Overzicht stand van zaken uitvoering acties uit H4 NAS, stand van zaken per 11 mei 2017

Vergelijkbare documenten
NAS Stef Meijs Netwerkdag Ruimtelijke Adaptatie 19 jan 2017

Concept-werkplan projectteam NAS, uitvoering Nationale klimaatadaptatiestrategie (NAS) 1 e helft 2017 Versie 20 februari 2017

KLIMAATADAPTATIE: GEMEENTEN AAN ZET. Bijeenkomst Stadwerkwerk, Boxmeer, Kim van Nieuwaal, 12 juni 2018

NAS en de LIFE-IP aanvraag NL- NASCCELERATE

Op weg naar klimaatbewuste regio. Marcel Houtzager Hoogheemraadschap van Delfland

Verkenning Bodemdaling

Nieuwe ontwikkelingen:

Uitvoeren met ambitie

Statenvoorstel. Weerkrachtig Zuid-Holland, Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendig Zuid-Holland

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie

Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie

Deltaprogramma Bijlage F. Bestuurlijke Planning DP2015

Klimaatbestendige stad

Klimaatadaptatie. Charles Aangenendt

Klimaatbestendige stad

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

Klimaat-adaptatie: mogelijke risico's van infectieziekten in groen en blauw en ontwikkeling van een nationaal versnellingsprogramma

Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond

Verslag rondetafel klimaatbestendige stad en erfgoed. 16 februari 2017

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

MIRT-Onderzoek Meerlaagsveiligheid Eiland van Dordrecht

Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering. Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie

Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater. Emissiesymposium 6 april 2017

Datum: Adviserend. 24 januari Feb/mrt 30 januari

Bouwsteen A Welke dijken tellen mee? Een verdiepingsslag op het veiligheidsdenken

Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Werkplan 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESTUURS AKKOORD KLIMAAT. ADAPTATIE 20 november Bestuursakkoord klimaatadaptatie 3

Regionaal Risicoprofiel. Wat is een risicoprofiel en waartoe dient het? Programma. Van risico s naar beleid. Vernieuwingen door het risicoprofiel

Klimaatadaptatie. Programmaplan duurzame en gezonde stad

Regionale Energie Strategie

Nationaal programma Regionale Energie Strategieën (NP RES) Samen aan de slag voor het klimaat

Terugblik en tussenstand Regionale Energietransitie Opbrengst terugblik projectgroep op 18 oktober 2018 t.b.v. PHO+ op 21 november

Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen

Regionale Energie Strategie

Programma uur Opening en mededelingen (door Mark van Gurp, CROW) Kort voorstelrondje

OMGEVINGSWET OMGEVINGSWET

Masterclass Klimaatbestendige Stad Klimaatbestendige gebiedsontwikkeling Bauke de Vries,

Intentieovereenkomst Slimme en Gezonde Stad tussen het Rijk en Rotterdam

Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied

4 oktober Utrecht

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 15 februari 2018 U Lbr. 18/004. Stand van zaken Interbestuurlijk Programma.

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Klimaatbestendig NL. Een flexibele adaptieve strategie voor het stedelijk gebied. Ruimteconferentie 19 april 2011 Leendert van Bree

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 16 september 2013 Betreft Rijksprogramma SMASH

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Geel in omgevingsvisies

Kennis ontwikkelen en kennis delen voor het omgevingsbeleid

Klimaatadaptatie: Van reactief naar proactief

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Versneld aan de slag met klimaatadaptatie

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

Samen geven we richting aan de koers van de NKC

Presentatie PILOT REGIONALE ENERGIESTRATEGIE

Kennis Platform Water. Samenvatting advies 2012

Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering. Intentieverklaring

Kennisportaal ruimtelijke adaptatie en de relevantie voor de MER

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem. Advies bij de verkenning monitor landschap. Advies Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem

Versnellingsaanpak asbestdaken sanering: Stand van zaken II

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems

Pilot Omgevingsvisie Nijmegen Green City

Stand van zaken V asbestdakensanering en Versnellingsaanpak 26 juni 2018

Conferentie Kennis voor Klimaat. WORKSHOP Afwegingskader voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland

Houtskoolschets Asten april 2017

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

Omgevingsvisie en m.e.r.

