Mexicaanse griep: risicoperceptie bij de bevolking, eigen maatregelen en vertrouwen in overheidsinformatie

Vergelijkbare documenten
Dit onderzoek wil inzicht geven in hoe Nederlanders tijdens de pandemie

Academische werkplaats publieke Gezondheid (CEPHIR) en Infectieziektebestrijding

Mexicaanse griep. Rapport. Geen nationale paniek, maar wel bereidheid tot vaccineren. Danielle van Wensveen. C6957J4 30 oktober 2009

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

ZA5222. Flash Eurobarometer 287 (Influenza H1N1) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish)

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag PG/ZP jun. 08

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Infl uenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Hoesten, niezen en neus snuiten in papieren zakdoekje. Zakdoekje direct weggooien. Handen wassen met water en zeep. ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Wat levert het vaccineren tegen griep op?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 september 2009 Betreft Nieuwe Influenza A (H1N1)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 april 2009 Betreft Kamervragen Mexicaanse griep

What s hot and what s not? Paul Bijkerk Epidemiologie en Surveillance Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM

Het Rijksvaccinatie Programma

Beantwoording vragen ex art. 38 RvO D66 over de vaccinatiegraad in Groningen. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gezondheidsraad. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

DISCLOSURE BELANGEN SPREKER. (potentiële) belangenverstrengeling

Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009)

National Institute for Public Health and the Environment. Communication about infectious diseases, lessons learned from the pandemic.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

@rboinfect alertsysteem

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over het nut van de griepprik (2011Z20885).

1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) ( )

Onderwerp : aanbieding briefadvies Vaccinatie tegen Mexicaanse griep Uw kenmerk : - Ons kenmerk : U-5242/JAK/msj/824-E Bijlagen : 1 Datum : 8 mei 2009

Focus wie ooit gediagnosticeerd moet nog behandeld worden. Prof. dr. Jan Hendrik Richardus Dr. Robine Hofman Abby Falla, MSc

CURRICULUM VITAE. to (m/y) 05/ /1996 to 06/ /1999

Vaccinatie tegen baarmoederhalskanker, een belangrijke stap voorwaarts en toch veel verzet. Jaarcongres MPA Alumni, 15 april 2011, Den Haag

Risico- en Crisisbarometer

Samenvatting. Griepvaccinatie: wie wel en wie niet?

Vaccinatiebereidheid. Monitoring van determinanten. Hester de Melker Vaste Prikdag 26 april 2011

Grieppandemie. Wat moet u weten over een grieppandemie (wereldgriep)?

Korte samenvatting Inleiding Onderzoeksopzet Hoe verliep de berichtgeving?

Griep, feiten en tips vaccinatie tegen seizoensgriep

Inputparameters voor de kosteneffectiviteitanalyse

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2010 Betreft Stand van zaken Q-koorts

Nederlandse samenvatting

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts

Attention for Lyme prevention

Er blijft gezondheidswinst liggen doordat vaccins onvoldoende benut worden

15 jaar LCI-richtlijnen infectieziektebestrijding

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Veldman (VVD) over het bericht Rijk wist in 2016 al van meningokok-gevaar (2018Z16176).

Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten

Bevorderen van Hepatitis B screening in de Turkse gemeenschap in Rotterdam Ytje van der Veen Presentatie: Dr. Jan Hendrik Richardus

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting

Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Antivirale middelen tijdens een grieppandemie

25 juni Onderzoek: Kinderen verplicht inenten?

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Risico- en Crisisbarometer

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen

14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer. Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist

INFORMATIE OVER VOEDING ZOEKEN EN BESPREKEN

Exploring Risk Perceptions of Emerging Infectious Diseases

Trends in Mantelzorg. November Trends in Mantelzorg

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden?

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK

De mensheid lijdt het meest. Door vaccinaties? Infectieziekten?

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

Opleiden voor Public Health. Prof dr Gerhard Zielhuis Epidemiologie, UMC St Radboud

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

De nieuwe influenza A(H1N1)-epidemie in Nederland

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1)

Vaccinaties in Nederland, een vanzelfsprekende zaak.

