Rapportage Quickscan Natuurwetgeving: Bebouwen van perceel, Kavel tussen Voorweg 54 en 56 (kad. nummer B 2927 en 3285), Noorden

Vergelijkbare documenten
Rapportage Onderzoek Flora- en faunawet: Wijziging bestemmingsplan Gemeentewerf, Rijnsburg

Rapportage Onderzoek Flora- en faunawet:

orpskern, Zoeterwoude

Soortenbescherming. Buitenevenementen

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

6 Flora- en fauna quickscan

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

18 februari Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben

Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert

: Quickscan Flora en Fauna, Dijkstraat 23 te Gendt

NOTITIE TEN BEHOEVE VAN AANVRAAG WABO: VELLEN HOUTOPSTANDEN

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Pastoor Attendorenstraat Gemert

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Toets flora en fauna Molenstraat 59c te Gemert

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen

Notitie flora en fauna

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH

Toets flora en fauna Pandelaar 4 te Gemert

Sloop van schuren aan de Slootgaardweg 6 in Waarland

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Werken met de gedragscode flora en fauna wat houdt dat in?

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

BIJLAGE 1. Quickscan ecologie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Toets flora en fauna President Verhofstadtstraat Groeskuilenstraat en Virmundtstraat te Gemert

Wat houdt werken met de gedragscode flora en fauna in?

Ordito Gilze B.V. t.a.v. dhr. C. van Kuijk Postbus ZH GILZE

Verkennend Ecologisch Onderzoek

Nieuwe bedrijfslocaties

Provincie Groningen Afdeling Omgeving & Milieu R.W.G. van der Zwaag Postbus AP GRONINGEN

Werkprotocol Flora- en faunawet Aanleg damwand Noordse Dorpsweg

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade EP HARDINXVELD GIESSENDAM

Toets flora en fauna Tempeliersweg 46 te Haaren

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Enza Zaden Beheer B.V. Enkhuizen Q.A.M. van Vlimmeren Haling 1E 1602 DB ENKHUIZEN

Gemeente Alphen aan den Rijn S. de Kogel Postbus AA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 15 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Dreef 8 te Eersel

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Van der Valk Hotel, Akersloot M. Wulp Geesterweg 1A 1921 NV AKERSLOOT. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Gemeente Overbetuwe T.J. Willems Postbus AA ELST. Datum 6 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Quickscan flora en fauna. Woonhuis Wijststraat 3 te Heesch

Woningbouw Pauwhof te Zwaanshoek

Gemeente Den Haag M. Schalk Postbus DP DEN HAAG. Datum 12 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

DBI1410.P103/projectnummer Milieuadvies Bodem en Ecologie Buys Ballotweg in De Bilt

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen

Toets flora en fauna Dorpsstraat 52 te Loosbroek

Een kopie van deze brief en de ontheffing wordt verstuurd aan Arcadis Nederland B.V.

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

Quickscan flora en fauna

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE

Het doel van deze notitie is het inzichtelijk maken welke bomen in het plangebied aanwezig zijn en welke bomen kapvergunningplichtig zijn.

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING VOOR HET PROJECT NIEUWBOUW MORTIERE MIDDELBURG, FASE 4c3 QUICKSCAN

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

P a r a g r a a f e c o l o g ische inventa r is a tie J a d e A en C B e i len

Dijkhuis Aannemersbedrijf B.V. G.J. Horsman Molensteen NM HARDENBERG. Datum 11 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Deel 54 Gemert

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg

Gemeente Kaag en Braassem Afdeling Ontwikkeling J.J. Démoed Postbus AA ROELOFARENDSVEEN

Ecologische werkprotocol parkeerplaats Paardenmarkt

Toets flora en fauna Heuvel te Gemert

Verkennend natuurwaardenonderzoek

Busbaan langs de Kruisvaart

Quickscan flora en fauna

WOM Den Haag Zuidwest B.V. R.H.W. Meere Loevesteinlaan BG DEN HAAG. Datum 2 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Drimmelen J. Mandemakers Postbus AA MADE. Datum 12 september 2014 Betreft Beslissing wijziging ontheffing Art. 75 Flora en faunawet

U verzoekt mij om de ontheffingstermijn te wijzigen in 18 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2021.

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Toets flora en fauna Den Hoek 1 te Cromvoirt

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden

BVR Groep B.V. A. Oomen Postbus BJ ROOSENDAAL. Datum 11 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Oomen,

Gemeente Harderwijk. Postbus AA HARDERWIJK. Datum 6 september 2012 Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen.

