2 februari Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 T.a.v. de huidige directie Postbus EB AMSTERDAM

Vergelijkbare documenten
31 januari Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 T.a.v. de directie Postbus EB AMSTERDAM

Per 1 januari 2015 zijn de aanspraken op ouderdomspensioen geconverteerd naar ingangsleeftijd 67. 2

Ruil- en afkoopfactoren

bijlagen 2013 behorende bij het pensioenreglement

In reglement IV zijn de volgende flexibiliseringsmogelijkheden opgenomen:

Bijlage I: Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2018

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2018 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2018

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2019 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2019

Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland

Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2017

bijlagen 2014 behorende bij het pensioenreglement

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2018

De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017.

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2017

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 TRANSPARANT OVER ELKE FASE

55 0,738 0, ,783 0, ,831 0, ,882 0, ,939 0, ,000 1,000

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2016 (concept)

Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas. Tabellenboek 2015 Versie 1


REKENREGELS BEHOREND BIJ DE UITVOERINGSREGELING PENSIOENREGLEMENT 2006 FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2015

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2016 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

55 0,755 0, ,797 0, ,842 0, ,891 0, ,943 0, ,000 1,000

Actuariële factoren vanaf 1 januari 2017

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

Deze bijlage geeft tabellen met factoren behorend bij de keuzemogelijkheden uit het (pre)pensioenreglement. De factoren zijn geldig in 2014.

BIJLAGENREGLEMENT BIJ PENSIOENREGLEMENT 2016 VAN PENSIOENSTICHTING TRANSPORT

Addendum bij de pensioenreglementen geldig vóór 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland

Bijlage 1 t/m 4. Pensioenreglement voor deelnemers geboren voor 1 januari Stichting Pensioenfonds SCA. 1 januari 2014 t/m 31 december 2016

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

55 0,718 0, ,765 0, ,816 0, ,872 0, ,933 0, ,000 1,000

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. AT&T Pensioenreglement. Bijlage met tabellen

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar. Deze worden jaarlijks aangepast.

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland. Geldig vanaf: Geldig tot:

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Flexibele elementen/ factoren (versie 2015) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Flexibele elementen/ factoren (versie 2012) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

GE European Pension Fund. Artesia Sectie

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

Flexfactoren reglement

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland. Geldig vanaf: Geldig tot:

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Bijlage 1a: Flexibiliseringsfactoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Aanvulling 1 op Pensioenreglement 2011

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

De ruilvoet voor vervroeging en uitstel van het ouderdomspensioen (OP), als bedoeld in artikel 5, is gelijk aan de factor uit de onderstaande tabel.

Flexfactoren 2019 Voorbeelden van flexibele mutaties. Pensioenfonds Avebe

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

F L E X I B I L I S E R I N G S - E N U I T R U I L F A C T O R E N P E R 1 J A N U A R I

Verhoging pensioen tot 72 jaar (Hoog-laagregeling), op leeftijd 65. Ouderdomspensioen van 65 tot 72 jaar

Flexibilisering en afkoop van pensioen

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Uitvoeringsrichtlijn betreffende de Flexibiliseringmogelijkheden

Bijlage 1 behorende bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2017 van de Stichting Pensioenfonds ERIKS

Bijlagen bij Pensioenreglement 2006

Uitvoeringsregeling 1 bij artikel 10 van het reglement voor pensioenregeling IV van Stichting CRH Pensioenfonds

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. AT&T Pensioenreglement. Bijlage met tabellen

Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011

Aanpassing van de reglementaire flexibiliserings-, uitruil- en afkoopfactoren.

Bijlage 1 behorende bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds ERIKS

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage percentages en bedragen

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. Pensionering

Transcriptie:

Correspondentieadres: Postbus 780, 1440 AT Purmerend, Nederland Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 T.a.v. de huidige directie Postbus 376 1000 EB AMSTERDAM Ref: Mzo\653112\P170149 Betreft: Update flexibilisering en afkoop boekjaar 2017 Geachte directie, Naar aanleiding van het verzoek van mevrouw Den Heijer Philippo per mail d.d. 4 januari 2017, doen wij in deze brief een voorstel voor de vanaf 1 januari 2017 te hanteren flexibiliseringsfactoren en af kooptarieven voor de Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 (hierna: het fonds). Dit advies is uitsluitend geschreven voor uw gebruik en op basis van hetgeen met u is overeengekomen. Het is niet geschreven voor gebruik door enige andere partij en zal in die zin niet aan hun vragen, belangen of doelstellingen beantwoorden. Uitgangspunten Bij de actualisatie van de flexibiliseringsfactoren en afkooptarieven is uitgegaan van de in 2016 gepubliceerde prognosetafel AG2016 en de voor het fonds geactualiseerde ervaringssterfte. Daarnaast is rekening gehouden met de marktrente per 31 december 2016. In bijlage 7 treft u een overzicht van alle gehanteerde grondslagen aan. J.J. Roet, MSc Stationsweg 13-14 1441 EJ Purmerend Nederland T +31 88 543 3000 D +31 88 543 3714 E jelger.roet@willistowerswatson.com W willistowerswatson.com Towers Watson Netherlands BV; Handelsregister Amsterdam nr: 34308104 Op alle door ons geleverde diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing. De algemene voorwaarden liggen op onze kantoren ter inzage en worden u desgewenst toegezonden. Ook zijn ze beschikbaar via willistowerswatson.com/nl-nl/home/voorwaarden-en-vergunningen. Pagina 1 van 13

Sekseneutraliteit flexibiliseringsfactoren De man-vrouw verhouding ten behoeve van de vaststelling van de flexibiliseringsfactoren is bepaald als de verhouding van de pensioenaanspraken ouderdomspensioen, voor alle actieve mannen en vrouwen van het fonds die de komende 10 jaar de pensioengerechtigde leeftijd zullen bereiken. De verhouding is gelijk aan 80% mannen en 20% vrouwen (ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar). In de factoren voor uitruil van het nabestaandenpensioen voor extra ouderdomspensioen in bijlage 3 is rekening gehouden met een verwachting van het percentage van de mannen en vrouwen dat daadwerkelijk zal uitruilen. Voor mannen is deze verwachting gelijk verondersteld aan de verwachting die vorig jaar is toegepast (afgerond 20% en voor vrouwen op 50%). Per saldo wijzigt voor bijlage 3 de oorspronkelijke manvrouw verhouding van 80%-20% hierdoor in 61,5%-38,5%. Sekseneutraliteit afkoopfactoren De man-vrouw verhouding ten behoeve van de vaststelling van de af kooptarieven is af zonderlijk bepaald. De sekseneutrale afkooptarieven zijn vastgesteld op basis van de verhouding van de pensioenaanspraken ouderdomspensioen voor (premievrije) deelnemers die een ouderdomspensioen hebbe n dat onder de wettelijke afkoopgrens (2017: 467,89) ligt. De door ons gehanteerde man-vrouw verhouding voor de bepaling van de afkooptarieven voor het ouderdomspensioen (en het bijbehorende latente nabestaandenpensioen) is 50% mannen en 50% vrouwen. Tevens is de man-vrouw verhouding voor de bepaling van de afkoopfactoren van het ingegaan nabestaandenpensioen ook gesteld op 50% mannen en 50% vrouwen. Deze verhoudingen zijn ten opzichte van vorig jaar ongewijzigd gebleven. Wijziging regeling Per 1 januari 2017 is de regeling van het fonds gewijzigd. Onderdeel van deze wijziging is dat het nabestaandenpensioen op risicobasis is verzekerd en niet meer wordt opgebouwd. Hierdoor is er niet meer standaard sprake van een ouderdomspensioen met 70% opgebouwd nabestaandenpensioen. In de vaststelling en toepassing van de flexibiliseringsfactoren dient hier dan ook rekening mee te worden gehouden. In de flexibiliseringsfactoren die zijn opgenomen in de bijlage is met behulp van voorbeeldsituaties aangegeven hoe de factoren toegepast dienen te worden. In de gewijzigde regeling is uitstel van het ouderdomspensioen mogelijk tot uiterlijk de dag waarop de (gewezen) deelnemer de leeftijd bereikt die vijf jaar hoger is dan de AOW-gerechtigde leeftijd, zoals bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet. Op dit moment is de AOW-gerechtigde leeftijd gelijk aan 65 jaar en 9 maanden. Het ouderdomspensioen kan op basis van deze leeftijd worden uitgesteld tot uiterlijk 70 jaar en 9 maanden. De AOW-gerechtigde leeftijd neemt echter toe tot 67 jaar en 3 maanden in 2022 (en kan verder toenemen in de jaren hierna). Om hierop voor te sorteren is in de tarieven in de bijlage uitgegaan van uitstel van het ouderdomspensioen tot een leeftijd ten hoogste van 73 jaar. Uiteraard dient bij toepassing van de tarieven rekening te worden gehouden met hetgeen is opgenomen in het pensioenreglement. De tabellen in de bijlage zijn reeds ingesteld op de aanpassing van het pensioenreglement die van toepassing is vanaf 1 januari 2017. Pagina 2 van 13