Summary & Samenvatting. Samenvatting

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 maart 2010 Betreft Nieuwe Influenza A (H1N1)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals

Peiling vermoedens kindermishandeling Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Ministerie van Justitie en Veiligheid

De Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Grip op de griep. Informatie over het griepvirus, en wat Interpolis hierbij voor werkgevers kan betekenen. Inleiding. Wat is de Nieuwe Influenza A?

Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag PG/ZP juli 2007

Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817).

Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor lotgenotencontact Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong

BCOU PROTOCOL NIEUWE INFLUENZA A H1N1, DE ZOGENAAMDE MEXICAANSE GRIEP, VERSIE 26 AUGUSTUS 2009 / IVK

Zorgadvies door zorgverzekeraars A. Victoor, A. Potappel & J.D. de Jong

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Suïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( )

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2009/10

Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief

Inzicht in zorgrekeningen door verzekerden: stand van zaken Anne E.M. Brabers, Margreet Reitsma-van Rooijen en Judith D.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

De vaccinatiegraad van ziekenhuispersoneel in Nederland laat een spreiding van 2% tot 33% zien (4)

Een onderzoek naar de ontwikkeling in omvang, kenmerken en ervaren belasting van mantelzorgers in Limburg tussen 2008/2009, 2012 en 2016

Transcriptie:

Onderzoek Mexicaanse griep: risicoperceptie bij de bevolking, eigen maatregelen en vertrouwen in overheidsinformatie Marloes Bults, Desirée J.M.A. Beaujean, Onno de Zwart, Gerjo Kok, Pepijn van Empelen, Jim E. van Steenbergen, Jan Hendrik Richardus en Hélène A.C.M. Voeten Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1634 Doel Inzicht krijgen in hoe Nederlanders het risico op de Mexicaanse griep inschatten tijdens het verloop van de afgelopen pandemie, hoeveel en welke mensen preventieve maatregelen namen en in hoeverre men vertrouwen had in de overheidsinformatie. Opzet Online-vragenlijstonderzoek, zowel dwarsdoorsnede- (eerste 2 metingen) als follow-uponderzoek (laatste 2 metingen). Methode In de periode 10-17 november 2009 vulden 754 personen een online-vragenlijst in. Eerdere metingen werden gehouden in mei (n = 572), juni (n = 620) en augustus 2009 (n = 934). Resultaten In november 2009 werd de Mexicaanse griep door 38% van de respondenten als een ernstige ziekte beschouwd en 36% achtte zichzelf vatbaar voor deze griep. Gevoelens van bezorgdheid waren afgenomen vergeleken met eerdere metingen. Van de respondenten had 73% maatregelen genomen om ziekte te voorkomen. Dit betrof met name hygiënemaatregelen, die het meest werden genomen door mensen die angstig waren, die hygiënemaatregelen effectief vonden, die veel aandacht hadden besteed aan media informatie over de