Networking for Urban Vitality

Rijksbrede aanpak. Minisymposium: Circulaire Economie en Werkgelegenheid. Marc Pruijn Directie Duurzaamheid. Ministerie van IenM

Oproep voor bijdrage

HOE GEVEN WE GEZAMENLIJK INHOUD AAN DE CIRCULAIRE ECONOMIE

Workshop over actuele klimaatvraagstukken in lokaal klimaatbeleid

Binnenstedelijke gebiedsontwikkeling en transformatie: wonen

Startnotitie invoering van de Omgevingswet in Haren

Kennisagenda NKWK- KBS. Groeidocument versie 0.1

Workshop over actuele klimaatvraagstukken in lokaal klimaatbeleid

Leerkring Strategisch werken aan Wonen, welzijn en zorg

Ruimte voor oplossingen het inzetbare platteland! Kabinetsformatie 2017: de P10 biedt aan!

Samenwerking in de waterketen Het landelijk kernteam samenwaw. Ruud van Esch

De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat?

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid

Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt

Swung-2. Voortgang en ontwikkelingen. Toon Giele Ton Bos

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

DOCUMENT A - GEANNOTEERDE INHOUDSOPGAVE

Van Lodewijk Lacroix Telefoon Onderwerp Voorbereiding BO MIRT en gebiedsprogramma bereikbaarheid Rotterdam Den Haag

Over denken en doen. Doorvertaling van EV in RO. 7 december december 2010 ARCADIS Imagine the result

Duurzame Stad Nijmegen klimaatbestendig in 2050

Klimaatadaptieve en groene gemeente, klimaatstresstest en vervolg. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

agendapunt 3.b.7 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden AANPAK KLIMAATADAPTATIE 2016 Datum 5 januari 2016

KAS: een handelingsperspectief

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's

SMART SOCIETY IN NEDERLAND

Bijlage 1. Plan van aanpak omgevingsplan voor het buitengebied.

1. Wethouder Tiemens te machtigen voor het ondertekenen van het Gelders Energie Akkoord.

Regionale Agenda Werken Regionaal Ruimtelijk Overleg Midden Brabant December November 2016 Werkgroep Werken Hart van Brabant

Ruimtelijke kwaliteit. Zo doen wij dat in West- Brabant!

De ladder voor duurzame verstedelijking

Transcriptie:

Overzicht stand van zaken uitvoering acties uit H4 NAS, stand van zaken per 11 mei 2017 Onderstaande tabel bevat een overzicht van alle acties die zijn opgenomen in H4 (en H5) van de NAS. Bij elke actie staat aangegeven wat de stand van zaken is (voor zover nu bekend) en wie betrokken is. Dit is een werkdocument waar geen rechten aan ontleend kunnen worden. Actie Stand van zaken Betrokkenen 1. Bewustzijn verhogen / Het verhogen van het bewustzijn van de noodzaak van klimaatadaptatie; a. Het netwerk van het DP en de NAS wordt verder uitgebouwd Uitbouw vindt gestaag plaats. NAS netwerk bestaat nu uit meer dan 280 personen/organisaties. Ook via het Deltaplan traject vindt uitbreiding plaats. en KT Deltaplan RA b. Het Ministerie van IenM zal zorgen voor een digitale werkruimte rond de NAS en inspelen op actuele ontwikkelingen. Het netwerk wordt regelmatig op de hoogte gebracht van activiteiten die plaatsvinden ihkv de NAS (ondermeer via nieuwsflitsen) en waar relevant, uitgenodigd daar aan deel te nemen. Gedachtevorming over digitale werkruimte vindt volop plaats. Informatie over de NAS inmiddels ook te vinden via www.nationaleadaptatiestrategie.nl c. Er komt ruimte voor innovatieve vormen van communicatie. Er is vanaf mrt 2017 een communicatieadviesbureau ingehuurd (Synergos). Dit bureau heeft de opdracht een overall communicatiestrategie op te stellen voor het vervolgtraject van de NAS, het DPRA en het Deltaplan RA. d. Een basis presentatie is samengesteld die per doelgroep in de samenleving kan worden uitgebreid. De presentatie zal breed uitgezet worden. 2. Het stimuleren van klimaatadaptatie in de praktijk Er is een basis presentatie. Inmiddels zijn presentaties gegeven bij DGRW-RO, DGMI-klimaat, Netwerkdag RA, Ronde Tafel klimaat en cultureel erfgoed, EPA workshop, VNG commissies water en ruimte en wonen, provincie Overijssel. Meer presentaties volgen. en PT Deltaplan RA De samenwerking met alle betrokken partijen wordt gestimuleerd door middelen beschikbaar te stellen voor het maken van probleemanalyses en het ontwikkelen van oplossingen, voor die partijen die daarvoor onvoldoende capaciteit hebben. - Het rijk 1