Afsluitend Wij raden het bestuur aan om alle in de bijlage opgenomen tabellen vast te stellen voor een periode van 1 jaar. Wij geven het bestuur in overweging om alle in de bijlagen opgenomen tabellen vanaf 1 januari 2017 toe te voegen aan het pensioenreglement en jaarlijks te toetsen op basis van de actuele marktrente, sterftegrondslagen en de samenstelling van het deelnemersbestand. De tabellen kunnen dan jaarlijks door het bestuur eventueel worden aangepast. Indien er naar aanleiding van deze brief nog vragen of opmerkingen zijn, dan zijn wij graag bereid tot het geven van nadere toelichting. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben ingelicht. Met vriendelijke groet, Towers Watson Netherlands B.V. drs. T.J.R. Veerman AAG Bijlagen 1. Vervroegings- en uitstelfactoren voor ouderdomspensioen 2. Uitruilfactoren van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen 3. Uitruilfactoren van nabestaandenpensioen voor ouderdomspensioen 4. Hoog/ laag-uitruilfactoren en laag/hoog-uitruilfactoren van ouderdomspensioen 5. Afkoopfactoren 6. Actuariële grondslagen Pagina 3 van 13

Bijlage 1: Vervroegings- en uitstelfactoren voor ouderdomspensioen Behorend bij artikel 14 lid 1 t/m 4 van het reglement. De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2017 voor een periode van 1 jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast. Verlaging danwel verhoging van het ouderdomspensioen na vervroeging of uitstel van 1,- ouderdomspensioen (ingaand op leeftijd 65 of 67). Ouderdomspensioen na vervroeging/uitstel Leeftijd Pensioenleeftijd 65 Pensioenleeftijd 67 55 62,6% 55,9% 56 65,3% 58,3% 57 68,2% 60,8% 58 71,3% 63,5% 59 74,6% 66,5% 60 78,1% 69,6% 61 81,9% 73,1% 62 85,9% 76,7% 63 90,3% 80,7% 64 94,9% 84,9% 65 100,0% 89,6% 66 105,5% 94,6% 67 111,7% 100,0% 68 118,5% 106,0% 69 126,1% 112,7% 70 134,6% 120,2% 71 144,2% 128,7% 72 154,9% 138,2% 73 167,1% 149,0% Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Het reeds opgebouwde nabestaandenpensioen wordt niet aangepast met bovenstaande factoren. Voorbeeld vervroeging: Een 60-jarige deelnemer met een opgebouwd ouderdomspensioen met ingangsleeftijd 67 jaar van 5.000 besluit om het ouderdomspensioen te vervroegen naar leeftijd 60 jaar. De resulterende aanspraken op ouderdomspensioen met ingangsleeftijd 60 jaar bedragen dan 3.480 (= 5.000 x 69,6%). Voorbeeld uitstel: Een 67-jarige deelnemer met een opgebouwd ouderdomspensioen met ingangsleeftijd 67 jaar van 5.000 besluit om het ouderdomspensioen uit te stellen naar leeftijd 70 jaar. De resulterende aanspraken op ouderdomspensioen met ingangsleeftijd 70 jaar bedragen dan 6.010 (= 5.000 x 120,2%). Pagina 4 van 13

Bijlage 2: Uitruilfactoren van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen Behorend bij artikel 16 lid 1 t/m 7 van het reglement. De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2017 voor een periode van 1 jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast. Uitruilfactoren van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen bij pensionering. Leeftijd Extra nabestaandenpensioen na uitruil ouderdomspensioen 55 500,6% 56 479,9% 57 460,1% 58 441,2% 59 423,1% 60 405,6% 61 388,9% 62 372,7% 63 357,2% 64 342,4% 65 328,1% 66 314,5% 67 301,5% 68 289,0% 69 277,2% 70 265,9% 71 255,1% 72 244,8% 73 235,0% Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld: Een 63-jarige deelnemer besluit om 1.000 direct ingaand ouderdomspensioen (na vervroeging) uit te ruilen voor extra nabestaandenpensioen. De resulterende extra aanspraken op nabestaandenpensioen bedragen dan 3.572 (= 1.000 x 357,2%). Pagina 5 van 13