griep, die overheidsinformatie betrouwbaar vonden en die geen thuiswonende kinderen hadden. Ruim de helft (58%) was van plan zich te laten vaccineren als zij daarvoor in aanmerking zouden komen. Van de overige 315 respondenten gaf 40% aan bang te zijn voor ernstige bijwerkingen, 35% twijfelde over de effectiviteit van het vaccin en 33% vond het vaccin niet goed getest. Bijna de helft van de respondenten had de huis-aan-huisbrochure Grip op griep gelezen en een derde had de televisiespotjes gezien. Landelijke overheidsinstanties, zoals het Ministerie van VWS en het RIVM, waren de belangrijkste bron van informatie en werden door ruim de helft betrouwbaar gevonden. Conclusie G e d u r e n d e h e t ve r l o o p v a n d e i n f l u e n z a A(H1N1) - p a n d e m i e i n 20 0 9 n a m d e b e z o r g d h e i d s te e d s ve r d e r a f b i j h e t N e d e r- landse publiek, terwijl men zich steeds vatbaarder achtte voor de griep. Men had dus een reëel beeld van de situatie. Drie kwart van het publiek had maatregelen genomen om griep te voorkomen. Ruim de helft was bereid zich te laten vaccineren als zij daarvoor in aanmerking zouden komen. De belangrijkste reden om geen vaccinatie te willen was angst voor ernstige bijwerkingen en twijfels over de effectiviteit van het vaccin. Dit punt verdient aandacht bij de ontwikkeling van toekomstige voorlichtingscampagnes over vaccinaties. GGD Rotterdam-Rijnmond, Rotterdam: drs. M. Bults, gezondheidswetenschapper; dr. H.A.C.M. Voeten, cultureel antropoloog/epidemioloog; dr. O. de Zwart, master of public health. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven. Centrum Infectieziektebestrijding, Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding: drs. D.J.M.A. Beaujean, gezondheidswetenschapper; dr. J.E. van Steenbergen, arts Maatschappij en Gezondheid en epidemioloog. Universiteit Maastricht, Maastricht: prof.dr. G. Kok, psycholoog. Erasmus MC, Rotterdam, afd Maatschappelijke Gezondheidszorg: dr. P. van Empelen, sociaal psycholoog; dr. J.H. Richardus, arts. Contactpersoon: drs. D.J.M.A. Beaujean (desiree.beaujean@rivm.nl). In april 2009 brak in Mexico een nieuw griepvirus uit, de zogenaamde Mexicaanse griep. Inmiddels zijn er ongeveer 8000 mensen aan overleden in zo n 200 landen. 1,2 In Nederland zijn tot medio december 51 personen mede ten gevolge van deze griep overleden. Om Nederlanders te informeren over preventieve maatregelen is in augustus 2009 de landelijke voorlichtingscampagne Grip op griep gelanceerd, met een huis-aan-huisbrochure en radio- en televisiespotjes. Vanaf november konden risicogroepen zich laten vaccineren tegen Mexicaanse griep; 3 zo n driekwart heeft hier gehoor aan gegeven. 4 Sinds het begin van de pandemie onderzoeken de GGD Rotterdam-Rijnmond en het RIVM, samen met het Erasmus MC en de Universiteit Maastricht, hoe het algemene publiek reageert op de berichtgeving in de media rondom de Mexicaanse griep. Ervaart het publiek de ziekte als NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A1686 1

