DRIEJAARLIJKS RAPPORT



Vergelijkbare documenten
Federaal Fonds ter bestrijding van de verslavingen OPROEP 2014

Federaal fonds ter bestrijding van de verslavingen - oproep

Federaal Fonds ter bestrijding van de verslavingen Subsidieaanvragen voor verlengingen en nieuwe projecten

Naar een verdere uitbouwing en duurzame verankering van de drughulpverlening in het drugsbeleid

21414 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Een globaal en geïntegreerd drugsbeleid voor België

21414 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

ACTIVITEITENVERSLAG. Cel Gezondheidsbeleid. Drugs. Maart 2006

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum);

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

PLENAIRE SESSIE ZORG EN WELZIJN (MEER GEZONDHEID IN DE ZORG)

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, I, 2, 3, 4 en 5 ;

2. Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid

Bijlage Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Impact van het kankerplan op het beleid van de ziekteverzekering. ri de ridder

VR DOC.1297/3BIS

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie

DRIEJAARLIJKS RAPPORT

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning

Lokale Coördinatie Drugs Brussel

Inhoud. Lijst met afkortingen 13. Voorwoord 15. Inleiding 17

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

DRIEJAARLIJKS RAPPORT

SESSIE GEZIN (BRON VAN GEZONDHEID)

VR DOC.1528/2BIS

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Titel I Begrippen Volks

Met de zesde staatshervorming is de bevoegdheid voor de moeder-kindeenheden naar Vlaanderen overgeheveld.

Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Klinische netwerken: uitdagingen, verantwoordelijkheden en middelen van een ziekenhuismutatie

ZIEKENHUISNETWERKEN REGIONALE ZORGSTRATEGISCHE PLANNING 10/07/2019

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

ACTIVITEITENVERSLAG OVER HET VIERDE WERKINGSJAAR

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

DEELNAME AAN NATIONALE RADEN EN COMITÉS

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

ACTIVITEITENVERSLAG OVER HET EERSTE WERKINGSJAAR

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid

ACTIVITEITENRAPPORT. Cel Gezondheidsbeleid Drugs. Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst psychosociale gezondheidszorg

ADVIES VAN DE NRZV AANZET TOT EEN VERNIEUWDE MINIMALE REGISTRATIE IN DE GGZ-VOORZIENINGEN

VERSTERKING VAN DE KLIMAATGOVERNANCE IN BELGIË

VERSTERKING VAN DE KLIMAATGOVERNANCE IN BELGIË GRONDWETTELIJKE EN INSTITUTIONELE MOGELIJKHEDEN

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 42 en 63;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 24 juni 2005; A. SITUERING, ONDERWERP EN RECHTVAARDIGING VAN DE AANVRAAG

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, II, 4 ;

15 FEBRUARI Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

De (herziene) Europese Overeenkomst inzake adoptie van kinderen

SESSIE ONDERWIJS (ONDERWIJS IN GEZONDHEID)

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

8 APRIL Koninklijk besluit tot uitvoering. van artikel 56, 2, eerste lid, 5, van de wet betreffende de verplichte verzekering

Gelet op de aanvraag van de FOD Sociale Zekerheid van 11 april 2005; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 juni 2005;

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting?

Dubbele Diagnose: Mentale handicap en Psychische problematiek

MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR

ACTIVITEITENRAPPORT. Cel Gezondheidsbeleid Drugs. - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 1

Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities

Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijk gezondheidsaanbod

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

BS 26/07/1999 in voege 26/07/1990

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

VR DOC.0277/4BIS

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding ontvangen op 16 maart 2017;

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

Advies betreffende de zichtbaarheid en de toegankelijkheid van de ombudsfuncties in de ziekenhuizen

De Sociale plattegrond

SESSIE LOKALE GEMEENSCHAP (GEZONDE BUURTEN)

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op dd mm yyyy;

SUBSIDIARITEIT. Gelet op artikel 92bis, 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen ;

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Deze titel wordt gebruikt in onze communicatie (jury, website, jaarverslag). Wees dus zo concreet mogelijk. DRAFT

VR DOC.1167/1BIS

Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen

Transcriptie:

Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst psychosociale Gezondheidszorg Cel Drugs Cel Gezondheidsbeleid Drugs DRIEJAARLIJKS RAPPORT 2007-2009 Victor Hortaplein 40, bus 10 1060 Brussel www.health.belgium.be - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 2

I. INLEIDING... 6 II. INVENTARIS VAN HET GEVOERDE BELEID TUSSEN 2007 EN 2009 INZAKE VERSLAVINGEN... 8 1. Verkrijgen van een globaal inzicht... 9 1.1. Federale Overheid... 9 1.1.1. Bevoegdheden... 9 1.1.2. Bronnen... 10 1.1.3. Acties... 10 1.1.4. Evaluatie : evolutie sinds 2007 en perspectieven... 20 1.2. Vlaamse Gemeenschap... 21 1.2.1. Bevoegdheden... 21 1.2.2. Bronnen... 21 1.2.3. Acties... 27 1.2.4. Evaluatie: evolutie sinds 2007 en perspectieven... 37 1.3. Franse Gemeenschap... 39 1.3.1. Bevoegdheden... 39 1.3.2. Bronnen... 39 1.3.3. Acties... 39 1.3.4. Evaluatie : evolutie sinds 2007 en perspectieven... 46 1.4. Duitstalige Gemeenschap... 46 1.4.1. Bevoegdheden... 46 1.4.2. Bronnen... 47 1.4.3. Acties... 48 1.5. Waals Gewest... 49 1.5.1. Bevoegdheden... 49 1.5.2. Bronnen... 49 1.5.3. Acties... 50 1.5.4. Evaluatie: evolutie sinds 2007 en perspectieven... 56 1.6. De Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest... 56 1.6.1. Bevoegdheden... 56 1.6.2. Bronnen... 56 1.6.3. Acties... 57 1.6.4. Evaluatie: evolutie sinds 2007 en perspectieven... 62 1.7. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest... 63 1.7.1. Bevoegdheden... 63 1.7.2. Bronnen... 63 1.7.3. Acties... 63 III. ACTIVITEITENRAPPORT VAN DE CEL GEZONDHEIDSBELEID DRUGS... 65 1. Verkrijgen van een globaal inzicht... 65 1.1. Treatment Demand Indicator... 65 1.2. Federaal Wetenschapsbeleid... 67 1.3. Internationale organisaties... 68 1.3.1. Verenigde Naties... 68 1.3.2. Wereldgezondheidsorganisatie Europese Regio Conference of the Parties... 69 1.3.3. Groupe Pompidou... 69 - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 3