a. Klimaatadaptief handelen wordt breed neergezet: Als onderdeel van het Deltaprogramma wordt in 2017 gestart met een Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. In het kader van de NAS wordt de adaptatieopgave breder geformuleerd. Ook de gevolgen voor bijvoorbeeld natuur, gezondheid en voedselvoorziening, ruimtelijk ontwerp, cultureel erfgoed, woningbouw, infrastructuur, stedelijke transformatie en veiligheid vergen aandacht. 2 i. Klimaatadaptief handelen wordt geoperationaliseerd met objectieve indicatoren (zie aanpak DPRA, living labs, city deals), ii. iii. Klimaatadaptief handelen wordt gestimuleerd door kennis en middelen beschikbaar te stellen (zie o.m. DPRA). Klimaatadaptief handelen wordt gestimuleerd door verbreding van de digitale werkomgeving van de NAS binnen bestaande Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie (KPRA) naar klimaatadaptatie. Dit o.a. door toevoeging van tegels voor de verschillende sectoren en door toevoeging van de bollenschema s. b. Crossovers worden geïdentificeerd en coalities rond cross-overs worden geïnitieerd en gefaciliteerd. Het Ministerie van IenM neemt initiatief. Zie bijlage 1 NAS. c. Er zal onderzoek gedaan worden naar de klimaatbestendigheid van rijksgebouwen en rijksgronden. Aan opzet van Deltaplan wordt volop gewerkt. heeft deelgenomen aan een Ronde Tafel over de relatie tussen cultureel erfgoed en klimaatadaptatie. OCW en BZK zijn inmiddels ook opgenomen in circuit NAS, BZK zowel op werkvloer als op DO niveau. Met BZK zijn inmiddels directe contacten gelegd om te kijken waar samenwerking mogelijk is (o.a. verbinding met dossier energietransitie, Agenda Stad, woningbouwcoöperaties, betrokkenheid bij onderzoek klimaatbestendigheid rijksgebouwen). Met OCW lopen de gesprekken nog. Hier is nog geen aparte actie voor in gang gezet. Trajecten als het onderzoek naar klimaatbestendigheid van rijksgebouwen, de in ontwikkeling zijnde handreiking in het kader van het MIRT en het nadenken over monitoring worden bieden echter zeker handvatten om hier invulling aan te geven. Vanuit zijn inmiddels contacten gelegd met diverse koplopers (o.a. Overijssel, Zuid-Holland, Nijmegen, Tilburg). Verkennende gesprekken zijn gaande over ondersteuning (irt regionale adaptatiestrategieën bijvoorbeeld). Er is een verkennend gesprek gevoerd met de inhoudelijk beheerder van het Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie. Verder is er afstemming met het lopende project waarbij (als één van de activiteiten) het KPRA wordt ge-update. Nagedacht wordt over het interactief maken van de bollenschema s Dit is nog niet opgepakt. Het NAS-team heeft met het RVB een voorstel gemaakt voor een gezamenlijk onderzoek dat in 2017 moet leiden tot inzicht in wat het Rijk verstaat onder klimaatbestendige en -robuuste gebouwen en Programmateam DPRA, PT Deltaplan RA ism DPRA-team. NAS ism DPRAteam, RVB, BZK. Nog aan te haken: RWS, OCW.