Uitruilfactoren van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen bij uitdiensttreding. Extra nabestaandenpensioen na uitruil ouderdomspensioen Leeftijd Pensioenleeftijd 65 Pensioenleeftijd 67 18 410,8% 367,1% 19 407,1% 363,8% 20 403,6% 360,6% 21 400,2% 357,4% 22 396,8% 354,3% 23 393,3% 351,1% 24 390,0% 348,1% 25 386,7% 345,1% 26 383,4% 342,1% 27 380,1% 339,1% 28 376,8% 336,0% 29 373,5% 333,1% 30 370,4% 330,2% 31 367,2% 327,4% 32 364,1% 324,6% 33 361,1% 321,9% 34 358,1% 319,2% 35 355,2% 316,6% 36 352,3% 314,0% 37 349,5% 311,4% 38 346,6% 309,0% 39 343,9% 306,5% 40 341,2% 304,1% 41 338,5% 301,8% 42 335,9% 299,6% 43 333,3% 297,4% 44 330,8% 295,3% 45 328,4% 293,2% 46 326,0% 291,2% 47 323,8% 289,3% 48 321,8% 287,5% 49 319,9% 285,8% 50 318,1% 284,3% Pagina 6 van 13

Extra nabestaandenpensioen na uitruil ouderdomspensioen Leeftijd Pensioenleeftijd 65 Pensioenleeftijd 67 51 316,6% 282,9% 52 315,4% 281,7% 53 314,5% 280,8% 54 313,8% 280,1% 55 313,4% 279,7% 56 313,4% 279,6% 57 313,7% 279,8% 58 314,4% 280,3% 59 315,4% 281,3% 60 316,7% 282,4% 61 318,3% 284,1% 62 320,3% 286,0% 63 322,5% 288,2% 64 325,1% 290,8% 65 328,1% 293,8% 66 297,4% 67 301,5% Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld: Een 40-jarige deelnemer besluit om bij uitdiensttreding 1.000 ouderdomspensioen met ingangsleeftijd 67 jaar uit te ruilen voor extra nabestaandenpensioen. De resulterende extra aanspraken op nabestaandenpensioen bedragen dan 3.041 (= 1.000 x 304,1%). Pagina 7 van 13

Bijlage 3: Uitruilfactoren van nabestaandenpensioen voor ouderdomspensioen Behorend bij artikel 16 lid 8 t/m 12 van het reglement. De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2017 voor een periode van 1 jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast. Leeftijd Extra ouderdomspensioen na uitruil nabestaandenpensioen 55 16,9% 56 17,6% 57 18,4% 58 19,2% 59 19,9% 60 20,8% 61 21,6% 62 22,5% 63 23,5% 64 24,5% 65 25,5% 66 26,5% 67 27,6% 68 28,7% 69 29,9% 70 31,1% 71 32,4% 72 33,6% 73 35,0% Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld: Een 71-jarige deelnemer besluit om 2.000 nabestaandenpensioen uit te ruilen voor extra direct ingaand ouderdomspensioen. De resulterende extra aanspraken op ouderdomspensioen bedragen dan 648 (= 2.000 x 32,4%). Pagina 8 van 13

