Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 november 2011.

Vergelijkbare documenten
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 november 2011.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 november 2011.

TUCHTCOLLEGE VOOR DE KYNOLOGIE

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 november 2011.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 november 2011.

REGLEMENT GEDRAGSCODE EXTERIEURKEURMEESTERS

TUCHTCOLLEGE VOOR DE KYNOLOGIE

Het Tuchtcollege zal de Raad van Beheer dan ook niet ontvankelijk verklaren in haar vordering.

TUCHTCOLLEGE VOOR DE KYNOLOGIE

K MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde,

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 december De beklaagde is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.

Protocol. HONDEN WELZIJN TEAM van de RAAD VAN BEHEER

Toelatingsformulier kandidaat exterieurkeurmeester conform FCI reglement voor keurmeesters

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

Beweerdelijke instructies bij verkoop niet opgevolgd. Declaratie zonder overleg bij notaris ingediend? Nodeloze kosten veroorzaakt?

Nederlandse Tafeltennisbond

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

Fokreglement voor leden Border Collie Club Nederland (per )

Uitspraak /1/A2

de coöperatie Coöperatieve Rabobank Merwestroom U.A., gevestigd te Hardinxveld- Giessendam, hierna te noemen Aangeslotene.

LEI Plagiaat ongegrond

Eigen belang/handel. Makelaar koopt zelf. Schijn van handel in onroerend goed.

Tuchtrechtspraak. Stichting NVM RvT Oost 203 ERECODE

Wijzigingen Kynologisch Reglement per 1 juli 2010

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) U I T S P R A A K in de zaak nr. [nummer] ambtshalve onderzoek door de Tuchtraad,

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

Samenvatting. 1. Procedure

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)

Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage?

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

Oordelen. Volledig oordeel. Oordeelnummer

Optie en bod. Koopovereenkomst tot stand gekomen? Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM DE LOOP VAN DE PROCEDURE

De heer M.E. W., wonende te A, hierna te noemen: klager tegen De besloten vennootschap M MAKELAARDIJ B.V., gevestigd te B, NVM-lid,

De Raad van Toezicht te Hilversum van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen NVM U I T S P R A A K

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

ECLI:NL:CRVB:2008:BG7278

Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom.

Naam kandidaat. Adres. Postcode + woonplaats. Telefoonnummer(s) Mobiele nummer(s) . Geboortedatum. Kennelnaam. Datum behalen E&B. Datum.

MAKELAARDIJ ONROEREND GOED L B.V.

Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.LA. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris)

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

UITVOERINGSREGELS ONDERSCHEIDINGEN

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

SAMENVATTING UITSPRAAK

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y..

Samenvatting. 1. Procedure

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

ANONIEM BINDEND ADVIES

SAMENVATTING klacht over beslissing directeur om geen verlof te verlenen aan leerling; PO

Samenvatting. 1. Procedure

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

de besloten vennootschap ABN AMRO Hypotheken Groep B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

ECLI:NL:RVS:2014:1169

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer.

De Raad van Toezicht Oost geeft uitspraak inzake de klacht van: De heer M.H.N. en mevrouw A.L.J.S. te A, gemachtigde: de heer mr. S.

Erecode Commedia. Erecode Commedia

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris)

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

Rabobank Nederland, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

UITVOERINGSREGELS ONDERSCHEIDINGEN

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

de heer L. D., makelaar in onroerende zaken en D MAKELAARDIJ, kantoorhoudende te Bussum, hierna gezamenlijk te noemen beklaagde

Raad van Toezicht Haarlem van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen NVM

op Kynologisch Gebied in Nederland Fokken van Rashonden Regels voor aanvragen stambomen

Verenigingsfokreglement

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

Uitspraak van de Huurcommissie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

de besloten vennootschap ELQ Portefeuille 1 B.V., gevestigd te Amsterdam Zuidoost, hierna te noemen de Bank.

U I T S P R A A K op de klacht van de heer H. en/of ONDERNEMING H. wonende/gevestigd te Bussum hierna gezamenlijk te noemen: klager

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter.

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

Vordering, verweer en standpunten ter zitting

Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging.

