Leer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Vergelijkbare documenten
Ontwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam kind. Taal Beginnende geletterdheid. Beginnende geletterdheid-fase 5

Leer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Doelen groep 1 augustus tot januari

Motoriek Grote motoriek

De taalontwikkeling van het jonge kind. De taalontwikkeling van het jonge kind

Leerlijnen Jonge Kind. Registratie observatiegegevens

Leerlijnen Jonge Kind. Registratie observatiegegevens

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen

Planning leerlijnen jonge kind

Leerlijnenpakket Leerlijnen peuters (DE)

Leerlijnen Jonge Kind. Registratie observatiegegevens

ZML SO Technisch Lezen

Leer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie augustus Naam leerling. Motoriek Grote motoriek

Leerlijnen Peuters. Registratie observatiegegevens

SCHRIFTELIJKE TAAL Kerndoel 1: De leerlingen leren lezen voor dagelijks gebruik

Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid

ZML SO Leerlijn Schriftelijke taal: lezen.

1. Ziet de kleine verschillen. tussen letters/cijfers. 2. Herkent hetzelfde woord in een. 5. Kent en kan de namen van

Omgaan met zichzelf, 2-4;6 jaar

Ontwikkelingslijnen 0-4 jaar (ZONDER extra doelen) - versie augustus Naam kind. Motoriek Grote motoriek

Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe

Leer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie augustus Naam leerling. Motoriek Grote motoriek

Mozarthof school voor ZML Leerlijn Schriftelijke taal dd /20

Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 1)

ARRANGEMENTKAART LEZEN SO- AFDELING

Groepsplan groep Vakgebied Schriftelijke taal Tijdsvak

ZML SO Leerlijn Schriftelijke taal gebaseerd op de leerlijn van de CED-groep 2012

ZML SO Leerlijn Schriftelijke taal

Ontwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie augustus Naam kind. Motoriek Grote motoriek

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de

Doelenkaart SO en VSO

Curriculum Leerroute 4 en 5

Leer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (MET extra doelen) - versie augustus Naam leerling. Motoriek Grote motoriek

Leer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (MET extra doelen) - versie augustus Naam leerling. Motoriek Grote motoriek. Grote motoriek-fase 4

VSO Leerlijn Technisch Lezen

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3

MONDELINGE TAAL. Leerlijn Mondeling taal Pedologisch Instituut, CED-Groep

Reader voor pedagogisch medewerkers

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

Arrangementkaart SO Schriftelijke taal en lezen 1

Kern 4: huis-weg-bos-tak-hut

Ontwikkelingslijnen 0-4 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam kind. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid

ZML SO Leerlijn Mondelinge taal

Leerlijn Communicatie

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Leerlijn taalontwikkeling groep 1

Eerste Nederlandstalige School in Boston (ENSiB)

Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 5

Leerlijnenpakket Leerlijnen peuters en jonge kind (DE)

Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 6

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de

Ontwikkelingslijnen 0-4 jaar - versie november Naam kind. Motoriek Grote motoriek

Mondelinge taalvaardigheid

Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (TPO) Groep 1 & 2

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording

Taalontwikkeling bij baby s, peuters en kleuters

De zorg moet steeds beter.

Cito Taal voor peuters. Analyse doelen Jonge kind

Leerlijnenpakket Passende Perspectieven (taal)

Doen, praten & bewegen. Analyse doelen Jonge kind

Spraak-taal 0-1½ jaar

Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep

Algemene informatie groep 1-2. Ontwikkeling van kleuters:

ISK Leerlijn. Alfabetisering. Verstavaardigheid Alfa A. Onderdeel Vaardigheden Tekstkenmerken

Ontwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam kind. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid

maken de kinderen een waterorgel en laten elke lettergreep uit een lied horen op dit orgel. Groep 1 Groep 2 samengestelde woorden in

Woorden in prenten. 5 Voorwoord 6 Inleiding

Arrangementkaart VSO Schriftelijke taal en lezen 1

Methodeanalyse. Leeslijn & Zo leer je kinderen lezen en spellen

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Type titel. Interactief voorlezen in 5 stappen. Type naam presentator. Hanneke van Bakel en Loes Luijten

Gratis spellen bij kern 4 Spel 1: Tik aan Spel 2: Een verlanglijstje schrijven Spel 3: Prentenboeken lezen Spel 4: Rijmpjes maken

Gezinssituatie: - woont bij... - broers... - zussen...