een dreiging, is er bezorgdheid, volgt men de preventieve maatregelen op en wat vindt men van de voorlichting? In juni 2009 hebben we in dit tijdschrift gepubliceerd over de beleving van het publiek toen de eerste ziektegevallen in Nederland waren bevestigd. 5 In dit vervolgartikel bespreken we veranderingen in de publieke beleving tijdens het verloop van de pandemie. We beschrijven de resultaten van de laatste meting in november 2009 en vergelijken deze met de eerdere metingen in mei, juni en augustus. Tevens komt aan de orde welke mensen hygiënemaatregelen namen en wie bereid waren zich te laten vaccineren. Deelnemers en methode Meetmomenten tijdens de grieppandemie Tijdens de grieppandemie werden 4 metingen uitgevoerd. De eerste meting vond plaats in mei 2009 toen de eerste ziektegevallen in Nederland bekend werden. In juni was de tweede meting toen de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de hoogste alarmfase afkondigde. De derde meting werd uitgevoerd in augustus op het moment dat het eerste sterfgeval in Nederland zich voordeed. Van 10-17 november 2009, tijdens de start van de vaccinatiecampagne, vond de laatste meting plaats. Werving en vragenlijst Bij elke meting werd gebruikgemaakt van het Flycatcher internetpanel (www.flycatcher. eu). Dit landelijke panel bestaat uit ongeveer 20.000 Nederlanders en is gecertificeerd door de International Organization for Standardization (ISO). Het panel was vergelijkbaar met de Nederlandse bevolking wat betreft geslacht, leeftijd, opleiding en provincie. Voor de eerste en tweede meting werden onafhankelijke steekproeven getrokken van ongeveer 1000 panelleden van 18 jaar en ouder. De derde en vierde meting waren follow-upmetingen. Voor de derde meting werden alleen respondenten benaderd die deel hadden genomen aan de eerste en tweede meting. Voor de vierde meting werden alleen respondenten benaderd die deel hadden genomen aan de derde meting. De panelleden kregen een e-mail met een internetlink die toegang gaf tot de vragenlijst. De vragenlijst was gebaseerd op eerdere vragenlijsten naar risicoperceptie van severe acute respiratory syndrome (SARS) en vogelgriep en op theoretische gedragsmodellen; de protectiemotivatietheorie en het health belief model. 6-9 De vragenlijst was gedurende 5-10 dagen online in te vullen. Respondenten kregen een kleine financiële vergoeding voor hun deelname. Analyse De resultaten van de vierde meting, in november 2009, werden vergeleken met die van de eerdere 3 metingen. Voor de vierde meting werden univariate en multivariate logistische regressies uitgevoerd om te bepalen welke mensen hygiënemaatregelen namen en wie bereid waren zich te laten vaccineren. Resultaten Respons en demografische variabelen In mei vulden 572 mensen de vragenlijst in en in juni 620. Van deze respondenten namen 934 deel aan de follow-upmeting in augustus en 754 in november 2009. Er deden evenveel mannen als vrouwen mee. Bij de meting in november varieerde de leeftijd van 18-29 jaar (9% van de deelnemers), 30-49 jaar (35%), tot 50 jaar en ouder (56%). Van deze respondenten was 39% laag opgeleid, 36% middelhoog en 25% hoog opgeleid. De overgrote meerderheid (92%) had de Nederlandse etniciteit, en in 26% van de huishoudens woonden één of meer kinderen onder de 18 jaar. Er was nauwelijks verschil in demografische variabelen tussen de metingen. Risicoperceptie en bezorgdheid Mexicaanse griep werd door 38% van de respondenten in november als een ernstige ziekte beschouwd. Dit was een afname vergeleken met eerdere metingen in mei (80%), juni (67%) en augustus (41%). Het percentage respondenten dat zichzelf vatbaar achtte voor Mexicaanse griep nam verder toe tot 36% (mei: 18%; juni: 22%; augustus: 28%). Gevoelens van bezorgdheid over Mexicaanse griep namen af gedurende het verloop van de pandemie: van 78% in mei tot 63% in november. Nemen van preventieve maatregelen Het aantal mensen dat maatregelen had genomen om Mexicaanse griep te voorkomen, liep op van 11% in mei tot 73% in november 2009. Als maatregelen werden genoemd: vaker handen wassen (61%), vaker papieren zakdoekjes gebruiken bij hoesten en niezen (34%), vermijden van mensen met griepklachten (25%) en zich laten vaccineren tegen Mexicaanse griep (24%). Hygiënemaatregelen werden vaker genomen door mensen die angstig waren voor Mexicaanse griep (oddsratio (OR): 2,7; 95%-BI: 1,9-3,9), die geloofden in de effectiviteit van hygiënemaatregelen (OR: 6,2; 95%-BI: 4,1-9,2), die veel aandacht hadden besteed aan media-informatie over de griep (OR: 1,6; 95%-BI: 1,1-2,4) en die overheidsinformatie betrouwbaar vonden (OR: 1,5; 95%-BI:1,0-2,1) (tabel 1). Daarnaast bleken mensen zonder kinderen vaker hygiënemaatregelen te hebben genomen (OR: 1,7; 95%-BI: 1,2-2,5). Bereidheid tot vaccineren Ruim de helft van de respondenten (58%) gaf aan zich te laten vaccineren tegen Mexicaanse griep als zij daarvoor in aanmerking zouden komen. Van de overige 315 mensen gaf 40% aan bang te zijn voor ernstige bijwerkingen, 35% twijfelde over de effectiviteit van het vaccin en 33% vond het vaccin niet goed getest. Hoge vaccinatiebereidheid bleek aanwezig 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A1686