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris)

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Transcriptie:

1 TUCHTCOLLEGE VOOR DE KYNOLOGIE UITSPRAAK van het Tuchtcollege in de zaak tegen: Mevrouw P.C. Zwaartman-Pinster Wonende te Beklaagde. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 november 2011. De beklaagde is ter zitting verschenen, bijgestaan door mevrouw mr. I.A.G. Lodders, juridisch adviseur te. Ter zitting is tevens aanwezig de heer A.L.M. Zwaartman, echtgenoot van de beklaagde. De Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, gevestigd te 1075 AV Amsterdam, Emmalaan 16-18, vertegenwoordigd door zijn hoofd juridische zaken mevrouw mr. D.F. Dokkum, heeft gevorderd dat het Tuchtcollege de zaak in behandeling zal nemen. Ter zitting heeft de Raad van Beheer gevorderd dat de klacht in die zin wordt gewijzigd dat het verweten gedrag uitsluitend wordt gebaseerd op de verdenking dat de beklaagde oogonderzoeken bij haar honden in België, door een Belgische dierenarts heeft laten doen met het doel om te voorkomen dat de Pekingees en Dwergspanielclub over de uitslagen van die onderzoeken zou worden geïnformeerd. Door of namens de beklaagde is tegen de wijziging geen bezwaar gemaakt. Het Tuchtcollege heeft vervolgens de wijziging toegelaten. HET VERWETEN GEDRAG De beklaagde wordt verweten: 1. dat zij zich niet gehouden heeft aan het bepaalde in artikel 3 onder a van het Reglement Gedragscode voor Exterieur Keurmeesters waarin is bepaald dat van de exterieurkeurmeester wordt verwacht dat hij een proactieve en waardevolle bijdrage zal leveren aan de Nederlandse kynologie; Artikel 3 onder a van het Reglement Gedragscode voor Exterieur Keurmeesters 2. dat zij zich niet heeft gehouden aan het bepaalde in artikel 8 onder h van het Reglement Gedragscode voor Exterieur Keurmeesters waarin onder meer is bepaald dat de exterieurkeurmeester zich verplicht mee te werken aan onderzoeken naar de gezondheid, welzijn en gedrag van rashonden zoals deze door het bestuur van de Raad van Beheer als zodanig worden vastgesteld; Artikel 8 onder h van het Reglement Gedragscode voor Exterieur Keurmeesters

2 3. dat zij zich niet heeft gehouden aan het bepaalde in paragraaf 6 onder 1, eerste alinea van het Internationaal (FCI) en Nationaal (R.v.B.) Reglement voor Exterieur Keurmeesters, waarin, zakelijk weergegeven, is bepaald dat het gedrag van een exterieurkeurmeester betrouwbaar en onberispelijk moet zijn; Paragraaf 6 onder 1, eerste alinea van het Internationaal (FCI) en Nationaal (R.v.B.) Reglement voor Exterieur Keurmeesters 4. dat zij de belangen van en/of het aanzien van de Nederlandse Kynologie heeft geschaad, immers heeft zij in de periode van 11 november 2009 tot 2 maart 2011 in België, door een Belgische dierenarts één of meer oogonderzoeken laten doen bij één of meer honden waarvan zij eigenaar was, met het doel om te voorkomen dat de vereniging die onder meer de belangen van het ras van die honden behartigt, te weten de Pekingees & Dwergspanielclub, over de uitslagen van die onderzoeken zou worden geïnformeerd. Artikel VI.24, aanhef van het Kynologisch Regelement RECHTSMACHT Het Tuchtcollege is bevoegd in deze zaak te oordelen omdat aan de beklaagde door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, op haar verzoek, het recht om een kennelnaam te voeren is verleend en zij ten tijde van het haar verweten gedrag die kennelnaam nog voerde, op grond waarvan zij is onderworpen aan de rechtsmacht van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland (artikel III.46 van het Kynologisch Reglement). OVERWEGINGEN In de brief van de raadsvrouwe van de beklaagde, gericht aan het Tuchtcollege en gedateerd 20 juli 2011, heeft de raadsvrouwe namens de beklaagde, zakelijk weergegeven, verklaard dat de beklaagde de oogonderzoeken bij haar honden in België laat doen omdat zij niet wil dat de uitslagen van die onderzoeken automatisch worden doorgegeven aan het bestuur van de Pekingees & Dwergspanielclub, waarmee zij in onmin leeft. Zij heeft in die brief voorts verklaard dat collega-fokkers en andere geïnteresseerden de uitslagen van de onderzoeken kunnen opvragen en dat de beklaagde die ook zal verstrekken. Tenslotte heeft zij in die brief verklaard dat de beklaagde bereid is de onderzoeken weer in Nederland te laten doen als de resultaten van die onderzoeken niet worden doorgegeven aan het bestuur van de Pekingees & Dwergspanielclub dan wel zodra de huidige bestuursleden van die vereniging zijn vervangen. Ter zitting heeft de beklaagde de verklaring, als weergegeven in de vorige alinea, bevestigd. Zij heeft daar ter zitting aan toegevoegd dat zij in het verleden eens is verwezen naar deze Belgische dierenarts, die gespecialiseerd is in oogonderzoeken, dat zij zeer goede ervaringen heeft met die dierenarts en dat ook dat een reden is geweest om de onderzoeken door die dierenarts te laten verrichten. Zij is overigens van mening dat de door deze Belgische, gekwalificeerde dierenarts verrichtte onderzoeken in kwaliteit niet onderdoen voor de in Nederland verrichtte onderzoeken.

