ARRONDISSEMENTALE STAFDIENST STAFAFDELING BEVEILIGING BEWAKING & VERVOER DIENSTVOORSCHRIFT. 6 september idssianalen;, :ing) G ik ontische-

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Richtlijn optische- en geluidssignalen DV&O, vers!e

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Brancherichtlijn. Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio s

Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen

BRANCHERICHTLIJN OPTISCHE EN GELUIDSSIGNALEN MINISTERIE VAN DEFENSIE

Landelijke Brancherichtlijn Verkeer Rijkswaterstaat

Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 wordt als volgt gewijzigd:

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Theorieboek. rijbewijs A

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Brondocument theorie-examen HAP-chauffeur

Brancherichtlijn Optische & Geluidssignalen

Schriftelijke instructie verkeersregelaars bij Evenementen

Het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 wordt als volgt gewijzigd:

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen brandweer 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Reddingsbrigade. Versie 1.0, november 2007

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Brancherichtlijn optische en geluidssignalen Brandweer

Geachte heer Huizing,

Provinciaal blad van Zuid-Holland

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Emiel Sanders Staf IR Henny Kennedy TL IR Peter Damen TL IR John Monsieurs TL IR

Oefenen met optische en geluidssignalen op de openbare weg

Wijzigingen in het projectteam

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Spoedeisende medische hulpverlening

Raadsstuk. Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

Volledige technische uitvoering van de optische en akoestische signaleringsinstallatie voor brandweervoertuigen + checklist.

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor

dat bij Koninklijk Besluit van 12 augustus 1978, Staatsblad 458, is vastgesteld het Besluit wegslepen van voertuigen;

Rapport. Datum: 5 januari 2005 Rapportnummer: 2005/002

DOCENDI Algemene Voorwaarden

Datum 22 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de uitzending Ongelukkige Spoed

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Brancherichtlijn Optische en geluidssignalen spoedeisende medische hulpverlening

B&W 7 september 2010 Gemeenteblad

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Spoedeisende medische hulpverlening

Rapportage m.b.t. de inhoud van de standaard rijopleiding voor bestuurders van een hulpverleningsvoertuig.

AH. MA. Gemeente Oirschot ^ L INGEKOMEN ^ - 6 JAN 2009 PUBL BRAND WEER BUR6 IBIAZOBJ WB. uw kenmerk. ons kenmerk. BAMM/U Lbr.

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Regeling verplaatsingen te voet defensie. Versie 1,

1.1 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (uittreksel)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Beleidsregels ontheffingsverlening parkeerschijfzone kernwinkelgebied Raalte

BELEIDSREGELS ONTHEFFINGEN PARKEERSCHIJFZONE DEDEMSVAART CENTRUM

Certificeringssysteem voor rijinstructeurs bestuurder voorrangsvoertuig

Datum 16 januari 2012 Onderwerp Beantwoording van Kamervragen over het bericht zwaar transport negeert regels

De citeertitel is door de wetgever vastgesteld.

Brancherichtlijn Optische & Geluidssignalen. Dienst Bedrijfsbeveiliging Tata Steel. Februari 2014 Versie 1.0

Regeling beoordelingsgesprekken O2A5

Reglement juridisch advies en bijstand

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van IenW/BSK-, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014

Nota van B&W. In 2009 zijn er 199 ontheffingen verleend op basis van deze artikelen. Probleemstelling

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen het Nederlandse Rode Kruis

Beleidsregels toewijzen individuele gehandicaptenparkeerplaatsen Wijk bij Duurstede 2013

1e druk, 4e oplage, februari Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) ISBN:

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen

VERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden.

Voorrangssignalen tegen het licht gehouden

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

Het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer wordt gewijzigd als volgt:

Raadsbesluit 2014/.Ö?.5.(

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

3. De korpsbeheerder deed de klacht bij beslissing van 22 februari 2007 af, waarbij hij beide klachtonderdelen ongegrond verklaarde.

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2018

Verordening op het parkeren 2007

Toelichting op de beleidsregel voor het verlenen van ontheffingen voor de polderwegen in de Zuidpolder

Verkeersreglement. E.M. Treur en Zn. BV

De raad van de gemeente Valkenswaard in zijn openbare vergadering van 16 december 2009;

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Permanent verkeersbesluit aanleg voetgangersoversteekplaatsen Ospel

Raadsvoorstel

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen

wijziging van het Barp in verband met de invoering van de wet op de medische keuringen

Voorrangsvoertuigen! Wie, wat en wanneer?