Bijlage 4: Hoog/laag-uitruilfactoren en laag/hoog-uitruilfactoren van ouderdomspensioen Behorend bij artikel 15 lid 3 van het reglement. De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2017 voor een periode van 1 jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast. Hoog/laag-uitruilfactoren Leeftijd H/L 133% H/L 133% H/L 122% H/L 122% H/L 111% H/L 111% 5 jaar 10 jaar 5 jaar 10 jaar 5 jaar 10 jaar 55 125,3% 118,6% 117,2% 112,8% 108,8% 106,7% 56 125,1% 118,3% 117,1% 112,6% 108,7% 106,6% 57 124,9% 117,9% 117,0% 112,4% 108,7% 106,5% 58 124,7% 117,6% 116,8% 112,2% 108,6% 106,4% 59 124,5% 117,2% 116,7% 112,0% 108,5% 106,2% 60 124,3% 116,8% 116,5% 111,7% 108,5% 106,1% 61 124,0% 116,4% 116,4% 111,4% 108,4% 106,0% 62 123,7% 116,0% 116,2% 111,2% 108,3% 105,8% 63 123,4% 115,6% 116,0% 110,9% 108,2% 105,7% 64 123,1% 115,1% 115,8% 110,5% 108,1% 105,5% 65 122,8% 114,6% 115,6% 110,2% 108,0% 105,4% 66 122,5% 114,1% 115,4% 109,9% 107,9% 105,2% 67 122,1% 113,5% 115,1% 109,5% 107,8% 105,0% 68 121,7% 112,9% 114,9% 109,1% 107,7% 104,8% 69 121,3% 112,4% 114,6% 108,7% 107,5% 104,6% 70 120,8% 111,7% 114,3% 108,3% 107,4% 104,4% 71 120,3% 111,1% 114,0% 107,8% 107,2% 104,2% 72 119,8% 110,4% 113,7% 107,4% 107,1% 103,9% 73 119,2% 109,8% 113,3% 106,9% 106,9% 103,7% Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld: Een 63-jarige deelnemer besluit om 1.000 direct ingaand ouderdomspensioen (na vervroeging) uit te ruilen naar een hoog-laag pensioen met verhouding 100:75 met een hogere uitkering in de eerste 5 jaar. Tot de 68-jarige leeftijd ontvangt deze deelnemer een ouderdomspensioen van 1.234 (= 1.000 x 123,4%). Vanaf de 68-jarige leeftijd ontvangt deze deelnemer levenslang een ouderdomspensioen van 926 (= 1.234 x 75%). Pagina 9 van 13

Laag/hoog-uitruilfactoren Leeftijd L/H 75% L/H 75% L/H 82% L/H 82% L/H 90% L/H 90% 5 jaar 10 jaar 5 jaar 10 jaar 5 jaar 10 jaar 55 78,8% 82,7% 84,8% 87,8% 91,8% 93,5% 56 78,9% 82,9% 84,9% 87,9% 91,8% 93,6% 57 79,0% 83,1% 84,9% 88,1% 91,9% 93,7% 58 79,1% 83,4% 85,0% 88,3% 91,9% 93,8% 59 79,2% 83,6% 85,1% 88,5% 92,0% 93,9% 60 79,3% 83,9% 85,2% 88,6% 92,0% 94,0% 61 79,5% 84,2% 85,3% 88,9% 92,1% 94,1% 62 79,6% 84,5% 85,4% 89,1% 92,1% 94,2% 63 79,8% 84,8% 85,6% 89,3% 92,2% 94,4% 64 80,0% 85,1% 85,7% 89,6% 92,3% 94,5% 65 80,2% 85,5% 85,8% 89,8% 92,4% 94,6% 66 80,4% 85,9% 86,0% 90,1% 92,5% 94,8% 67 80,6% 86,3% 86,1% 90,4% 92,6% 95,0% 68 80,8% 86,7% 86,3% 90,8% 92,7% 95,2% 69 81,1% 87,2% 86,5% 91,1% 92,8% 95,3% 70 81,3% 87,7% 86,7% 91,5% 92,9% 95,5% 71 81,6% 88,2% 86,9% 91,8% 93,0% 95,7% 72 81,9% 88,8% 87,2% 92,3% 93,2% 96,0% 73 82,3% 89,4% 87,5% 92,7% 93,3% 96,2% Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld: Een 63-jarige deelnemer besluit om 1.000 direct ingaand ouderdomspensioen (na vervroeging) uit te ruilen naar een laag-hoog pensioen met verhouding 90:100 met een lagere uitkering in de eerste 10 jaar. Tot de 73-jarige leeftijd ontvangt deze deelnemer een ouderdomspensioen van 944 (= 1.000 x 94,4%). Vanaf de 73-jarige leeftijd ontvangt deze deelnemer levenslang een ouderdomspensioen van 1.049 (= 944 / 90%). Overschrijding bandbreedte Bij de toepassing van de verhouding 100:75 kan voor wat betreft het uitkeringsniveau voorafgaand aan de AOW-gerechtigde leeftijd een bedrag ter grootte van de dubbele AOW-uitkering voor een gehuwde als omschreven in de Algemene ouderdomswet buiten beschouwing blijven. Pagina 10 van 13

