Socio-professionele re-integratie van mensen die het verst van de arbeidsmarkt af staan. Resultaten van het seminarie van 27 januari 2015



Vergelijkbare documenten
De rol en opdrachten van de adviserend-arts in de re-integratie

UITDAGINGEN EN ONTWIKKELINGEN IN DE UITKERINGSVERZEKERING. Jo DE COCK Administrateur-generaal RIZIV Seminarie voor verzekeringsartsen 12 oktober 2011

1. Wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden 3

Het federaal normatief kader van de controle van de beschikbaarheid, uitgeoefend door de gewesten

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 5 oktober

Arbeidsongeschiktheid Evaluatie versus re-integratie

Arbeidsongeschiktheid

Veel beweging op vlak van re-integratie langdurig zieken! 25/11/2016

SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen. Ilse Van Houtteghem 20/11/2014

Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015

Statistische focus - 2 de kwartaal 2012

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014

23/12/15. Doelstelling. Inleidende oefening: groepsgesprek. Casus Jan. Belangrijke personen in mijn reintegratietraject

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Zondag 12 februari 2012 Ups & Downs vzw

Re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers

ADVIES. Voorontwerp van ordonnantie betreffende de stages voor werkzoekenden. 16 juni 2015

Met een GOB naar werk

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 13 oktober

Koninklijk besluit van 3 MEI 1999

Visie. Herstel of recovery visie: Geloof dat het zetten van stappen naar werk bijdraagt aan herstel en gezondheid van persoon in kwestie

HET VLAAMSE DOELGROEPENBELEID. Toelichting voorontwerp van decreet SERV commissie arbeidsmarkt 9 juli 2015

Tewerkstellingssteun in het Brussels Gewest: Vanaf 1 oktober belangrijke wijzigingen voor tienduizenden werkzoekenden!

RE-INTEGRATIE VAN LANGDURIG ZIEKEN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Tewerkstellingssteun in het Brussels Gewest: 255 miljoen euro voor de Brusselaars

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op xxx;

RE-INTEGRATIETRAJECT VOOR ARBEIDSONGESCHIKTE WERKNEMERS EN WERKLOZEN

arbeidshandicap dr Saskia Decuman, Expert onderzoek en ontwikkeling dienst voor uitkeringen RIZIV. Academisch consulent UGent.

RE-INTEGRATIE VAN LANGDURIG ZIEKEN

Dossier steunpunt handicap & arbeid: De Vlaamse ondersteuningspremie (VOP)

Het veranderende landschap van voor integratie van mensen met een arbeidshandicap.

Mensen met arbeidsbeperking of gezondheidsproblemen - Trajectbepaling en - begeleiding

Aanvraag om vrijstelling van de tewerkstellingsverplichting in het kader van de dienstencheques

Koninklijk Besluit re-integratietraject - fiche

Re-integratietraject voor arbeidsongeschikte werknemers

R A P P O R T Nr

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Arbeidsmarkt personen met een arbeidshandicap

OP WEG NAAR WERK: opportuniteiten en valkuilen Seminarie VLOR - Brussel 1

2 Doelstelling: tewerkstelling in een onderneming: wat wil dat zeggen?

De specialist en zijn/ haar team Het bedrijf met de werkgever, directe chef, collega,

Samenwerken met behandelend arts, arbeidsgeneesheer en adviserend geneesheer

KNELPUNTENNOTA TOEGELATEN ARBEID

Gespecialiseerde TrajectBepaling -en begeleiding naar werk (GTB)

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

ADVIES. 21 september 2017

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

INHOUD. mindmap. 1 Omschrijving? 2 Doel? 3 Welke werkgevers? 4 Welke werknemers? 5 Wat is het voordeel? 6 Combinatie andere maatregelen

Sociale rechten en handicap POSITIENOTA

Sociale Inschakelingseconomie SINE

Activering en responsabilisering Een verhaal van rechten en plichten

Het re-integratietraject in de uitkeringsverzekering: De eerste inschatting door de adviserend geneesheer

Hoofdstuk VI. Het re-integratietraject van een werknemer die het overeengekomen werk tijdelijk of definitief niet kan uitoefenen

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Een re-integratiebeleid van de 21e eeuw Een beknopte uiteenzetting over de inspanningen rond de re-integratietrajecten

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

DEEL 2: Re-integratie langdurige zieken: Procedure

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Personen met geestelijke gezondheidsproblemen op de arbeidsmarkt: Naar een betere synergie tussen werk en welzijn

INFORMATIENOTA. 1.Organisatie. Stad en OCMW Bree. OCMW Bree Peerderbaan Bree Tel

10 ZAKEN DIE JE MOET WETEN VOOR JE IN HET

MEMORIE VAN TOELICHTING

GEHANDICAPTENBELEID IN BELGIË: EEN OVERZICHT

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Colloquium "De inclusieve arbeidsmarkten: van theorie naar praktijk..."

Rol van de adviserend geneesheer bij arbeidsongeschiktheid

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (B.S. 15.I.1969) 65

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

ADVIES. Uitgebracht door de Raad van Bestuur van. 1 april 2019

NIEUWSBRIEF Personen met een handicap Januari 2013

A D V I E S Nr

a) Hoeveel van deze doelgroepmedewerkers verkregen een erkenning van bepaalde duur (2 jaar)?