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Beleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaatsen Geertruidenberg

Zie

Van hulpverlener naar verdachte. Een onderzoek naar de juridische aspecten van ongevallen met voorrangsvoertuigen

Datum 30 april 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over ongevallen met voorrangsvoertuigen van de politie, brandweer en ambulance

GEMEENTE SCHERPENZEEL

Verordening parkeerbelastingen Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2016 (Verordening parkeerbelastingen 2016)

Geldende tekst bij SB No. 4 z.a. gewijzigd bij SB 2008 no. 134 en inwerking getreden m.i.v. 11 november 2008.

Nieuws van het. Kenniscentrum. Voorrangsvoertuigen. Wijziging in het projectteam. In dit nummer:

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet, B E S L U I T:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

Transcriptie:

t 1 idssianalen;, 6 september 2000 j ARRONDISSEMENTALE STAFDIENST STAFAFDELING BEVEILIGING BEWAKING & VERVOER :ing) G ik ontische- * DIENSTVOORSCHRIFT

(Beperking) Gebruik optische- en geluidssignalen 6 september 2000 DIENSTVOORSCHRIFT STAFAFDELII JG BEVEILIGING BEWAKING & VERVOER ARRONDISSEMENTALE STAFDIENST

ARRONDISSEMENTALE STAFDIENST STAFAFDELING BEVEILIGiNG BEWAKING & VERVOER DIENSTVOORSCHPIFT 6 september 2000 (Beperking) Gebruik optische- en ge1uidssia]en Overweging De praktijk heeft duidelijk aangetoond, dat het rijden soms met Vrij hoge snelheid met gebruikmaking van optische en geluidssignalen niet zonder gevaren is voor inzittenden van (politie)voertuigen en andere weggebruikers. In verband daarmee bestaat de behoefte de richtlijnen met betrekking tot het gebruik van deze bijzondere signalen bij dienstvoorschrift vast te stellen. Er zijn gevallen bekend, waarin bestuurders van (politie)voertuigen meer dan aanvaardbare risico s namen, of dat andere weggebruikers niet (juist) reageerden op de optische- en geluidssignalen, met als gevolg lichamelijk letsel enlof (zware) materiële schade. In dit licht bezien is het noodzakelijk richtlijnen te geven, enerzijds om het gebruik van de optische- en geluidssignalen te beperken tot de hoogst noodzakelijke gevallen, anderzijds om ten aanzien van het gebruik de groots mogelijke duidelijkheid te verschaffen. In dit dienstvoorschrift wordt ingegaan op de wijze waarop de bevoegdheden geïnterpreteerd moeten worden en door wie. Bovendien worden de hieraan verbonden verplichtingen voor een ieder duidelijk gemaakt. Rode draad in de regelgeving is dat gebruik mag worden gemaakt van signalen bij het uitoefenen van een dringende taak, waarbij sprake moet zijn van een acute noodsituatie. U zult derhalve in dit voorschrift de volgende hoofdstukken aantreffen: 1. Algemeen; 2. Daadwerkelijk gebruik signalen; 3. Vaststelling bevoegdheid; 4. Wijze uitvoering gebruik; 5. Misbruik; 6. Aansprakelijkheid bij gebruik signalen; 7. Opleiding en instructie; 8. Procedure gebruik optische- en geluidssignalen. Pagina 1 van 6