Bijlage 5: Afkoopfactoren Behorend bij artikel 19 lid 1 van het reglement. De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2017 voor een periode van 1 jaar. Na afloop van deze periode kunnen de factoren bij bestuursbesluit worden aangepast. Ouderdomspensioen Latent Ingegaan Leeftijd vanaf leeftijd 65 vanaf leeftijd 67 nabestaandenpensioen nabestaandenpensioen 18 7,526 6,743 1,381 41,911 19 7,719 6,914 1,430 41,676 20 7,917 7,090 1,479 41,435 21 8,119 7,269 1,531 41,187 22 8,325 7,452 1,583 40,930 23 8,535 7,639 1,638 40,666 24 8,750 7,830 1,694 40,393 25 8,969 8,025 1,752 40,111 26 9,193 8,223 1,812 39,820 27 9,421 8,426 1,874 39,520 28 9,653 8,632 1,937 39,210 29 9,889 8,842 2,002 38,890 30 10,129 9,056 2,069 38,561 31 10,374 9,274 2,137 38,221 32 10,622 9,495 2,207 37,870 33 10,874 9,720 2,278 37,509 34 11,130 9,948 2,351 37,137 35 11,389 10,179 2,425 36,754 36 11,651 10,414 2,501 36,360 37 11,916 10,651 2,578 35,954 38 12,183 10,890 2,657 35,537 39 12,452 11,132 2,736 35,109 40 12,722 11,375 2,817 34,668 41 12,994 11,620 2,899 34,216 42 13,265 11,866 2,981 33,753 43 13,536 12,113 3,063 33,277 44 13,806 12,359 3,146 32,789 45 14,074 12,604 3,229 32,290 46 14,340 12,848 3,312 31,778 47 14,606 13,089 3,393 31,255 48 14,872 13,329 3,474 30,722 49 15,137 13,568 3,553 30,175 50 15,403 13,807 3,632 29,617 51 15,669 14,045 3,710 29,048 52 15,939 14,283 3,784 28,467 53 16,211 14,523 3,857 27,876 54 16,486 14,766 3,926 27,274 55 16,765 15,011 3,993 26,661 56 17,049 15,260 4,057 26,038 Pagina 11 van 13

Ouderdomspensioen Latent Ingegaan Leeftijd vanaf leeftijd 65 vanaf leeftijd 67 nabestaandenpensioen nabestaandenpensioen 57 17,336 15,514 4,116 25,405 58 17,626 15,772 4,172 24,762 59 17,920 16,035 4,222 24,111 60 18,212 16,302 4,269 23,451 61 18,505 16,573 4,309 22,784 62 18,797 16,846 4,344 22,110 63 19,085 17,119 4,374 21,427 64 19,370 17,393 4,398 20,739 65 19,655 17,667 4,415 20,044 66 17,943 4,424 19,345 67 18,223 4,424 18,643 68 17,935 69 17,227 70 16,518 71 15,807 72 15,100 73 14,393 74 13,691 75 12,995 76 12,305 77 11,626 78 10,959 79 10,306 80 9,665 81 9,044 82 8,444 83 7,863 84 7,305 85 6,768 86 6,255 87 5,771 88 5,317 89 4,890 90 4,492 91 4,129 92 3,790 93 3,480 94 3,197 95 2,941 96 2,709 97 2,501 98 2,316 99 2,153 100 2,013 Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. In de bovengenoemde tabel worden geen afkoopfactoren voor het wezenpensioen in beschouwing genomen. Pagina 12 van 13

Bijlage 6: Actuariële grondslagen Bij de berekening van de flexibiliseringsfactoren en afkoopfactoren voor het boekjaar 2017 is uitgegaan van de volgende actuariële grondslagen: - Sterfte Volgens de Prognosetafel AG2016 (zoals gepubliceerd door het AG). Voorts is rekening gehouden met het verschil in de overlevingskansen tussen de werkende en de totale bevolking door toepassing van fondsspecifieke ervaringssterfte (Willis Towers Watson Ervaringssterftemodel 2016). - Rekenrente De door DNB gepubliceerde UFR-rentetermijnstructuur per 31 december 2016. - Partnerschap Voor latent nabestaandenpensioen wordt het systeem van bepaalde partner gehanteerd. - Leeftijdsverschil Uitgangspunt is dat de vrouw drie jaar jonger is dan de man. - Uitkeringen Er is uitgegaan van de veronderstelling dat de pensioenuitkeringen continu geschieden. - Kostenopslagen Geen. Pagina 13 van 13