Integrale Milieuanalyse Vlaamse Voedingsnijverheid 2017 Afsluiting Doelgroepprogramma Vlaamse voedingsnijverheid (2011-2016) en Voorstelling IMA voeding 2017 28 maart 2017
Inleiding IMA Voeding 2017 is een update van de IMA voeding 2012 Data tot en met 2014 Aantal indicatoren zijn weggevallen aangezien de data er niet meer voor verzameld worden (bv. hoeveelheid geloosd afvalwater) of bepaalde indicatoren niet meer berekend worden (bv. metaalequivalenten) Sommige dataverzameling gebeurt nu op een andere manier dan in het verleden (bv. data rond afval en materialen)
Inleiding Afbakening sector Indeling van de sector volgens NACE-BEL 2008 Code 10: vervaardiging van voedingsmiddelen inclusief diervoeders (10.9) inclusief ambachtelijk brood- en banketbakkerijen (10.712) exclusief detailhandel in vlees en vleesproducten in gespecialiseerde winkels (47.22) exclusief detailhandel in brood, banketbakkerswerk en suikerwerk in gespecialiseerde winkels (47.24) Code 11: vervaardiging van dranken In de rapportering van milieudata wordt vaak NACE-BEL code 12 vervaardiging van tabaksproducten meegenomen.
Inleiding
Inhoud IMA Voeding 2017 1. Socio-economische toestandsbeschrijving 2. Milieudruk 2.1 Energiegebruik 2.2 Waterverbruik 2.3 Emissies naar de omgevingslucht 2.4 Lozingen in het water 2.5 Afval en materialen 2.6 Hinder 3. Milieumanagement 4. Milieuprofiel en eco-efficiëntie van de voedingsnijverheid
1. Socio-economische toestandsbeschrijving Vervaardiging van bakkerijproducten en deegwaren is grootste subsector zowel qua aantal inrichtingen als arbeidsplaatsen, gevolgd door vervaardiging van andere voedingsmiddelen. Grootste aantal voedingsbedrijven in Antwerpen, West- Vlaanderen en Oost-Vlaanderen. Productie-index Omzet: 38,1 mld Toegevoegde waarde: 7,6 mld Investeringen: 940 mio
2.1. Energiegebruik De voedingssector stond in voor 11% van het industrieel energiegebruik (in 2014). Energiegebruik: De sector realiseerde tss. 2005 en 2014 een ecoefficiëntieverbetering in haar energetisch verbruik (- 14% energiegebruik per productie-index).
Energiedragers : Tussen 2000 en 2014 was er een verschuiving van petroleumproducten (-58%) naar elektriciteit (+35%) en gassen (+60%). En een afname van vaste brandstoffen (-26%) en een veelvoudige toename van biomassa. 26 bedrijven hadden WKK, en ten minste 15 bedrijven een installatie voor groen stroom (excl. zonnepanelen). Deze produceerden biogas.
2.2 Waterverbruik De voedingssector verbruikte in 2013 nog 53,09 mio m³ water (voor de verschillende toepassingen en koelwatergebruik), dat is 14% minder dan in 2005. Eco-efficiëntieverbetering:
Verbruik naar toepassing of bron: Evolutie verschillende waterbronnen en toepassingen (2005-2013): Afname van gebruik oppervlaktewater (-39%), grondwater (- 15%) en koelwater (-51%) Toename van gebruik van drinkwater (+18%), hemelwater +72%) en ander water (103%)
2.3 Emissies naar de omgevingslucht Broeikasgassen (CO 2, CH 4, N 2 O, HFK s, PFK s & SF 6 ) Uitstoot broeikasgassen in CO 2 -equivalenten: Ten opzichte van 2005 stootte de voedingssector 3% meer CO 2 en CO 2 -eq. uit. Ze verminderde haar uitstoot per productie-index met 22%.
Verzurende emissies (NH 3, NO X en SO 2 ) De voedingsnijverheid stootte ongeveer 1.532 ton NO X en 705 ton SO 2 uit in 2014. Potentieel verzurende emissie in zuurequivalenten: Tussen 2005 en 2014 nam de uitstoot van de potentieel verzurende stoffen (in zuureq.) per productieindex af met 74%.
Fotochemische stoffen (NMVOS) De voedingsnijverheid emitteerde 2.436 ton NMVOS, wat ongeveer 9% is van de totale industriële uitstoot. Eco-efficiëntieverbetering NMVOS (in TOFP):
Milieugevaarlijke stoffen zware metalen (As, Cd, Cr, Cu, Hg, Ni, Pb & Zn) Uitstoot zware metalen: De sterkste afnames waren voor de uitstoot van Ni (-98%), As (-63%), Zn (-54%) en Cu (-53%).