1.3.4. Horizontal Group on Drugs... 70 1.3.5. Belgisch Voorzitterschap Europese Unie... 71 1.4. Uitwisseling van informatie... 72 1.4.1. Nationale mediacampagne over alcohol en andere drugs... 72 1.4.2. Studiedag over de toekomstperspectieven in de geestelijke gezondheidszorg & infodag betreffende het Fonds Verslavingen... 72 2. Preventie van misbruik en beperking van de schade... 73 2.1. Gebruik van benzodiazepines... 73 3. Optimalisering van het zorgaanbod... 74 3.1. Fonds ter bestrijding van de verslavingen: uitbreiding comité tabak en comité verslavingen... 74 4. Uitwerken van overlegde beleidsplannen... 76 4.1. Algemene Cel Drugsbeleid... 76 4.2. Gemeenschappelijke Verklaring toekomstig alcoholbeleid... 78 4.3. Federale Beleidsnota Drugs... 79 4.4. Interministeriële Conferenties Volksgezondheid... 80 4.5. Interministeriële Conferentie Drugs... 81 4.6. IMC Volksgezondheid/IMC Drugs... 81 5. Inventaris... 82 6. Adviezen en aanbevelingen... 82 6.1. Advies van de CGD inzake cocaïne... 82 6.2. Advies van de CGD inzake het testen van illegale drugs... 87 7. Samenwerkingsakkoorden... 99 7.1. TDI... 99 7.2. TABAK... 100 IV. EVALUATIE EN AANBEVELINGEN... 101 1. Het gezondheidsbeleid betreffende drugs... 101 2. De Cel Gezondheidsbeleid Drugs... 102 BIJLAGEN... 105 Afkortingen. Bijlage A Protocolakkoord... Bijlage B Gemeenschappelijke Verklaring Toekomstig Alcoholbeleid Bijlage C Redactie... Bijlage D - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 4

Depotnummer : D/2010/2196/39 Verantwoordelijke uitgever: Dr. D. Cuypers Voorzitter directiecomité FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Victor Hortaplein 40, bus 10 1060 Brussel Contactpersoon: Ilse Declercq Cel Drugs, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, DG-1 Victor Hortaplein 40, bus 10 1060 Brussel Tel. 02 524 85 07 Fax. 02 524 86 20 www.health.fgov.be/drugs - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 5

I. INLEIDING Dit document is het derde driejaarlijks rapport van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs (CGD) en beslaat de periode 2007-2009 1. Het hoofddoel van dit rapport bestaat erin een beeld te schetsen van het in België gevoerde gezondheidsbeleid op het gebied van drugs en van het werk van de CGD ter zake. Dit rapport heeft niet de ambitie exhaustief te zijn, maar we hopen dat met het aanbieden van concrete gegevens dit document als uitgangspunt kan dienen voor een constructieve reflectie op het beleid, wat het tweede doel van dit rapport is. De Cel Gezondheidsbeleid Drugs (CGD) werd opgericht in juni 2001, volgend op de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 30 mei 2001, waar de verschillende ministers een protocolakkoord 2 hebben ondertekend. In dit protocol, verbinden zij zich ertoe om "zonder afbreuk te doen aan hun eigen bevoegdheden ( ) hun beleid inzake preventie van het gebruik van bewustzijnsbeïnvloedende middelen (hierna «drugs» genoemd) en hulpverlening aan mensen met druggerelateerde gezondheidsproblemen, in overleg op elkaar af te stemmen." De oprichting van de CGD was voorzien in de Federale Beleidsnota Drugs van 2001 3. De doelstellingen van de CGD zijn: - Het verkrijgen van een globaal inzicht in alle aspecten van de drug- en drugverslavingsproblematiek; - De continue preventie van het drugmisbruik en het beperken van de schade hieraan verbonden; - De optimalisering van het hulpverlenings- en behandelingsaanbod van drugverslaafden; - De uitwerking van overlegde beleidsplannen met het oog op een geïntegreerd gezondheidsbeleid inzake drugs. Om deze doelstellingen te realiseren is de CGD belast met de volgende vijf opdrachten: - Het centraliseren, aanvullen en bijhouden van een gedetailleerde inventaris van de voor drugs en de drugproblematiek bevoegde overheden en de door de overheid erkende en/of gesubsidieerde instellingen, organisaties, organen, gespecialiseerde centra, onderzoekscentra, universiteiten, die zich toeleggen op één of meer aspecten van de drugproblematiek; 1 2 3 Voor de eerste twee driejaarlijkse rapporten van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs, 2001-2003 en 2004-2006, zie www.health.fgov.be/drugs Als bijlage B. Federale Regering (2001), Federale Beleidsnota Drugs, zie www.health.belgium.be/drugs. - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 6

- Het uitbrengen van gemotiveerde adviezen en aanbevelingen over de coördinatie van het drugsbeleid, de onderlinge afstemming van acties en de efficiëntie daarvan (hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de akkoordsluitende overheden); - Voorstellen doen om de kwaliteit van de gegevens en informatie die door iedere akkoordsluitende overheid aan de CGD worden overgemaakt te optimaliseren; - Het voorstellen en voorbereiden van samenwerkingsakkoorden ten einde concrete overlegde doelstellingen te bereiken. Deze doelstellingen worden geëvalueerd via concrete indicatoren; - Het opmaken van een driejaarlijks rapport. Volgens het Protocolakkoord behoort het opmaken van een driejaarlijks rapport dus tot de opdrachten van de CGD. Dit rapport omvat minstens: - een activiteitenverslag; - een inventaris van het ter zake gevoerde beleid zoals het door de diverse overheden elk binnen hun eigen bevoegdheden is gevoerd, alsook de onderzoeken opgedragen door de akkoordsluitende overheden; - concrete aanbevelingen en voorstellen om de preventie van gezondheidsproblemen verbonden aan druggebruik en de opvang, verzorging en behandeling van personen met gezondheidsproblemen verbonden aan druggebruik, te verbeteren. In deze tekst verstaan we onder drugs de psychoactieve stoffen, zoals tabak, alcohol, psychoactieve medicatie en illegale drugs. Het gebruik van drugs is een complex gezondheidsfenomeen dat een onderbouwde, globale en geïntegreerde beleidsaanpak vergt. Wat het plan van dit rapport betreft, overlopen wij na deze inleiding de verschillende activiteiten die werden gerealiseerd op het gebied van preventie, behandeling en onderzoek inzake drugs. We beperken ons hier tot de initiatieven van de federale overheid en de deelgebieden. De soms belangrijke verwezenlijkingen van de provincies en de gemeenten zijn dus niet opgenomen. In het daarop volgende hoofdstuk beschrijven we de activiteiten van de CGD tussen 2007 en 2009. Het laatste hoofdstuk bevat een evaluatie van het werk van de CGD, en aanbevelingen ter verbetering van het gezondheidsbeleid inzake drugs in België. Vele mensen hebben aan dit rapport meegewerkt, wat de mogelijke stijlverschillen in de tekst kan verklaren: de leden van de CGD maar ook haar wetenschappelijk secretariaat op de FOD 4 Volksgezondheid dat instond voor de coördinatie. 4 FOD staat voor Federale Overheidsdienst. Voor de eenvoud schrijven we hier FOD Volksgezondheid i.p.v. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 7