Infoblad - werknemers

19/10/2011 ACTIVA. Petra Dombrecht Stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid. Inhoudstafel

Hierbij vindt u het verslag van de inspecties die plaatsvonden in uw centrum op 23 mei 2017.

Langdurige ongeschiktheid. De faciliterende rol van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (1 ste deel)

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via mi.inspect_office@mi-is.be.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via

(Aanzet tot) een nieuw decretaal beleidskader voor de samenwerking tussen werk en zorg

(B.Vl.Reg. 20.I.1993) (B.Vl.Reg. 19.I.1994) (B.S. 27.IV.1990, err. B.S. 11.IX.1990)1

WERKHERVATTING NA EEN LANGDURIGE AFWEZIGHEID OM MEDISCHE REDENEN. Hilde De Man Preventieadviseur Psychosociale Aspecten Idewe

Sector beschutte werkplaatsen. Memorandum Vlaamse verkiezingen 25 mei 2014

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

TETRALERT ARBEIDSRECHT PROFESSIONELE RE-INTEGRATIE OF VERBREKING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST OMWILLE VAN OVERMACHT

Aan de Voorzitter van het OCMW van Kuurne Kortijksestraat Kuurne. Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU /11/2012

Specifieke financiële voorzieningen voor personen met een handicap POSITIENOTA

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen

Transcriptie:

Socio-professionele re-integratie van mensen die het verst van de arbeidsmarkt af staan 1. Inleiding Resultaten van het seminarie van 27 januari 2015 Het doel van het seminarie van 27 januari 2015, dat werd georganiseerd in het kader van het transversale project Toekomst van de sociale zekerheid, 1 was de manier onderzoeken waarop ons socialezekerheidsstelsel de socio-professionele re-integratie bevordert van mensen die het verst van de arbeidsmarkt af staan. De beoogde doelgroep is dus groot: werklozen, mensen die arbeidsongeschikt zijn, invaliden, personen met een handicap en mensen die van een OCMWuitkering leven, d.w.z. alle mensen die moeilijkheden ondervinden om zich (opnieuw) op de arbeidsmarkt te integreren. Samen met de collega's van de POD Maatschappelijke Integratie, het RIZIV, de VDAB, de GTB 2 en de DG Personen met een handicap, werd een overzicht gegeven van de begeleidende maatregelen die voorgesteld worden in het kader van de werkloosheidsverzekering, de uitkeringsverzekering en de sociale bijstand, die mensen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, helpen om zich professioneel te re-integreren en uit hun sociale isolement te geraken. Doel van het seminarie was de medewerkers van de FOD en de strategische cellen uit te nodigen om een horizontale denkoefening te houden, die de benadering per tak en de logica van de verdeling van bevoegdheden overstijgt. Maken de administratieve statuten die aan de sociaal verzekerden worden toegekend het mogelijk om optimaal tegemoet te komen aan hun behoeften inzake socioprofessionele re-integratie? Welke socio-professionele begeleiding is er voor elk van de administratieve categorieën? Zouden de begeleidende maatregelen die in een van de geïdentificeerde takken zijn uitgewerkt ook toegankelijk moeten zijn voor de verzekerden die onder een ander administratief statuut vallen? Het weze duidelijk dat, gezien heel wat actoren die betrokken zijn bij de socio-professionele reintegratie niet de kans hebben gekregen aan het seminarie deel te nemen, het initiatief van de FOD nooit de pretentie heeft gehad dit thema helemaal uit te spitten. Het doel is bij te dragen aan de denkoefening en eventueel enkele mogelijke verbeteringen voor te stellen voor wat de socioprofessionele re-integratie van de sociaal verzekerden betreft. 1 Het transversale project, dat past in de bestuursovereenkomst 2014-2016 van de FOD Sociale Zekerheid, heeft tot doel om, binnen de FOD Sociale Zekerheid, een dynamiek van uitwisseling en denkwerk omtrent de toekomst van de sociale zekerheid te ontwikkelen. Hiertoe werden verscheidene thema's geïdentificeerd: pensioenen, socio-professionele re-integratie en de institutionele organisatie van de sociale zekerheid. 2 Gespecialiseerde Trajectbegeleiding en -Bepaling van personen met een arbeidshandicap. 1