ZML SO Leerlijn Mondelinge taal

Taalontwikkeling van het jonge kind:

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen

Jaarplanning Lezen moet je doen op een school voor ZML

Leeskastje Mama kwijt

NAAM ORGANISATIE: KDV DE KNUFFEL ACTIVITEIT:

s Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1

Het Bas overdrachtsformulier

Informatieavond lezen groep 3. Welkom!

Bekijk het maar! met Suus & Luuk

Het Bas overdrachtsformulier

Informatieboekje (voor)lezen

Hoe gaat het in groep 1/2 b

Groepsplan groep Vakgebied Mondelinge taal Tijdsvak

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen:

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering. De kinderen: - oriënteren zich op het thema. - activeren hun voorkennis.

Het is goed om een dagelijks ritueel te hebben, bv. even lezen en zingen voor het naar bed gaan.

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Leerroute 1: Schrijven

Peuters en kleuters op weg naar geletterdheid

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

Aanmeldformulier voor basisschool, Sint Franciscus, Weiteveen.

Informatieavond groep 1 en 2. Schooljaar september 2016

Transcriptie:

Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-fase 5 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20 OEKORIËNTATIE:Slaat de bladzijden van een boek één voor één om -20--20 VERHAALEGRIP: ekijkt prenten in boekjes samen met de PM'er -20--20 eginnende geletterdheid-fase 6 VERHAALEGRIP: Wijst genoemde woorden aan op plaatjes in een boek -20--20 VERHAALEGRIP: Luistert geboeid naar een voorleesverhaal in een één op één situatie -20--20 TAALEWUSTZIJN: Zingt of praat mee bij het zingen van liedjes en het opzeggen van rijmpjes -20--20 eginnende geletterdheid-fase 7 VERHAALEGRIP: Luistert geboeid naar een voorleesverhaal in een groepje -20--20 TAALFUNCTIES: Gebruikt de begrippen: 'verhaal'/ 'boek lezen' -20--20 TAALEWUSTZIJN: Zingt liedjes of zegt versjes op waarbij de woorden herkenbaar zijn -20--20 eginnende geletterdheid-fase 8 OEKORIËNTATIE: ladert door (prenten)boeken en speelt alsof hij eigen en andermans teksten kan lezen -20--20 VERHAALEGRIP: Vertelt een verhaal na aan de hand van de plaatjes in een boek -20--20 TAALFUNCTIES: Ervaart dat dingen die je zegt, opgeschreven kunnen worden -20--20 TAALEWUSTZIJN: enoemt symbolen (bijv. picto van wc, kaartje in de kast waar bepaalde spullen moeten opgeruimd worden) -20--20 eginnende geletterdheid - 1a OEKORIENTATIE: Weet dat de boekomslag iets laat zien van het verhaal. -19--15 VERHAALEGRIP: Vertelt een kort voorgelezen verhaal na met behulp van plaatjes en eenvoudige waarnemingsvragen. -19--15

eginnende geletterdheid - 1b OEKORIENTATIE: Weet dat je een verhaal globaal kunt voorspellen aan de hand van een boekomslag. -14--10 TAALFUNCTIES: Herkent tekensystemen zoals pictogrammen, gebarentaal en mimiek. -14--10 TAALFUNCTIES: Herkent letters van zijn eigen naam. -14--10 TAALEWUSTZIJN: Onderscheidt woorden in zinnen. -14--10 TAALEWUSTZIJN: Herkent een klank in reeks losse klanken. -14--10 TAALEWUSTZIJN: Verdeelt woorden in lettergrepen, zoals kin-der-wa-gen. -14--10 eginnende geletterdheid - 2a OEKORIENTATIE: Voorspelt een verhaal aan de hand van een boekomslag en plaatjes. -9--5 VERHAALEGRIP: Vertelt een voorgelezen verhaal na met behulp van plaatjes en/of vragen. -9--5 VERHAALEGRIP: Gebruikt en leert (nieuwe) woorden naar aanleiding van verhalen en/ of een thema. De nieuwe woorden liggen in de wereld om het kind. TAALFUCNTIES: Leest zijn eigen naam. -9--5 TAALEWUSTZIJN: Rijmt op een éénlettergrepig woord. (bus-kus). -9--5-9--5 eginnende geletterdheid - 2b OEKORIENTATIE: Voorspelt een verhaal aan de hand van de titel van het boek en de boekomslag en de plaatjes. -4-0 VERHAALEGRIP: Vertelt een voorgelezen verhaal chronologisch en samenhangend na zonder ondersteuning van plaatjes. Maakt gebruik van moeilijkere woorden. TAALFUNCTIES: Leest en schrijft woorden als globale eenheden, zoals de eigen naam en namen van personen en dingen die voor hen belangrijk zijn. -4-0 -4-0 TAALFUNCTIES: Ontdekt dat woorden zijn opgebouwd uit klanken en dat letters en klanken corresponderen. -4-0 TAALEWUSTZIJN: Voegt klanken samen tot een woord.(auditieve synthese) -4-0 TAALEWUSTZIJN: Onderscheidt verschillende klanken binnen een woord p-e-n (auditieve analyse). -4-0 eginnende geletterdheid - 2c