1. Algemeen In verband met de (politiële) taakvervulling kan het nodig zijn, dat de bestuurder van een BB&V-voertuig afwijkt van de normaal geldende verkeersregels. Zo heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat de bestuurders van BB&V-voertuigen, voor zover het voor een goede uitoefening van de (politie)taak noodzakelijk is, ontheffmg verleend van een aantal in het R.V.V. 1990 opgesomde verplichtingen. Aan de ontheffmgen heeft de Minister geen verdere voorwaarde met betrekking tot een opvallende verplaatsing van het BB&V-voertuig verbonden. De wetgever heeft echter wel eisen gesteld aan het voeren van optische- en geluidssignalen door BB&V voertuigen. Deze signalen dienen ter kenbaarmaking van de vervulling van een dringende taak. 2. Daadwerkelijk gebruik signalen Met betrekking tot het gebruik van signalen gaan wij hier slechts in op het gebruik van de optische- en geluidssignalen, waarbij tevens het afzonderlijk gebruik ter sprake komt. 2.1. Optische- en geluidssignalen De basis voor het voeren van optische en geluidssignalen door motorrijtuigen ten dienste van de BB&V is te vinden in artikel 29 R.V.V. 1990. Deze signalen mogen evenwel uitsluitend gebruikt worden indien er sprake is van de vervulling van: een dringende taak en dat dit door het voeren van de signalen kenbaar gemaakt wordt. 2.1.1. Als drincende taken (aanleiding, noodzaak) kunnen worden aangemerkt: a. gevallen van emstige aanranding van lijf, eerbaarheid of goed, of dreigend gevaar daarvoor; b. andere voorvallen, waarbij het leven van een mens onmiddellijk gevaar loopt; c. andere gevallen die door de afdeling (wachtcornmandant), of door de bestuurder van het BB&V voertuig, als dringende taak worden aangemerkt. In deze situaties dient te worden gedacht aan een onbeheersbare situatie in het gedetineerdencompartiment waardoor dit compartiment dient te worden betreden door de transporteurs. Hierbij kan worden gedacht aan een vechtpartij, een suïcidale poging van de gedetineerde, brand etc. Voorts dient onder de noemer calamiteit gedacht worden aan de gedetineerde die onwel wordt tijdens het transport. Indien zich een dergelijk voorval voordoet, zal er sprake zijn van een levensbedreigende situatie. 2.1.2. Artikel 50 R.V.V. 1990 Weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoermig voor laten gaan. Volgens artikel 1. van het R.V.V. 1990 is een voorrangsvoertuig: een motorvoertuig dat de optische- en geluidssignalen voert als bedoeld in artikel 29 R.V.V. 1990. Hierbij dient te orden opgemerkt dat de signaalgever (het voertuig dat signalen voert) geen voorrang neemt, maar voorrang van de medeweggebruiker(s) dient te krijgen. 2.1.3. Artikel29R.V.V. 1990 1. Bestuurders van motorvoertuigen ten dienste van de 33&V voeren blauw zwaai- of knipperlicht en een tweetonige hoorn om kenbaar te maken dat zij een dringende taak vervullen. 2. Het is de in het eerste lid genoemde bestuurders verboden de in dat lid genoemde signalen te voeren in andere gevallen dan in dat lid genoemd. Pagina 2 van 6

2.1.4. Artikel 91 R.V.V. 1990 Bestuurders van een voorrangsvoertuig mogen afwijken van de voorschriften van dit besluit (R.V.V. 1990) voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist. N.B.: Op grond van artikel 91 R.V.V. 1990 is het toegestaan af te wijken van alle R.V.V.-bepalingen wanneer de signalen worden gevoerd. Men dient echter te allen tijde te handelen binnen het kader van de Algemene Bepalingen (WvW). Gewezen wordt in dit verband op het arrest van de Hoge Raad er Nederlanden van 15 februari 1985,NJ 1985, 425. In dit arrest- het betrof een civiefrechteljke aangelegenheid- oordeelde de Hoge Raad dat het niet is uitgesloten dat het weggedrag van een bestuurder die met ingeschakelde signalen door een rood licht rijdt en vervolgens een andere auto aannjdt onrechtmatig is. 2.2. Optische signalen Een optisch signaal (zwaailicht en/of knipperlicht) alleen kan slechts door een BB&V-voertuig gebruikt worden ter afwending van dreigend gevaar voor andere weggebruikers. In het algemeen dus alleen wanneer het BB&V voertuig stilstaat. Gedacht dient hierbij te worden indien het voertuig aansluit bij een aanrijding van andere voertuigen en dat dan het BB&V voertuig middels de zwaailichten het overige verkeer attendeert op een onveilige situatie. Aan het uitsluitend voeren van de optische signalen kan geen enkele bevoegdheid worden ontleend. 2.3 Geluidssignalen Het gebruik van uitsluitend geluidssignalen is nimmer geoorloofd. 3. Vaststelling bevoegdheid Het gebruik van uitsluitend de optische signalen kan, in de geest van het gestelde onder 2.2., bepaald worden door de chauffeur van een BB&V-voertuig. Aan het gebruik van de optische- en geluidssignalen dienen evenwel strmgentere regels verbonden worden, In de dagelijkse praktijk doen zich situaties voor waarbij, op grond van de in hoofdstuk 2 vermelde bevoegdheden, vastgesteld kan worden dat het gebruik van de optische- en geluidssignalen toegestaan is. Ten einde over het al dan niet rechtmatig gebruik meer duidelijkheid te verschaffen, krijgt de wachtcommandantjgroepschefbb&v, in de door hen vervulde functie, de bevoegdheid te bepalen of bestuurders van BB&V-voertuigen in een zich aandienende situatie de optische- en geluidssignalen al dan niet mogen gebruiken. Bestuurders dienen, alvorens zij daadwerkelijk de optische- en geluidssignalen gaan voeren, hiertoe toestemming hebben verkregen van de wachtcommandant. De wachtcommandant B3&V stelt onverwijld de meldkamer van de Regio Politie Amsterdam-Amstelland op de hoogte van het spoedvervoer. De vaststelling van de bevoegdheid om de optische- en geluidssignalen te mogen gebruiken wordt door de wachtcommandantlgroepschefbb&v vastgelegd in het dagrapport. Pagina 3 van 6

