Toetsbeleid. Schooljaar 2016/2017 HOFSTAD MAVO HAVO

Vergelijkbare documenten
Toetsprotocol VSO de Sprong Maarsbergen

Inleiding Toetsen Toetsbespreking, correctie, normering, inzage Onregelmatigheden, bezwaar en beroep... 9

Toetsbeleid J.S.G. Maimonides voor de klassen 1 t/m 3, klas 4 h, klas 4 v, klas 5 v

Geldigheid Dit toetsprotocol blijft geldig tot de volgende versie wordt vastgesteld. Voorgaande versies komen daarmee te vervallen.

Geldigheid Dit toetsprotocol blijft geldig tot de volgende versie wordt vastgesteld. Voorgaande versies komen daarmee te vervallen.

De leerling maakt de toets op het opgegeven moment, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn

De onderbouw: klas 1,2,3 havo/vwo en klas 1en 2 mavo

TOETSPROTOCOL LYCEUM DE GRUNDEL ( ) 1. Toetsprotocol

Toetsprotocol. leerjaar 1, 2 en 3H/V

Protocol. Toetsing. 17 oktober versie def. na MR

2.2 TOETSDOELEN Toetsen geven leerlingen en docenten inzicht in welke aspecten van het curriculum wel of niet beheerst worden.

Toetsprotocol september 2015

2.Aanleiding. 3.Soorten toetsen. 4. Aantal toetsen. Toetsbeleid Canisius College Inleiding

Toetsprotocol 2018/2019

Afspraken rapportcijfers en overgangscijfers per vak. Algemene uitgangspunten bij de overgangsnormen

Afspraken rapportcijfers en overgangscijfers per vak. Algemene uitgangspunten bij de overgangsnormen

Afspraken over toetsen die in leerjaar 4T meetellen voor het examendossier zijn vastgelegd in het PTA en vallen onder het schoolexamenreglement.

Toetsbeleid IVKO. Visie IVKO in relatie tot toetsen

TOETSBELEID DE FONTEIN BUSSUM versie

Schooljaar

Herkansen en inhalen Sterren College. Dunamare onderwijsgroep

MAVO 3 en 4 cursus

Toetsbeleid en gemeenschappelijke afspraken

PROTOCOL TOETSAFNAME

Protocol Toetsing. voorlopige vaststelling. 08/01/2018 Proces/document Ghita Kolker directeur/bestuurder MR:

Protocol toets afname

Inhoud: 1. Algemeen 1.1 Inhoud en doel van het PTA pagina Het PTA en de wet pagina Bijzondere gevallen pagina Begrippen pagina 2

B. Het schoolexamen (SE) en het programma van toetsing en afsluiting (PTA)

Toelichting op het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) Schooljaar

Toetsregeling Veluws College Walterbosch. Deze regeling bestaat uit vier onderdelen:

SG Newton programma voor toetsing en afsluiting, Cohort Programma voor Toetsing & Afsluiting SG Newton, Hoorn

Overgangsnormeringen HAVO onderbouw

TOETSREGLEMENT JvO. Vanaf 16 maart 2015

Toets- en cijferbeleid Houtens

ALGEMEEN DEEL VAN HET PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. MAVO 3 en 4 cursus

Leerrouteprogramma & Proefwerkprotocol

Toetsreglement. Dr. Nassau College Gieten

B. Het schoolexamen (SE) en het programma van toetsing en afsluiting (PTA)

Koudum. Schooljaar 2014 / 2015 VMBO 3T. Programma van Toetsing en Afsluiting

Examenreglement vestigingseigen deel onder voorbehoud instemming deelraad

Toetsprotocol Secr/Determ/Toetsprotocol HNE 2019 Pagina 1

Overgangsnormeringen VWO onderbouw

Programma voor Toetsing & Afsluiting SG Newton, Hoorn

Toetsbeleid Meander College

REGLEMENT SCHOOLEXAMENS (vestigingseigen deel) SCHOOLJAAR

Toetsbeleid Vechtdal College Dedemsvaart

Inhoud: 1. Algemeen 1.1 Inhoud en doel van het PTA pagina Het PTA en de wet pagina Bijzondere gevallen pagina Begrippen pagina 2

Programma voor Toetsing & Afsluiting SG Newton, Hoorn

Reglement Schoolexamen Gerrit van der Veen College (bijlage bij het Examenreglement ZAAM) klassen HAVO 4, 5 en VWO 4, 5, 6