We willen, tenslotte, benadrukken dat dit rapport het resultaat is van een gezamenlijk, constructief werk van de verschillende overheden die bevoegd zijn voor het gezondheidsbeleid in ons land. Dit rapport is door de bevoegde ministers goedgekeurd op de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 29 september 2010. De effectieve leden van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs, Isidore Pelc (voorzitter), Déborah Gustin, Alexander Witpas, André Deswaef, Kristel Karler, Dominique Maun, Cathérine Spièce, Luc Vuylsteke de Laps, Marc Vanderveken, Murielle Mendez - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 8

II. INVENTARIS VAN HET GEVOERDE BELEID TUSSEN 2007 EN 2009 INZAKE VERSLAVINGEN 1. VERKRIJGEN VAN EEN GLOBAAL INZICHT 1.1. Federale Overheid 1.1.1. Bevoegdheden Volgens de artikelen 128 en 130 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994 regelen de Raden van Vlaamse, Franse en Duitstalige Gemeenschap ondermeer de persoonsgebonden aangelegenheden. Wat begrepen wordt onder persoonsgebonden aangelegenheden wordt bepaald in de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, meer bepaald in artikel 5. In zijn 1, I, stelt dit artikel dat de persoonsgebonden aangelegenheden, wat het gezondheidsbeleid betreft, de volgende zijn: 1 het beleid betreffende de zorgenverstrekking in en buiten de verplegingsinrichtingen, met uitzondering van: a. de organieke wetgeving; b. de financiering van de exploitatie, wanneer deze geregeld is door de organieke wetgeving; c. de ziekte- en invaliditeitsverzekering; d. de basisregelen betreffende de programmatie; e. de basisregelen betreffende de financiering van de infrastructuur, m.i.v. de zware medische apparatuur; f. de nationale erkenningsnormen uitsluitend voor zover deze een weerslag kunnen hebben op de bevoegdheden bedoeld in b), c), d) en e) hiervoren; g. de bepaling van de voorwaarden voor en de aanwijzing tot universitair ziekenhuis overeenkomstig de wetgeving op de ziekenhuizen; 2 De gezondheidsopvoeding alsook de activiteiten en de diensten op het vlak van de preventie gezondheidszorg, met uitzondering van de nationale maatregelen inzake profylaxis. De federale Minister, die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheden heeft, is dus méér bepaald bevoegd voor punten a, b, d, e, f en g. De federale Minister, die Sociale Zaken onder zijn bevoegdheden heeft, is bevoegd voor punt c. - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 9

Op het vlak van de zorgverlening aan drugsverslaafden beheert en organiseert het R.I.Z.I.V. de diagnostische en behandelingsverstrekkingen die door de ziekteverzekering gedekt worden, van zowel niet-categoriale voorzieningen als van gespecialiseerde voorzieningen voor verslaafden. Aangaande de niet-categoriale voorzieningen is het R.I.Z.I.V. bevoegd voor wat de terugbetaling van de tussenkomsten van de medische en paramedische zorgverleners betreft. Het programma "Drugs "van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, moet aan een aantal verplichtingen voldoen : - op nationaal niveau zoals beschreven in de "Beleidsnota van de Federale Regering in verband met de drugsproblematiek" van 19 januari 2001 onder de hoofdstukken " Belgisch Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugverslaving " en "Early Warning System"; - op internationaal niveau m.b.t. de opdrachten van het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugverslaving (EWDD; verordening EEG nr 302/93 van de Europese Raad op 8 februari 1993, dat in het algemeen kader past van het Verdrag van Maastricht) daar het de rol vervult van Belgisch Focal Point van het Europees netwerk voor drugs en drugverslaving (Réseau Européen d'information sur les Drogues et les Toxicomanies - REITOX). 1.1.2. Bronnen Het gezondheidsbeleid inzake psychoactieve stoffen van de federale Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid wordt in hoofdzaak specifiek vorm gegeven door de Wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, de Federale Beleidsnota Drugs van 19 mei 2001, en de algemene beleidsnota s van 2007, 2008 en 2009. 1.1.3. Acties Volksgezondheid Voor wat de bevoegdheden inzake volksgezondheid betreft is de opvang van personen met een psychoactieve middelengebonden problematiek verzekerd in klassieke verzorgingsinstellingen, zoals de algemene ziekenhuizen, de psychiatrische ziekenhuizen, de instellingen voor beschut wonen en de psychiatrische verzorgingsinstellingen. Daarnaast financiert de federale overheid Volksgezondheid pilootstudies met betrekking tot de ontwikkeling van (a) crisiseenheden voor personen met een middelengerelateerde problematiek, met inbegrip van de functie case manager, (b) eenheden voor personen met een dubbele diagnose, de (c) functie van zorgcoördinator binnen de overlegplatforms geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot de behandeling van personen met een - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 10

middelengerelateerde problematiek, (d) de toepassing en analyse van een cocaïnespecifiek behandelingsprogramma en (e) de International Cannabis Need of Treatment. (a) Crisiseenheden voor personen met een middelengerelateerde problematiek, met inbegrip van de functie case manager Dit project bestaat uit de oprichting van crisiseenheden, bestemd voor de opname gedurende maximum vijf dagen van patiënten in een crisistoestand die gerelateerd is aan het gebruik van psychoactieve stoffen. Dit project werd in 2002 uitgewerkt omdat spoeddiensten veel personen ontvingen die zich in een crisissituatie bevonden door het gebruik van psychoactieve substanties terwijl klassieke spoedgevallendiensten niet aangewezen zijn om dit soort problemen te behandelen. Gedurende de opname in de crisiseenheid streeft men in eerste instantie naar de stabilisatie van de crisistoestand. Daarnaast poogt men de diagnose verder te verfijnen en de hospitalisatieduur van de patiënt te beperken door diens ontslag degelijk voor te bereiden en de zorg na zijn verblijf in de crisiseenheid beter te organiseren en dit teneinde de zorgcontinuïteit van de patiënt te optimaliseren. Dit zijn belangrijke taken die weggelegd zijn voor de case manager, die verbonden is aan elke crisiseenheid. Momenteel beschikt België over 9 crisiseenheden: Brussel en Antwerpen beschikken elk over een geïntegreerde crisiseenheid; zij kunnen dus zowel patiënten opnemen die zich in een psychische crisissituatie bevinden als patiënten die zich in een crisistoestand bevinden die gerelateerd is aan het gebruik van psychoactieve substanties. De eenheden van Mons, Genk, Gent, Brugge, Namen, Luik en Leuven vangen enkel patiënten op die zich in een middelengerelateerde crisissituatie bevinden. Om hun opdrachten te vervullen, beschikken de crisiseenheden over een intensieve omkadering: de specifieke crisiseenheden beschikken over 11 VTE (waarvan 2 universitaire VTE en 9 VTE A1) en de geïntegreerde crisiseenheden over 16,5 VTE (waarvan 3 universitaire VTE en 13,5 VTE A1). Momenteel wordt een wetenschappelijke evaluatie van dit pilootproject uitgevoerd door de Universiteiten van Leuven, Gent en Antwerpen. Deze studie wordt gefinancierd door Federaal Wetenschapsbeleid. De resultaten van deze evaluatie worden in mei 2010 verwacht. (b) Eenheden voor personen met een dubbele diagnose Dit project bestaat uit de implementatie van twee eenheden (in Luik en in Sleidinge) van 10 bedden elk, bestemd voor de geïntegreerde intensieve behandeling van patiënten met een dubbele diagnose, meer bepaald een middelengerelateerde en een psychotische stoornis. Deze eenheden zijn elk omkaderd door 17 VTE (14 A1 en 3 universitairen). De duur van de opname bedraagt 6 maanden. Indien dit nodig lijkt, kan er eventueel een verlenging van de opname voorzien worden. - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 11