3.1. Slotbepalmg Indien een bestuurder van een BB&V-voertuig in een specifiek geval van mening is, dat het voeren van optische- en geluidssignalen voor het uitvoeren van een dringende taak (acute levensbedreigende situatie) direct noodzakelijk is, gaat hij daartoe over onder de verplichting, dat hij daarvan zo spoedig mogelijk kennis geeft aan de wachtcommandant. Voorts is het gebruik van optische- en geluidssignalen buiten de gemeentegrens van Amsterdam aan de zelfde voorwaarden verbonden, onder de verplichting dat het gebruik onverwijid wordt doorgegeven aan de meldkamer Korps Landelijke Politiedienst. Blijvend van kracht is de bepaling dat de bestuurder eerst toestemming dient te verkrijgen van de wachtcommandant alvorens deze over gaat tot het gebruik van optische- en geluidssignalen. 4. Wijze uitvoering gebruik In de voorgaande hoofdstukken is beschreven wanneer de optische- en geluidssignalen gebruikt kunnen worden en wie met betrekking hiertoe de beslissing mogen nemen. Dit wil evenwel niet zeggen dat als het mag, het ook moet. De bestuurder van het BB&V-voertuig is en blijft verantwoordelijk voor de wijze waarop het gebruik feitelijk uitgevoerd wordt (algemene bepaling). Hij moet er steeds terdege rekening mee houden, dat niet iedere weggebruilcer onmiddellijk op de juiste wijze op de optische- en geluidssignalen reageert en kan reageren, hoewel het wettelijk verplicht is de bestuurder van een voorrangsvoertuig voor te laten gaan. Factoren als leeftijd, reactievermogen, lichamelijke tekortkomingen van de weggebruilcer, beïnvloeden de wijze waarop en de mate waarin de weggebruilcer reageert. Ook kan het voeren van optische- en geluidssignalen bij de BB&V-chauffeur zelfde onbewuste neiging doen ontstaan meer dan aanvaardbare risico s te nemen. Het gevaar bestaat dat hij zich laat opzwepen. Slechts met de grootste voorzichtigheid mag van het onder 2.1.2. genoemde voorrangsrecht gebruik worden gemaakt. Hierbij dient het rijden door rood licht alleen met aan de omstandigheden aangepaste, sterk vertraagde snelheid geschieden. Dit geldt tevens voor het berijden van wegen in verboden richting, het links passeren van verkeersheuvels, het voorbijrijden van stilstaande voertuigen bij een voetgangersoversteekpiaats en het links voorbijrjden van trams en bussen. Gezien een voordoende gevaarzetting tijdens het transport is het motto keepém rolling uit het oogpunt van veiligheid van toepassing. Deze handelwijze behelst dat het voertuig blijft rijden. Een stilstaand voertuig is kwetsbaarder. De route die gekozen dient te worden is zo snel mogelijk richting een politiebureau, Hv3 of andere veilige omgeving. Hierbij dient te worden opgemerkt dat gedurende een dergelijke opdracht niet noodzakeljkerwijs van de signalen gebruik zal worden gemaakt. Ook dient de chauffeur rekening te houden met een, gezien zijn eigen ervaring, weg- en weersomstandighedcn en het verkeersaanbod, verantwoorde snelheid. Hierbij dient bedacht te worden dat het belangrijk is een hepaiid doel te bereiken. Indien gebruik wordt gemaakt van de optische- en geluidssignalen, dient overdag altijd groot licht ingeschakcid te worden. De op allendheid van het BB&V-voertuig wordt hierdoor vergroot. Er dient rekening mee te worden gehouden dat de stroombron bij stilstand van het voertuig uitgeput kan raken door het gebruik van de optische signalen, tweetonige hoorn, Traxys en groot licht. Na het bereiken van het doel dienen zo spoedig mogelijk groot licht, tweetonige hoorn, motor, en indien mogelijk, de optische signalen uitgeschakeld te worden. Pagina 4 van 6