2. Socio-professionele re-integratie en sociale zekerheid 2.1 Werkloosheidsverzekering De professionele re-integratie van werklozen gebeurt via een controleprocedure (a) en een begeleiding van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening (b): a) De procedure voor de follow-up van het actief zoeken naar werk: er wordt een reeks van maximaal drie gesprekken voorzien om de inspanningen te evalueren die de werkloze heeft geleverd om opnieuw werk te vinden. Met deze controle kan worden nagegaan of de werkloze nog steeds voldoet aan de voorwaarden voor toekenning van de vergoedingen. Als blijkt dat hij niet genoeg inspanningen levert, moet de werkloze een activeringscontract ondertekenen. Als hij dat niet naleeft kan hij financiële sancties verwachten. De controleprocedure is van toepassing op de verzekerden die aan de volgende voorwaarden voldoen: - volledig werkloos zijn, - ten minste 15 maanden (voor mensen jonger dan 25) of ten minste 21 maanden (voor mensen van 25 jaar en ouder) werkloos zijn, - kunnen werken, - zich niet meer in de eerste vergoedingsperiode bevinden, - geen opschorting van de opvolgingsprocedure meer genieten. b) De begeleiding van de werklozen (plaatsing & opleiding) die door de openbare diensten voor arbeidsvoorziening (Actiris, FOREM, VDAB, Arbeitsamt) wordt voorgesteld kan bestaan uit drie soorten: 1) normale begeleiding (individuele begeleiding naar beroepsoriëntatie met het oog op integratie), 2) intensieve begeleiding en 3) intensieve actie voor opleiding, beroepservaring of integratie. De inschrijving bij een arbeidsbureau (passieve beschikbaarheid) is een van de toekenningsvoorwaarden waaraan de werkloze moet voldoen om zijn werkloosheidsvergoeding effectief te ontvangen. Door de VDAB voorgestelde begeleiding: Over het algemeen stelt de VDAB de werklozen een in de tijd gespreid actieplan voor met als uiteindelijke doel opnieuw een duurzame baan te vinden. Tijdens het seminar heeft de VDAB vooral de volgende begeleidende maatregelen beschreven: - gespecialiseerde diensten, toegankelijk voor mensen die zeer ver van de arbeidsmarkt af staan, d.w.z. mensen met een arbeidshandicap, met name mensen met medische, mentale, psychische of psychiatrische problemen (MMPP) of psychosociale problemen. Voor deze doelgroep kunnen de obstakels voor een terugkeer naar de arbeidsmarkt van uiteenlopende aard zijn: mobiliteit, relaties met naasten, afhankelijkheid, ongeletterdheid, armoede, organisatie en planning, lichaamshygiëne, bekwaamheid om relaties te onderhouden, gezondheidsproblemen, enz. 2

Om de begeleiding van deze werklozen te verzekeren doet de VDAB een beroep op externe diensten zoals Gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdienst (GA), Gespecialiseerde trajectbepaling en begeleiding (GTB), en Gespecialiseerd opleidings-, begeleidings- en bemiddelingscentrum (GOB). - De VDAB voorziet in speciale maatregelen voor hulp bij het zoeken naar werk, bestemd voor werklozen met een arbeidshandicap (Bijzondere Tewerkstellingsondersteunende Maatregelen BTOM): Vlaamse Ondersteuningspremie (loonsubsidie voor de werkgever in het normale economische circuit), tegemoetkoming voor de inrichting van de werkplek (inclusief kledij en uitrusting), tegemoetkoming voor vervoers- en verblijfkosten, schriftelijk, mondeling of gebarentaaltolken voor doven en slechthorenden en werk in een beschutte werkplaats. - De Vlaamse regering heeft bijkomende 3 maatregelen genomen om de sociale economie te promoten als springplank voor de re-integratie van mensen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, met name via het aanbieden van werk dat aansluit op de behoeften van de werkzoekenden ( maatwerk: maatwerkbedrijven en maatwerkafdelingen ) en via de uitbouw van een plaatselijke diensteneconomie. Met deze initiatieven kunnen de betrokken verzekerden hun bekwaamheden ontwikkelen om op die manier een terugkeer naar een baan in de reguliere economie te overwegen. De door de VDAB en de GTB toegepaste methode is meer toegespitst op de capaciteiten van de verzekerde dan op zijn beperkingen: Bron: VDAB In principe kunnen alle sociaal verzekerden gebruik maken van een begeleiding door de VDAB, los van hun administratieve statuut. Deze mogelijkheid is een kans voor alle verzekerden die niet verplicht zijn actief op zoek te gaan naar werk. Toch valt de impact die een inschrijving bij het arbeidsbureau kan hebben op de tegemoetkoming die invaliden of personen met een handicap krijgen, niet te verwaarlozen. Voor de transfer van sociaal verzekerden van een tak van het socialezekerheidsstelsel naar een andere is een goede samenwerking tussen de verschillende bevoegde actoren nodig. 3 Maatwerkdecreet collectieve inschakeling & Het nieuwe decreet betreffende de lokale diensteconomie (LDE). 3