3 Het Tuchtcollege overweegt dat uit de voorgaande verklaringen, in samenhang met de inhoud van het klachtenformulier en bijlage 1 bij dat klachtenformulier, in voldoende mate is komen vast te staan dat de beklaagde tussen de datum van de schriftelijke opzegging van haar lidmaatschap van de Pekingees & Dwergspanielclub (11 november 2009) en de datum waarop de klacht is gedateerd (2 maart 2011), door een Belgische dierenarts één of meer oogonderzoeken heeft laten doen bij één of meer honden waarvan zij eigenaar was, met het doel om te voorkomen dat de vereniging die onder meer de belangen van het ras van die honden behartigt, te weten de Pekingees & Dwergspanielclub, over de uitslagen van die onderzoeken zou worden geïnformeerd. Naar het oordeel van de Raad van Beheer levert dit handelen van de beklaagde overtreding van de volgende bepalingen op: artikel 3 onder a van het Reglement Gedragscode voor Exterieur Keurmeesters; artikel 8 onder h van het Reglement Gedragscode voor Exterieur Keurmeesters; paragraaf 6 onder 1, eerste alinea van het Internationaal (FCI) en Nationaal (R.v.B.) Reglement voor Exterieur Keurmeesters; artikel VI.24, aanhef van het Kynologisch Regelement. BESCHOUWING Artikel 3 onder a van het Reglement Gedragscode voor Exterieur Keurmeesters De tekst van deze bepaling luidt: Van de exterieurkeurmeester wordt verwacht dat hij een proactieve en waardevolle bijdrage zal leveren aan de Nederlandse Kynologie. Deze bepaling is zeer algemeen en zeer ruim geformuleerd. De Raad van Beheer spreekt hierin een verwachting uit over het functioneren van een exterieur keurmeester. Verwacht wordt dat de keurmeester een vernieuwende waardevolle bijdrage levert aan de Nederlandse Kynologie. Uit niets is gebleken dat de beklaagde aan die verwachting niet heeft voldaan dan wel daaraan niet voldoet. In elk geval kan dat niet blijken uit het feit dat zij oogonderzoeken bij haar honden in België laat doen. Het Tuchtcollege zal de beklaagde dan ook vrijspreken van het haar onder 1 verweten gedrag. Artikel 8 onder h van het Reglement Gedragscode voor Exterieur Keurmeesters De tekst van deze bepaling luidt: De exterieurkeurmeester verplicht zich mee te werken aan onderzoeken naar de gezondheid, welzijn en gedrag van rashonden zoals deze door het bestuur van de Raad van Beheer als zodanig worden vastgesteld. Daarbij behoort ook het naleven van de Rasspecifieke Instructies en het schriftelijk vastleggen van de bevindingen tijdens het keuren van rassen die in het boekwerk Rasspecifieke Instructies zijn opgenomen. De aanhef van artikel 8 van het Reglement Gedragscode voor Exterieur Keurmeesters luidt voor zover van belang: Met betrekking tot het keuren gelden (bedoeld zal zijn: geldt) nog het volgende: Daarna volgt onder meer de bepaling onder h.