Het project werd geëvalueerd door een universitaire equipe. Deze evaluatie werd deels gefinancierd door Federaal Wetenschapsbeleid en deels door de FOD Volksgezondheid. In het algemeen hebben de evaluatieresultaten aangetoond dat het pilootproject doeltreffend is, meer bepaald betreffende het psychische functioneren, het algemene functioneren, het middelengebruik en de levenskwaliteit van de patiënt. Deze studie toont eveneens aan dat patiënten die binnen een geïntegreerde eenheid verblijven, langer in behandeling blijven. De evaluatie heeft eveneens het nut aangetoond van de nieuwe functie van de casemanager, die de oriëntering van de patiënt faciliteert, permanent de samenwerking binnen het netwerk bevordert en die communiceert over de werking van de eenheid. De doorverwijzing van de patiënt en de samenwerking binnen het netwerk blijven inderdaad de voornaamste moeilijkheden die bij de opvang van dit soort patiënten voorkomen. (c) Functie van zorgcoördinator binnen de overlegplatforms geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot de behandeling van personen met een middelengerelateerde problematiek In dit project ligt het accent op de zorgcontinuïteit en zorg op maat. De taak van de zorgcoördinator van elk overlegplatform bestaat er in het overleg te vergemakkelijken tussen het zorgcircuit dat bestemd is voor personen met een (legale en illegale) middelengerelateerde problematiek en te streven naar een maximale participatie van de actoren, zodanig dat dit overleg leidt tot het tot stand komen van samenwerkingsakkoorden tussen tenminste drie types van relevante actoren. Vanaf het begin van dit pilootproject heeft men evolutie gemerkt in de concrete doelstellingen die tijdens de vorige jaren gedefinieerd werden: het zorgaanbod voor het geheel van de doelgroep is betrokken bij het overleg, het aantal formele overeenkomsten stijgt, de ontwikkeling van een duidelijke visie en het vastleggen van doelstellingen als belangrijk werkinstrument zijn ingeburgerd, het aantal types van relevante actoren die aan het overleg deelnemen neemt toe en de consensus tussen deze actoren over het basisconcept van zorgcircuits en netwerken groeit. Gemiddeld waren er 5 getekende samenwerkingsakkoorden per provincie, maar er werden grote verschillen vastgesteld tussen de provincies onderling. In totaal werden reeds 55 akkoorden getekend in het kader van dit pilootproject voor heel België. In 2009 werkten de zorgcoördinatoren met een geïndividualiseerd jaarplan. Dit liet hen toe doelstellingen te formuleren die eigen zijn aan hun provincie. Na 7 jaar functioneren en gelet op de meerwaarde die de functie van zorgcoördinatie middelenmisbruik met zich meebrengt, zou dit project nu vervolgens moeten evolueren naar een structurele financiering. Dit door middel van een aanvullende financiering die toegekend wordt aan de overlegplatforms geestelijke gezondheidszorg, onder voorbehoud van de budgettaire - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 12

haalbaarheid en op voorwaarde dat er een bijzondere aandacht uitgaat naar de doelgroep van personen met een problematiek van illegale of legale middelen. (d) Toepassing en analyse van een cocaïnespecifiek behandelingsprogramma De afgelopen jaren zijn zowel op Europees niveau als in België beduidend meer cocaïnegerelateerde hulpvragen geregistreerd. Niettegenstaande deze gunstige instroomtendens blijken toch heel wat cocaïnegebruikers getypeerd te kunnen worden als draaideurcliënten: de drop-out en het herval van deze cliëntengroep blijkt immers hoog te zijn. Om deze reden financiert de Federale Overheid Volksgezondheid, sinds 2008, een pilootproject rond de toepassing en analyse van een cocaïnespecifiek behandelingsprogramma. Bedoeling is enerzijds in een beperkte setting een ontwikkeld hulpverleningsprogramma gebaseerd op de Community Reinforcement Approach 5 in combinatie met vouchers uit te testen en anderzijds meer wetenschappelijk inzicht te verwerven in de implementatie en effectiviteit van de Community Reinforcement Approach en Vouchers-methodiek voor cocaïnegebruikers in België. Meer specifiek is het de bedoeling de effectiviteit na te gaan van de CRA + vouchers - methodiek op het vlak van abstinentie, kwaliteit van leven, opleiding en tewerkstelling, maatschappelijke participatie en psychische gezondheid in vergelijking met de reguliere behandeling. Daarnaast wordt ook beoogd meer zicht te krijgen op de extra kosten van deze behandelmethode. In functie van het meten van de effectiviteit van de CRA + vouchers -methodiek zal een groep van 30 cocaïnegebruikers die de experimentele interventie krijgt, vergeleken worden met een groep van 30 cocaïnegebruikers die een reguliere ambulante begeleiding volgen. De behandeling, die zes maanden duurt, is enerzijds gebaseerd op het belonen van een cleane levensstijl: in ruil voor een negatieve urinetest krijgen de cocaïnegebruikers uit de experimentele groep immers een waardebon. Deze waardebonnen kunnen zij gedurende zes maanden opsparen om aldus op het einde van de behandeling, een beloning te krijgen. Een positieve urinetest, waaruit blijkt dat de persoon toch cocaïne gebruikt heeft, wordt gesanctioneerd d.m.v. een verlies van (een 5 Community Reinforcement Approach (CRA) en Contingency Management zijn vormen van cognitievegedragstherapie en gaan bijgevolg uit van de veronderstelling dat druggebruik een aangeleerd gedrag of aangeleerde gewoonte is. CRA is een meersporenprogramma dat beoogt samen met de cliënt een drugvrije levensstijl op te bouwen. Men tracht de sociale omgeving van de cliënt te herorganiseren door het te voorzien van belonende activiteiten die dermate voldoeninggevend zijn voor de cliënt dat deze de strijd kunnen aangaan met de voordelen van druggebruik. Op die manier wil men de cliënt laten ervaren dat een cleane levensstijl minstens even belonend kan zijn als een druggebruikende levensstijl. - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 13