Verscheidene initiatieven weerspiegelen de wil van Vlaanderen om een geïntegreerde benadering ten gunste van de verzekerde te bevorderen: - Platform Zorgbegeleiding (2010): uitwisseling tussen de sectoren arbeid en welzijn teneinde een horizontale benadering en een benadering op maat te bevorderen ten gunste van de socio-professionele re-integratie van MMPP-werklozen (met name via de totstandbrenging van provinciale partnerschappen). - De MMPP-werklozen kunnen ook genieten van een voorafgaande begeleiding die even veel belang hecht aan de curatieve dimensie als aan de professionele dimensie. Deze methode wordt toegepast op mensen die niet klaar zijn om naar de arbeidsmarkt te worden georiënteerd. De verzekerde moet in eerste instantie de obstakels voor zijn professionele re-integratie overwinnen. - W² werk en welzijn (2011): gezamenlijk engagement van de politieke domeinen betreffende arbeid, sociale economie, welzijn en volksgezondheid om deel te nemen aan de socio-professionele re-integratie van de sociaal verzekerden. Een gecoördineerde interventie van de diensten voor arbeidsvoorziening en welzijn kunnen een begeleiding op maat aanbieden aan mensen die kampen met een arbeidshandicap en rekening houden met hun behoeften en voorkeuren. Voor deze doelgroep wordt een geleidelijke participatie aan het maatschappelijke en professionele leven gestimuleerd: Bron: VDAB De verschillende etappes van deze schaal van participatie ( participatieladder ) stimuleren een dynamische benadering. 2.2 Invaliditeitsverzekering Om tot de invaliditeitsverzekering te worden toegelaten moet de werknemer erkend zijn als arbeidsongeschikt overeenkomstig artikel 100, 1 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994, d.w.z. dat hij elke activiteit gestaakt moet hebben omwille van letsels of functionele problemen waarvan erkend is dat ze leiden tot een vermindering van zijn verdiencapaciteit, aan een percentage dat gelijk is aan of kleiner is dan een derde van wat een persoon met dezelfde aandoening en dezelfde opleiding met zijn werk kan verdienen. Na de evaluatie van de arbeidsongeschiktheidstoestand wordt een evaluatie van de resterende capaciteiten gemaakt om de werknemer te ondersteunen in het kader van een vrijwillig proces van socio-professionele re-integratie. Deze tweede evaluatie moet zo snel mogelijk worden gedaan om de slaagkansen te vergroten. Het RIZIV benadrukt immers dat de kansen op re-integratie groter zijn wanneer deze plaatsvindt binnen de eerste maanden van arbeidsongeschiktheid. Een vroegtijdige interventie is dus wenselijk. 4

Twee soorten maatregelen in verband met professionele re-integratie kunnen worden beoogd vanaf het ogenblik waarop de toestand van arbeidsongeschiktheid van de verzekerde erkend is: - De geleidelijke werkhervatting aangepast aan de gezondheidstoestand gedurende de periode van erkenning van de arbeidsongeschiktheid, op voorwaarde dat de werknemer aan bepaalde medische voorwaarden voldoet. Zijn geschiktheid moet blijvend verminderd zijn met ten minste 50% (evaluatie op lichamelijk of fysiologisch vlak) en de hervatting moet verenigbaar zijn met de gezondheidstoestand van de werknemer. Het is belangrijk het vrijwillige karakter van deze geleidelijke hervatting te benadrukken. Sinds 2013 werd de procedure versoepeld voor zover de werknemer die de toelating vooraf kenbaar gemaakt en gevraagd heeft het werk reeds kan hervatten in afwachting van de beslissing van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds (die moet worden gegeven ten laatste de 30 ste werkdag vanaf de eerste dag van werkhervatting). Deze laatste beschikt over een exclusieve bevoegdheid bij het geven van de toestemming en bepaalt de aard, het volume en de voorwaarden voor de uitoefening van de hervatting. De hervatting van een aangepaste baan hoeft niet noodzakelijk overeen te stemmen met een deeltijdse baan. Een voorafgaand overleg met de werkgever is van het grootste belang. De toelating is immers niet bindend voor deze laatste. Tijdens de periode van toegelaten hervatting blijft de verzekerde arbeidsongeschikt op voorwaarde dat hij blijft voldoen aan bovengenoemde medische voorwaarden (geen vermoeden van ongeschiktheid). De uitkeringen worden behouden en kunnen worden verminderd als het dagelijkse bruto-inkomen (verminderd met de RSZ-bijdragen) hoger is dan 15,6068. - Volgen van een programma van beroepsherscholing gedurende de periode van erkenning van de arbeidsongeschiktheid: deze mogelijkheid wordt aangeboden aan de werknemer die definitief erkend is als ongeschikt om zijn laatste job en zijn referentieberoep uit te oefenen. De adviserend geneesheer evalueert de werknemer die een dergelijk programma wenst te volgen vooraf om na te gaan of hij ertoe in staat is. Het programma voor beroepsherscholing wordt door de adviserend geneesheer voorgesteld aan de Geneeskundige raad voor invaliditeit van het RIZIV die toelating moet geven voor de bekostiging van de herscholing door de uitkeringsverzekering. Als dat het geval is kan de werknemer een opleiding of een stage volgen of een opleiding in het kader van de Samenwerkingsovereenkomsten die zijn gesloten met de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding: o RIZIV VDAB/GTB voor Vlaanderen o RIZIV FOREM/AWIPH voor Wallonië o RIZIV Actiris/Bruxelles-Formation/Phare voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze regionale overeenkomsten worden gevolgd door begeleidingscomités die samengesteld zijn uit het RIZIV, de verzekeringsinstellingen en de partners van werkgelegenheid en handicap. 5

