SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 84 van JORIS VANDENBROUCKE datum: 16 november 2016 aan SVEN GATZ VLAAMS MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL Armoedebestrijding Kanaalzone Brussel en Vilvoorde - Bevoegdheidsdomeinen Brussel, Cultuur en Jeugd In de strijd tegen het radicalisme en het terrorisme heeft de Federale Regering in het kader van het zogenaamde Kanaalplan haar middelen en inspanningen op het gebied van veiligheid op geconcentreerde wijze verhoogd in bepaalde gemeenten. Het gaat over Sint-Jans-Molenbeek, Schaarbeek, Brussel stad, Sint-Gillis, Anderlecht, Koekelberg, Sint- Joost-ten-Node en in Vilvoorde. Prioritair is de aanpak van de illegale economie, de georganiseerde criminaliteit en het radicalisme. Dit is uiteraard een goede zaak, maar dit plan richt zich bijna exclusief op het repressieve aspect. Een goed en duurzaam plan heeft ook nood aan een curatieve en preventieve aanpak. Zo niet, blijft het bij symptoombestrijding. De gemeenten die in het Kanaalplan vervat zitten, hebben meer dan ooit nood aan opbouwende initiatieven en sociale investeringen. Vandaar deze vragen. Ik wil graag weten welke concrete bijkomende inspanningen de minister heeft genomen in de betrokken gemeenten uit het Kanaalplan sinds de aanslagen, waarbij de deelvragen 3 en 4 worden beantwoord per bevoegdheid en dit voor de volgende domeinen: - Brussel; - Cultuur; - Jeugd. 1. Wat is de visie van de minister in verband met de stelling dat radicalisme niet alleen kan bestreden worden met een louter repressieve aanpak en dat er zeker ook nood is aan een curatieve en preventieve aanpak? 2. Is de minister betrokken geweest bij het opstellen van het Kanaalplan en is er sinds de goedkeuring van het plan overleg geweest? Is de minister betrokken geweest bij andere gecoördineerde initiatieven die de problematiek integraal probeert aan te pakken? 3. Welke bijkomende inspanningen heeft de minister geleverd in bovengenoemde gemeenten uit het Kanaalplan sinds de aanslagen in Parijs in november 2015? Kan de minister specifiek per gemeente het volgende mededelen: a. nieuwe initiatieven die werden opgestart; b. bestaande initiatieven die werden uitgebreid; c. bijkomende budgettaire en materiële inspanningen; d. bijkomende inspanningen op het gebied van personeel?
Kan de minister per gemeente meedelen of er ook projecten werden stopgezet of initiatieven of budgettaire engagementen werden teruggeschroefd gedurende diezelfde periode? Vragen over hetzelfde onderwerp werden gesteld aan de ministers Hilde Crevits (120), Liesbeth Homans (159), Jo Vandeurzen (144), Philippe Muyters (140), Sven Gatz (84).