Koninklijke Woudenberg Ameide B.V. L.G.P.M. Camps Postbus ZG AMEIDE. Datum 25 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Quickscan Flora en fauna Beltshofweg 18 Haaksbergen

V&V. Toets flora en fauna Heilaardreef 21 te Breda. Bijlage 24 bij besluit 2016/0617-V1. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Transcriptie:

Rapportage Quickscan Natuurwetgeving: Bebouwen van perceel, Kavel tussen Voorweg 54 en 56 (kad. nummer B 2927 en 3285), Noorden Rapportnummer 371402a Arjan van Duijvenboden, 31 maart 2015 Duijvenboden Natuur, Kerkstraat 53, 2223 AG Katwijk Telefoon: 06-44810372 E-mail: Arjan@dnatuur.nl Rabobank: 1364.41.289 BTW: NL 1843.08.264.B01 KvK: 27322605 www.dnatuur.nl

Inhoud Inleiding... 3 Algemene conclusie en advies... 4 De Flora- en faunawet... 5 Natuurbeschermingswet... 5 Wat houdt een Quickscan Natuurwetgeving in?... 6 Beschrijving plangebied... 7 Omschrijving van de voorgenomen werkzaamheden... 9 Belangen... 9 Onderzoeksinspanning... 10 Aanwezige biotopen... 10 Mogelijk aanwezige en waargenomen soorten... 11 Overige natuurwetgeving... 13 Algemeen advies... 17 Afwijken van het advies... 17 Zorgplicht... 17 Gebruikte literatuur... 18 Bijlage 1: Soortentabellen Flora- en faunawet... 19 2

Inleiding De eigenaar van Kavel tussen Voorweg 54 en 56 (kad. B 2927 en 3285), Noorden is voornemens dit tot nog toe vrijwel onbebouwde kavel te bebouwen. Via BenBouw Adviezen heeft de eigenaar aan Duijvenboden Natuur gevraagd om middels een Quickscan Natuurwetgeving aan te geven op welke wijze het werk kan worden uitgevoerd zonder dat beschermde dieren of planten worden geschaad. Hierbij worden de voorgenomen werkzaamheden getoetst aan bestaande relevante natuurwetgeving. 3

Algemene conclusie en advies Onderstaand een verkort advies. In het hoofdstuk Gevolgen voor voorgenomen werkzaamheden worden deze adviezen en gedragsregels toegelicht. Afwijken van dit advies is soms mogelijk, maar het verdient aanbeveling hierbij een deskundig ecoloog te raadplegen om overtreding van de Ff-wet te voorkomen. Belangrijkste factor in de natuurwetgeving rondom de voorgenomen plannen is het feit dat het kavel direct grenst aan Natura 2000 gebied. De volgende conclusies zijn uit het onderzoek naar voren gekomen: - Er dient overleg plaats te vinden over de voorgenomen werkzaamheden en de relatie met het N2000 gebied met bevoegd gezag (Provincie Zuid-Holland), door toezending van dit rapport. - - Voor alle werkzaamheden geldt: o Er mag geen zwerfvuil, vervuild water of fel licht buiten het plangebied komen o Het oppervlaktewater mag niet worden gebruikt voor aanvoer of opslag van materialen o Er mag alleen overdag worden gewerkt - Sloop- en kapwerk: Voer dit werk in de maanden november-februari uit. Wanneer in de periode augustusoktober wordt gesloopt of gekapt, moet het tuinhuisje drie dagen doortochten en moeten de coniferen eerst worden gesnoeid - Bouwperiode: aanvullend op het tweede punt geldt dat eventueel heiwerk in de periode augustus-februari moet plaatsvinden, in een zo kort mogelijke aaneengesloten periode - Gebruiksfase: zie tweede punt Let op: Altijd geldt de zorgplicht, die zegt dat dieren niet onnodig mogen worden verstoord of gedood. Het is verstandig de aannemer hiervan op de hoogte te stellen en bij een vermoeden van mogelijk overtreden van de Flora- en faunawet tijdens de werkzaamheden een ecoloog om advies te vragen. Afwijken van dit advies is mogelijk onder begeleiding van een deskundige op het gebied van natuurwetgeving. 4