d. Samenwerking wordt bevorderd, zowel nationaal als internationaal, gericht op bij elkaar brengen van verschillende disciplines en vragers en aanbieders. i. Een team van makelaars vanuit verschillende betrokken partijen en disciplines wordt opgezet. Dit team bemiddelt bij het delen van kennis. Het team bevordert coalitievorming en - versterking rond onderwerpen die samenwerking vergen. Het team organiseert op korte termijn adaptatiedialogen (zie onder e.) ii. Op het internationale vlak neemt Nederland, samen met een aantal Europese landen, het initiatief om een netwerk te vormen rond makers van adaptatiestrategieën om kennis uit te wisselen en elkaar te inspireren. e. Gestimuleerd wordt dat er adaptatiedialogen worden gevoerd, gericht op concrete vraagstukken. 3 hoe het RVB dit kan vertalen in adequaat (ver)bouwen en beheren. Hierbij worden vanaf het begin relevante partijen betrokken. Bewustwording is een belangrijk nevendoel van deze onderzoeksfase. In juni 2017 volgt een workshop met betrokkenen. De uitkomsten worden in 2018 in de praktijk getoetst. Deze insteek wordt in april 2017 in de ICRV besproken. In dit kader goed om te melden dat in de Investeringsagenda van de decentrale overheden is aangegeven dat gemeenten, provincies en waterschappen investeren in en renoveren hun eigen vastgoed en het maatschappelijke vastgoed waarvoor zij verantwoordelijk zijn, zoals scholen, zwembaden, buurthuizen, sportaccommodaties. Doel is dat dit vastgoed in 2040 klimaatbestendig is. Binnen het is een team samengesteld die dit gaat aanzwengelen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met het team van het DPRA. Vanuit het DPRA wordt namelijk gewerkt aan het opzetten van een aanjaagteam. Dit voorstel is ingebracht en positief ontvangen. Uitwerking moet nog plaats vinden. Projectteam NAS is bezig met een voorstel voor aanpak. Een eerste dialoog, over verzekerbaarheid, is opgestart. Er was veel belangstelling voor de eerste bijeenkomst, waarbij de ministeries van EZ, IenM, VenJ, Financiën, UvW, IPO, VNG, verschillende economische sectoren, het Verbond van Verzekeraars en De Nederlandsche Bank aanwezig waren. Met de voorbereidingsgroep van deze dialoog wordt bekeken welke vervolgstappen nodig zijn en ism DPRA team., ism met direct betrokken partijen.

