Aan de bewoners, grondeigenaren en pachters in Groot Mijdrecht Noord-Oost DATUM NUMMER UW BRIEF VAN UW NUMMER BIJLAGE I september 2015 81 61 9609 Flyer Particulier Natuurbeheer TEAM REFERENTIE DOORKIESNUMMER E-MAILADRES ONDERWERP UFL Mariken Fellinger 06-2939601 6 Mari ken. Fell inger@provincie-utrecht. nl lnformatie over Groot Mijdrecht Noord- Oost Geachte heer/mevrouw, ln deze brief informeren wij u over een aantal zaken binnen het project Groot Mijdrecht Noord-Oost. Grondruil ln maart 2015 informeerden wij de grondeigenaren uit Groot Mijdrecht Noord-Oost over de mogelijkheid grond te ruilen met provinciale gronden in Groot Mijdrecht Noord-West. Daarbij gaven we ook aan dat de gronden in Groot Mijdrecht Noord-West tot uiterlijk 1 augustus 2015 exclusief beschikbaar zouden blijven voor ruil met gronden in Groot Mijdrecht Noord- Oost. Er is in de afgelopen periode één grondruil tot stand gekomen. Over enkele andere percelen zijn we nog in overleg. Als duidelijk is hoe de resterende gronden verkocht gaan worden, zullen we u daarover op dat moment informeren. We veruvachten hier in dit najaar meer duidelijkheid over te hebben. Particul ier Natuurbeheer Het bureau Royal HaskoningDHV heeft advies gegeven over de invulling van het bloemrijk grasland. De Stuurgroep Groot Mijdrecht Noord heeft dit advies overgenomen en vastgesteld als vertrekpunt voor realisatie van natuur in het gedeelte bloemrijk grasland in de Versoberde Veenribbenvariant. Dit bloemrijk grasland kan zowel door particuliere grondeigenaren als door terreinbeheerders gerealiseerd worden. Voor particuliere grondeigenaren die interesse hebben in Particulier Natuurbeheer is de bijgevoegde flyer opgesteld. Wilt u vrijblijvend nadere informatie over de mogelijkheden op uw percelen dan kunt u contact opnemen met: Johan van Dijk, adviseur Particulier Natuurbeheer, johan.van.d ijk@provincie-utrecht. nl, telefoonnummer: 06-1 8300496. Werkzaamheden Natu urmonu menten Natuurmonumenten zal, in samenwerking met het waterschap, dit najaar op enkele van haar percelen een proef doen met het realiseren van natuurvriendelijke oevers door middel van het indrukken van oevers. Dit komt ook voort uit het hierboven genoemde advies van Royal HaskoningDHV.
Daarnaast zal Natuurmonumenten in Waverhoek maatregelen nemen om de waterkwaliteit in Waverhoek te verbeteren. Dit gebeurt door binnen Waverhoek een andere waterstroom te creëren; vanzelfsprekend blijft het peilregime hetzelfde lk hoop u hiermee voor dit moment voldoende geïnformeerd te hebben. Voor algemene vragen kunt u bij mij terecht via e-mail mariken.fellinger@provincieutrecht. nl of telefoonnummer 030-2582720. Voor grondzaken blijft Jaap Oesterholt het eerste aanspreekpunt: iaap.oesterholt@provincie-utrecht. n l, telefoonnum mer 030-2582 1 99. Met vriendelijke groet, Fellinger er Groot Mijdrecht Noord lnformatiemarkt 30 Woensdagavond 30 september van 18.00 tot 21.30 uur organiseert programmabureau Utrecht-West een informatiemarkt over de gebiedsprocessen (Groot Wilnis-Vinkeveen, Wilnisse Bovenlanden, Groot Mijdrecht Noord-Oost en Marickenland) voor inwoners van De Ronde Venen en Stichtse Vecht in Dorpscentrum De Boei in Vinkeveen. Daamaast is er informatie over (agrarische) ondernemers die hun bedrijfsvoering hebben verbreed met streekproducten, rustpunt, camping, hooiberghut of vergaderlocatie. Voor meer informatie hierover kunt u terecht bij Miriam Jonker, communicatieadviseur programmabureau Utrecht-West, 2
Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost De laatste jaren heeft de provincie in Groot Mijdrecht Noord-Oost gronden aangekocht voor de ontwikkeling van natuur. Natuurmonumenten beheert naast Waverhoek al een aantal bloemrijke graslandpercelen. U kunt als particuliere grondeigenaar ook zelf bloemrijk grasland realiseren op uw grond via Particulier Natuurbeheer. Als u voor Particulier Natuurbeheer kiest, kan de provinciaal adviseur Particulier Natuurbeheer u hierbij van begin tot eind begeleiden. Hieronder leest u hier meer over. Natuurafspraken Voor de natuurinrichting van Groot Mijdrecht Noord-Oost hebben Provinciale Staten van Utrecht in 2012 de Versoberde Veenribbenvariant vastgesteld. Dit is het eindbeeld voor de inrichting van de polder en beschrijft op hoofdlijnen waar welke natuur gerealiseerd gaat worden. In het Pact van Poldertrots hebben de bewonersdelegatie, de gemeente De Ronde Venen, het waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Natuurmonumenten en de Provincie Utrecht afgesproken zich gezamenlijk voor realisatie van deze natuur in te zetten. Beperkt oppervlak aan moeras, het aanleggen van kades om het moeras, ruimte voor Particulier Natuurbeheer en vrijwilligheid zijn belangrijke punten uit deze Versoberde Veenribbenvariant. Groot Mijdrecht Noord-Oost is in zijn geheel onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen de Ecologische Hoofd Structuur). In het gebied zullen naast Waverhoek nog drie moerasblokken worden ingericht, die in principe zullen worden beheerd door Natuurmonumenten. Deze moerasblokken zullen worden omgeven door bloemrijk grasland, voornamelijk bestaand uit het zogenoemde beheertype Kruiden- en faunarijk grasland. Deze graslanden ondersteunen de moerasnatuur door extra voedsel te leveren voor de moerasvogels. Dit voedsel bestaat onder andere uit kikkers en muizen. Optimaal palet graslanden Het ecologisch optimale palet van bloemrijke graslanden, sloten en verschillende soorten oevers is op kaart gezet. Hierbij is rekening gehouden met de plaatselijke omstandigheden en de (on)mogelijkheden om af te plaggen. Voor het grootste deel van de graslanden is het beheertype N 12.02 Kruiden- en faunarijk grasland van toepassing. Met maatwerk in het beheer kan gestuurd worden op meer structuurrijkdom, wat meer fauna oplevert, of op meer soortenrijkdom aan kruiden. Vooral structuurrijk grasland levert veel voedsel voor de moerasvogels. Structuurrijk grasland kan onder nattere of drogere omstandigheden gerealiseerd worden. Voor de natte variant is afplaggen tot maximaal 20 cm nodig. De vrijkomende grond kunt u eventueel gebruiken om lagere plekken van agrarische gronden buiten Groot Mijdrecht Noord-Oost op te hogen. Op de kaart is aangegeven waar ontwikkeling van de natte, structuurrijke variant wenselijk is (paars ingetekende percelen) en waar de droge, structuurrijke variant (oranje ingetekende percelen). 1
typen bloemrijk grasland botanisch hooiland (al eigendom Natuurmonumenten) Kruiden- en faunarijk grasland: soortenrijk Kruiden- en faunarijk grasland: structuurrijk - droog Kruiden- en faunarijk grasland: structuurrijk - nat watergang-gebonden biotooptypen droge oeverruigte drasoever plasoever / ondiepe waterzone geïsoleerd verlandend water Geplande Moerasblokken Waverhoek 2
De groen ingetekende percelen op de kaart zijn de soortenrijke graslanden met meer kruiden. Indien een beheerder op één van deze groene percelen liever kiest voor structuurrijk grasland, dan is dat bespreekbaar. De roerdomp (links), lepelaar (midden) en purperreiger (rechts) zijn voorbeelden van moerasvogels die voor hun voedsel kunnen profiteren van de bloemrijke graslanden. Het beheertype N 10.02 Botanisch (vochtig) hooiland, ook een afgesproken type in de Versoberde Veenribbenvariant, is het meest kansrijk op percelen die nu al in eigendom zijn van Natuurmonumenten. Dit type is natter en schraler, bevat meer bijzondere planten en heeft een lange ontwikkelingstijd nodig. Kleinschalige