TABEL 1 Voorspellende factoren voor het nemen van hygiënemaatregelen door mensen zelf, om Mexicaanse griep te voorkomen (n = 754)* factor percentage respondenten dat hygiënemaatregelen heeft genomen oddsratio (95%-BI) univariate multivariate aanwezigheid van thuiswonende kinderen onder 18 jaar ja 58,2 1,0 1,0 nee 67,2 1,5 (1,1-2,1) 1,7 (1,2-2,5) ervaren angst voor Mexicaanse griep geringe 53,8 1,0 1,0 grote 78,1 3,1 (2,2-4,2) 2,7 (1,9-3,9) geloof in effectiviteit hygiënemaatregelen zeker niet/waarschijnlijk niet/misschien niet of misschien wel 28,9 1,0 1,0 waarschijnlijk/zeker wel 74,5 7,2 (4,9-10,6) 6,2 (4,1-9,2) aandacht besteed aan informatie niets/weinig/beetje 58,7 1,0 1,0 veel/heel veel 77,2 2,4 (1,7-3,4) 1,6 (1,1-2,4) informatie overheid betrouwbaar (heel) onbetrouwbaar/niet betrouwbaar 58,0 1,0 1,0 (heel) betrouwbaar 71,3 1,8 (1,3-2,4) 1,5 (1,0-2,1) * De volgende factoren zijn weggelaten uit de tabel omdat ze niet significant waren in het multivariate model (hoewel ze in de univariate s wel significante voorspellers waren voor hygiënegedrag): geslacht, gepercipieerde ernst van Mexicaanse griep, gepercipieerde vatbaarheid voor Mexicaanse griep, hoeveelheid ontvangen informatie, hoeveelheid overheidsinformatie. De volgende factoren waren in de univariate s geen significante voorspellers voor hygiënegedrag: leeftijd, etniciteit, opleiding, werkstatus, burgerlijke staat, kennis over Mexicaanse griep. bij mensen die de griep als ernstig beschouwden (OR 2,2; 95%-BI: 1,4-3,4), die angstig waren voor de griep (OR 2,0; 95%-BI: 1,3-3,0), die geloofden in de effectiviteit van de vaccinatie (OR 11,9; 95%-BI: 7,9-17,7) en die de informatie van de overheid betrouwbaar achtten (OR 3,2; 95%-BI: 2,1-4,7) (tabel 2). Daarnaast bleken mannen (OR 1,6; 95%-BI: 1,0-2,4), lager opgeleiden (OR 1,9; 95%-BI: 1,1-3,3); mensen zonder baan (OR 1,6; 95%-BI: 1,1-2,4) en mensen zonder thuiswonende kinderen (OR 1,6; 95%-BI: 1,0-2,5) meer bereid zich te laten vaccineren. Voorlichting door de overheid De meeste respondenten (92%) hadden een behoorlijke hoeveelheid informatie ontvangen over de Mexicaanse griep. Bijna de helft had de huis-aan-huisbrochure Grip op griep gelezen en 35% had de televisiespotjes gezien. Een derde was meer maatregelen gaan nemen naar aanleiding van de voorlichtingscampagne. Landelijke overheidsinstanties, zoals het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het RIVM, waren de belangrijkste bron van informatie, gevolgd door infectieziekten-specialisten, zoals virologen, en familie of vrienden. De meeste mensen vonden de informatie van de eigen huisarts en de GGD betrouwbaar, respectievelijk 73 en 62%. Daarnaast vond meer dan de helft de informatie van het RIVM en het Ministerie van VWS betrouwbaar, respectievelijk 57 en 56%. Van de respondenten was 35% zelf actief op zoek gegaan naar informatie over Mexicaanse griep. Er bleek behoefte te zijn aan extra informatie over de symptomen, de vaccinatie en de behandeling van de griep. Beschouwing De gepercipieerde ernst en bezorgdheid van het Nederlandse publiek namen gedurende het verloop van de pandemie af, terwijl men de kans steeds groter achtte om zelf Mexicaanse griep te krijgen. Men had dus een reëel beeld van de situatie, want de griep bleek minder ernstig te zijn dan in eerste instantie werd gedacht. Van mei tot en met november 2009 nam een steeds groter deel preventieve maatregelen en meer dan de helft van de respondenten was bereid tot vaccineren als men daarvoor in aanmerking zou komen. Voor de respondenten die aangaven zich niet te zullen laten vaccineren als zij daarvoor in aanmerking zouden komen, was de belangrijkste reden: angst voor ernstige bijwerkingen en twijfels over de effectiviteit van het vaccin. Dit komt overeen met de resultaten van nog niet gepubliceerd onderzoek over de vaccinatiecampagne tegen humaan papillomavirus (HPV); ook daar waren de twijfels over de veiligheid en NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A1686 3