Toetsbeleid niet-examenklassen

Schoolexamen overzicht

TOETSBELEID. Kwaliteitsstandaard

Schooljaar Toelichting op het Algemeen Programma van Toetsing en Overgang Eerste/Tweede Fase Mavo, Havo, Atheneum en Gymnasium

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

Toelichting examenreglement

1. Voorwoord pag Overzicht indeling studie- en toetsperiodes pag Begrippenlijst pag Overgang pag Herkansing pag.

Protocol studievoortgang

Toetsprotocol. Secr/Determ/Toetsnotitie HNE Pagina 1

Reglement Schoolexamen Gerrit van der Veen College (bijlage bij het Examenreglement ZAAM) klassen HAVO 4, 5 en VWO 4, 5, 6

Toetsreglement Veluws College Walterbosch Deze regeling bestaat uit vier onderdelen:

Ashram College Voortgang & Regels

TOETSPROTOCOL Auteur: Martin Jager

TOETSREGLEMENT JvO. Vanaf 1 augustus 2016

Programma van Toetsing en Afsluiting Leerjaar 3. Basis en kaderberoepsgerichte leerweg, afdeling Dienstverlening en Producten

Toetsregeling Veluws College Walterbosch. Deze regeling bestaat uit vier onderdelen:

Toetsreglement Penta 2014/2015

Budel, Inhoud

Bevorderingsnormen VMBO Wageningen

Ashram College Cijfers & Regels

Programma van toetsing en afsluiting 3 VMBO Vakmanschaproute Techniek basisberoepsgerichte leerweg

College voor Toetsen en Examens; waarborgt de kwaliteit en de organisatie van de examens.

Inhoud. Voorwoord 3 PTA 4 Biologie 5 Economie 6 Kunstvakken 1 7 Maatschappijleer 8 Maatschappelijke stage 9 Sectorwerkstuk 10.

Toets protocol Het Lyceum Rotterdam

PERIODEN VAN HET PTA Periode 1: 1 september t/m 11 november 2016

WELKOM. Informatieavond 4 havo t/m 6 vwo donderdag 4 oktober 2018

Inleiding. Het doel van dit toetsprotocol is:

Leerlingenstatuut. Jac. P. Thijsse College

Toetsreglement Havo Vwo Veluws College Walterbosch

1. Begripsbepaling Organisatie van het schoolexamen Algemene bepalingen Verschillende soorten toetsen

College voor Toetsen en Examens; waarborgt de kwaliteit en de organisatie van de examens.

Inhoudsopgave. 1. Voorwoord. 2. Overzicht indeling studie- en toetsperiodes. 3. Begrippenlijst. 4. Overgang. 5. Herkansing

Examenvoorlichting. 4/ 4

Ouderavonden i.v.m. de voortgang: Ouderavond: 28 of 29 november 2017 Ouderavond: 20 of 21 maart 2018

Toetsreglement Penta 2018/2019

SCHOOLEXAMENREGLEMENT V.M.B.O. THEORETISCHE EN KADERBEROEPSGERICHTE LEERWEG HAARLEM

Toets protocol Axia College Vondellaan 18-19

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

HAVO 4 en 5 Atheneum 4, 5 en 6 cursus

PTA Havo 4 Cohort 2015

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING (PTA), regeling Schoolexamen leerjaar 4 Vwo Het College WEERT versie 1 september 2016

Programma van Toetsing en Afsluiting. Leerjaar 3

ALGEMEEN DEEL VAN HET PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. MAVO 3 en 4 HAVO 4 en 5 VWO 4, 5 en 6 cursus

Kalsbeek College, locatie Bredius september 2016 Woerden. Aan de leerlingen van de examenklassen,

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

Aan de leerlingen in de bovenbouw vmbo-tl van het Carolus Clusius College

Haags Montessori Lyceum EXAMENREGLEMENT Mavo, Havo en Vwo

Programma van Toetsing en Afsluiting Leerjaar 3. Basis en kaderberoepsgerichte leerweg, afdeling Techniek (Vakmanschapsroute)

Programma van toetsing en afsluiting Schooljaar vmbo bb

Schoolexamenwijzer Helicon vmbo

Transcriptie:

Toetsbeleid Schooljaar 2016/2017 HOFSTAD MAVO HAVO Augustus 2016 1

Inhoud INHOUD 2 INLEIDING 3 TOETSING 3 1.1 Doel van toetsing 3 1.2 Toetsvormen, het opgeven van toetsen en weging 4 1.3 Ontwikkelen van toetsen 5 1.4 Ontwikkelen van praktische opdrachten 6 1.5 Afnemen van toetsen 7 1.6 Beoordelen van toetsen 8 1.7 Onregelmatigheden 9 1.8 Afspraken voor het inhalen van toetsen 10 1.9. Rapportages 10 1.10. Klachtenprocedure 11 2

Inleiding Het doel van dit document is om de kwaliteit van onze toetsen en de becijfering daarvan te bewaken, te controleren en zo nodig te verbeteren. Als school willen we waarborgen dat onze toetsen op de juiste manier het onderwijsproces van de leerlingen ondersteunen en leerlingen goed voorbereiden op het school- en centraal examen. Daarnaast vormen de toetsen een goede basis voor het meten van de competenties/vaardigheden van onze leerlingen. Omdat het toetsbeleid een grote rol speelt in de overgang van leerlingen wordt verwezen naar de overgangsnormen van de diverse leerjaren. Deze staan vermeld op onze site en geven een totaaloverzicht van de richtlijnen en criteria die worden gehanteerd in de schoolloopbaan van onze leerlingen. Voor leerlingen van 3 VMBO en 4 VMBO is de toetsing en weging van examenonderdelen en de bijbehorende beoordeling vastgelegd in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Leerlingen krijgen bij de start in hun eindexamentraject jaarlijks voor 1 oktober het PTA uitgereikt. Voor de bovenbouw geldt bovendien een examenreglement dat in lijn zal zijn met de wettelijke regelingen en met dit toetsbeleid. Wanneer zaken niet in het examenreglement zijn opgenomen, dan geldt dit toetsbeleid. De inhoud van de lesstof voor de onderbouw en de planning van de toetsen is opgenomen in het Programma van Toetsing en Doorstroming (PTD). De PTD s zijn te vinden in Magister. Hofstad Mavo Havo, augustus 2016 1. Toetsing 1.1 Doel van toetsing De school toetst regelmatig de schoolvorderingen van de leerling, waarbij de volgende doelen worden nagestreefd: Informatie verzamelen om te kunnen beoordelen of de leerling de leerstof heeft begrepen en kan toepassen. Op basis hiervan kan de docent het onderwijs aan de leerling bijsturen; Beoordelen of een leerling de gestelde leerdoelen heeft gehaald volgens een vooraf vastgestelde norm en op een bepaald niveau. De resultaten worden gebruikt voor relevante beslissingen in de schoolloopbaan van de leerling. 3

1.2 Toetsvormen, opgeven en weging van toetsen 1.2.1 Verschillende toetsvormen Hofstad Mavo Havo maakt gebruik van de volgende toetsvormen: So = schriftelijke overhoring Rep = repetitie Po = praktische opdracht ooopdracht,waaronder Mo = mondelinge overhoring Pr = Presentatie Se = schoolonderzoek = Schoolexamen Een schriftelijke of mondelinge overhoring betreft de lesstof van een les of enkele lessen en wordt van te voren aangegeven. Een repetitie betreft de stof van meerdere lessen en wordt tenminste één week van tevoren opgegeven. In aansluiting op de doelen die wij nastreven met onze toetsen verschuift de nadruk van de onderbouw naar de bovenbouw van schriftelijke overhoringen naar repetities. Schriftelijke overhoringen worden voornamelijk gegeven in klas 1, 2 en 3. De schriftelijke overhoring is bedoeld om essentiële stukjes stof te toetsen die noodzakelijk zijn voor een vervolgstap in de lesstof. In klas 1 en in klas 2 worden toetsweken georganiseerd om te leren omgaan met grotere stukken leerstof, zoals deze ook in de bovenbouw worden getoetst. Praktische opdrachten (waaronder werkstukken) zijn opdrachten die alleen of in groepen gemaakt worden, waarbij zowel het product, de inhoud, als het ontwikkelproces beoordeeld kunnen worden. De leerlingen verzorgen bij diverse vakken presentaties. Dit kan gaan over grotere of kleinere delen van de leerstof. Presentaties (alleen of in groepsverband) vormen een belangrijk onderdeel binnen het competentiegerichte onderwijs, dat de school verzorgt. Een schoolexamen is een wettelijk vastgestelde vorm van toetsen, waarbij de school de bevoegdheid heeft zelf de organisatie te verzorgen, maar een en ander wel dient vast te leggen in de vorm van een PTA. De voorwaarden hiervoor zijn vastgelegd in een examenreglement. 1.2.2 Afspraken over het opgeven van toetsen Om het toetsbeleid goed te kunnen uitvoeren en handhaven gelden de navolgende afspraken. Deze afspraken worden gecommuniceerd met de leerlingen en hun ouders. Repetities moeten tenminste één week van tevoren worden opgegeven; Werkstukken, Pr s en andere Po s dienen minimaal drie weken van tevoren te worden opgegeven, zodat er voldoende tijd beschikbaar is om aan de vooraf gestelde criteria te voldoen; 4