Zij bevorderen een geïntegreerde benadering met alle betrokken actoren (adviserend geneesheer, behandelend geneesheer, werkgever, preventieadviseur, arbeidsgeneesheer en adviseurs van de diensten en organismen van de Gewesten en Gemeenschappen die deelnemen aan de socio-professionele re-integratie). Het RIZIV neemt de kosten op zich die gepaard gaan met de beroepsherscholing zoals verplaatsingskosten, inschrijvingskosten, enz. Er wordt een premie toegekend van 5 per uur effectief gevolgde opleiding. Wanneer de opleiding achter de rug is volgt een integratiefase van 6 maanden tijdens dewelke de verzekerde financieel wordt ondersteund bij het zoeken naar werk en een forfaitaire tegemoetkoming krijgt van 500. Na afloop van deze periode is de betrokkene niet meer gedekt door de invaliditeitsverzekering. Gezien de toename van het aantal arbeidsongeschikte invaliden (te wijten aan de demografische evoluties en het verschijnen van nieuwe syndromen), wordt de kwestie van de bevordering van hun welzijn via socio-professionele re-integratie steeds dwingender. Invaliden 2009 2010 2011 2012 2013 Werknemers 245.209 257.935 269.499 283.541 299.408 Zelfstandigen 19.459 20.136 20.315 20.911 21.415 Totaal 266.677 280.081 291.825 306.464 322.836 Bron: RIZIV De adviserend geneesheer van het ziekenfonds speelt een sleutelrol in het proces van re-integratie en herscholing. Hij onderhoudt contacten met talrijke actoren (behandelend geneesheer, werkgever, preventieadviseur, arbeidsgeneesheer, adviseurs van de diensten van de Gewesten en Gemeenschappen) om een geïntegreerde en multidisciplinaire benadering te stimuleren. Het belang om in een vroeg stadium na te denken over de professionele re-integratie van als arbeidsongeschikt erkende werknemer schemert komt naar voor in twee recente actieplannen: - Plan Back to work (2011): dit plan heeft de verplichting weggewerkt om een voorafgaande toelating te verkrijgen van de adviserend geneesheer om een baan te hervatten die aangepast is aan de gezondheidstoestand, heeft de maximale cumul verhoogd die toegestaan is tussen uitkeringen en het inkomen afkomstig uit het aangepaste werk en heeft de sluiting van samenwerkingsakkoorden met de Gewesten en Gemeenschappen in het kader van de trajecten van opleiding en beroepsherscholing aangemoedigd. - Plan voor socio-professionele re--integratie: deze nieuwe maatregel werd door de Programmawet van 19 december 2014 ingevoegd in artikel 100, 1/1 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994. Hij voorziet dat, ten laatste 3 maanden na het begin van de primaire ongeschiktheid, na een grondig overleg tussen de adviserend geneesheer en alle erbij te betrekken actoren, er een plan voor multidisciplinaire reintegratie wordt opgesteld bedoeld voor de persoon voor wie een re-integratie kan worden overwogen met het oog op zijn resterende capaciteiten. De inhoud en de modaliteiten van het reïntegratieplan zullen binnenkort nader worden bepaald in een koninklijk besluit. 6

Het RIZIV identificeert arbeid als een centraal element van socialisatie en maatschappelijke integratie. Deze moet worden bevorderd via een brede waaier aan acties: - De samenwerking en de coördinatie tussen de betrokken actoren verbeteren (communicatie en overleg) - De uitwisselingen en discussies tussen de betrokken actoren versterken (uitwisselingen van goede praktijken) - Informatie- en opleidingscampagnes uitwerken (Disability Management Professionals) - De administratieve stappen versoepelen - De werknemer op systematische en gepersonaliseerde wijze helpen - De werkgever en zijn collega's sensibiliseren - Investeren in de verzameling van gegevens en de evaluatie van de resultaten (kenniscentrum). 2.3 Sociale bijstand 2.3.1 Beleid van de OCMW's Krachtens de organieke wet van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976 hebben de OCMW's als taak de maatschappelijke participatie van hun gebruikers aan te moedigen. Bovendien bepaalt de wet van 26 mei 2002 dat elke persoon recht heeft op maatschappelijke integratie, die de vorm kan aannemen van een baan en/of een leefloon, al dan niet aangevuld met een geïndividualiseerd project van maatschappelijke integratie. Hiertoe ontvangen de OCMW's met name subsidies van de federale overheid om hun gerechtigden aan het werk te krijgen: - Artikel 60 7: het OCMW bezorgt werk aan de gerechtigde wanneer deze een periode van arbeid moet aantonen om volledig van bepaalde maatschappelijke tegemoetkomingen te kunnen genieten of om beroepservaring op te doen. Het OCMW, dat altijd de juridische werkgever is, kan de gerechtigde in zijn eigen diensten tewerkstellen of hem ter beschikking stellen van een derde werkgever. In 2012 werd 92% van de tewerkstellingen van de uitkeringsgerechtigden van de OCMW's verwezenlijkt op basis van artikel 60 7. - Artikel 61: het OCMW kan de gerechtigde ter beschikking stellen van een derde werkgever-partner met wie hij een overeenkomst heeft gesloten. Een omkaderingspremie stelt het OCMW in staat mee te werken aan de tewerkstelling van zijn gerechtigden bij een privéwerkgever. - Activa Plan: met dit programma kunnen werkgevers die leefloners in dienst nemen tijdelijk een forfaitaire vrijstelling van de werkgeversbijdragen en een financiële tussenkomst in de loonkost verkrijgen. - SINE: dit programma is bedoeld om werkzoekenden die zeer moeilijk op de arbeidsmarkt te plaatsen zijn, te re-integreren in de sector van de sociale inschakelingseconomie. 7

