ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO MBO Amersfoort te Amersfoort Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener) definitief 12 april 2013
Plaats: Amersfoort BRIN: 30RR Onderzoeksnummer: 128148 Onderzoek uitgevoerd in: Januari 2013 Conceptrapport verzonden op: 28 februari 2013 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 12 april 2013
INHOUD 1 Inleiding...1 2 Conclusie en vervolg...3 2.1 Conclusie...3 2.2 Vervolg...3 3 Resultaten...5 3.1 Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener) - 92670...5 Bijlagen...7 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebied/kwaliteitsgebieden...7 Bijlage II Overzicht cp-codes/cluster van opleidingen...8 Bijlage III Beoordeling indicatoren Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener) - 92670...9
1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs voerde op 24 januari 2013 een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uit bij MBO Amersfoort, School voor Welzijn. Dit onderzoek heeft betrekking op de opbrengsten van de cp-code ovd 25 en de kwaliteit van het onderwijsproces voor de volgende opleiding: cp-code ovd 25 Sociaalmaatschappelijk dienstverlener opleiding(en) - 92670, Sociaal-maatschappelijk Dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener), niveau 4 De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. In het onderzoek uitgevoerd op 12 april 2011 bij Amarantis te Utrecht bij de opleiding Sociaal dienstverlener (SD) / Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener) bleek er sprake te zijn van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijsproces. De tekortkomingen hadden betrekking op samenhang, maatwerk, begeleiding in de instelling, beroepspraktijkvorming, intake en systematische kwaliteitszorg en beoordeling. Ook de opbrengsten voor de opleiding waren onvoldoende. Geconstateerd is daarbij dat er sprake was van zeer zwak onderwijs. Vanwege de defusie van Amarantis voeren wij het onderzoek naar kwaliteitsverbetering niet alleen uit bij de locatie waar de vorige keer de tekortkomingen geconstateerd zijn, maar bij de nieuwe instellingen die mboonderwijs verzorgen en waarbij de opleiding actief is. Hierdoor kunnen wij een oordeel geven dat recht doet aan de situatie bij de betreffende instelling. Omdat de vorige onderzoeken niet in Amersfoort uitgevoerd zijn, hebben wij ons in dit onderzoek naar kwaliteitsverbetering bij MBO Amersfoort gericht op alle aspecten van het onderwijsproces en op de opbrengsten. De onvoldoendes voor systematische kwaliteitszorg en beoordeling, beoordeeld onder het Toezichtkader BVE 2009, hebben niet geleid tot een volledig onderzoek van gebied 4 onder het Toezichtkader BVE 2012. Wel zijn er in voorkomende gevallen aandachtspunten inzake kwaliteitsboring geformuleerd. Wij hebben gesprekken gevoerd met studenten, docenten en management, hebben aanvullend documenten onderzocht en onderwijsactiviteiten geobserveerd. In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolg van het toezicht voor de instelling. De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsverbetering kunt u lezen in hoofdstuk 3. De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Omdat het vorige onderzoek was gebaseerd op het oude waarderingskader bve van 2009, hebben wij gebruik gemaakt van een conversietabel. Hieruit blijkt hoe het oude waarderingskader samenhangt met het nieuwe waarderingskader. Genoemde documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers van schooljaar 2010-2011. Vanwege de defusie van Amarantis is het niet mogelijk om de cijfers uit BRON te genereren per nieuwe instelling, vandaar dat uitgegaan is van de cijfers die door de instelling verstrekt zijn. In bijlage II zijn de opleidingen van de onderzochte cp-codes opgenomen. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo MBO Amersfoort Pagina 1 van 9
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo MBO Amersfoort Pagina 2 van 9
2 Conclusie en vervolg In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar kwaliteitsverbetering en, indien van toepassing, het vervolg. 2.1 Conclusie Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering bij de opleiding Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener) heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1. Onderwijsproces 3. Opbrengsten Het oordeel leidt ertoe dat we vervolgtoezicht uitvoeren bij Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener). In de volgende paragraaf wordt de aard van dit vervolgtoezicht nader uitgewerkt. 2.2 Vervolg In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen. ovd 25 Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Onderwijsproces is nu voldoende, maar niveau opbrengsten is wederom onvoldoende*. Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten*. Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering. * Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de cp-code/clustering van opleidingen, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo MBO Amersfoort Pagina 3 van 9
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo MBO Amersfoort Pagina 4 van 9