Voor alle leerjaren TL en havo geldt dat er per week maximaal zeven repetities mogen worden gegeven, per dag maximaal twee repetities. Tevens mogen er maximaal twee So s per dag worden afgenomen (naast de twee repetities); Voor de bovenbouw (3 VMBO en 4 VMBO) is het PTA leidend en worden SE-weken georganiseerd. Ook voor de onderbouw worden twee toetsweken georganiseerd waaraan alle (examen-)vakken dienen mee te doen; Het is niet toegestaan om in dezelfde week waarin een SE- of proefwerkweek valt, een SO of repetitie af te nemen die handelt over nieuwe lesstof. Het is wel toegestaan een toets af te nemen, als deze gaat over dezelfde lesstof die ook in het SE of in de proefwerkweek wordt gevraagd. De toets kan als aanvullend op het SE of proefwerk worden beschouwd. Voor de onder- en bovenbouw kunnen geen toetsen worden afgenomen op de dag direct aansluitend op een van de volgende vakanties: herfst-, kerst-, voorjaars- en meivakantie. Voor deze dagen geldt: huiswerkvrij. Docenten zetten opgegeven repetities en So s in Magister. De docent kan in Magister zien of er een repetitie of een So voor een ander vak op een bepaalde dag is opgegeven. Al opgegeven repetities en/of SO s hebben voorrang boven (nog) niet opgegeven repetities en/of SO s. 1.2.3 Weging De toetsvormen verschillen in zwaarte en inhoud. Dit wordt tot uitdrukking gebracht in de wegingsfactor voor het berekenen van het gemiddelde cijfer dat bepalend is voor de bevordering. Hierbij is het volgende van kracht: So, Mo en Po s hebben wegingsfactor 1; Repetities en werkstukken hebben wegingsfactor 3; Voor de Havo zijn, in overleg met Hofstad Lyceum wegingsfactoren van 4 of 5 toegestaan; De weging van SE s wordt vermeld in het PTA. 1.3. Ontwikkelen van toetsen 1.3.1 Algemene uitgangspunten Voor het ontwikkelen van toetsen hanteren we de volgende richtlijnen: Een toets moet valide zijn, wat betekent dat de toets kennis en vaardigheden van de behandelde lesstof bevat en dat de stof evenredig aan bod komt; Een toets moet objectief zijn door de eenduidige vraagstelling en voldoende onafhankelijke (niet aan elkaar gekoppelde) vragen; Van te voren is de normering voor de toets helder; het is duidelijk hoe het cijfer zal zijn opgebouwd en hoe het toetsresultaat meetelt bij het rapportcijfer (de normscores zijn per vraag aangegeven op het vragenblad in de kantlijn); 5