inrichtingsmaatregelen waarmee variatie in nat en droog ontstaat, kunnen de natuurkwaliteit sterk vergroten. Het afschuinen van een slootkant zorgt er bijvoorbeeld voor dat zich planten en dieren van een vochtiger en schraler milieu kunnen vestigen. Op de kaart is ook aangegeven waar het wenselijk is in de overgangen naar de sloten extra natuurwaarden te realiseren. Indien u geïnteresseerd bent in het nemen van dit soort inrichtingsmaatregelen, kunt u daarover nadere afspraken maken. De situering van de natuurdoelen op de kaart is richtinggevend voor het maken van afspraken over het beheer en eventuele inrichtingsmaatregelen bij Particulier Natuurbeheer. Hoe werkt Particulier Natuurbeheer? Bij Particulier Natuurbeheer zal de functie op de betreffende gronden gewijzigd worden in natuur. De functiewijziging wordt, samen met een set van afspraken, in een zogenoemde kwalitatieve verplichting vastgelegd bij de notaris en geldt voor onbepaalde tijd (definitief). U blijft eigenaar van de grond en vormt de landbouwgrond om tot natuurgrond. Deze aanpassing zal in het bestemmingsplan van de gemeente worden opgenomen en is daarmee definitief. Subsidies Bij de functiewijziging van gronden met een agrarische bestemming naar een natuurbestemming zijn drie subsidies van toepassing: 1. Functieverandering De provincie compenseert het waardeverlies van de grond voor 85% van de actuele marktconforme grondwaarde. 3
Rekenvoorbeeld In dit rekenvoorbeeld is 2,5 hectare landbouwgrond gebruikt, met een taxatiewaarde van de grond van 50.000 / hectare. De reële waarde zal na een taxatie definitief bepaald moeten worden. De subsidie voor functieverandering is dan: 2,5 hectare x 50.000 x 85% = 106.250. 2. Inrichting Voor inrichtingsmaatregelen ontvangt u 95% subsidie. 3. Beheer U kunt een subsidie voor 6 jaar aanvragen voor het beheer. Voor N 12.02 Kruiden- en faunarijk grasland is de jaarlijkse vergoeding circa 250 per ha. Rekenvoorbeeld In dit rekenvoorbeeld is 2,5 hectare omgevormde natuurgrond gebruikt. De beheervergoeding voor 2,5 hectare is dan: 2,5 hectare x 250,- = 625 per jaar. Volgorde subsidieaanvragen Als eerste moet een realisatieplan worden opgesteld. Dan kan de subsidieaanvraag voor functieverandering en eventuele inrichting plaatsvinden. Deze aanvragen kunnen het hele jaar door worden ingediend. Op basis van de subsidieaanvraag wordt een beschikking verstrekt waarin de afspraken en gereserveerde vergoedingen voor functieverandering en eventueel inrichting worden vastgelegd. Met deze beschikking kan vervolgens de functieverandering en eventuele inrichting worden gerealiseerd. Nadat de functieverandering bij de notaris is vastgelegd in een kwalitatieve verplichting en eventuele inrichtingsmaatregelen zijn uitgevoerd, kan aansluitend de beheersubsidie voor 6 jaar worden aangevraagd. Aanvragen voor beheer moeten altijd vóór 31 december van een kalenderjaar ingediend worden en gaan dan per 1 januari van het daarop volgende kalenderjaar in. Beheer Bij beheer wordt onderscheid gemaakt tussen ontwikkelingsbeheer en instandhoudingsbeheer. Ontwikkelingsbeheer Een gangbaar agrarisch grasland bestaat vooral uit grassen. Om te komen tot het gewenste aandeel kruiden tussen het gras (tenminste 20%) is het nodig het gehalte aan voedingsstoffen in de bodem omlaag te brengen. Dit brengt de productiviteit van het gras omlaag, waardoor er ruimte ontstaat voor kruiden. Daarvoor is nodig: In de eerste plaats stoppen met bemesten. In de tweede plaats afvoeren van voedingsstoffen. Dat betekent maaien en het maaisel afvoeren. In het begin is 2 keer per jaar maaien gewenst, daarna is het aantal maaibeurten per jaar afhankelijk van de productiviteit van het gewas. Beweiding in de zomer is niet gewenst, omdat beweiding geen voedingstoffen afvoert. 4