worden afspraken gemaakt over taakverdeling. 3. Het benutten en uitbouwen van opgebouwde kennis a. Er wordt een kennisagenda / -programma klimaatadaptatie geformuleerd, dat primair gericht is op toepassing en het geschikt maken van kennis voor toepassing. b. Samen met kennisinstellingen, overheden en andere belanghebbenden wordt geïnventariseerd in welke kennisontwikkeling extra investering nodig is c. De kennisontwikkeling, die door diverse overheden wordt aangestuurd, zal beter op elkaar worden afgestemd. d. Nederland profileert zich internationaal met een integrale aanpak (klimaatadaptatie aanpakken in samenhang met andere maatschappelijke vraagstukken zoals duurzaamheid, verstedelijking en voedselvoorziening). Het rijk wil deze kennis en ervaring inzetten om bij te dragen aan het bereiken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. De voorbereiding voor een Adaptatiedialoog Hitte en gezondheid is gestart. Eerste dialoog vindt plaats op 1 juni 2017. De adaptatiedialogen regionale adaptatiestrategieën (samen met DPRA en Deltaplan RA) natuur en klimaatbestendig en duurzaam bouwen (samen met DPRA) worden voorbereid. Met bij de NAS betrokken kennisinstellingen en een aantal overheden is op 18 april een brainstorm gehouden over de contouren van een kennisagenda/- programma. Met het Deltaplan ruimtelijke adaptatie is afgesproken om samen op te trekken op terreinen waar raakvlakken zijn. In een gezamenlijk overleg met NKWK-KBS is hun mogelijke rol besproken. Op basis daarvan zal een aanpak worden geformuleerd. Met bij de NAS betrokken kennisinstellingen en een aantal overheden is op 18 april een brainstorm gehouden over de contouren van een kennisagenda/- programma. Het Ministerie van IenM zal in elk geval met PBL afspraken maken over de actualisatie van de risicoanalyses die aan de basis liggen van de NAS. Een eerste oriënterend gesprek met NKWK-KBS over hun rol is gevoerd (zie ook onder 3a). Het Global Centre of Excellence Adaptation to Climate Change wordt in NL gevestigd en zal een rol spelen bij de internationale inzet van Nederlandse kennis en kunde., ism deltaplan, ism de betrokken kennisinstellingen. Min IenM, NKWK, PT NAS? IenM, Buza, PBL en andere partners uit binnen- en buitenland. 4

4. Het adresseren van urgente klimaatrisico s 5 Het risico op hittestress beperken a. Het wordt van belang geacht dat gemeenten lokale hitteplannen maken waarin aandacht is voor kwetsbare groepen die langer thuis blijven wonen. b. Provincies, gemeenten en particulieren worden opgeroepen om (ruimtelijke en/of andere) maatregelen te nemen om te voorkomen dat er hitte-eilanden ontstaan. c. Waar nodig zal het Nationaal Hitteplan in de toekomst worden aangepast. d. Het ministerie van VWS zet in op bewustwording over de risico s van blootstelling aan zonnestraling en, indien nodig, aanpassing van de leefstijl. Het verminderen van de kwetsbaarheid van vitale en kwetsbare functies voor klimaatverandering e. In het kader van de aanpak van nationale vitale en kwetsbare functies bij overstromingen zal in 2017 het ambitieniveau per functie worden onderzocht en bepaald, evenals de samenhang van de ambitieniveaus tussen de 13 verschillende functies. Geen zicht op op dit moment. Voortgang kan aan de orde komen en bewaakt worden in het kader van de adaptatiedialoog Hitte en gezondheid die voorzien is. Dit loopt via het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Voortgang kan aan de orde komen worden in het kader van de adaptatiedialoog Hitte en gezondheid. Het Rijk levert een kleine bijdrage door momenteel de KlimaatEffectAtlas (KEA), die beschikbaar is op het Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie te verbeteren. Voortgang kan worden bewaakt in het kader van de adaptatiedialoog Hitte en gezondheid Voortgang kan worden bewaakt in het kader van de adaptatiedialoog Hitte en gezondheid De derde voortgangsrapportage over de aanpak nationale vitale en kwetsbare functies is aan de orde in het Directeurenoverleg Vitaal en Kwetsbaar op 13 april 2017, direct voorafgaand aan het Directeurenoverleg NAS. De voortgangsrapportage bevat een voorstel voor ambitieniveaus voor elk van de 13 functies. De ambitieniveaus zijn in een iteratief proces in de periode van november 2016 tot en met april 2017 zodanig geformuleerd dat zoveel mogelijk samenhang tussen de ambitieniveaus is gezocht. Voorafgaand aan dit voortstel is in een proces, dat parallel liep met het opstellen van de voortgangsrapportage een analyse over de onderlinge afhankelijkheden tussen de functies uitgevoerd en heeft een bijeenkomst van de klankbordgroep Vitaal en Kwetsbaar plaatsgevonden, In dit proces is de samenhang tussen de VWS, GGD Provincies, Gemeenten, particulieren RIVM, VWS, VNG, GGD VWS DP-VenK