TABEL 2 Voorspellende factoren voor een hoge bereidheid om zich tegen Mexicaanse griep te laten vaccineren (n = 754)* factor percentage respondenten dat bereid is tot vaccinatie oddsratio (95%-BI) univariate multivariate geslacht 55,5 1,0 1,0 60,8 1,3 (0,9-1,7) 1,6 (1,0-2,4) opleiding hoog 55,0 1,0 1,0 middelhoog 53,7 1,0 (0,7-1,4) 1,0 (0,6-1,6) laag 64,5 1,5 (1,0-2,2) 1,9 (1,1-3,3) werkstatus fulltime/parttime baan 50,6 1,0 1,0 geen baan 68,1 2,1 (1,5-2,8) 1,6 (1,1-2,4) aanwezigheid van thuiswonende kinderen onder 18 jaar ja 49,0 1,0 1,0 nee 61,5 1,7 (1,2-2,5) 1,6 (1,0-2,5) gepercipieerde ernst lage ernst 45,9 1,0 1,0 hoge ernst 74,0 3,4 (2,5-4,6) 2,2 (1,4-3,4) ervaren angst voor Mexicaanse griep geringe 48,4 1,0 1,0 grote 70,0 2,5 (1,8-3,4) 2,0 (1,3-3,0) geloof in effectiviteit vaccinatie zeker niet/waarschijnlijk niet/misschien niet of misschien wel 20,8 1,0 1,0 waarschijnlijk/zeker wel 79,0 14,3 (9,9-20,6) 11,9 (7,9-17,7) informatie overheid betrouwbaar (heel) onbetrouwbaar/niet betrouwbaar 42,5 1,0 1,0 (heel) betrouwbaar 73,1 3,7 (2,7-5,0) 3,2 (2,1-4,7) * De volgende factoren zijn weggelaten uit de tabel omdat ze niet significant waren in het multivariate model (hoewel ze in de univariate s significante voorspellers waren voor hoge vaccinatiebereidheid): leeftijd, burgerlijke staat, gepercipieerde vatbaarheid voor Mexicaanse griep, hoeveelheid ontvangen informatie, mate van aandacht besteed aan informatie over Mexicaanse griep, hoeveelheid overheidsinformatie. De volgende factoren waren in de univariate s geen significante voorspellers voor hoge vaccinatiebereidheid: etniciteit, kennis over Mexicaanse griep. de effectiviteit van het vaccin voor velen een reden om de vaccinatie niet te halen (marktonderzoeksbureau Qrius, 2009; data nog niet gepubliceerd). In toekomstige vaccinatiecampagnes dient met name aan deze aspecten aandacht te worden besteed. Geloof in de effectiviteit van maatregelen was voor het Nederlandse publiek het belangrijkste argument om preventieve maatregelen gedurende de grieppandemie uit te voeren. Dit wordt ook bevestigd in andere Nederlandse studies. Zo deden Zijtregtop et al. onderzoek naar de bereidheid van Nederlanders tot vaccinatie tegen pandemische influenza. 10 Zij concluderen dat mensen met een lage vaccinatiebereidheid geen vertrouwen hebben dat het vaccin voldoende bescherming biedt (geloof in effectiviteit van de maatregel) en de griep als niet ernstig beschouwen (gepercipieerde ernst). 10 Van den Dool et al. (2008) onderzochten de attitude van ziekenhuismedewerkers ten aanzien van vaccinatie tegen seizoensgriep. Ook zij concluderen dat medewerkers die vertrouwen hebben in het vaccin een grotere intentie hebben tot vaccineren. 11 De intentie tot het nemen van preventieve maatregelen lijkt naast deze rationele argumenten ook samen te hangen met meer affectieve factoren, zoals de ervaren angst ten aanzien van de grieppandemie. Dit wordt ook in andere internationale studies, uitgevoerd tijdens de influenzapandemie van 2009, bevestigd. 12,13 Aandachtpunten om mensen te bereiken Op basis van de resultaten van dit onderzoek zijn er een paar aandachtpunten voor verbetering van de voorlichting bij toekomstige uitbraken van infectieziekten. Bijna de helft van de respondenten bleek de huis-aan-huisbrochure te hebben gelezen en een derde had de televisiespotjes gezien. De informatie heeft dus wel een gedeelte 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A1686

