende stoffen bedraagt; dat volgens het aanvraagdossier hieraan wordt voldaan met de voorgestelde en de reeds geplaatste waterzuiveringsinstallaties; dat het aangewezen is om de voorwaarden van artikel op te leggen als bijzondere voorwaarde voor de 7 gevraagde IBA's, gelegen ter hoogte van volgende sanitaire blokken: 'Productielijn IV', 'Recyclage', 'Alternatieve grondstoffen', 'Portiers', 'Laadmagazijn', 'Productielijn 111' en 'Burelen'; Overwegende dat het aangewezen is dat de exploitant een onderhoudscontract afsluit met de leverancier van deze waterzuiveringsinstallaties om het rendement blijvend te garanderen; dat dit als bijzondere voorwaarde moet opgelegd worden met de opdracht tot jaarlijkse analyse om de blijvende en goede werking van de installaties te garanderen; dat de data van het onderhoud moeten worden bijgehouden in een logboek dat ter inzage ligt voor de toezichthoudende instanties; Overwegende dat de inrichting (overeenkomstig de EU-richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) een GPBV-bedrijf betreft waarvoor in toepassing van artikel 43ter van titel I van het VLAREM uitdrukkelijk is gesteld dat alle passende preventieve maatregelen tegen verontreiniging moeten getroffen worden door toepassing van de beste beschikbare technieken zodat geen belangrijke verontreiniging veroorzaakt kan worden; Overwegende dat de maatregelen die door de exploitant worden voorgesteld, gelijkwaardige waarborgen bieden voor de bescherming van mens en milieu als de bepaling(en) waarvan gevraagd wordt te mogen afwijken; dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de afwijkingsaanvraag in te willigen, BESLUIT: Artikel 1. De aanvraag van de bvba Unilin, Schaapdreef 36, 8710 (Ooigem) Wielsbeke, exploitant van een productie-inrichting van spaanderplaten gelegen te 8710 Wielsbeke, Ridder de Ghellinckstraat 9, op de kadastrale percelen:

7 7- perceelnummers 10/02, 10/03, 10/04, 10/05, 11/b, 12/G, 21/0 en 1O/R, tot afwijking van artikel , 3, van titel 11 van het VLAREM, luidende: "Oe lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater is verboden, wanneer de openbare weg van openbare riolering is voorzien.", wordt ingewilligd, meer bepaald voor de 7 sanitaire blokken: 'Productielijn IV, 'Recyclage', 'Alternatieve grondstoffen', 'Portiers', 'Laadmagazijn', 'Productielijn 111' en 'Burelen'. Art. 2. De afwijking wordt verleend voor een termijn die aanvangt op datum van dit besluit en eindigt op de termijn van de nog te verkrijgen milieuvergunning voor de verdere exploitatie van de inrichting. Art. 3. De afwijking is afhankelijk van de naleving van de volgende voorwaarden: de lozing van het huishoudelijk afvalwater voldoet aan de voorwaarden voor het lozen van huishoudelijk afvalwater in een individueel te optimaliseren buitengebied zoals bepaald in artikel van titel II van het VLAREM; er wordt een onderhoudscontract voor de zuiveringsinstallaties afgesloten met de opdracht tot jaarlijkse analyse om de blijvende en goede werking van de installaties te garanderen; de data van het onderhoud worden bijgehouden in een logboek dat ter inzage ligt voor de toezichthoudende instanties. Art. 4. De afwijking doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Brussel, De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en ctltuur,/ /'/ J, 1 /\ i1! V/I I/v, I 1 1 i\, I / \1 Joke SCH1'uVLfiE8E y,. f. I ~ /\ I,! \! \.j