f. Voor spoorinfrastructuur zal onderzoek plaatsvinden naar zwakke schakels in het spoornet wat betreft ketenafhankelijkheden bij een mogelijke overstroming en/of bij extreme weersituaties. g. Voor het transportsysteem als geheel moet de impact van het (tijdelijk) uitvallen van de infrastructuur en de daarbij bijbehorende risico s nog inzichtelijk worden gemaakt (weg, spoor, vaarwegen, (lucht)havens). Plus praktijkvoorbeelden uitwerken. 6 ambitieniveaus van de functies nader bezien en bijgesteld. Deze bijgestelde versie is opgenomen in de versie van de voortgangsrapportage, die voorligt in het Directeurenoverleg Vitaal en Kwetsbaar. Tevens ligt er (separaat) een paragraaf voor, waarin over de totstandkoming en duiding van de analyse wordt gerapporteerd. De impact van extreem weer op infrastructuur vindt plaats op meerdere niveaus: op materiaal, object en systeemniveau. Er is op materiaal en objectniveau veel kennis over de impact van extreem weer dat gepaard gaat met klimaatverandering, en over de maatregelen die je met het oog daarop mogelijk zijn. Ook is er een groeiend inzicht in de kosten en baten daarvan, en de manier waarop die kunnen worden meegewogen bij besluitvorming. Er vindt doorlopend onderzoek plaats naar deze aspecten en de kennisleemten worden geïdentificeerd. Met betrekking tot het transportsysteem als geheel is er inzicht op hoofdlijnen van de impact van extreem weer en de keteneffecten die optreden (zowel nationaal als internationaal). De kennis hierover is in ontwikkeling, zeker als het gaat om de samenhang tussen de modaliteiten en de (prestatie)eisen die gesteld moeten worden aan de onderdelen en het systeem als geheel. Vragen die bijvoorbeeld moeten worden beantwoord zijn bijvoorbeeld: Moet tegen elke prijs de huidige beschikbaarheid worden gehandhaafd, wat zijn die budgetten die daarvoor nodig zouden zijn, moet er redundantie worden gecreëerd voor het geval van langdurig uitvallen van modaliteiten door extreem weer. Een complicerende factor is dat klimaat maar één van de aspecten is die van invloed zijn op de beschikbaarheid van de infrastructuur, naast bijvoorbeeld de groei van mobiliteit, technische DGB/Spoor en Prorail. DGB/Strategie en RWS.

Het risico op oogstschade in de landbouw, die het gevolg is van klimaatverandering, beperken h. Waterschappen zullen in overleg met het landbouwbedrijfsleven afspraken maken over het meer klimaatbestendig maken van het regionale waterbeheer. i. Daarnaast wordt bekeken of aanvullend onderzoek nodig is naar de effecten van klimaatverandering en de eventuele maatregelen die agrariërs hiertegen kunnen nemen. De veerkracht van de natuur vergroten, zodat de gevolgen van klimaatverandering voor de natuur worden beperkt. j. Uitbreiden agrarisch natuurbeheer met activiteiten die klimaatadaptatie bevorderen. k. Bekeken wordt of in het (toekomstig) Gemeenschappelijk Landbouwbeleid ook maatregelen ten behoeve van klimaatadaptatie een plek kunnen krijgen. l. Nederland zal bijdragen aan het Europese netwerk van natuurgebieden en actief klimaatrelevante investeringen publiek en privaat in ontwikkelingslanden bevorderen (afkomstig uit het schema internationale context). ontwikkelingen als smart mobility, etcetera). Er lopen meerdere projecten op dit vlak, zoals, verduurzaming MIRT, de voorbereiding van het programma Klimaatbestendige Netwerken bij Rijkwaterstaat en meerdere Europese projecten op dit thema. Ook wordt onderzoek in gang gezet naar het meenemen van het aspect klimaat bij vervanging en renovatie van weginfrastructuur en is het thema onderdeel van de visie en beleidsvorming rondom (rijks)infrastructuur. Algemeen: input van EZ: DG Agro en Natuur zal in het Energie en Klimaatplan Voedsel en Natuur (basis o.a. voor de inbreng van voedsel en natuur voor het Integrale Nationale Energie en Klimaatplan-INEK) een hoofdstuk over klimaatadaptatie opnemen. Onderzoekstraject is in gang gezet, met voortouw bij EZ. Onderzoek richt zich op de handelingsopteis voor agrariërs in geval van extreme weersomstandigheden. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de WUR. UvW, IenM, EZ, verzekeraars EZ, IenM, LTO, Verbond van Verzekeraars, UvW. EZ, agrariërs EZ EZ, natuurorganisatie, natuurterreinbeheerders, IenM 7