Het bedrijf dat een werknemer van de doelgroep in dienst neemt kan ook aanspraak maken op financiële voordelen (werkgeversbijdragen, loonkost). Dit initiatief moet de begunstigde kunnen helpen zich op termijn te re-integreren op de reguliere arbeidsmarkt, ook al is dat niet altijd mogelijk. - Partnerschapsovereenkomst (500 -maatregel): de OCMW's hebben de mogelijkheid partnerschappen te sluiten met de openbare diensten voor arbeidsvoorziening of andere erkende partners om een gerechtigde individueel te begeleiden met het oog op zijn tewerkstelling op de reguliere arbeidsmarkt. Er is ook in een federale subsidie voorzien (250 of 500 naar gelang van het geval). - Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie (G.P.M.I.): dit is een schriftelijk contract dat wordt gesloten tussen de gerechtigde en het OCMW. Het houdt rekening met de bekwaamheden, ambities en noden van de persoon en ziet erop toe dat er een rechtvaardige proportionaliteit wordt gerespecteerd tussen de eisen die worden geformuleerd ten aanzien van de betrokkene en de door het OCMW verstrekte hulp. Het G.P.M.I. kan betrekking hebben op zowel professionele als maatschappelijke integratie. - Invoeginterim: uitzendbedrijven kunnen met de federale overheid overeenkomsten sluiten over de tewerkstelling van leefloners. Door middel van een loonsubsidie van 2 jaar moet het bedrijf de werknemer de nodige begeleiding en omkadering bieden. - SPI-vrijstelling: dit mechanisme is bedoeld om werken aantrekkelijker te maken voor leefloners. Het inkomen uit arbeid of uit beroepsopleiding is tot een bepaald bedrag vrijgesteld bij de berekening van het op de bestaansmiddelen gebaseerde leefloon. De periode van vrijstelling kan 3 jaar duren vanaf de eerste dag van arbeid of opleiding. Sinds 2014 is erin voorzien dat de gerechtigden kunnen genieten van de vrijstelling van 3 jaar over een periode van maximaal 6 jaar. - Maatschappelijke activering: sommige OCMW-gerechtigden kunnen niet op de arbeidsmarkt worden geïntegreerd omdat er te veel sociale obstakels zijn. De hulp die aan deze mensen wordt geboden moet er in de eerste plaats op gericht zijn hun maatschappelijke participatie te vergroten door middel van sociale, culturele of sportieve activiteiten. De POD Maatschappelijke Integratie heeft vooral de nadruk gelegd op de hulp die de OCMW's bieden aan mensen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, voor wie de integratie op de arbeidsmarkt niet het enige doel is. Opdat deze mensen een terugkeer naar de arbeidsmarkt zouden kunnen overwegen moeten ze eerst uit hun maatschappelijke isolement geraken, weer zelfvertrouwen krijgen, zich nuttig voelen. Het beleid van de OCMW's wil het welzijn van de burgers bevorderen via een geïntegreerde benadering: maatschappelijke en professionele activering, verlening van aangepaste, curatieve en preventieve diensten, nauwe band tussen arbeid en welzijn. Deze multidimensionale benadering wordt duidelijk geïdentificeerd als de sleutel voor een geslaagde re-integratie van mensen die het verst van de arbeidsmarkt af staan. Talrijke maatregelen voor de tewerkstelling van uitkeringsgerechtigden van de OCMW's vallen sinds 1 juli 2014 onder de bevoegdheid van de Gewesten: artikel 60 7, artikel 61, Activa Plan, SINE, Invoeginterim, partnerschapsovereenkomsten (zogenaamde 500 -maatregel), de doorstromingsprogramma's. 8