5. Misbruik De ambtenaar, die besluit zich niet aan de gegeven richtlijnen en ontheffmgen te houden, dient te bedenken dat het: a. stiafrechteljk, enjofdisciplmaire gevolgen voor hem kan hebben (algemene bepalingen); 5. vergaande gevolgen voor hemzelf of anderen kan hebben (het risico van zwaar letsel of erger). 6. Aansprakelijkheid bij gebruik signalen De bestuurder is primair verantwoordelijk bij het gebruik van signalen. Artikel 6:170 van het Burgerlijk Wetboek (BW) stelt de werkgever evenwel nsicoaansprakeljk voor fouten van zijn ondergeschikten. Een fout is een toerekenbare onrechtmatige daad. De ondergeschikte moet dus zelf aansprakelijk zijn. Indien een ondergeschilcte door een fout schade heeft toegebracht aan een derde, dan is de werkgever samen met de werknemer daarvoor samen aansprakeljk.(artikel 6:170 lid 1 jo artikel 6:102 3W). De werkgever die de schade aan een derde heeft vergoed zal deze evenwel alleen dan op de werknemer kunnen verhalen, als de werknemer opzet of bewuste roekeloosheid kan worden verweten 9artikel 6:170 lid 3 en 7A: 1639 da 3W). Heeft de werknemer de schade voldaan, dan kan hij daarvoor regres nemen op de werkgever, tenzij hem opzet of bewuste roekeloosheid kan worden verweten. De Stafafdelmg BB&V wijst bij deze afdeling in dienst zijnde personen aan, die daartoe ingerichte motorvoertuigen met de inwerking zijnde optische en geluidssignalen mogen besturen. Deze personen worden aangewezen, nadat zij een speciale instructie hebben gekregen, waarin gewezen wordt op onder andere de strafrechtelijke en civiefrechteljke consequenties van het aanrichten van schade tijdens de rit, het gedrag en de reactie van weggebruikers op de bijzondere signalen en het gewenste rijgedrag van de betrokken bestuurder. 7. Opleiding en Instructie Betrokken leidinggevende(n) dienen hun personeel periodiek overeenkomstig het gestelde in dit dienswoorschrift te doen instrueren. Het opleggen van een opleidingseis wordt in de toelichting van de Regeling te ingrijpend geacht. Er wordt uitgegaan dat men weet dat het gebruik van optische en geluidssignalen verstrekkende gevolgen heeft voor de overige weggebruikers. Met kennisgeving van de(ze) insmictie/dienstvoorschrift wordt voldaan aan het gestelde in artikel 2, 3 lid van de Regeling. Pagina 5 van 6