Beperken van het risico dat allergieën en infecties door klimaatverandering zullen toenemen. m. In de volgende Volksgezondheid Toekomstverkenningen van het RIVM (VTV) worden klimaatrisico s meegenomen. n. Ten aanzien van de toename van allergieën zet het ministerie van VWS in op verdere bewustwording van de risico s en, indien nodig, op aanpassing van de levensstijl. Beperken van het risico op cumulatieve en keteneffecten, die het gevolg zijn van klimaatverandering. o. Uit H3.3 van de NAS: De land- en tuinbouw zal zelf maatregelen moeten treffen tegen de toename van weersextremen en hierover in overleg moeten gaan met onder meer de waterschappen. 5. Het verankeren van klimaatadaptatie in beleid en wet- en regelgeving a. Klimaatadaptatie wordt door betreffende overheden in omgevingsvisies verankerd. b. De Rijksoverheid vraagt provincies om het voortouw te nemen in het opstellen van regionale klimaatadaptatiestrategieën en roept provincies en gemeenten op om klimaatadaptatie op te nemen in hun omgevingsvisies. 8 RIVM heeft bevestigd dat de effecten van klimaatverandering inderdaad worden opgenomen in de VTV-2018. Het VTV hoofdrapport moet in juni klaar zijn. Klimaat wordt onderdeel van de bredere determinanten van de VTV en wordt een apart product. Dit zal naar verwachting eind nov/begin dec 2017 klaar zijn. Klimaatadaptatie is stevig verankerd in de NOVI deel 1. Er is geen zicht op hoe dat zit op decentraal niveau. Vanuit het worden in toenemende mate gesprekken gevoerd met provincies en gemeenten om dit te stimuleren. Aantal koploperprovincies zijn hiermee reeds stevig aan de slag, zoals Zuid- Holland, Noord Brabant en Overijssel. Het zal hierbij nauw samenwerken met de collega s van het DPRA en het deltaplan RA. In de Investeringsagenda van de decentrale overheden wordt aangegeven dat provincies, gemeenten en waterschappen voor 2020 gezamenlijke regionale klimaatadaptatiestrategieën op stellen met onder meer de ruimtelijke consequenties voor de inrichting van de hele fysieke leefomgeving (stad en land) en de bebouwing. Deze consequenties landen in omgevingsvisies, plannen RIVM, VWS VWS Unie v Waterschappen, IenM, EZ, verzekeraars, lokale partijen, VNO- NCW, MKB, IenM, enz Provincies, gemeenten, NOVI-team Provincies, gemeenten, Koepels VNG en IPO, PT NAS