gedeelte van) de waardebonnen. Anderzijds krijgen de gebruikers een vrij intensieve psycho-sociale begeleiding. Dit pilootproject wordt uitgevoerd binnen de setting van vzw De Kiem te Gent. De resultaten van deze pilootstudie worden verwacht in het najaar van 2010. (e) International Cannabis Need of Treatment In het kader van het Action Plan for Cannabis Research neemt België samen met vier andere Europese landen (Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zwitserland) deel aan het internationaal onderzoek INCANT. INCANT is de afkorting van International Cannabis Need of Treatment en omvat de evaluatie en implementatie van een Multi Dimensional Family Therapy (MDFT) in deze vijf landen. Deze behandeling is een gespecialiseerde, multidimensionele gezinstherapie voor adolescenten met een cannabismisbruik of -afhankelijkheid. De behandelingsduur is kort (4 à 5 maanden) maar intensief. Bedoeling van de behandeling is de familiale en sociale middelen samen te brengen die vereist zijn opdat de jongere zich opnieuw normaal zou kunnen ontwikkelen. Er kunnen een 2 à 3-tal sessies per week op verschillende plaatsen worden georganiseerd (het behandelingscentrum, thuis, op school, de rechtbank). Er zijn ook consultaties per telefoon. De therapie verloopt in 3 fasen: een introductiefase waarbij de therapeut probeert met de jongere, zijn ouders en elke betrokken persoon een samenwerking aan te gaan, een fase voor therapeutisch werk die gericht is op verandering, een fase waarin de verrichte veranderingen worden geconsolideerd en tot slot de afscheidsfase met heroriëntatie indien nodig. De algemene doelstelling van de studie is dus de effectieve implementatie en evaluatie van de MDFT behandeling bij een populatie van jonge problematische cannabisgebruikers in België. Deze studie beoogt een wetenschappelijke vergelijking uit te voeren (in een Europese context) tussen de MDFT behandeling en andere, klassieke, behandelingen voor deze doelgroep. Deze vergelijking zal gebeuren op basis van volgende vragen : - Is de MDFT effectiever dan een klassieke behandeling in functie van de vermindering van het cannabisgebruik? - Is de MDFT effectiever om de risicofactoren te verminderen die verbonden zijn aan cannabismisbruik (misbruik van andere stoffen, angstsymptomen, depressie, gedragsstoornissen, familiaal dysfunctioneren, problemen op school, criminaliteit)? - Is de MDFT effectiever om de adolescenten in behandeling te houden? - Wat is de effectieve kost van de MDFT in vergelijking met een klassieke behandeling? - Is de MDFT aanvaard door de jongeren, de families en de therapeuten? - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 14

Het einde van dit project is voorzien voor april 2010. Meer informatie is beschikbaar op www.incant.eu. De voorbije jaren voerde de federale overheid campagnes voor een verantwoord gebruik van benzodiazepines. Meer informatie betreffende deze projecten en campagne worden weergegeven in deel 3 van dit rapport. Via de programmawet van 20 juli 2006 werd het Fonds ter bestrijding van de verslavingen gecreëerd. Tot eind 2008 werd de werking van het fonds geregeld door het KB van 28 december 2006. Nu bepaalt het KB van 18 december 2008 de werking en het actiedomein van het fonds. Onder bestrijding van verslavingen wordt elke actie verstaan die beoogt: (a) voorlichting te geven over de gevaren van gebruik van en gewenning aan producten die tot verslaving kunnen leiden, (b) het gebruik van zulke producten te beperken, vooral bij jongeren, (c) de regelgeving over producten die tot verslaving kunnen leiden te leren begrijpen en na te leven en (d) de opvang alsook de medische, psychologische en sociale begeleiding van gebruikers te bevorderen. Een gedeelte van de middelen van dit fonds (minstens 2.000.000 euro) zijn voorzien voor specifieke acties inzake tabaksbestrijding. De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu maakt de oproepen voor het indienen van projecten bekend via haar website en relevante stakeholders. Het comité verslavingen/tabak 6 beoordeelt de aanvragen en deelt vervolgens de gunstig geadviseerde projecten mee aan het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, dat een definitieve beslissing neemt 7. In 2007 werden 36 projecten goedgekeurd 8. In juni 2008 zijn de comités verslavingen en tabak opnieuw bijeengekomen om advies uit te brengen betreffende de ingediende aanvragen voor verlengingen van de projecten 2007. Een definitief advies werd pas geformuleerd in oktober vermits een aantal projectvoorstellen nog moest aangepast worden, of omdat het comité nog bijkomende 6 Het KB van 18 december 2008 voorziet tevens de mogelijkheid voor vertegenwoordigers van gemeenschaps-of gewestregeringen om deel te nemen aan het comité verslavingen en het comité tabak (cfr. 3.1). 7 Sinds de inwerkingtreding van het KB van 18 december 2008 is het niet langer de federale Minister van Volksgezondheid die beslist over de toekenning van de financiering, maar wel het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor Ziekte-en Invaliditeitsverzekering. 8 De ministeriële besluiten tot toekenning van de subsidies werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 22 juni 2007. - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 15