Voor het ontwikkelingsbeheer is het belangrijk om de eerste maaibeurt vroeg, in de tweede helft van mei, te doen. Er zitten dan veel voedingsstoffen in het gras die aan de bodem kunnen worden onttrokken door het maaisel af te voeren. Vroeg maaien betekent ook een goede tweede snede, waardoor op jaarbasis meer kan worden afgevoerd. Een ander voordeel van vroeg maaien is dat na het maaien de kruiden nog volop de kans hebben om uit te groeien en te bloeien. Maaien in mei voorkomt bovendien dat de grassen in bloei komen en zichzelf uitzaaien. Vroeg maaien verandert dus de concurrentieverhoudingen in het grasland: de grassen worden benadeeld, de kruiden bevoordeeld. Eventueel kan na de tweede of laatste maaibeurt begraasd worden met rundvee of schapen zodat het grasgewas kort de winter in gaat. De duur van ontwikkelingsbeheer varieert van enkele jaren tot meer dan 10 jaar en is afhankelijk van de uitgangssituatie en de gewenste kruidenrijkdom. Hoe langer het ontwikkelingsbeheer wordt uitgevoerd, hoe grotere kruidenrijkdom zal ontstaan. Instandhoudingsbeheer Het is de bedoeling dat de paarse en oranje percelen op de kaart, dichtbij de moerasblokken, de natte en droge variant van structuurrijk grasland worden. Dit houdt in dat er hoogteverschillen in de vegetatie moeten zijn, schralere en ruigere plekken, etc. Dit kan gerealiseerd worden door na circa 5 jaar ontwikkelingsbeheer over te stappen op zeer extensieve beweiding. De beweiding moet extensief genoeg zijn om tot het eind van de zomer variatie te houden in hoge en lage, schralere en ruigere delen. Dat is goed voor insecten en andere fauna. Dit komt neer op een veedichtheid van maximaal ongeveer 1,5 GVE (Groot Vee Eenheid) per hectare, maar meestal zal het minder zijn. Het soortenrijke grasland met veel kruiden (de groene percelen op de kaart) houdt langer het maaibeheer (tenminste 1 keer per jaar maaien en afvoeren). In de loop van de tijd kan er wat later gemaaid worden. Als er mooie slootkanten zijn, kan de (eerste) maaibeurt worden overgeslagen. Hier staan vaak de meeste kruiden, die dan in bloei kunnen komen en zich uitzaaien. Ze worden daarna bij de tweede maaibeurt meegenomen of door het vee weggegraasd. Bemesting blijft vanuit het oogpunt van natuurbeheer ongewenst. Kikkers en muizen komen voor in structuurrijk grasland en zijn een goede voedselbron voor moerasvogels; links een bruine kikker, rechts een veldmuis. 5
Samenvatting beheeractiviteiten De exacte invulling van het beheer is een kwestie van maatwerk, hangt af van de keuze voor sturen op structuurrijkdom (en daarmee faunarijkdom) of soortenrijkdom (kruidenrijkdom) en wordt in overleg met de provinciale adviseur Particulier Natuurbeheer ingevuld. De beheervergoeding is in beide gevallen gelijk. Op hoofdlijnen ziet het beheer er als volgt uit: Ontwikkelingsbeheer (enkele jaren tot > 10 jaar) Meerdere keren per jaar maaien en afvoeren Vroege eerste maaibeurt Eventueel beweiden na de tweede maaibeurt Niet bemesten Instandhoudingsbeheer structuurrijk grasland natte en droge variant Extensief beweiden met maximaal 1,5 GVE, meestal minder Jaarrond beweiden behoort tot de mogelijkheden Niet bemesten Instandhoudingsbeheer soortenrijk grasland met veel kruiden Minstens 1 keer per jaar maaien en afvoeren Extensief beweiden met maximaal 1,5 GVE Niet bemesten Begeleiding en meer informatie De provincie Utrecht zorgt voor begeleiding gedurende het gehele traject van aanvraag tot en met realisatie. Wilt u vrijblijvend nadere informatie over de mogelijkheden voor uw situatie, dan kunt u contact opnemen met: Johan van Dijk, adviseur Particulier Natuurbeheer Telefoon: 06-18 300 496 Email: johan.van.dijk@provincie-utrecht.nl 6