c. Klimaatadaptatie meenemen in overheidsinvesteringen Klimaatadaptatie wordt verankerd in de herziening van het MIRTspelregelkader. Daarna, in 2017, stellen IenM en RWS een handreiking klimaatadaptatie op voor MIRT-projectleiders en andere betrokkenen. d. Aanbevolen wordt om te streven naar meer capaciteitsopbouw bij met name decentrale overheden. e. Regelgeving na 2020 voorbereiden Tussen nu en 2020 zal hierover door de gezamenlijke departementen worden nagedacht, samen met de maatschappelijke partners. f. Caribisch gebied In de eerste helft van 2017 vindt op initiatief van het ministerie van IenM overleg plaats over adaptatie met Bonaire, Sint Eustatius en Saba, hetgeen desgevraagd kan leiden tot een gezamenlijk op te stellen klimaatadaptatiestrategie. Voor de zelfstandige landsdelen Aruba, Curaçao en Sint Maarten kan op verzoek van, en na afstemming in, het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO), eveneens een dergelijk traject worden opgestart. 6. Monitoring van voortgang en effectiviteit van het adaptatiebeleid. Monitoring geeft, conform paragraaf 4.6 van de NAS, antwoord op de volgende vragen: - doen we wat is afgesproken in (het kader van) de NAS? - boeken we resultaat? en -programma s. De strategieën bevatten een analyse en ambitie per straat, wijk, dorp, stad en gebied met (waar nodig) concrete maatregelen. Er wordt gewerkt aan de handreiking klimaat (waaronder klimaatadaptatie) en energie in het kader van de handreiking duurzaamheid t.b.v. gebruik in MIRT kader. Verder nog geen actie op dit punt. Er zou gedacht kunnen worden aan het uitwerken van nieuwe vormen van (duurzaam) aanbesteden en experimenteerruimte daarvoor bieden. Waarom niet experimenteren met het vervangen van EMVI door de meest duurzame inschrijving, oftewel inzetten op het maximaliseren op duurzaamheid ipv het minimaliseren van de kosten. Aansluiten bij cultuurwijziging bij overheden tgv Omgevingswet/NOVI Dit kan mede geconcretiseerd worden aan de hand van de Investeringsagenda Naar een duurzaam Nederland die is uitgebracht door de decentrale overheden. Het Klimaatplan BES is opgenomen in het Werkplan Caribisch Nederland, dat in overleg met de eilanden is opgesteld en door de IenM Stuurgroep CN is vastgesteld. Een eerste verkenning kan naar verwachting voor de zomer plaatsvinden. Minimale vooruitgang irt de zelfstandige landsdelen. PT stelt een plan van aanpak op. Op 18 april heeft een bijeenkomst met kennisinstellingen en koepels plaatsgevonden. Eind mei plan van aanpak klaar. RWS/DGRW/G&P-MIRT team i.o.m. Provincies en gemeenten. Projectteam NAS IenM/DGMI 9

- komen er nieuwe risico s op ons af, of bestaande risico s sneller op ons af? - hoe kunnen we een digitale (net)werkruimte opzetten die voor decentrale overheden praktisch bruikbaar is? - hoe kunnen een inventarisatie van schades door effecten van klimaatverandering onderdeel worden gemaakt van monitoring? - hoe houden we de systematiek van risicoanalyses actueel? 7. Van strategie naar uitvoering (H5 van de NAS). a. De ministeries zorgen ervoor dat eind 2017 klimaatadaptatie in de volle breedte aandacht krijgt in de uitvoering. Het ministerie van IenM zal daarbij een coördinerende rol op zich nemen. b. Regelmatig wordt de voortgang van de klimaatopgave gerapporteerd, de eerste voortgangsrapportage wordt voorzien in 2019. Indien nodig, volgt een nieuwe NAS. Hoort bij nulmeting/monitoring. Zie 6b. c. Het nieuwe kabinet zal het Uitvoeringsprogramma in de tweede helft van 2017 presenteren (in samenhang met Deltaprogramma), samen met alle andere partners, decentrale overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. De formulering van deze actie lijkt niet scherp genoeg. De NAS gaat waarschijnlijk niet rapporteren over het is gesteld met de ontwikkeling van het klimaat. Maar wel over de gevolgen daarvan binnen de verschillende domeinen en de adaptatieopgave. Op dit moment koersen we op eind 2017. Projectteam NAS en andere betrokken departementen. Projectteam NAS Projectteam NAS, met alle betrokken partners. 10