OEKORIENTATIE: Voorspelt (globaal) een verhaal aan de hand van de titel van het boek en de boekomslag. 1-5 VERHAALEGRIP: Maakt de verhaallijn inzichtelijk door de platen van een prentenboek in de juiste volgorde te leggen. VERHAALEGRIP: Gebruikt en leert (nieuwe) woorden naar aanleiding van verhalen en/of een thema. De woorden liggen in de wereld om het kind en verder buiten het kind (bijv. eskimo's) TAALFUNCTIES: Leest en schrijft klankzuivere mkm woorden, ook als zin achter elkaar. 1-5 TAALFUNCTIES: Leest zelfstandig prentenboeken, eigen en andermans teksten. 1-5 1-5 1-5 Interactief taalgebruik Interactief taalgebruik-fase 4 Gebruikt twee-woordzinnen -20--20 lijft zitten bij het luisteren naar een kort verhaaltje -20--20 Wijst vier benoemde lichaamsdelen aan -20--20 Herkent en benoemt mensen/dieren/dingen op plaatjes -20--20 Passieve woordenschat 50-100 woorden (18 mnd) -20--20 Interactief taalgebruik-fase 5 enoemt zijn eigen naam -20--20 Kijkt gericht naar de PM er als deze vertelt wat ze gaan doen. -20--20 enoemt en wijst mamma, pappa, broer en zus, opa en oma aan op een afbeelding -20--20 egrijpt eenvoudige opdrachten en voert deze uit (bijvoorbeeld pak je jas maar, zet de beker op tafel ) -20--20 Gebruikt tweewoordzinnen (Tom drinke, Sanne spelen) -20--20 Interactief taalgebruik-fase 6 Gebruikt zelfstandige naamwoorden en werkwoorden -20--20 enoemt de namen van enkele groepsgenoten -20--20 egrijpt dubbele, bij elkaar horende, opdrachten (bijvoorbeeld pak je jas en trek hem aan ) -20--20 Gebruikt de ontkenning "niet" -20--20

Interactief taalgebruik-fase 7 Reageert op begrippen die de PM er aanleert (zeg: rode auto en het kind rijdt de rode auto in de garage) -20--20 Geeft antwoord als een ander kind iets aan hem vraagt -20--20 Verzint nieuwe woorden voor woorden die hij nog niet kent (bijv. waterschieter of brommerboot ) -20--20 Geeft antwoord op een vraag als die direct aan hem gesteld wordt -20--20 Maakt driewoord-zinnen in tegenwoordige tijd met onderwerp en werkwoord (hoeft nog niet altijd correct) (Erik spelen niet) -20--20 Interactief taalgebruik-fase 8 Gebruikt bijvoeglijke naamwoorden (kleine, rode) -20--20 Vertelt wat hij die dag heeft gedaan (Ïk heeft buitenspeelt"of "Kijk eens wat ik heb gemaakt") -20--20 Voert een gesprekje met een ander kind ("Heb jij ook een jas? "Welke jas is dat?") -20--20 Maakt vierwoord-zinnen -20--20 Gebruikt de persoonlijke voornaamwoorden 'ik' en 'jij' -20--20 Interactief taalgebruik - 1a Houdt zich aan gespreksregels, zoals afwachten, uit laten spreken, stil zijn, de ander aankijken en blijft bij het onderwerp van het gesprek. -19--15 Interactief taalgebruik - 1b Voert een gesprekje met de leerkracht en/ of een ander kind; met behulp van gesloten en open vragen. Luistert naar een ander en reageert op een ander en kijkt de ander aan. -14--10 Interactief taalgebruik - 2a egint op eigen initiatief een samenhangend gesprekje met de leerkracht en/of een ander kind. -9--5 Interactief taalgebruik - 2b

Luistert naar een ander en reageert op een ander op passende momenten. -4-0 Interactief taalgebruik - 2c