De toets is afgestemd op de doelgroep. Dit kan door de moeilijkheidsgraad en de hoeveelheid vragen te variëren, zodanig dat er een passende verhouding ontstaat tussen kennisvragen (reproductie), inzichtvragen en probleemoplossende vragen (productie); Van oude toetsen wordt nagegaan of deze in overeenstemming zijn met onze uitgangspunten en deze toetsen worden zo nodig aangepast aan de geldende normen van de school; Voornoemde uitgangspunten gelden tevens voor toetsen die door de methoden die de secties hanteren, worden aangeleverd; De tijd die nodig is voor afstemming van toetsen maakt onderdeel uit van het sectieen /of vakgroepoverleg. Bovendien moeten dergelijke afspraken vastgelegd worden in het PTD/ of PTA; Alle toetsen worden aangeleverd in lettertype Arial 12. 1.3.2 Procedure Bij de ontwikkeling hanteren we de onderstaande afspraken: o o o Toetsen worden afgestemd met vakcollega s; Een exemplaar van iedere toets wordt ingeleverd bij de teamleider. De sectieleider is samen met de lesgevende docenten binnen het vakgebied verantwoordelijk voor het archiveren van de toetsen. Het gaat hierbij vooral om het examenwerk in klas 3 en 4 TL. Ditzelfde geldt voor de praktische opdrachten. 1.4. Ontwikkelen van praktische opdrachten 1.4.1 Algemene uitgangspunten Voor een praktische opdracht gelden, naast de hierboven beschreven richtlijnen, aanvullende aandachtspunten: In de opdracht staat duidelijk verwoord waar het eindproduct aan moet voldoen; bijvoorbeeld de grootte van het eindproduct; de vorm van het eindproduct en overige randvoorwaarden; In de opdracht staat vermeld van welke bronnen leerlingen gebruik kunnen maken(digitaal/ hard copy); De beoordelingscriteria van het eindproduct zijn helder voor de leerling: In welke mate wordt de inhoud beoordeeld; In welke mate en op welke vaardigheden wordt er beoordeeld; In welke mate wordt de vormgeving beoordeeld; Ingeval van groepswerk is helder hoe de groepsindeling tot stand zal komen; Ingeval van groepswerk is bepaald of het cijfer voor de groep als geheel geldt of dat er onderscheid wordt gemaakt naar de individuele leerling; 6

Ingeval van vakoverstijgende opdrachten is helder hoe het cijfer meetelt bij de diverse vakken. 1.4.2 Procedure De te hanteren procedure is de volgende: o o Praktische opdrachten worden afgestemd met vakcollega s; Een exemplaar van iedere toets wordt ingeleverd bij de teamleider 1.5. Afnemen van toetsen 1.5.1 Algemene uitgangspunten Bij het afnemen van de verschillende toetsen dienen een aantal spelregels in acht te worden genomen. Hierbij denken we aan: Het leren voor toetsen of het maken van praktische opdrachten, ontslaat de leerling niet van het maken en leren van ander opgegeven huiswerk. Planning van werk, al dan niet in samenspraak met de leerlingen, is daarom essentieel. Daaraan wordt tijdens mentorlessen aandacht besteed; Per periode (van ca tien weken) krijgen leerlingen uit leerjaar 1 en 2 minimaal het aantal toetsen per vak volgens de formule aantal lesuren per week+1. Per 3 cijfers dient minimaal 1 repetitie of praktische opdracht te worden gegeven. Dit geeft een representatiever rapportcijfer; Wanneer er sprake is van een repetitieperiode / SE-periode, dan maakt de school minimaal twee weken van te voren het repetitierooster / SE-rooster bekend aan de leerlingen; Voor de onderbouw wordt tweemaal per schooljaar een repetitieweek georganiseerd. De leerlingen hebben maximaal drie repetities per dag. Na het maken van de repetities is er zo mogelijk en gewenst overleg met de vakdocent, aangezien het geven van de juiste feedback essentieel is voor het leerproces. De leerlingen hebben verder die dagen geen les volgens het rooster; Indien de leerling buiten zijn schuld om een toets heeft moeten maken in omstandigheden die hem onevenredig hebben belemmerd, dan zal daar bij de beoordeling van deze toets rekening mee worden gehouden, dan wel mag de toets worden overgemaakt; ter beoordeling van de vakdocent; Wordt een toets bewust niet gemaakt (dit betreft een leerling die ongeoorloofd afwezig is), mag in de onderbouw het cijfer 1,0 worden toegekend. Tijdens de herkansingsdagen (zie 1.8.2) kan de toets worden ingehaald tot maximaal een 6,0. Een leerling in 3 TL -waarbij al het gemaakte werk meetelt voor het examenverspeelt een herkansing bij het bewust missen van toetsen. De leerling is er zelf verantwoordelijk voor om al het gemiste werk in te halen. Wanneer een docent afwezig is op het moment van de repetitie, door ziekte of andere onverwachte omstandigheden, dan moet er na terugkeer met de leerlingen een 7