informatie gevraagd had om een gefundeerd advies m.b.t. de verlengingsaanvraag te kunnen verlenen. In totaal werd aan 23 projecten een verlenging toegekend, van 1 juli 2008 tot 1 juli 2009 9. In mei 2009 werd door de FOD Volksgezondheid opnieuw een oproep voor de verlengingen van deze projecten georganiseerd. Uiteindelijk werden hiervan nog 15 verlengingen goedgekeurd. Begin mei 2008 werd ook een tweede oproep in het kader van het Fonds ter bestrijding van de verslavingen gelanceerd; in september zijn de comités bijeengekomen om een advies te verstrekken m.b.t. deze nieuwe projectvoorstellen. Uiteindelijk werden 15 nieuwe projecten weerhouden 10. Deze projecten gingen van start op 1 januari 2009 en eindigden op 31 december 2009. In september 2009 kwam het Comité Verslavingen opnieuw bijeen om een advies te verstrekken m.b.t. de projecten die eindigden op 31 december 2009 en m.b.t. de nieuwe projectaanvragen. Uiteindelijk keurde het Verzekeringscomité 25 projecten goed. Elk project wordt inhoudelijk opgevolgd door een begeleidingscomité, dat wordt voorgezeten door een lid van de Cel Drugs van de FOD Volksgezondheid. De FOD Volksgezondheid vindt het belangrijk dat er naar de stakeholders toe ook gecommuniceerd wordt over de projecten die gefinancierd worden in het kader van het Fonds Verslavingen. Zo werd hierover in 2008 een studiedag georganiseerd door de Cel drugs, waarbij een aantal projecten voorgesteld werden die betrekking hebben op de volgende thema s: ouders met een verslavingsprobleem, kinderen van ouders met een verslavingsprobleem, versterking van het bestaande zorgaanbod en tabak. Meer informatie over deze studiedag is beschikbaar op de website van de Cel drugs: www.health.belgium.be/drugs. In het kader van het federaal plan tegen tabakverslaving, dat uitgevoerd werd gedurende de legislatuur 2003-2007, werden een aantal belangrijke maatregelen genomen in de strijd tegen de tabakverslaving, zoals: het rookverbod op openbare plaatsen (met enkele uitzonderingen voor wat betreft de horeca), de introductie van gecombineerde waarschuwingen op sigarettenverpakkingen, het verbieden van de verkoop van tabak aan jongeren onder de 16 jaar en de terugbetaling van rookstopbegeleidingen voor zwangere vrouwen en hun partner bij een tabakoloog. Vervolgens werden nog een aantal bijkomende maatregelen genomen. In het kader van het kankerplan, werd de terugbetaling van rookstopbegeleidingen bij tabakologen uitgebreid tot alle rokers. De reglementering betreffende het tabaksgebruik in de horeca werd 9 De Ministeriële Besluiten tot toekenning van deze subsidies werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 19 oktober 2008. 10 Deze ministeriële besluiten werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 19 december 2008. - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 16

aangepast en het aantal etablissementen dat van een uitzondering geniet om een rokerszone te installeren, werd sinds 1 januari 2010 gereduceerd. Deze uitzonderingen zullen ten laatste op 1 juli 2014 definitief verdwijnen. De gecombineerde waarschuwingen die gedrukt moeten worden op de verpakkingen van sigaretten werden aangepast teneinde de zichtbaarheid van de Tabak Stop lijn, gesubsidieerd via het fonds tot bestrijding van de verslavingen, te vergroten. Deze nieuwe waarschuwingen zullen verplicht zijn vanaf 1 januari 2011. Net als haar voorgangers wenst de federale minister van Volksgezondheid een duidelijker kader aan te reiken voor het voorschrijven en toedienen van vervangingsbehandelingen. Het koninklijk besluit van 19 maart 2004 tot reglementering van de behandelingen door middel van vervangingsmiddelen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 6 oktober 2006, biedt tot op heden het juridisch kader voor dit type behandelingen. Niettemin blijkt dit juridisch kader ontoereikend om een implementatie ervan te kunnen garanderen. Op vraag van de federale minister van Volksgezondheid werd daarom een werkgroep samengesteld, onder leiding van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, die zich zou buigen over deze problematiek, meer bepaald over de volgende aspecten: - de nationale registratie inzake behandelingen door middel van vervangingsmiddelen - de vorming van de artsen en de erkenningsnormen en -criteria voor de centra en netwerken die druggebruikers ten laste nemen. Deze werkgroep kwam reeds een aantal keren bijeen in 2009. Vermits de complexiteit van de thematiek evenwel een grondige analyse vergt, zullen de resultaten van de werkzaamheden van deze werkgroep zullen pas in 2010 gekend zijn. De Cel Drugs van de Federale Overheid Volksgezondheid staat ook in voor de coördinatie van een aantal interdisciplinaire werkgroepen, zoals de Cel Gezondheidsbeleid Drugs en de Algemene Cel Drugsbeleid. Meer informatie hierover is opgenomen in deel 3 van dit rapport. De Federale overheid Volksgezondheid is zich tevens bewust van het groeiende belang van het beleid dat wordt gevoerd door internationale organisaties. De Europese Unie is voor haar de eerste referentie wat betreft het beleid inzake de reductie van de vraag. Meer concreet schakelt zij haar beleid volledig in in de algemene doelstellingen van de Europese Drugsstrategie 2005-2012 en de Europese Drugsactieplannen 2005-2008 en 2009-2012, waarbij men streeft naar het terugdringen van de vraag naar drugs en het drugsaanbod. - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 17

Meer bepaald wil men: - bijdragen tot een hoog niveau van gezondheidsbescherming, welzijn en sociale samenhang door middel van een aanvulling van het optreden van de lidstaten ter voorkoming en beperking van druggebruik, verslaving en druggerelateerde schade aan de volksgezondheid en voor de maatschappij; - streven naar een hoog niveau van veiligheid van het grote publiek door maatregelen tegen drugsproductie, grenoverschrijdende illegale drugshandel en het misbruik van precursoren, en door de preventie actie tegen druggerelateerde criminaliteit te intensifiëren door middel van effectieve samenwerking in het kader van een gezamenlijke aanpak. De Federale overheid Volksgezondheid volgt, ondersteunt en bewaakt deze doelstellingen in de schoot van de Horizontal Working Group on Drugs. Daarnaast stimuleert zij het belang van wetenschappelijk onderzoek en waakt zij mede over het aandeel van demand reduction activiteiten in het Europees beleid. Wat de Verenigde Naties betreft, gebeurt de terugkoppeling naar de United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC). Sinds januari 2006 is België lid van de Commission on narcotic drugs. De Federale overheid Volksgezondheid was de voorbije jaren lid van de Belgische delegatie voor de jaarlijkse bijeenkomst van deze commissie. In deze hoedanigheid droeg zij bij tot het tot stand komen van resoluties met betrekking tot controle van psychoactieve stoffen, stimuleren van beleidsevaluatie, en van initiatieven in het kader van reductie van de vraag, en risicobeperking (cfr. 1.3.1). In dit kader worden ook de relevante beleidspunten van de WGO van kortbij opgevolgd en, indien gepast, geïmplementeerd in nationaal beleid. De kaderconventie betreffende tabaksbestrijding van de WGO werd van kracht op 27 februari 2005 op wereldvlak. Zij werd vervolgens in België geratificeerd en is van kracht geworden op lokaal niveau op 30 november 2005. De Federale overheid Volksgezondheid coördineert de opvolging van deze conventie in ons land (cfr. 1.3.2). De Federale overheid Volksgezondheid verzorgt de permanente vertegenwoordiging bij de Groupe Pompidou in de schoot van de Raad van Europa. Zij heeft permanente leden bij de platforms onderzoek en behandeling van deze Groupe (cfr.1.3.3). Sociale Zaken Wat de bevoegdheden sociale zaken betreft worden door het RIZIV financieringsovereenkomsten met gespecialiseerde voorzieningen voor drugsverslaafden afgesloten voor de financiering van specifieke revalidatieprogramma s die zowel een medische als een psychosociale revalidatie van de patiënten beogen. - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 18