De geïndividualiseerde projecten voor maatschappelijke integratie, de socio-professionele vrijstelling en de maatschappelijke activering blijven dan weer federale bevoegdheden. In de toekomst zal het dus van cruciaal belang zijn erop toe te zien dat de effecten van de zesde staatshervorming geen afbreuk doen aan de samenhang van de hulp die de gerechtigden van de OCMW's krijgen. Een doeltreffend begeleidingsbeleid moet immers even veel belang hechten aan de professionele integratie als aan de maatschappelijke participatie. De samenwerking tussen de verschillende bevoegde entiteiten is dus essentieel om het multidimensionale karakter van de sociale steun te bewaren. 2.3.2 Personen met een handicap Ongeveer 167.000 personen krijgen momenteel een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) en/of een integratietegemoetkoming (IT). Mensen die een tegemoetkoming voor een persoon met een handicap (PH) wensen te genieten moeten eerst een medische evaluatie ondergaan die wordt uitgevoerd door de DG PH. De bedoeling hiervan is het verdienvermogen en de autonomie van de betrokkene te evalueren. De DG PH levert in voorkomend geval een attest af en voert vervolgens een administratief onderzoek om het inkomen en de gezinssituatie van de aanvrager te analyseren. Vervolgens wordt er een beslissing genomen over de toekenning van de IVT en/of de IT. De IVT wordt toegekend aan mensen van wie het verdienvermogen verminderd is met ten minste 2/3 van wat een valide persoon kan verdienen door te werken. De IT wordt toegekend aan personen met een handicap die, door de gedeeltelijke of volledige vermindering van hun autonomie, bijkomende kosten moeten maken om hun dagelijkse activiteiten mogelijk te maken (bijv.: zich verplaatsen, koken, eten, zich aankleden, contacten met andere mensen onderhouden, enz.). De wetgeving betreffende het inkomen waarmee rekening wordt gehouden voor de berekening van de IVT en de IT is zeer ingewikkeld. Er wordt alleen rekening gehouden met het belastbare inkomen van de persoon met een handicap en diens partner. Het referentiejaar voor de berekening van het inkomen is n 2, waarbij n het jaar is tijdens hetwelk de aanvraag voor IVT werd ingediend. Als het gezinsinkomen met ten minste 20% is veranderd tijdens de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag, wordt er evenwel alleen rekening gehouden met het voorgaande jaar (n 1). De IVT en de IT worden uitsluitend toegekend als het bedrag van het inkomen bepaalde maxima niet overschrijdt. Het inkomen dat de maxima overschrijdt wordt afgetrokken van het bedrag van de tegemoetkomingen. Bovendien wordt er, afhankelijk van hun aard, rekening gehouden met bepaalde inkomsten en met andere niet. De vrijstellingen variëren naar gelang het gaat om de IVT of de IT, of de begunstigde tot categorie A, B of C behoort, of het gaat om het inkomen van de persoon met een handicap of om een persoon die tot hetzelfde huishouden behoort, of naar gelang van de aard van het inkomen. Personen met een handicap hoeven geen enkele toelating te vragen alvorens het werk te hervatten (dat kan betaald werk of vrijwilligerswerk zijn). De belangrijke vrijstellingen die voorzien zijn voor beroepsinkomsten zorgen ervoor dat een terugkeer naar de arbeidsmarkt nog steeds financieel voordeliger is. Met een beroepsactiviteit bouwt men ook pensioenrechten op, wat niet het geval is voor inactieve gerechtigden op de IVT en de IT. 9

Bovendien leidt de hervatting van een beroepsactiviteit van minder dan 3 maanden tot geen enkele herziening van het bedrag van de IVT en de IT. De complexiteit van de wetgeving is een bron van ongerustheid en onzekerheid voor personen met een handicap die de impact van een werkhervatting op het bedrag van hun tegemoetkomingen moeilijk kunnen inschatten. Personen met een handicap vrezen ook dat een terugkeer naar de arbeidsmarkt leidt tot een verminderde erkenning van hun handicap en dus tot minder steun. Het systeem van vrijstelling kan ook leiden tot een vermindering van de IT voor een persoon met een handicap die een vervangingsinkomen geniet na het verlies van zijn baan. De onbeperkte duur van bepaalde attesten die aan personen met een handicap worden afgeleverd moedigt hen niet aan om naar de arbeidsmarkt terug te keren. Ook de afwezigheid van een uniek loket voor de re-integratie van personen met een handicap vormt een probleem: de betrokkenen moeten een hele reeks actoren raadplegen: DG HAN, openbare diensten voor arbeidsvoorziening, ziekenfondsen, AWIPH, VAPH, Phare, enz. In de toekomst is het belangrijk personen met een handicap beter te informeren over de voordelen van een terugkeer naar de arbeidsmarkt en coördinatie/overleg te bevorderen tussen de actoren die belast zijn met de socio-professionele re-integratie van de sociaal verzekerden. 10

3. Resultaten van de discussies a. De onderverdeling in categorieën van de sociaal verzekerden stemt niet altijd overeen met hun behoeften op het vlak van re-integratie: Uit de presentaties van de VDAB/GTB, het RIZIV, de POD Maatschappelijke Integratie en de DG HAN leren we dat de principes die ten grondslag liggen aan de maatschappelijke re-integratie van de sociaal verzekerden sterk kunnen verschillen van de ene tak van ons socialezekerheidsstelsel tot de andere (werkloosheidsverzekering, invaliditeitsverzekering en sociale bijstand): de begeleiding wordt in een min of meer vroegtijdig stadium aangeboden, er wordt min of meer rekening gehouden met de capaciteiten en noden van de verzekerde, de integratiediensten hechten meer of minder belang aan maatschappelijke participatie, sommige bevoegde actoren stimuleren een geïntegreerde benadering, en andere doen dat niet. Welnu, het komt vaak voor dat sociaal verzekerden van de ene tak van het stelsel naar de andere gaan (van de invaliditeitsverzekering naar de DG HAN, van de werkloosheidsverzekering naar de OCMW's of omgekeerd, van de werkloosheidsverzekering naar de invaliditeitsverzekering, enz.). De socio-professionele begeleiding die hen wordt voorgesteld evolueert dus naar gelang van hun administratieve statuut, terwijl hun behoeften identiek blijven. b. Het gebrek aan coördinatie tussen de bevoegde actoren: Ondanks de lancering van verscheidene initiatieven om de coördinatie tussen de actoren die belast zijn met de re-integratie van de burgers te versterken 4, plegen de verschillende teams die de sociaal verzekerden begeleiden, niet genoeg overleg. Zij hanteren een andere terminologie en gebruiken andere evaluatie- en begeleidingsmethoden. Zo werd het gebrek aan samenwerking tussen het RIZIV en de OCMW's duidelijk. Het is belangrijk dat de verschillende actoren die de verzekerde omgeven, ongeacht zijn administratieve statuut, beter onderling communiceren en een gezamenlijke filosofie over de socio-professionele begeleiding overeenkomen. Er bestaan al heel wat tools, maar ze worden onvoldoende benut. Het plan voor socio-professionele integratie dat voorzien is door artikel 100, 1/1 van de gecoördineerde wet op 14 juli 1994 vormt een belangrijke uitdaging vanuit praktisch oogpunt, omdat het een sterkere samenwerking tussen de betrokken actoren zal vergen. c. Het belang van het bevorderen van een geïntegreerde en multidisciplinaire benadering: De meeste actoren doen hun best om de socio-professionele begeleiding op geïntegreerde en pluridisciplinaire wijze vorm te geven om zo goed mogelijk aan de noden van de sociaal verzekerden tegemoet te komen. Een benadering waarbij tegelijkertijd de sectoren werkgelegenheid, onderwijs, gezondheid, welzijn en sociale economie betrokken zijn maakt het mogelijk de persoon die het verst van de arbeidsmarkt af staat, een gepersonaliseerd parcours aan te bieden. Op die manier wordt er minder rekening gehouden met de obstakels die de terugkeer van de betrokkene naar de arbeidsmarkt belemmeren. Dat is met name wat de OCMW's doen door veel belang te hechten aan de maatschappelijke participatie van hun gerechtigden. 4 De samenwerkingsovereenkomsten van het RIZIV, de partnerschapsovereenkomsten van de OCMW's, de horizontale benadering van de VDAB ten gunste van de MMPP-werklozen, overleg van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds met andere actoren, pilootproject voor samenwerking tussen de DG HAN en de VDAB. 11