De Flora- en faunawet De Flora- en faunawet (Ff-wet) vormt samen met de Natuurbeschermingswet het belangrijkste juridisch kader voor bescherming van natuur in Nederland. De wet voorziet in de bescherming van planten- en diersoorten binnen en buiten de beschermde natuurgebieden, regelt de handel in en im- en export van beschermde diersoorten, de jacht en schadebestrijding. De Flora- en faunawet is op 1 april 2002 in werking getreden. Het is een raamwet: in de wet staan hoofdlijnen. De uitwerking is geregeld in aparte besluiten en regelingen. De wet vervangt de Vogelwet 1936, de Wet bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten, de Jachtwet, de Nuttige dierenwet 1914 en de soortenbescherming uit de Natuurbeschermingswet. In de eerste jaren na de invoering was er veel onduidelijkheid over deze wet. In de praktijk leidden de nieuwe regels tot overbodig veel (administratieve) lasten. Ook werd de wet vaak genegeerd. Op 23 februari 2005 is daarom de zgn. AMvB art. 75 van de Ff-wet in werking getreden. Dit Besluit houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Ff-wet en enkele andere wijzigingen is geregeld dat voor bepaalde diersoorten en activiteiten geen ontheffing hoeft te worden aangevraagd. Het uitgangspunt van de wet is: Nee, tenzij : er mag geen schade worden gedaan aan beschermde dieren of planten, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan. Hierbij geldt dat de wet bedoeld is om populaties te beschermen, niet individuele planten en dieren. De mate waarin soorten beschermd dienen te worden, is in de folder Buiten aan het Werk (lit. 1) van het ministerie van LNV weergegeven middels 3 tabellen (zie ook bijlage 1), te weten 1: Algemene soorten, 2: Overige soorten en 3: Soorten bijlage IV HR/bijlage 1 AMvB. Deze tabellen zijn gerangschikt in mate van bedreiging van de soort, voor een soort uit tabel 3 zijn dus veel meer beschermende maatregelen vereist dan voor een soort uit tabel 1. Een relatief nieuw instrument binnen de Ff-wet is de zogenaamde gedragscode waarin een belanghebbende aangeeft op welke wijze omgegaan wordt met beschermde soorten. Wanneer deze gedragscode wordt goedgekeurd hoeft wanneer volgens de gedragscode wordt gewerkt- minder vaak een ontheffing voor werkzaamheden te worden aangevraagd. Voorbeelden zijn de gedragscode van Het Bosschap, de Unie van Waterschappen en Bouwend Nederland. Het staat een ieder vrij om te werken volgens om het even welke goedgekeurde gedragscode. Deze zijn dus niet organisatiegebonden. Ook het werken zonder gedragscode is toegestaan. Natuurbeschermingswet De Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet) is een Nederlandse wet die oorspronkelijk in 1967 is vastgesteld maar in 1998 ingrijpend is gewijzigd. In deze wet is nu de natuurbescherming van specifieke gebieden geregeld. Internationale verplichtingen uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn en bijvoorbeeld het Verdrag van Ramsar (Wetlands) zijn in de Natuurbeschermingswet verwerkt. De volgende gebieden zijn aangewezen en beschermd op grond van de wet: Natura 2000-gebieden (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden) Beschermde Natuurmonumenten Wetlands Via de Crisis- en Herstelwet is op 31 maart 2010 een aantal artikelen uit de NB-wet gewijzigd. Daardoor zou de wet in de praktijk beter hanteerbaar zijn. Waar de Flora- en faunawet vooral gericht is op bescherming van soorten, wordt de Natuurbeschermingswet gebruikt om gebieden (met de daarin levende flora en fauna) te beschermen. 5