8. Procedure gebruik optische- en geluidssignalen Artikel 1 Deze procedure geeft richtlijnen voor het gebruik van optische- en geluidssignalen. Voordat tot het gebruik hiervan wordt overgegaan dient eerst kennis te worden genomen van het Dienstvoorschrift (Beperking) Gebruik optische- en geluidssignalen. Artikel 2 De gebruiker van signalen moet er steeds op bedacht zijn dat: 1 aan het gebruik van signalen geen rechten kunnen worden ontleend ten opzichte van andere weggebruikers; 2 zijn gedrag door de rechter kan worden getoetst: a redelijkheid van het middel b evenredigheid van het genomen risico tot het beoogde doel c de daarbij betrokken algemene belangen 3 tijdwinst binnen de bebouwde kom bij verhoogde snelheid gering zal zijn; 4 het weggedrag in beginsel zal moeten worden aangepast aan de mogelijkheden die de overige weggebruikers hem toelaten; 5 signalen door de overige weggebruikers als verrassend (kunnen) worden ervaren; 6 signalen onder bepaalde omstandigheden door andere weggebruikers niet of nauwelijks worden waargenomen enlof gelokaliseerd. Artikel 3 Er kan alleen rechtmatig gebruik worden gemaakt van signalen in geval van uitvoering van een dringende taak. Hiervan is sprake bij een acute (levensbedreigende) noodsituatie. Artikel 4 De bestuurder vraagt eerst toestemming, aan de wachtcommandant BB&V, alvorens deze gebruik gaat maken van de optische- en geluidsignalen. Artikel 5 De wachtcommandant noteert het gebruik van signalen, na verleende toestemming, in het dagrapport, waarin wordt vermeldt: - de naam van de functionaris die om gebruik van de signalen verzoekt; - de reden van het verzoek tot gebruik; - het tijdstip van toestemming indien verleent: - het tijdstip van inlichten van de meldkamer Politie / Klpd. Bijlage(n): a. Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 artikel 29 / 50 / 91 b. Regeling optische- en geluidssignalen artikel 2 / 3 / 4 / II c. Besluit / ontheffing Hoofd Stafafdelisig Beveiliging Bewaking & Vervoer Th.M.M. Lebesque : : Versie : 1.0 Datum opmaak 6 september 2000 Voor opmaak P. van Tienen Vindplaats: pvt word m:\werk\signalen Pagina 6 van 6

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RW 1990) Hoofdstuk II. Verkeersregels 12. Signalen Artikel 29 1. Bestuurders van motorvoertuigen ten dienste van politie en brandweer, ziekenauto s en motorvoertuigen van andere door Onze Minister aangewezen hulpverleningsdiensten voeren blauw zwaai- of knipperlicht en een twee- of drietonige hoorn om kenbaar te maken dat zij een dringende taak vervullen. 2. Bij ministeriële regeling worden voorschriften vastgesteld betreffende het blauwe zwaai- of knipperlicht en de meertonige hoorn. Gegevens deze versie: Bron: 16-11-1994, Stb. 815. lwtr 01-01-1995 Bron iwtr: 15-12-1994, Stb. 919 Eerste ministerie: Verkeer en Waterstaat Wetsfamilie: Wegenverkeerswet 1994 Afkorting(en): RW RW 1990 Soort regeling: KB Documenttype: Artikel Gegevens historische versies: Bron: 26-07-1990, Stb. 459. lwtr: 01-11-1991 Bron iwtr: 14-10-1 991, Stb. 513. Bron: ADW Historie, Kluwer

Soort regeling: KB Documenttype: Artikel RVV 1990 Bron iwtr: 14-10-1991, Stb. 513 Afkorting(en): RW Wetsfamilie: Wegenverkeerswet 1994 Eerste ministerie: Verkeer en Waterstaat Bron: 26-07-1990, Stb. 459. Iwtr: 01-11-1991 Weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan. 20. Voorrangsvoertuigen Hoofdstuk II. Verkeersregels Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RW 1990) Artikel 50 Gegevens deze versie: Bron: AOW Histone, Kluwer

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RW 1990) Hoofdstuk VI. Ontheffingen en vrijstellingen 5. Voorrangsvoertuigen Artikel 91 Bestuurders van een voorrangsvoertuig mogen afwijken van de voorschriften van dit besluit voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist. Gegevens deze versie: Bron: 26-07-1990, Stb. 459. lwtr: 01-11-1991 Bron iwtr: 14-10-1991, Stb. 513 Eerste ministerie: Verkeer en Waterstaat Wetsfamilie: Wegenverkeerswet 1994 Afkorting(en): RW RW1990 Soort regeling: KB Documenttype: Artikel Bron: ADW Historie, Kluwer