4 De onder h. geregelde gedragingen hebben dus betrekking op gedrag van een keurmeester met betrekking tot het keuren. Het feit dat de beklaagde, kort gezegd, honden in België door een Belgische dierenarts heeft laten onderzoeken om te voorkomen dat de vereniging die de belangen van het ras van die honden behartigt, wordt geïnformeerd, heeft geen betrekking op het keuren. De beklaagde heeft met het haar verweten gedrag de bepaling van art 8 onder h van het Reglement Gedragscode voor Exterieur Keurmeesters derhalve niet overtreden. Het Tuchtcollege zal de beklaagde dan ook vrijspreken van het haar onder 2 verweten gedrag. Paragraaf 6 onder 1, eerste alinea van het Internationaal (FCI) en Nationaal (R.v.B.) Reglement voor Exterieur Keurmeesters De tekst van deze bepaling luidt: Elke exterieurkeurmeester van een FCI lid organisatie vervult een belangrijke taak in de internationale kynologische gemeenschap. Zijn/haar gedrag moet daarom betrouwbaar en onberispelijk zijn zowel in functie als in zijn/haar privé leven. Vaststaat dat het gedrag dat de beklaagde wordt verweten niet is gepleegd in de functie van keurmeester. Kennelijk is de Raad van Beheer van oordeel dat de beklaagde in haar privéleven, als fokster van rashonden, door honden in België door een Belgische dierenarts te laten onderzoeken om te voorkomen dat de vereniging die de belangen van het ras van die honden behartigt, wordt geïnformeerd, niet betrouwbaar en/of niet onberispelijk heeft gehandeld. Met het hierboven omschreven gedrag heeft de beklaagde geen geschreven noch een ongeschreven regel overtreden; alleen al daarom kan dit geen strafbaar gedrag opleveren. Het Tuchtcollege zal de beklaagde dan ook vrijspreken van het haar onder 3 verweten gedrag. Artikel VI.24, aanhef van het Kynologisch Reglement De beklaagde dient van het haar in de vierde alinea verweten gedrag, het schaden van de belangen en het aanzien van de kynologie, te worden vrijgesproken omdat het Tuchtcollege dat niet bewezen acht. Het gedrag dat ten grondslag is gelegd aan de stelling dat daardoor het belang of het aanzien van de kynologie is geschaad, is noch in het Kynologisch Reglement noch in een enig ander door of namens de Raad van Beheer vastgesteld reglement verboden. Ook overigens blijkt uit niets dat door die handeling het belang of het aanzien van de kynologie feitelijk is geschaad. Het Tuchtcollege overweegt ten overvloede dat een vervolging op grond van de algemene bepaling van artikel VI.24 van het Kynologisch Reglement, dat zij die het aanzien of de belangen van de kynologie schaden kunnen worden gestraft, naar vaste jurisprudentie van het Tuchtcollege, slechts mogelijk is indien er sprake is van opzettelijk en wederrechtelijk schaden van het aanzien of de belangen van de kynologie als zodanig. Het legaliteitsbeginsel: geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgaande strafbepaling, staat een ruimere uitleg niet toe. Het Tuchtcollege zal de beklaagde dan ook vrijspreken van het haar onder 4 verweten gedrag.

5 BESLISSING Het Tuchtcollege spreekt de beklaagde vrij van hetgeen haar is verweten Deze uitspraak is gedaan te Woudenberg op 11 november 2011 door mr. P.L.M.J. Rooijakkers, voorzitter, H. Wolters en mw. drs. A.S.E. de Rooy-van Vierssen Trip leden, bijgestaan door G.W.A. den Boer, secretaris, zijnde H. Wolters en mw. drs. A.S.E. de Rooyvan Vierssen Trip buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.