Wat houdt een Quickscan Natuurwetgeving in? Bij planning van werkzaamheden is meestal niet op het eerste gezicht duidelijk of er ter plaatse beschermde dier- en plantensoorten voorkomen. Gericht onderzoek hiernaar kan veel arbeid vergen, maar is bovendien vaak seizoensgebonden waardoor er veel tijd verloren zou gaan voordat de werkzaamheden kunnen beginnen. Daarom is het gebruikelijk in de eerste plaats een Quickscan Natuurwetgeving uit te voeren. In dit onderzoek wordt in de praktijksituatie onderzocht welke biotopen aanwezig zijn. Vervolgens wordt in een bureaustudie en aan de hand van veldwaarnemingen een lijst gemaakt van beschermde soorten die in de omgeving voorkomen en die gebruik (kunnen) maken van de aanwezige biotopen. Op deze manier ontstaat een beeld van de mogelijk voorkomende beschermde soorten. Wanneer het aannemelijk is dat er beschermde soorten voorkomen en het onderzoek hiernaar kan snel worden uitgevoerd, wordt er soms voor gekozen dit direct uit te voeren. Dit is bijvoorbeeld het geval bij (sporen van) tabel 3-soorten, zoals reptielen, sommige vissen en vleermuizen in huizen. Aan de hand van deze literatuur- en veldstudie en de meest recente stukken over de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet wordt een advies opgesteld. Dit advies kan inhouden dat er nader onderzoek moet worden gedaan, maar kan ook inhouden dat het onwaarschijnlijk is dat door de werkzaamheden beschermde diersoorten worden bedreigd. Hoewel deze Quickscan met zorgvuldigheid is uitgevoerd, blijft de natuur een moeilijk in meetwaarden te vatten complex geheel. Het is daarom nooit mogelijk 100% zekerheid te geven over het al dan niet voorkomen van beschermde diersoorten, mede doordat het deels gaat om een momentopname. Hoe meer tijd er tussen dit ecologisch onderzoek en de daadwerkelijke uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden verstrijkt, hoe groter de kans dat er ter plaatse zaken veranderd zijn. Het is dan ook belangrijk dat uitvoerenden van een werk zich bewust zijn van de Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet zodat ter plaatse indien nodig- kan worden ingespeeld op de aanwezigheid van beschermde soorten en N2000 gebieden. Duijvenboden Natuur kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer er na deze Quickscan andere beschermde soorten worden aangetroffen dan hier vermeld. Duijvenboden Natuur voldoet ruimschoots aan de eisen die door het ministerie van EZ aan een deskundige worden gesteld (citaat Lit. 19): Betrek een deskundige bij de planning en uitvoering van uw werkzaamheden. Wij verstaan onder een deskundige iemand die voor de relevante situatie en soorten aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soort specifieke ecologie. De deskundige voldoet aan één of meer van deze eisen. Hij/zij is: Hbo of universitair opgeleid met als zwaartepunt (Nederlandse) Ecologie Werkzaam als ecoloog voor een ecologisch adviesbureau, bijvoorbeeld een bureau dat is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus. Aantoonbaar actief op het gebied van de soortenmonitoring. Aantoonbaar actief op het gebied van de soortenbescherming en aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties. Bijvoorbeeld de Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied. 6

Beschrijving plangebied Het plangebied bestaat uit een vrijwel onbebouwd perceel met houten beschoeiing. Er is een klein houten zomerhuis aanwezig, omringd door coniferen. Afbeelding 1: Overzicht plangebied, begrensd door water en rechts bij de boom (stond in tuin buren) door een greppel (bron Google Earth) Afbeelding 2: Detail terrein, houten tuinhuis en haag 7

Afbeelding 3: Zuidzijde terrein, het water beheert al tot N2000 gebied Afbeelding 4: westzijde terrein, er zijn recent enkele bomen aangeplant 8

Omschrijving van de voorgenomen werkzaamheden In de nieuwe situatie wordt het perceel bebouwd met 1 woning en als tuin ingericht. In afbeelding 5 is het bouwvlak afgebeeld. Bestaand tuinhuis, coniferen en gazongras zal verdwijnen. Er zal geen water worden gedempt. Afbeelding 5: Perceel en bouwvlak Voorweg 54a Belangen De eigenaar wil het perceel bewoonbaar maken. 9

Onderzoeksinspanning Om beschermde soorten in beeld te brengen is de volgende onderzoeksinspanning verricht: - Een veldbezoek op 24 december 2014 waarbij de volgende Quickscan is uitgevoerd: Algemene zichtwaarneming dieren en planten Quickscan biotopen Quickscan sporen en holen - Een literatuuronderzoek op internet en in diverse soortenatlassen - Overleg met Omgevingsdienst Haaglanden - Onderzoek eisen rondom N2000-gebied Aanwezige biotopen Voorwaarde voor het al dan niet voorkomen van (beschermde) soorten is de aanwezigheid van een geschikte biotoop. Daarom is in een eerste bezoek de samenstelling van de aanwezige biotopen in beeld gebracht (tabel 1): Biotoop Effect van werkzaamheden Vervangend biotoop aanwezig en waar Hoge, dikke bomen Lage bomen, struiken Ruigte, heesters N.v.t. N.v.t. N.v.t. Gazongras verdwijnt Ja, andere tuinen Droge oeverzone Natte oeverzone Water oppervlak Water submers Waterbodem N.v.t. N.v.t. Geen Geen geen Houten tuinhuis verdwijnt Ja. Op omliggende percelen, binnen 20 m. Stal Woonhuis met spouw Oude muren n.v.t. n.v.t. geen Pannendak N.v.t. Tabel 1: Aanwezige biotopen en de mogelijke effecten van de voorgenomen werkzaamheden daarop. 10