nieuwe afspraak gemaakt worden voor de afname van de betreffende repetitie. Dan geldt niet de regel van 1 week van te voren opgeven. 1.5.2. Procedure bij repetitieweken en schoolexamens Ook hiervoor gelden een aantal afspraken. De belangrijkste zijn: De docent overhandigt het aantal benodigde toetsen in enveloppen, volgens het rooster ingedeeld, tenminste drie werkdagen van te voren aan de betreffende functionaris. Ingeval van de normale repetitieweek kan dat een teamleider zijn. Ingeval van examens wordt dit werk op tijd bij de examensecretaris ingeleverd; 1.6 Beoordelen van toetsen 1.6.1 Algemene uitgangspunten We hanteren hierbij de volgende uitgangspunten: Een docent beoordeelt, met pen, een toets binnen uiterlijk vijf schooldagen nadat deze is afgenomen, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen; Vakantiedagen en andere geplande vrije dagen worden hierin niet meegerekend; Zowel in de onderbouw als in de bovenbouw wordt niet gecijferd met cijfers lager dan een 1,0 (dit geldt ook voor de rapporten); Een leerling heeft recht op inzage in zijn toets en op kennis van de wijze waarop de beoordeling tot stand is gekomen; Toetsen worden altijd nabesproken. Dit kan klassikaal, maar desgewenst ook individueel; Indien de leerling het niet eens is met de beoordeling moet hij dit terstond na inzage kenbaar maken aan de docent die de toets heeft beoordeeld. In een gesprek proberen beide partijen tot een vergelijk te komen; Docenten dienen te allen tijde zorgvuldig om te gaan met het gemaakte werk. Wanneer werk zoek is geraakt of beschadigd is dan dient dit door de docent gemeld te worden aan de teamleider. De leerling(en) moet(en) het werk nogmaals maken. Het werk in de Havo/TL klassen wordt beoordeeld op 2 niveaus, dit houdt in, dat er ook twee cijfers op het rapport staan (TL-cijfer en Havo-cijfer). De normering van de toetsen is een taak van de vaksecties. 1.6.2. Procedure Ook hier gelden weer enkele belangrijke afspraken: De resultaten van de toets worden meteen in Magister gezet; De toets wordt nabesproken en leerlingen krijgen de kans vragen te stellen. Leerlingen mogen binnen dezelfde les commentaar geven op de beoordeling; Ingeval van gedifferentieerde toetsen noteert de docent het percentage goed gemaakte vragen op beide getoetste niveaus. 8

1.7. Onregelmatigheden 1.7.1 Algemene uitgangspunten We hanteren de navolgende uitgangspunten: Onder onregelmatigheden verstaan we die gevallen waardoor leerlingen op onrechtmatige wijze inhoud van antwoorden op toetsvragen en praktische opdrachten hebben verkregen of weergegeven; Denk m.n. aan spieken, afkijken bij anderen, inhoud kopiëren van andere leerlingen of van het internet. Ook het niet inleveren van Po s op de gestelde inleverdatum wordt gezien als onregelmatigheid; Wanneer er sprake is van onregelmatigheden tijdens toetsen of bij ingeleverd werk door leerlingen wordt dit door de docent gemeld bij de betreffende teamleider; De teamleider bepaalt na overleg met deze docent welke sanctie moet worden toegepast; De volgende sanctie wordt toegepast: Er wordt een 1,0 toegekend; In voornoemde situaties gaan wij er van uit dat de docent er alles aan doet om onregelmatigheden bij de leerlingen te voorkomen, bijv. door leerlingen die bijvoorbeeld de indruk wekken te spieken, nadrukkelijk te waarschuwen. In geval van onregelmatigheden gaat er een standaardbrief van de teamleider mee naar de ouders. Deze moet ondertekend worden geretourneerd; Het niet aanwezig zijn van een leerling tijdens het afnemen van een toets is geen onregelmatigheid zoals hierboven beschreven. In 1.8 staat wat er moet gebeuren. 1.7.2 Procedure In geval van onregelmatigheden overlegt de teamleider met de docent en de leerling en wordt er een passende maatregel getroffen; bij onregelmatigheden in 3 en 4 vmbo wordt er gehandeld conform het examenreglement. 1.8. Afspraken voor het inhalen van toetsen 1.8.1 Algemene uitgangspunten Leerlingen mogen werk dat wegens ongeoorloofd verzuim niet is gemaakt, binnen twee weken na het oorspronkelijke toetsmoment alsnog maken. Het werk wordt op dezelfde manier beoordeeld en becijferd als dat door overige leerlingen is gemaakt. Voor leerlingen in de onderbouw neemt de docent het initiatief om de toets te herplannen. Voor nog niet gemaakt werk dient in Magister INH te worden vermeld; het toekennen van een 1,0 is niet toegestaan. Van leerlingen van klas 3 en 4 wordt, zoals eerder in dit document aangegeven, het initiatief van de leerling verwacht. Docenten spreken deze leerlingen wel aan op deze eigen 9