Er zijn de voorbije jaren ook middelen gereserveerd om nieuwe revalidatieovereenkomsten af te sluiten voor de behandeling van twee specifieke doelgroepen, met name: verslaafde moeders (of verslaafde vaders) met kinderen en minderjarige verslaafden. Wat de eerste doelgroep van verslaafde moeders (of vaders) met kinderen betreft, is een budget uitgetrokken (190.000 ), dat dient om het mogelijk te maken dat verslaafde moeders (of vaders), die een residentieel revalidatieprogramma volgen in een inrichting, samen met hun kinderen in een aparte afdeling van die inrichting kunnen verblijven. Hierdoor wordt de drempel verlaagd voor verslaafde ouders om zich residentieel te laten behandelen én wordt vermeden dat ouders door hun behandeling gescheiden zouden worden van hun kinderen. Sinds 1 januari 2007 financiert het RIZIV via de overeenkomsten 2 ouder-kind afdelingen: één in Gavere en één in Châtelet. Wat de tweede doelgroep van minderjarige verslaafden betreft: hiervoor is een budget van 900.000 gereserveerd. Dit budget dient om voor het eerst een revalidatieovereenkomst af te sluiten met een residentiële inrichting die gespecialiseerd is in de behandeling van minderjarige verslaafden. Deze overeenkomst is sinds juli 2007 afgesloten met een centrum uit Eeklo. In de begroting 2008 van het RIZIV zijn er voor in totaal 2,5 miljoen euro extra middelen voorzien voor de revalidatie van verslaafden. Deze middelen zijn nog niet allemaal besteed maar ze dienen in principe voor een bijkomend crisisinterventiecentrum in Bergen, een bijkomend centrum voor langdurige residentiële revalidatie, de oprichting van een bijkomend dagcentrum in Zuid-Oost-Vlaanderen én de uitbreiding van 5 andere, bestaande dagcentra waaronder 3 MSOC's. In de begroting 2009 zijn er geen extra middelen voorzien voor de revalidatie van verslaafden. Momenteel zijn er in totaal 29 overeenkomsten afgesloten met betrekking tot revalidatiecentra voor verslaafden. Het totaal van de enveloppes van de verschillende overeenkomsten met gespecialiseerde voorzieningen voor verslaafden bedraagt 46,154 miljoen euro (maximale enveloppes). De toename van het budget is niet alleen te wijten aan uitbreidingen of nieuwe initiatieven die gerealiseerd zijn maar is deels ook het gevolg van de toename van de loon- en werkingskosten van bestaande centra. In de begroting 2010 is een extra budget van 1 miljoen euro voorzien voor de revalidatie van verslaafden. Er zijn verschillende aanvragen voor nieuwe centra of uitbreidingen van bestaande centra ingediend (duidelijk meer dan dat er met het extra budget gerealiseerd kunnen worden). De beheersinstanties van het RIZIV moeten nog beslissen welke van deze aanvragen (prioritair) gerealiseerd zullen worden. - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 19

De beleidslijnen van de beheersinstanties inzake de zorgverlening aan verslaafden zijn sinds het vorige driejaarlijkse rapport niet wezenlijk gewijzigd. Bij de beoordeling van nieuwe aanvragen van voorzieningen om in dit domein een revalidatieovereenkomst af te sluiten wordt onder meer rekening gehouden met factoren als het innoverende karakter en de wetenschappelijke onderbouw van een project én de geografische beschikbaarheid ván en netwerking mét andere voorzieningen waar verslaafden behandeld worden. In de begroting zijn ook middelen vrij gemaakt voor de registratie van gegevens door de gespecialiseerde voorzieningen die met het R.I.Z.I.V. een overeenkomst hebben afgesloten voor de revalidatie van verslaafden. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid De hoofddoelstellingen van het Programma Illegale Drugs zijn: 1. Het realiseren en verder ontwikkelen van een Belgisch informatienetwerk over illegale drugs. 2. Het verzamelen, analyseren, samenvatten en verspreiden van informatie over het drugfenomeen in België. 3. Het realiseren en verder ontwikkelen van een nationaal "Early Warning System" op het gebied van illegale drugs. 4. Een permanente samenwerking onderhouden met het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugverslaving, inbegrepen het uitvoeren van de taken van het REITOX programma. Een overzicht van de concrete activiteiten van het WIV wordt gegeven op http://www.iph.fgov.be/reitox/ 1.1.4. Evaluatie : evolutie sinds 2007 en perspectieven De federale overheid sociale zaken en volksgezondheid staan garant voor een substantieel onderdeel van de zorg voor de doelgroep door haar aanbod van residentiële verzorgingsinstellingen en haar verantwoordelijkheden in het kader van de gezondheidszorgverzekering. Daarnaast financiert zij doelgerichte en gevarieerde opvang door middel van specifieke overeenkomsten. Deze overeenkomsten evalueren nieuwe zorgmodellen of richten zich naar specifieke regionale of zorgbehoeften. Via het Fonds ter bestrijding van de Verslavingen wordt bovendien ook de mogelijkheid gecreëerd om innoverende projecten uit te testen, zodat nagegaan kan worden welke meerwaarde zij (kunnen) hebben ten opzichte van het bestaande zorgaanbod. - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 20

Het pilootproject crisiseenheden ondergaat momenteel een finale evaluatie, zodat dat een definitieve beslissing kan genomen worden over de structurele implementatie. Dit geldt eveneens voor het pilootproject met betrekking tot de geïntegreerde behandeling voor patiënten met een dubbele diagnose. Het pilootproject zorgcoördinatie toont belangrijke hiaten en overlappingen in het zorgaanbod voor de doelgroep. De kennis die in dit project verzameld wordt, kan dus verder gebruikt worden voor een betere organisatie van het zorgaanbod. Gezien het belang van dit project wordt ook gestreefd naar het structuraliseren van de zorgcoördinatie, ingebed in de overlegplatformen geestelijke gezondheidszorg, maar waarbij specifieke aandacht gevraagd wordt voor de doelgroep van druggebruikers. Bij de verdere uitwerking van al deze pilootprojecten dient trouwens rekening gehouden te worden met de hervormingen in de sector van de geestelijke gezondheidszorg. De Federale overheid Volksgezondheid zal eveneens actief blijven op het internationale niveau. 1.2. Vlaamse Gemeenschap 1.2.1. Bevoegdheden Op basis van artikel 5, 1, I, 2 van de Bijzondere Wet op de Hervorming van de Instellingen van 8 augustus 1980 (verder BWHI), zijn de gemeenschappen bevoegd voor de gezondheidsopvoeding, alsook de activiteiten en de diensten op het vlak van preventieve gezondheidszorg, met uitzondering van de nationale maatregelen inzake profylaxies. De begrippen gezondheidszorg en preventieve gezondheidszorg worden verder uitgewerkt in de parlementaire voorbereidingen. Omdat de gemeenschappen hier een principiële volheid van bevoegdheid hebben, moeten alle opsommingen worden beschouwd als niet-exhaustief. Dat betekent dat Vlaamse Gemeenschap binnen deze bevoegdheid alle soorten van maatregelen kan nemen, tenzij ze uitdrukkelijk worden voorbehouden aan de federale overheid. 1.2.2. Bronnen Hieronder wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste juridische teksten en beleidskaders waarop het Vlaamse beleid inzake tabak, alcohol en drugs is gebaseerd in de periode 2007-2009. Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid Het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid is een kaderdecreet dat de krijtlijnen van het Vlaams beleid terzake vastlegt. De algemene - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 21