3 Resultaten In dit hoofdstuk vermelden we de oordelen over de kwaliteitsgebieden en geven we tevens een toelichting op de oordelen van de onderzochte opleiding. 3.1 Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener) - 92670 Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel op de aspecten per kwaliteitsgebied voor de opleiding Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener). In bijlage III is de beoordeling van de onderzochte indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied voor deze opleiding opgenomen. Kwaliteitsgebied Voldoende Onvoldoende Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied. Beschouwing De opleiding start vanuit een breed oriënterend programma. Door deze inrichting van het onderwijs maakt de student zijn definitieve keuze voor een opleiding waarvoor hij zich wil kwalificeren in het derde leerjaar. In het onderwijsconcept van het team Welzijn is de studieloopbaanbegeleiding de kern van de opleiding. De studieloopbaanbegeleider (slb er) zorgt voor betrokkenheid van studenten bij de opleiding en volgt de studievoortgang en de beroepspraktijkvorming nauwlettend. Ook stuurt deze op de uitstroomrichting van de student. Binnen het team is sprake van kwaliteitsbewustzijn. Vanuit het management wordt gestuurd op zogenaamde werkteams. Elk werkteam heeft een coördinerend docent die verantwoordelijk is voor bepaald thema. De thema s zijn verdeeld tussen de werkteams en er is afstemming tussen de werkteams. Er wordt op deze wijze gericht gewerkt aan de kwaliteit van het onderwijs. Het teamplan voor het gehele team is echter nog in ontwikkeling. Onderwijsproces De kwaliteit van het onderwijsproces is voldoende. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo MBO Amersfoort Pagina 5 van 9
De opleiding heeft een sterk onderwijsconcept, wat uitgedragen wordt door het team en herkenbaar is in de inrichting en uitvoering van het onderwijs. In dit onderwijsconcept, wat mede vormgegeven is door de invoering van het competentiegerichte onderwijs, staat het contact met en tussen studenten centraal. Met de intake heeft de opleiding de startsituatie van de student goed in beeld gebracht. In principe is iedereen toelaatbaar, mits hij voldoende vooropleiding heeft. Er wordt een AMN test afgenomen, waarvan de resultaten bekend zijn bij de slb er, die daar zo nodig gebruik van maakt in de loop van de studietijd. Als er bij de intake twijfels zijn, wordt doorverwezen naar het Deelnemerservicepunt voor een verlengde intake. Een aandachtspunt is de verschillen tussen docenten en dan vooral in het hanteren van gedragsregels. Docenten gaan vrij om met gedragsregels; er wordt onvoldoende een lijn gehanteerd. Studenten geven aan dat er bij meerdere docenten sprake is van ordeproblemen. De studenten voelen zich echter veilig in hun leeromgeving en zijn tevreden over de ondersteuning en begeleiding die zij krijgen tijdens de leeractiviteiten. Mede door de belangrijke ondersteunende en sturende rol van de slb er verloopt de studieloopbaan zo optimaal mogelijk. Er vallen nauwelijks lessen uit en de leertijd wordt goed benut. Een aandachtspunt is het hoge verzuim bij de 20+ klas. Het plaatsen van studenten in de beroepspraktijkvorming is steeds moeilijker. Desondanks lukt het om elke student te plaatsen. Soms echter bij een andere doelgroep of niet bij de plaats die de voorkeur van de student heeft. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 35,5 procent en een diplomaresultaat van 37,9 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de gegevens 2010-2011 zijn de resultaten van de cpcode ovd 25 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Het team analyseert de opbrengsten breed binnen de welzijnsopleidingen. Echter ontbreekt een gedegen analyse specifiek voor deze opleiding. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo MBO Amersfoort Pagina 6 van 9
Bijlagen Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebied/kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarbij zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2. Een normering per aspect. 3. Een normering per kwaliteitsgebied. Deze normering wordt hieronder toegelicht. Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering onderwijsproces bij een onderzoek kwaliteitsverbetering Goed Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan. Slecht Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruik gemaakt van onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet tenminste aan één van de twee normen zijn voldaan. Niveau Jaarresultaat Diplomaresultaat 1 60,7 45,1 2 56,5 45,2 3 65,3 67,3 4 64,2 67,3 Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo MBO Amersfoort Pagina 7 van 9
Bijlage II Overzicht cp-codes/cluster van opleidingen Hieronder is per onderzochte cp-code/cluster van opleidingen aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten. Overzicht cp-code. CP-code: ovd 25 Niveau: 4 Crebo: Opleiding (uitstroom): 92670 Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener) Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo MBO Amersfoort Pagina 8 van 9
Bijlage III Beoordeling indicatoren Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (Sociaal-maatschappelijk dienstverlener) - 92670 In onderstaande tabel is de score weergegeven van de indicatoren waarnaar een onderzoek heeft plaatsgevonden. Wanneer er geen score is vermeld betekent dit dat er geen aanwijzingen waren dat het oordeel van het eerdere onderzoek onderzocht moest worden. Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren Programma 1.1 Samenhang 1.1.1 Inhoud 1.1.2 Programmering 1.2 Maatwerk 1.2.1 Differentiatie Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch 1.3.1 Interactie handelen* 1.3.2 Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten 1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd 1.4.1 Benutting 1.4.2 Werkdruk 1.5 Leeromgeving 1.5.1 Schoolklimaat 1.5.2 Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & 1.6.1 Voorlichting plaatsing 1.6.2 Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaan- 1.7.1 Informatievoorziening begeleiding* 1.7.2 Studieloopbaanbegeleiding 1.8 Zorg 1.8.1 Eerste- en tweedelijnszorg 1.8.2 Derdelijnszorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* 1.9.1 Voorbereiding studenten en bedrijven 1.9.2 Plaatsing 1.9.3 Begeleiding door het bedrijf 1.9.4 Begeleiding door de opleiding De aspecten met een * zijn kernaspecten Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende Aspecten Indicatoren 3.1 Rendement 3.1.1 Rendement Onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo MBO Amersfoort Pagina 9 van 9