verantwoordelijkheid en letten er wel op of het werk daadwerkelijk wordt ingehaald. Wanneer een leerling dit niet binnen twee weken na dit moment doet terwijl hij/zij daar wel toe in staat is, wordt de toets tijdens de eerstvolgende les gemaakt. Wanneer de leerling langer afwezig is geweest en voor meer vakken achterstanden heeft, dan spelen de mentor en de teamleider een rol om de leerling te helpen de achterstanden in kaart te brengen en in overleg met de leerling een inhaalschema vast te stellen. De leerling moet zich dan aan dit schema houden. Het inhalen van de toetsen buiten de lessen om is uiteraard mogelijk. Wel dient er dan surveillance van een docent te zijn. Praktisch betekent dit, dat een leerling geen toetsen op de brug of in de gang kan maken. 1.8.2. Herkansingsmomenten Iedere leerlaag (met uitzondering van 4 TL) heeft per schooljaar verschillende mogelijkheden voor het herkansen van toetsen. Voor 1 TL, 2 TL en de havo-stroom is er aan het einde van iedere repetitieweek één mogelijkheid om een repetitie van welk vak ook te herkansen tot maximaal een 6,0. De herkansingsmogelijkheid wordt ruim van te voren aangegeven. Voor 3 TL bestaat de mogelijkheid om na de herkansing van SE 2 een vak te herkansen uit de periode van SE 1 en SE 2. Dit mag echter geen vak zijn dat in de reguliere herkansingsperiode al is herkanst. 1.9 Rapportages 1.9.1 Non-cognitieve rapportage Het Nederlandse onderwijssysteem besteedt steeds meer aandacht aan vaardigheden van leerlingen. Deze zijn van belang als aanvulling op de cognitieve resultaten van de leerling. De beoordeling van een aantal basisvaardigheden wordt dan ook opgenomen in de periodieke rapportages over de leerling. Het is de bedoeling dat deze rapportages worden ingevoerd in Magister. De beoordeling van inzet, inzicht en gedrag van de leerling wordt niet in cijfers uitgedrukt. We hanteren de volgende normering: O = Onvoldoende T = Twijfelachtig V = Voldoende G = Goed 1.9.2 Procedure Docenten vullen de non-cognitieve rapportage voor hun klassen/groepen in, voorafgaand aan de deadline voor het invoeren van de cijfers van een periode. De administratie draagt zorg voor leerlingenrapportages uit Magister/Pdf in ELO. Aan het einde van elke periode vindt een cijferbespreking plaats op basis van de leerlingenrapportages uit Magister en de non-cognitieve rapportage. Deze cijferbespreking vindt plaats tussen teamleider en mentor. 10

Halverwege een periode vindt er een leerlingbespreking plaats, hierbij zijn alle lesgevende docenten aanwezig. 1.9.3. Programma WOLF van CITO voor schoolexamens Aan het einde van elk examenjaar willen we op basis van de door de leerlingen behaalde cijfers voor het CE en SE analyseren wat de kwaliteit is van onze schoolexamens. Ons doel is dat er per vak maximaal 0,5 punt verschil mag zitten tussen de gemiddelde cijfers SE en het cijfer CE. Voor deze analyse maken we gebruik van het computerprogramma WOLF van het CITO. 1.9.4. Procedure Na afloop van elke examenperiode wordt een analyse van de schoolresultaten gedaan m.b.v. WOLF door de teamleider van dat examenjaar. 1.10. Klachtenprocedure Wanneer er klachten zijn over toetsen of becijfering gaan leerlingen en/of ouders in principe rechtstreeks in gesprek met de docent. Een mentor kan hierbij eventueel bemiddelen. Wanneer deze partijen er niet uitkomen wordt de teamleider betrokken bij de situatie. Wanneer deze ook niet tot een aanvaardbare oplossing kan komen met de leerling en/of ouders dan kan de directeur bemiddelen. Een dergelijke procedure past binnen het principe, van de lerende organisatie. 11