van het publiek bereikt, maar het verdient aanbeveling na te gaan hoe men de overige mensen kan bereiken. Het publiek beschouwde landelijke overheidsinstanties als de belangrijkste bron van informatie en ruim de helft vond deze informatie betrouwbaar. Het is dus van belang dat overheidinstanties het publiek blijven informeren over het verloop en de afloop van een epidemie, zodat zij een reële inschatting van de situatie kunnen maken. 14,15 In deze voorlichting dient aandacht te worden besteed aan de affectieve factoren zoals angst en bezorgdheid. Daarnaast dienen effectiviteit en veiligheid van de aanbevolen maatregelen te worden uitgelegd. Leerpunten Bij uitbraken van infectieziekten is goede voorlichting essentieel, niet alleen om mensen te instrueren en te motiveren preventieve maatregelen te nemen, maar ook om vertrouwen in overheidsinstanties te behouden en misvattingen te voorkomen. Met de verkregen inzicht in de publieke beleving tijdens de huidige grieppandemie kan succesvolle verandering in gedrag en percepties van het publiek worden bewerkstelligd. Tijdens de huidige griepuitbraak werd voor het eerst systematische monitoring verricht van de publieke beleving tijdens uitbraken. Bij vaccinatiecampagnes dient in de voorlichting meer aandacht te worden besteed aan affectieve factoren zoals angst voor bijwerkingen en twijfels over de effectiviteit van het vaccin. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: ZonMw, GlaxoSmithKline, GGD Rotterdam-Rijnmond, RIVM. Aanvaard op 21 februari 2010 Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1686 > Meer op www.ntvg.nl/onderzoek Literatuur 1 Centers for Disease Control and Prevention (CDC). Outbreak of swineorigin influenza A (H1N1) virus infection Mexico, March-April 2009. MMWR Morb Mortal Wkly Rep. 2009;58:467-70. 2 World Health Organization (WHO). World now at the start of 2009 influenza pandemic. Statement to the press by WHO Director-General Dr Margaret Chan. 11 June 2009. 3 Gezondheidsraad. Briefadvies Vaccinatie tegen pandemische influenza A/ H1N1 2009: doelgroepen en prioritering (3). Publicatie nr. 2009/16. Den Haag: Gezondheidsraad; 2009. 4 Deuning CM. Opkomst 1e vaccinatieronde Nieuwe Influenza A (H1N1) door GGD en 2009. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM; 2009. 5 Bults M, Beaujean DJMA. De Mexicaanse griep: reacties van het publiek op de berichtgeving, gemeten met een internetpanel. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B420. 6 Brug J, Aro AR, Oenema A, de Zwart O, Richardus JH, Bischop GD. SARS risk perception, knowledge, precautions, and information sources, the Netherlands. Emerg Infect Dis. 2004;10:1486-9. 7 De Zwart O, Veldhuijzen IK, Elam G, et al. Avian influenza risk perception, Europe and Asia. Emerg Infect Dis. 2007;13:290-3. 8 Norman P, Boer H, Seydel ER. Protection Motivation Theory. In: Conner M, Norman P, editros. Predicting health behavior. Berkshire, UK: Open University Press; 2005. p. 81-126. 9 Champion VL, Skinner CS. The Health Belief Model. In: Health behavior and health education; theory, research and practice. Edited by Glanz K, Rimer BK, Viswanath K. San Francisco, CA, USA: Jossey Bass; 2008. p. 45-65. 10 Zijgtregtop EAM, Wilschut J, Koelma N, et al. Which factors are important in adults uptake of a (pre)pandemic influenza vaccine? Vaccine. 2009;28:207-7. 11 Van den Dool C, van Strien AM, den Akker IL, Bonten MJ, Sanders EA, Hak E. Attitude of Dutch hospital personell towards influenza vaccination. Vaccine. 2008;26:1297-1302. 12 Jones JH, Salanthé M. Early Assessment of Anxiety and Behavioral Response to Novel Swine-Origin Influenza A(H1N1). PLoS One. 2009;4:e8032. 13 Rubin GJ, Amlôt R, Page L, Wessely S. Public perceptions, anxiety, and behaviour change in relation to the swine flu outbreak: cross sectional telephone survey. BMJ. 2009;339:b2651. 14 Holmes BJ. Communicating about emerging infectious disease: The importance of research. Health Risk Soc. 2008;10:349-60. 15 Vaughan E, Tinker T. Effective risk communication about pandemic influenza for vulnerable population. Am J Public Health. 2009;99(S2):S324-32. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A1686 5