Regeling optische en geluidssignalen Artikel 2 1. De in artikel 1 aangewezen hulpverleningsdiensten wijzen bij hen in dienst zijnde personen of groepen van personen aan, die daartoe ingerichte motorvoertuigen met de inwerking zijnde optische en geluidsignalen mogen besturen. De in artikel 1, eerste lid, onderdeel o, aangewezen huipverleningsdienst wijst personen aan die in haar opdracht de desbetreffende voertuigen mogen besturen. 2. De in het eerste lid bedoelde aanwijzing geschied voor de onderdelen e, f, h, m en n van het tweede lid van artikel 1 door de desbetreffende Minister. 3. De in het eerste lid bedoelde personen worden aangewezen, nadat zij een speciale instructie hebben gekregen, waarin gewezen wordt op onder andere de strafrechtelijke en civielrechtelijke consequenties van het aanrichten van schade tijdens de rit, het gedrag en de reactie van weggebruikers op de bijzondere signalen en het gewenste rijgedrag van de betrokken bestuurder. Tekstcorrectie: geschied lees: geschiedt Gegevens deze versie: Bron: 19-08-1999, Stcrt. 165. lwtr: 01-09-1999 Regelingnummer: CD]ZMJBI/1 999-1054 Eerste ministerie: Verkeer en Waterstaat Wetsfamilie: Reglement verkeersregels en vetkeerstekens 1990 (RW 1990) Wegenverkeerswet 1994 Soort regeling: Ministeriële regeling Documenttype: Artikel Gegevens historische versies: Bron: 15-12-1 997, Stcrt. 242. Lwtr: 18-12-1 997 Bron: ADW Historie, Kiuwer

Regeling optische en geluidssignalen Artikel 3 De volgende signalen moeten als volgt zijn uitgevoerd: 1. blauw zwaailicht of blauw knipperlicht: op een motonioertuig: licht aan de bovenzijde van het voertuig, dat rondom licht uitstraalt dan wel twee lichten, indien door de bouw van het voertuig één licht niet uit alle verkeersrichtingen voldoende zichtbaar is; op een motorfiets: in plaats van het licht als bedoeld voor een motorvoertuig mag ook een licht aan de voorzijde van het voertuig zijn aangebracht, dat zowel aan de voorzijde als opzij goed zichtbaar is; moton oertuig ten behoeve van de brandweer: aan de voorzijde van het voertuig mag op een hoogte van 1,20 m boven het wegdek, bovendien één licht worden gevoerd, indien door de bouw van het voertuig het aan de voorzijde bevestigde licht niet kan worden waargenomen door op korte afstand vbör het voertuig rijdende bestuurders; 2. tweetonige hoorn: een hoorn die achtereenvolgens de tonen b en e aangeeft in een geluidsterkte van tenminste 100 decibel; 3. drietonige hoorn: een hoorn die achtereenvolgens de tonen c - e - g - e aangeeft; 4. geel zwaai- of knipperlicht: één geel zwaai- of knipperlicht aan de bovenzijde van het motorvoertuig dan wel twee gele zwaai- of knipperlichten, indien door de bouw van het voertuig één licht niet uit alle verkeersrichtingen voldoende zichtbaar is; 5. De meting van de geluidssterkte van de meertonige hoorns vindt plaats overeenkomstig Hoofdstuk 11 van de Regeling toelatingseisen. Gegevens deze versie: Bron: 15-12-1997, Stcrt. 242. lwtr: 18-12-1 997 Regelingnummer: DGP/WJZN-725904 Eerste ministerie: Verkeer en Waterstaat Wetsfamilie: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) Wegenverkeerswet 1994 Soort regeling: Ministeriële regeling Documenttype: Artikel Bron: ADW Historie, Kluwer

Regeling optische en geluidssignalen Artikel 4 1 Door een ziekenauto alsmede door het Rode Kruis Korps en de Bloedbank als bedoeld in artikel 1 tweede lid, onderdelen a en c, mogen een blauw zwaailicht of blauw knipperlicht en een dnetonige hoorn worden gevoerd. 2. Door motorvoertuigen ten dienste van de politie en van de brandweer alsmede door motorvoertuigen, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdelen b en d tot en met o, mogen een blauw zwaailicht of blauw knipperlicht en een tweetonige hoorn worden gevoerd. Gegevens deze versie: Bron: 19-08-1 999, Stcrt. 165. lwtr: 01-09-1999 Regelingnummer: CDJZNVBI/1 999-1054 Eerste ministerie: Verkeer en Waterstaat Wetsfamilie: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RW 1990) Wegenverkeerswet 1994 Soort regeling: Ministeriële regeling Documenttype: Artikel Gegevens historische versies: Bron: 15-12-1 997, Stcrt. 242. lwtr: 18-12-1 997 Bron: ADW Historie, Kluwer