SVEN GATZ VLAAMS MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL ANTWOORD op vraag nr. 84 van 16 november 2016 van JORIS VANDENBROUCKE 1-2.Ik ben het volmonding eens met de stelling dat radicalisme niet alleen kan bestreden worden met een louter repressieve aanpak en dat er zeker ook nood is aan een curatieve en preventieve aanpak. Ik verwijs naar de Conceptnota van de Vlaamse regering en het eruit volgende Actieplan ter preventie van radicaliseringsprocessen die kunnen leiden tot extremisme en terrorisme (goedgekeurd april 2015). Het actieplan schuift duidelijk naar voor dat in de aanpak van radicaliseringsprocessen preventie en repressie hand in hand gaan. De belangrijkste hefbomen inzake veiligheid liggen federaal. De deelstaten hebben belangrijke hefbomen in handen inzake preventie, sensibilisering en vroegtijdige detectie. Ik verwijs naar de federale Kadernota Integrale Veiligheid waaraan ook de deelstaten hebben meegewerkt, en de overlegstructuren die intern binnen de Vlaamse Gemeenschap zijn uitgebouwd of met de federale overheid om tot zoveel mogelijk overleg, afstemming en samenwerking te komen. Het Kanaalplan waarnaar de vraagsteller verwijst en dat zich richt naar het meer repressieve luik, is slechts één deel van een veel groter veiligheidsproject, het 'Federaal Actieplan tegen Gewelddadig Extremisme en Terrorisme. 3. Het is dus de uitdrukkelijke beleidsintentie dat Vlaanderen een gecoördineerd, preventief beleid zal voeren inzake radicalisering. Vertaald naar mijn beleidsdomeinen is werken aan de preventie van radicalisering vooral ook inzetten op het versterken van de weerbaarheid van jongeren en het ondersteunen van hun zoektocht naar een eigen identiteit. Jeugd en Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk In het kader van het Vlaamse actieplan lanceerde ik begin juli 2015 samen met minister Liesbeth Homans een projectoproep om in te zetten op het versterken van de positie van jongeren en jongvolwassenen in de samenleving en op het vergroten van hun maatschappelijke betrokkenheid. Gezamenlijk hebben we 650.000 EUR vrijgemaakt voor acht projecten 'Positieve identiteitsontwikkeling bij jongeren'; projecten die gevoelens van uitsluiting of onrecht kunnen ombuigen in positieve engagementen. Naast overkoepelende projecten werden in de lokale projecten twee projecten in Brussel ondersteund: - Anderlecht/Groep Intro vzw: 'JIJ Plus Vrije Tijd' - 97.492,10 euro Het project 'JIJ PLus Vrije Tijd' wil jongerenwerkers inzetten om op zoek te gaan naar jongens en meisjes in en rond moskeewerkingen en zelforganisaties. Die jongeren die vandaag nog niet bereikt worden en die op papier met niets bezig zijn, wil men oriënteren naar vrijetijdswerkingen (zoals sportclubs met groepswerking), naar jongerenactiviteiten (als deelnemer) of naar vrijwilligerswerk (actief als begeleider of organisator). - Molenbeek/Zonder handen vzw: 'Handlangers' - 66.044 16 euro De Handlangers is een groep jongeren die bestaat uit enerzijds jongeren (zowel kansrijke als kwetsbare) die al enkele jaren actief zijn als deelnemer bij Circus
Zonder Handen en anderzijds nieuwe wijkjongeren met interesse voor circuseducatie. Een jaar lang zullen ze met deze gemengde groep intensief werken rond groepsvorming, begeleidershouding, engagement, leiderschap en circustechnische vaardigheden. Na een jaar zijn deze jongeren klaar om een engagement op te nemen als assistent in de circusschool of in een andere jeugdwerkorganisatie in de wijk. Het inclusieve karakter van dit traject zorgt voor interessante kruisbestuivingen. De gekozen organisaties staan zeer dicht bij jongeren tussen twaalf en dertig jaar. De organisaties zetten in op betrokkenheid en willen jongeren helpen een zelfbeeld te creëren waarop ze fier kunnen zijn, waardoor ze waardering ervaren, het gevoel krijgen erbij te horen en op een positieve manier 'radicaal' kunnen vechten tegen onrecht. Zo bieden we hen extra ontplooiingskansen in hun zoektocht naar een positieve identiteit en maatschappijvorming. Het jeugdwerk in het algemeen is bovendien gericht op het weerbaar maken van jongeren, en zo blijven er ook de investeringen in het jeugdwerk in Brussel of de investeringen in