Mogelijk aanwezige en waargenomen soorten Over Nederlandse flora en fauna zijn veel soortgegevens bekend. De bundeling van deze gegevens in een toegankelijke database staat echter nog in de kinderschoenen qua dekkingsgraad. Wel zijn voor veel soortgroepen atlassen uitgegeven door verschillende onderzoeksorganisaties. Op basis van deze atlassen, biotoop, streekkennis en ecologische kennis en de drie Ff-wet tabellen (bijlage 1) is het mogelijk een overzicht op te stellen met mogelijk voorkomende en waargenomen beschermde soorten, te zien in tabel 2. Alleen de waargenomen en mogelijk voorkomende soorten van Ff-wet tabel 2, 3 en Habitatrichtlijn 4 zijn weergegeven voor deze locatie, omdat het voorkomen van soorten uit tabel 1 geen effect heeft op de uitvoering van de werkzaamheden. Voor deze soorten geldt namelijk een algemene vrijstelling. Tijdens de veldbezoeken is gericht gezocht naar beschermde soorten in het gebied. Ook is in literatuur gezocht. Literatuuronderzoek en expert judgement van de aanwezig biotopen levert de volgende soorten op die mogelijk op de locatie voorkomen en schade kunnen ondervinden: literatuur waargenomen nl naam tabel kleine modderkruiper 2 w w w w gewone dwergvleermuis 3 1 laatvlieger 3 1 Meervleermuis 3 w 1 migratie watervleermuis 3 w ringslang 3 w w bittervoorn 3 w w w w platte schijfhoren 3 w w w w foerageer zangvogels VRL 1 1 watervogels VRL w Tabel 2: Mogelijk voorkomende beschermde soorten die schade kunnen ondervinden van de voorgenomen werkzaamheden, op basis van literatuuronderzoek en biotoopscan. 1= mogelijk op perceel aanwezig, w= alleen in water grenzend aan perceel mogelijk aanwezig broed verblijf migratie foerageer broed verblijf Soorten binnen het plangebied Overige zoogdieren Mogelijk komen enkele algemene muizensoorten voor op de locatie. Overige soortgroepen Er komen binnen het plangebied geen beschermde andere soortgroepen zoals planten voor die schade kunnen ondervinden van de voorgenomen werkzaamheden. Over het mogelijk voorkomen van de verschillende soortgroepen en eventuele schade aan de soorten door de voorgenomen werkzaamheden kan het volgende worden gezegd: Broedvogels (Vogelrichtlijn) In de coniferen, langs de oevers en in het tuinhuis kunnen mogelijk algemene vogels broeden. Mogelijk storen harde geluiden of trillingen ook broedvogels in het naastgelegen gebied. 11

Vleermuizen: Gewone dwergvleermuis, Laatvlieger en Meervleermuis (tabel 3) Op het perceel is het tuinhuis mogelijk in gebruik als tijdelijk zomerverblijf voor bovengenoemde soorten. Door het gebrek aan warmtebuffering zal dit beperkt blijven tot kort verblijf in de zomer. Het tuinhuis is bovendien niet vervallen en nog in gebruik. De functionaliteit zal voor vleermuizen daarom nihil zijn. Verwijderen ervan zal geen effect hebben op de eventuele vleermuispopulaties. Door bouw van een huis zal de waarde van het perceel voor gebouw bewonende vleermuissoorten mogelijk toenemen. Meervleermuis en Watervleermuis Deze soorten foerageren, migreren of trekken mogelijk boven het aangrenzend water. Bij werkzaamheden in het water of het gebruik van bouwlampen zouden de soorten tijdelijk een negatief effect kunnen ondervinden. Dit geldt ook bij het aanbrengen van lampen aan het huis of tuin tijdens de gebruiksfase. Overige soorten in aangrenzend water Kleine modderkruiper (tabel 2) en Bittervoorn (tabel 3), Ringslang (tabel 3), Platte schijfhoren (tabel 3) Deze soorten leven mogelijk in het direct aangrenzend water en worden alleen mogelijk geschaad als er water wordt gedempt, aan de beschoeiing wordt gewerkt of wanneer er vervuild water van het perceel afstroomt. Ook heiwerk kan deze soorten schaden. 12