Mjzigingsregeling Regeling optische en geluidssignalen Artikel II Ten aanzien van het voeten van de optische en geluidssignalen ten behoeve van het in artikel 1, onderdeel A, bedoelde vervoer, gelden de volgende eisen: a. de bestuurders van de betrokken voertuigen dienen een voortgezette rijopleiding te hebben gevolgd die vergelijkbaar is met de voortgezette rijopleiding van de brandweer of ambulancediensten; b. er dient bij protocol een meldingsprocedure te zijn vastgesteld en c. de meldkamer van het Korps Landelijke Politiediensten dient op de hoogte te worden gesteld van het spoedvervoer. Gegevens deze versie: Bron: 19-08-1999, Stcrt. 165. lwtr: 01-09-1 999 Regelingnummer: CDJZNVBI/1 999-1054 Eerste ministerie: Verkeer en Waterstaat Wetsfamilie: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RW 1990) Wegenverkeerswet 1994 Soort regeling: Ministeriële regeling Documenttype: Artikel Bron: ADW Historie, Kluwer

[H1FT7 Ministerie van Verkeer en Waterst KOPIE BESTEMD VOOR: DGP, (mr G. Tax) DC?, (mr HJ.P.M. Moc:nn) mw. M. Bokkerink niw S. Rolthause.n Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 9 juni 2000. nr. CDJZ/WBIJ2000-769, Centrale Directie Juridische Zaken, houdende wijziging van de Regeling optische en geluidssignalen in verband met de aanwijzing van de Stafafdeling Beveiliging, Bewaking en Vervoer van de Arrondissementale Stafdienst Amsterdam als hulpvedeningsdiensl DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, Gelet op artikel 13, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en de artikelen 29 en 30 van het Reglement verkeersregels er verkeerstekens 1990; Besluit Artikel 1 De Regeling optische en geluidssignalen wordt als volgt gewijzigd: A Aan artikel 1, tweede lid, wordt na onderdeel f een onderdeel f1 toegevoegd dat luidt f1. de Stafafdeling Beveiliging, Bewaking & Vervoer van de Arrondissementale Stafdienst Amsterdam; In artikel 2, tweede lid, wordt de zinsnede geschied voor de onderdelen e, f, h. m en n vervangen door geschiedt voor de onderdelen e, f, f1, h, m en n

2 LAFSCHRIFT j DE MINiSTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, T. Netelenbos de Staacourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 9 juni 2000. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van Artikel II -. De regeling zal met de toelichting in de Staaiscourant worden geplaat

TOELICHTiNG Namens de minister van )ustie heeft de Stafafdeling Beveiliging, Bewaking & Vervoer fh,ema: EB&V) van de Arrondissementale Stafdienst Amsterdam verzocht aangewezen te worden als huipverleningsdienst als bedoeld in artikel 29, eerste lid van het RW 1990, teneinde optische- en geluidssignalen te mogen voeren. De afdeling BB&V heeft reeds sinds eruge jaren diverse taken overgenomen van de regiokorpsen welke taken door hen ten dienste van Justitie worden uitgevoerd. BB&V ondersteunt de politie door gedetineerden te vervoeren van en naar politiebureaus, huizen van bewaring en/of gerechgebouwen. Daarnaast verleent BB&V bijstand bij bepaalde grootschalige activiteiten. Zo is de afdeling B8&V verzocht om in het kader van Euro 2000 speciaie, spoedeisende vetvoerstaken in politieverband te gaan verrichten. Tenslotte is de afdeling 88.$N gevraagd vervoerstaken te verrichten in het kader van bestuurlijke ophouding. Hierbij moet worden gedacht aan het ingrijpen in dreigende situaties, bijvoorbeeld wanneer grote groepen voetbalsupporters ontstaan. Bij deze taken is vaak spoedeisendheid van optreden vereist. Ook de herkenbaarheid van het voertuig als deel uitmakend van een hulpdienst is van belang. Al meerdere malen heeft de politie de vervoersdienst van de afdeling BB&V een boete geverbaliseerd, omdat de herkenbaarheid onvoldoende bleek. Voor het goed functioneren van BB&V is het daarom van belang voor medeweggebniikers als h ulpverieningsdienst herkenbaar te zijn. Op deze gronden is besloten de stafafdeling BB&V aan te wijzen als huipverleningsdienst en daarmee toestemming te verlenen tot het gebruik van optische- en geluidssignalen Met het oog op de aanvang van het EK 2000 op 10juni a.s. is besloten aan de aanwijzing terugwerkende kracht te verlenen, teneinde de stafafdeling BB&V in staat te stellen haar taken naar behoren uit te voeren. DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, T. bos JfrRFT 3