het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Zo zijn er ook vier participatieprojecten op 1 januari 2016 van start zijn gegaan in de betrokken Brusselse gemeenten: - stad Brussel o project Joggen om mensen in armoede te empoweren. Uitbouw en versterking van een nieuwe socio-sportieve organisatie; 22 500,00 EUR o project Link=Fit en Gezond van Link=Brussel (Link=Brussel, centrum voor interculturele samenlevingsopbouw), 7 200,00 EUR o GIVE ME 5! van Globe Aroma, een cultureel -en artistiek programma opgezet in de publieke ruimte tussen de 5 sociale woonblokken van de Papenvest in de vijfhoek van Brussel; subsidie: 2016: 38 250,00 EUR en 2017: 39 000,00 EUR = 77 250,00 EUR in het totaal. - gemeente Koekelberg o project Hardop Dromen, en zweten van Brussels Brazilian Jiu Jitsu Academy (BBJJA); sportopbouwwerk; subsidie: 2016: 33 750,00 EUR en 2017: 33 750,00 EUR = 67 500 EUR in het totaal. Volgende initiatieven liepen al in november 2015 - gemeente Sint-Jans-Molenbeek: o participatieproject Iedereen Atleet van de Vlaamse Atletiekliga (VAL); subsidie: 2015: 5 670,00 EUR, 2016: 10 800,00 EUR en 2017: 15 300,00 EUR in het totaal 31 770,00 EUR. - Brusselse Hoofdstedelijke Gewest: o in het kader van de lokale netwerken is er de afsprakennota vrijetijdsparticipatie 2016-2020 van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Hierdoor ontvangt de VGC een jaarlijks Vlaams trekkingsrecht van 99 000,00 EUR gedurende de periode 2016-2020 voor haar lokaal netwerk om de vrijetijdsparticipatie van personen in armoede te bevorderen. De VGC is verplicht om jaarlijks zelf minimum 99 000,00 EUR uit eigen middelen in het kader van deze afsprakennota te besteden. De stad Vilvoorde wordt eveneens in het kader van de lokale netwerken gesubsidieerd voor de periode 2014-2019. Ze ontvangt hiervoor een jaarlijks Vlaams trekkingsrecht van 10 581,00 EUR en moet zelf jaarlijks uit eigen middelen 21 162 EUR extra in het kader van de afsprakennota besteden. Deze middelen worden voor het grootste deel ingezet voor om de vrijetijdsparticipatie van kinderen en jongeren in armoede te bevorderen. Brussel
Vanuit het uitgangspunt dat er ook nood is aan een curatieve een preventieve aanpak, hecht ik ook binnen mijn Brusselbeleid veel belang aan initiatieven die zich in de Kanaalzone situeren. Recent heb ik de programmatorische keuze gemaakt om een aantal nieuwe organisaties te ondersteunen binnen mijn Brusselbeleid. Ik denk concreet aan de organisaties imal en VK Concerts waarvan de werkingen een zekere positieve impact hebben op (de omgeving van) de fel geplaagde Kanaalzone. Verder kunnen via de subsidielijn Projecten voor Brussel steeds participatiebevorderende, stadsinnovatieve projecten worden ingediend die het Brusselse stedelijke netwerk versterken. Die projecten moeten inspelen op de snelle stedelijke ontwikkelingen en moeten zoeken naar effectieve en geëngageerde oplossingen om het sociaal-culturele weefsel van de Brusselse samenleving te versterken. Ik verwijs hier naar lopende of nieuwe initiatieven van Circus Zonder Handen, JES-Stadslabo, Art2Work en Topografica. Ten slotte kan ik u melden dat ik in december een projectoproep Straatburgerschap zal lanceren waarbij organisaties projecten kunnen indienen die zich specifiek richten op de stedelijke jongerencultuur en sociale inclusie. Ik trek daarvoor 250.000 euro uit. Met dit initiatief wil ik inspelen op het Brusselse sociale weefsel met als doel stadsjongeren te verbinden met hun hoofdstad. De toekomst van Brussel is inclusief. Alle jongeren met wie we de ruimte van onze stad delen, moeten kansen krijgen om volwaardig te participeren aan de Brusselse samenleving. Dat is het uitgangspunt. De projecten zullen lopen vanaf 1 juni 2017. Daarnaast lanceer ik in december een tweede projectoproep waar ik, vanuit mijn bevoegdheid jeugd 500.000 euro uittrek. Deze projectoproep Bruggenbouwers staat ook open voor Brusselse verenigingen. Ik wil hiermee investeren in brugfiguren of initiatieven die de communicatie moeten bevorderen en initiatieven van jongeren een draagvlak moeten geven. Deze bruggenbouwers moeten sleutelfiguren en vertrouwensfiguren worden voor een breder en diverser lokaal en regionaal aanbod. 4. Neen, dat is niet het geval.