Milieugevaarlijke stoffen Fijn stof (totaal stof, PM10, PM2,5) Het aandeel van de voedingssector in de industriële emissies van fijn stof lag in 2014 op 6%. De emissies van totaal stof, PM10 en PM2,5 namen met respectievelijk 30%, 38% en 36% af tussen 2005 en 2014. Eco-efficiëntieverbetering totaal stof:
2.4 Lozingen in het water Lozingen van verontreinigden stoffen (BZV, CZV en zwevende stoffen) Het aandeel van de voedingssector in de industriële lozingen van BZV was 66% in 2014. Dat van CZV was kleiner namelijk 39%. Lozingen BZV en CZV:
Lozingen van vermestende stoffen (N & P) Lozingen stikstof en fosfor: Wanneer deze lozingen worden omgezet naar vermestingseq. dan zijn de lozingen ten opzichte van 2005 met 40% gedaald. Er werd een grote eco-efficiëntieverbetering gerealiseerd, met een afname van 55% in de uitstoot van vermestende stoffen per productie-index.
Lozingen van verontreinigende stoffen zware metalen (As, Cd, Cr, Cu, Hg, Ni, Pb, Zn) Lozingen zware metalen:
2.5 Afval en materialen Afvalproductie.
Belangrijkste afvalsoorten: 2009: afval van plantaardige of dierlijke oorsprong (40,6%) afval van afvalwaterbehandeling (22,9%) niet elders in te delen afval (16,7%) 2014: afval van plantaardige of dierlijke oorsprong (53,9%) afval van afvalwaterbehandeling (25,5%) afval van delfstoffen en mineralen (4,2%)
Verwerkingswijzen (2014):
2.6 Hinder: licht, geur en geluid Geen concrete data voor voedingsnijverheid. Enkel op basis van Schriftelijk LeefomgevingsOnderzoek (4 onderzoeken op 12 jaar tijd) Geen specifieke cijfers voor sector wat betreft lichthinder Aandeel extreem tot ernstig gehinderden wat betreft geurhinder voor subcategorie voedings- en drankenindustrie en veevoederbedrijven blijft over verschillende SLO-metingen constant Voor slachterijen, verwerken van dierlijk afval, vetsmelterijen is er een significante daling van 0,8% tot 0,3% (SLO0 en SLO3) Aandeel tamelijk tot extreem gehinderden wat betreft geurhinder vertoont zelfde trend als hierboven. Geen specifieke cijfers wat betreft geluidshinder.
3. Milieumanagement 3.1 Milieuzorgsystemen Geen data beschikbaar rond aantal (voedings)bedrijven die over ISO 14001 beschikken. In Vlaanderen zijn er geen voedingsbedrijven met EMASverificatie. Er waren wel een aantal voedingsbedrijven die een milieuof duurzaamheidscharter hadden.
3. Milieumanagement 3.2 Samenwerkingsinitiatieven overheid-voedingsindustrie DGP Voedingsnijverheid Energiebeleidsovereenkomsten Deze EBO s zorgen voor verankering van en voor blijvende energie-efficiëntie in de Vlaamse energie-intensieve industrie (VER-bedrijven ((bedrijven onderhevig aan Europees emissiehandelssysteem) & de niet-ver-bedrijven). De deelnemende bedrijven moeten hun processen laten doorlichten en een energieplan opstellen om maatregelen met een bepaalde terugverdientijd te laten uitvoeren. Er zijn 64 voedingsbedrijven toegetreden tot de EBO voor niet VER-bedrijven en 30 aan de EBO voor VER-bedrijven.
3. Milieumanagement 3.2 Samenwerkingsinitiatieven overheid-voedingsindustrie Andere initiatieven zijn OVOCOM en VAL-I-PAC/FOST-PLUS. Maar ook de publicatie van het tweede duurzaamheidsverslag van de voedingsnijverheid in 2014 door FEVIA en een MVOduurzaamheidsrapport door BELGAPOM en FENAVIA (2015). De Vlaamse Regering en de verschillende ketenpartners ondertekenden de Ketenroadmap voedselverlies in 2015. Daarnaast lanceerde BEMEFA in 2011 haar charter Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
3. Milieumanagement 3.3 Milieu-innovatie Aantal BBT s studies gerelateerd aan de voedingssector Haalbaarheidsstudie: een CO 2 -, water- en afvalneutrale Vlaamse Voedingsnijverheid tegen 2030
4. Milieuprofiel en eco-efficiëntie van de voedingsnijverheid 4.1 Milieuprofiel van de sector Tabel met overzicht van alle besproken milieu-indicatoren uit de IMA. Aandeel van de voedingssector t.o.v. gehele industrie Aandeel industrie in Vlaanderen Evolutie van indicator voor voedingssector Evolutie van indicator voor industrie Figuur: aandeel van industrie en van voedingssector in Vlaanderen (=100) Figuur: eco-efficiëntie van de indicator per productieindex voor industrie en voedingssector (2005=100)
4. Milieuprofiel en eco-efficiëntie van de voedingsnijverheid
4. Milieuprofiel en eco-efficiëntie van de voedingsnijverheid 4.2 Eco-efficiëntie van de voedingsnijverheid
Bedankt voor uw aandacht! Zijn er nog vragen?