Overige natuurwetgeving Het plangebied ligt niet in de EHS of N2000-gebied. Echter, het terrein grenst direct aan Natura 2000 gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck, in die zin dat het water dat aan het perceel grenst behoort tot het N2000 gebied. Het zelfde gebied behoort ook tot de EHS van de provincie ZH. Het gaat om het volgende gebied: Nieuwkoopse Plassen & De Haeck De Nieuwkoopse Plassen en de Haeck zijn restanten van het voormalige Hollandse kustvlakteveen. De is een laagveenverlandingsgebied waarin, naast veenplassen met bijzondere watervegetaties, een grote oppervlakte overgangsveen en moerasheide is gevormd. Het is tevens het meest westelijk gelegen verlandingsgebied waarin nog lokaal goed ontwikkelde vegetaties van basenrijk overgangsveen te vinden zijn. Belangrijk broedgebied voor broedvogels van rietmoerassen (roerdomp, purperreiger, snor, rietzanger). Ook van enig belang als broedgebied voor enkele andere moeras- en watervogels (zwartkopmeeuw, zwarte stern). Voor de zwartkopmeeuw betreft het de grootste broedkolonie buiten de Delta. Basisgegevens Gebiedsnummer 103 Natura 2000 Landschap Meren en moerassen Status Vogelrichtlijn + Habitatrichtlijn Site code NL9801063 (VR) + NL3000036 (HR) Beschermd natuurmonument De Haak BN, Schraallanden Utrecht-West BN (deels) Wetland (Wetlands-Conventie) - Beheerder Natuurmonumenten, Zuid-Hollands Landschap, Staatsbosbeheer, particulieren Provincie Zuid-Holland, Utrecht Gemeente Alphen a/d Rijn, Bodegraven, Liemeer, Nieuwkoop, Woerden Oppervlakte 2.078 ha In afbeelding 6 is de begrenzing van het N2000 terrein in relatie tot het plangebied te zien: 13

Afbeelding 6: Ligging van het plangebied (rood omlijnd) ten opzichte van N2000 gebied (groen vlak) Het gevolg van het direct grenzen aan N2000 en EHS gebied is dat DNatuur adviseert om deze Quickscan te overleggen met de Omgevingsdienst Haaglanden. Deze dienst moet bepalen of er meer stappen nodig zijn in het kader van de natuurwetgeving. 14

Gevolgen voor de voorgenomen werkzaamheden Broedvogels (Vogelrichtlijn) In de coniferen, langs de oevers en in het tuinhuis kunnen mogelijk algemene vogels broeden. Ook kunnen in het naastgelegen gebied vogels broeden. Bedreiging: Wanneer coniferen of tuinhuis worden gesloopt is het mogelijk dat broedende vogels worden verstoord of gedood. Mogelijk storen harde geluiden of trillingen ook broedvogels in het naastgelegen gebied. Planning werkzaamheden: DNatuur adviseert het tuinhuis en de coniferen buiten het broedseizoen (15maart tot 15 augustus) te verwijderen. Let op: ook buiten het broedseizoen zijn broedende vogels beschermd. Gebruiksfase: Aangezien er rondom veel bebouwde en bewoonde percelen zijn zal de gebruiksfase van het perceel geen extra invloed hebben op broedvogels op en in de omgeving van het terrein. Vleermuizen: Gewone dwergvleermuis, Laatvlieger en Meervleermuis (tabel 3) Op het perceel is het tuinhuis mogelijk in gebruik als tijdelijk zomerverblijf voor bovengenoemde soorten. Door het gebrek aan warmtebuffering zal dit beperkt blijven tot kort verblijf in de zomer. Het tuinhuis is bovendien niet vervallen en nog in gebruik. De functionaliteit zal voor vleermuizen daarom nihil zijn. Verwijderen ervan zal geen effect hebben op de eventuele vleermuispopulaties. Door bouw van een huis zal de waarde van het perceel voor gebouw bewonende vleermuissoorten mogelijk toenemen. Bedreiging: Wanneer coniferen of tuinhuis worden gesloopt is het mogelijk dat tijdelijk verblijvende vleermuizen worden verstoord of gedood. Planning werkzaamheden: DNatuur adviseert het tuinhuis en de coniferen in de rustperiode van vleermuizen te verwijderen (november tot februari) of indien dit niet mogelijk is- de bomen eerst te snoeien, het huisje van tochtgaten te voorzien en pas 3 dagen daarna te slopen/kappen. Gebruiksfase: Aangezien er rondom veel bebouwde en bewoonde percelen zijn zal de gebruiksfase van het perceel geen extra invloed hebben op vleermuizen op en in de omgeving van het terrein. Meervleermuis en Watervleermuis Deze soorten foerageren, migreren of trekken mogelijk boven het aangrenzend water. Bij werkzaamheden in het water of het gebruik van bouwlampen zouden de soorten tijdelijk een negatief effect kunnen ondervinden. Dit geldt ook bij het aanbrengen van lampen aan het huis of tuin tijdens de gebruiksfase. Bedreiging: Bij gebruik van veel licht kunnen deze vleermuissoorten worden gehinderd bij het foerageren. Planning werkzaamheden: Er zijn voor wat betreft deze soorten geen restricties in de periode waarin werkzaamheden worden verricht, zolang er niet s nachts wordt gewerkt en er geen buiten het plangebied (bouwterrein) schijnende lampen worden gebruikt. Gebruiksfase: Aangezien er rondom veel bebouwde en bewoonde percelen zijn zal de gebruiksfase van het perceel geen extra invloed hebben op vleermuizen op en in de omgeving van het terrein. Wel moet fel naar buiten schijnend licht worden vermeden. 15