d. De betrokkenheid van de werkgevers: Omdat de integratieplannen die zijn uitgewerkt door het RIZIV, de VDAB of de OCMW's geen enkele dwingende waarde hebben voor de werkgevers (behalve wanneer ze engagementen aangaan door middel van een financiële steun), is het noodzakelijk hen meer te betrekken bij het reintegratietraject van de sociaal verzekerden. Ook hun rol inzake preventie op het werk moet worden versterkt. 12

Literatuur Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck (2014), Van arbeidsongeschiktheid naar werk: simulaties van inactiviteitsvallen met MOTYFF: http://www.werk.be/sites/default/files/onderzoek/2012-2015/tool-inactiviteitsvallen_volledig.pdf. Nationale Arbeidsraad (2015), Overlegplatform voor de actoren die betrokken zijn bij het proces van de vrijwillige terugkeer naar werk van personen met een gezondheidsprobleem, Advies Nr. 1.923: http://www.cnt-nar.be/advies/advies-1923.pdf. European Parliament (2015), Reasonable Accommodation and Sheltered Workshops for People with Disabilities: Costs and Returns of Investments : http://www.europarl.europa.eu/regdata/etudes/stud/2015/536295/ipol_stu%282015%2953629 5_EN.pdf. Koning Boudewijnstichting (2009), Een andere kijk op hardnekkige jeugdwerkloosheid: Aanbevelingen en succesfactoren bij de inschakeling van laaggeschoolde jongeren: http://www.kbsfrb.be/publication.aspx?id=295039&langtype=2067. Koning Boudewijnstichting, Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck, Réseau MAG (2012), De sociaalprofessionele integratievrijstelling in de berekening van het leefloon: knelpunten en denkpistes met het oog op hervorming: http://www.kbsfrb.be/publication.aspx?id=295166&langtype=2067. KU Leuven LUCAS (2012), Handilab - Effectiviteit van de inkomensvervangende en integratietegemoetkomingen: http://www.belspo.be/belspo/fedra/proj.asp?l=nl&cod=ag/kk/154#docum. KU Leuven LUCAS (2011), Integratie Begeleid Werken en Begeleid Leren: een transnationaal project: http://www.kuleuven.be/lucas/pub/publi_upload/2011_rapportesf_geintegreerdetrajectenmmpp. pdf. OCDE (2013), Santé mentale et emploi - Belgique : http://www.oecd.org/health/mental-health-andwork.htm. Réseau MAG (2011), Une démarche inclusive pour construire le décret inclusion : Projet de concertation collective en vue de la proposition d un nouveau décret relatif à l inclusion des personnes handicapées en région bruxelloise : http://www.reseaumag.be/une-demarche-inclusivepour. RIZIV, Kenniscentrum arbeidsongeschiktheid: http://www.inami.fgov.be/nl/themas/arbeidsongeschiktheid/paginas/kenniscentrum.aspx. POD Maatschappelijke Integratie: Tewerkstelling en opleiding & sociale activering: http://www.miis.be/be-nl/ocmw/tewerkstelling-en-opleiding & http://www.mi-is.be/be-nl/ocmw/socialeactivering. 13

Steenssens, K., Sannen, L., Ory, G., & Nicaise, I. (2008). W²: Werk- en Welzijnstrajecten op maat. Een totaalconcept. Leuven: HIVA-K.U.Leuven: http://www.werk.be/sites/default/files/w%c2%b2%20- %20Werk-%20en%20Welzijnstrajecten%20op%20maar.%20Een%20totaalconcept.pdf. Steunpunt Werk en Sociale Economie (2015), Arbeidsmarktcongres: http://www.steunpuntwse.be/congres2015. 14