Overige soorten in water Kleine modderkruiper (tabel 2) en Bittervoorn (tabel 3), Ringslang (tabel 3), Platte schijfhoren (tabel 3) Deze soorten leven mogelijk in het direct aangrenzend water en worden alleen mogelijk geschaad als er water wordt gedempt, aan de beschoeiing wordt gewerkt of wanneer er vervuild water van het perceel afstroomt. Ook heiwerk kan deze soorten schaden. Bedreiging: Deze water minnende soorten zijn vooral gevoelig voor watervervuiling door afstromend bouwwater (door vermindering van het doorzicht), maar ook regulier heiwerk kan door trillingen in de kwetsbare periode (maart- juni) schade opleveren. Demping of werk in het water kan schade aan de soorten toebrengen. Planning werkzaamheden: DNatuur adviseert eventueel heiwerk buiten de kwetsbare periode uit te voeren. Demping of werk in het water zal moeten worden voorafgegaan door een gericht onderzoek en ook een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet. Gebruiksfase: Tijdens de gebruiksfase mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater terecht komen. Gevolgen voor de werkzaamheden door nabijheid N2000 gebied Aangezien het plangebied direct grenst aan N2000-gebied, is er bij niet naleven van voorschriften of calamiteiten een kans dat het gebied geschaad wordt. DNatuur raadt aan deze Quickscan te overleggen aan het bevoegd gezag, de Provincie Zuid Holland. Dit is een gebruikelijke procedure bij werkzaamheden rond N2000 gebieden. Er wordt dan beoordeeld of het N2000 gebied voldoende wordt beschermd door de in dit rapport genoemde maatregelen. Bedreiging: Het N2000 gebied omvat het meeste water rond het plangebied. Afstroming van vervuild water, omwoelen van de waterbodem, herrie en trillingen, licht en zwerfafval kunnen habitatsoorten en habitattypen van de gebied schaden. Planning werkzaamheden: DNatuur adviseert zoveel mogelijk werk (vooral heiwerk)in de periode augustusfebruari plaats te laten vinden om schade aan vissen, amfibieën en broedvogels te voorkomen. Hierbij moet aanvoer van materialen via bestaande wegen plaatsvinden, niet over water. Er mag alleen overdag gewerkt worden, bij gebruik van lampen mogen deze niet naar het N2000 gebied gericht zijn. Opslag van materialen mag niet plaatsvinden binnen de N2000 grenzen, dus niet op of in het water. Gebruiksfase: Tijdens de gebruiksfase mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater terecht komen. Ook mag er geen fel (tuin)licht over het N2000 gebied en water schijnen. 16

Algemeen advies DNatuur geeft de volgende adviezen, deze bevatten zowel adviezen met betrekking tot vervolgonderzoek als maatregelen die tijdens de werkzaamheden dienen worden genomen om verstoring te voorkomen van een aantal; mogelijk voorkomende beschermde soorten. Belangrijkste factor in de natuurwetgeving rondom de voorgenomen plannen is het feit dat het kavel direct grenst aan Natura 2000 gebied. De volgende conclusies zijn uit het onderzoek naar voren gekomen: - Er dient overleg plaats te vinden over de voorgenomen werkzaamheden en de relatie met het N2000 gebied met Provincie Zuid Holland, door toezending van dit rapport. - Voor alle werkzaamheden geldt: o Er mag geen zwerfvuil, vervuild water of fel licht buiten het plangebied komen o Het oppervlaktewater mag niet worden gebruikt voor aanvoer of opslag van materialen o Er mag alleen overdag worden gewerkt - Sloop- en kapwerk: Voer dit werk in de maanden november-februari uit. Wanneer in de periode augustusoktober wordt gesloopt of gekapt, moet het tuinhuisje drie dagen doortochten en moeten de coniferen eerst worden gesnoeid - Bouwperiode: aanvullend op het tweede punt geldt dat eventueel heiwerk in de periode augustus-februari moet plaatsvinden, in een zo kort mogelijke aaneengesloten periode - Gebruiksfase: zie tweede punt Voor een toelichting op deze punten wordt verwezen naar voorgaand hoofdstuk. Afwijken van het advies Het ecologisch werkadvies in voorgaand hoofdstuk is opgesteld om te voorkomen dat er overtreding van de Ff-wet plaatsvindt. Soms kan door externe factoren het advies echter niet volledig in het werk worden ingepast. Er dient dan een deskundige (volgens de normen binnen de Ff-wet) te worden geraadpleegd. Deze kan bepalen of de veranderde werkzaamheden zo kunnen worden uitgevoerd dat de beschermde soorten niet worden geschaad. Afwijken van het advies is dus soms mogelijk, maar onder deskundige begeleiding. Het uitsteken van beschermde planten, het vangen van beschermde dieren en het elders terugplaatsen gebeurt altijd onder begeleiding van en op aanwijzing van een ecologisch deskundig persoon met kennis van de betreffende soorten. Zorgplicht Altijd geldt de zorgplicht, die zegt dat dieren niet onnodig mogen worden verstoord of gedood. Het is verstandig de aannemer hiervan op de hoogte te stellen en bij een vermoeden van mogelijk overtreden van de Flora- en faunawet tijdens de werkzaamheden een ecoloog om advies te vragen. 17

Gebruikte literatuur 1. Anonymus: Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten, Ministerie van VEZ 2. Anonymus: Protocol voor vleermuisinventarisaties, GaN, Zoogdiervereniging, NGB 2009 en later. 3. Anonymus: Natuurkalender tabel 3 Soorten, Ministerie van LNV, 2006 4. Grimmberger, Schober: Europese vleermuizen, Tirion, 2001 5. Lange, Twisk, Winden, Diepenbeek: Zoogdieren van West-Europa. KNNV, 1994 6. Broekhuizen et al: Atlas van de Nederlandse zoogdieren, KNNV, 1992 7. Diepenbeek: Veldgids Diersporen. KNNV, 1999 8. Heimans, Heinsius, Thijsse, Geïllustreerde flora van Nederland, Versluys, Amsterdam, 1983 9. Grarnweidner, paddenstoelen, Thieme, 1992 10. Nijssen, de Groot, De vissen van Nederland, KNNV,1987 11. Brink, Ecologische atlas van de Dagvlinders van Noordwest Europa, Schuyt & co, 1992 12. Wynhoff, Swaay, van der Made, Veldgids Dagvlinders, KNNV, 1999 13. Kleukers en Krekels, Veldgids sprinkhanen en krekels, KNNV, 2004 14. Bellmann, Gids van Bijen, Wespen en Mieren, Tirion, 2003 15. Harde, Severda, Kevers, Thieme 1983 16. Bos, Wasscher, Veldgids Libellen, KNNV, 1997 17. Floron: Nieuwe atlas van de NL flora, KNNV 2011 18. Gedragscode Bosbeheer 2010-2015, Het Bosschap 19. Anonymus: Uitleg aangepaste beoordeling ontheffing Ruimtelijke ingrepen Ff-wet, Dienst Regelingen, omstreeks 2010 20. www.vleermuis.net/vleermuis-soorten 21. Gebiedendatabase Natura 2000; Ministerie van Economische zaken, website 18

Bijlage 1: Soortentabellen Flora- en faunawet Bron: Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten!: Ministerie van LNV. 19