opdracht of het doel van het preventieve gezondheidsbeleid, is omschreven in artikel 3 tot 7 van het decreet en beoogt gezondheidswinst voor de bevolking. Dit betekent: de levensduur en levenskwaliteit van de bevolking verhogen door de gezondheid van de bevolking te bevorderen, te beschermen of te behouden. De organisatie van dit beleid wordt beschreven van artikel 13 tot 35. Dit doel wordt gerealiseerd door diverse initiatieven (artikel 39 tot 75) van gezondheidsbevordering en ziektepreventie, zowel binnen de gezondheidszorg (= preventieve gezondheidszorg) als daarbuiten (= facettenbeleid). De initiatieven dienen volgens artikel 73 van het decreet wetenschappelijk onderbouwd te zijn. Regeerakkoord 2004 2009 van de Vlaamse Regering - Hoofdstuk IV (p 32) We verzamelen systematisch gegevens over gezondheidsrisico s (roken, druggebruik, overgewicht, gebrek aan beweging, depressies, osteoporose, seksueel overdraagbare aandoeningen, vervuiling enz.). We zetten deze om in concrete gezondheidsdoelstellingen en trekken daaruit conclusies voor het preventie en gezondheidsbeleid. We drijven de inspanningen op het vlak van gecoördineerde preventieve gezondheidszorg op. We vermijden versnippering van middelen. We concentreren het preventief gezondheidsbeleid vooral op de problemen van overgewicht door ongezond voedingsgedrag en onvoldoende lichaamsbeweging, preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen door een goede voorlichting m.b.t. seksualiteit, preventie van depressies en (pogingen) tot zelfdoding. We controleren de doeltreffendheid van de inzet van de middelen in preventie in functie van kwantificeerbare gezondheidsdoelstellingen. We versterken een duurzaam en geïntegreerd preventiebeleid inzake verslavende middelen (tabak, alcohol en drugs) en trekken er extra middelen voor uit. We laten maximaal het subsidiariteitsbeginsel gelden bij de uitvoering van het decreet over het preventieve gezondheidsbeleid. We erkennen de basisdienstverleners en organisaties in hun deskundigheid. We doen sterker appèl op ieders verantwoordelijkheid om zijn of haar gezondheid te bewaken en te bevorderen. Beleidsnota van minister Vervotte 2004 2009 Het Vlaamse beleid inzake middelengebruik richt zich in de eerste plaats op het behalen van gezondheidswinst. Onder middelen verstaan we tabak, alcohol, illegale drugs, psychoactieve medicatie (ook antidepressiva, slaap- en kalmeermiddelen, ) en gokken. Alcohol en tabak zijn legaal en zelfs maatschappelijk ingeburgerd. Dit neemt niet weg dat ze tot de meest verspreide, meest schadelijke en snelst verslavende middelen behoren. Onze bekommernis is dat mensen zich bewust worden van de gezondheidsrisico s van het gebruik van middelen. - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 22

De maatschappelijke discussie rond drugs is veel te lang verengd geweest tot het thema legaliteit. Men heeft daarbij te weinig oog gehad voor de maatschappelijke en psychosociale gevolgen van het middelengebruik en de verslaving. De impact van drugs op de gezondheid, de ingesteldheid en het sociale weefsel van de gebruiker, diens familie en omgeving is aanzienlijk. Daarom vind ik het belangrijk dat duidelijk wordt gesteld dat preventie van druggebruik, vooral maar niet alleen bij minderjarigen, een belangrijk maatschappelijk thema is. Binnen het eigen beleidsdomein zal ik werken aan de nodige opvang- en begeleidingsinitiatieven, waar mogelijk samen met partnerorganisaties. Bijzondere aandacht wil ik hierbij besteden aan informatieverstrekking en bijstand van ouders en familie van personen met een verslaving. Daarom ook zal ik de dialoog blijven aangaan met de federale overheid, zodat we een geïntegreerd beleid kunnen voeren rond deze problematiek. ( ) Bij preventieve gezondheidszorg hebben zowel het individu als de gemeenschap hun eigen verantwoordelijkheid. Individuele verantwoordelijkheid mag niet leiden tot individuele aansprakelijkheid. Ik kies voor een preventiebeleid dat gebaseerd is op feiten, niet op gissingen, veronderstellingen of hypotheses. Daarvoor is de inzameling en verwerking van relevante en correcte gegevens cruciaal. Het is de opdracht van elke collectieve preventieve actie om een systeem van monitoring uit te bouwen, zodat de resultaten kunnen worden getoetst en relevante bevolkingsgegevens beschikbaar komen. Op basis van de beschikbare gezondheidsgegevens, de realiseerbare gezondheidswinst en een kosteneffectiviteitstudie van mogelijke preventieve acties, zal ik prioriteiten bepalen en preventiestrategieën uitwerken. Preventie kan niet worden verengd tot een louter psychologische of medische aanpak. Ook factoren buiten de gezondheidszorg hebben een invloed op het bevorderen van gezondheid en het voorkomen van ziekten. Ik denk hierbij aan de impact van het milieu, het verkeer, het onderwijs, de huisvesting, welzijn op het werk enbedrijfsgezondheidszorg, justitie. Dit facettenbeleid vereist een nauwe samenwerking met verschillende overheden en ook met de privé-sector. Vlaamse gezondheidsdoelstelling tabak, alcohol en drugs 2009 2015 Op 6 maart 2009 keurde de Vlaamse Regering de gezondheidsdoelstelling tabak, alcohol en drugs officieel goed, samen met het Vlaams Actieplan tabak, alcohol en drugs 2009 2015 (zie ook infra). De gezondheidsdoelstelling werd geformuleerd op basis van de gezondheidsconferentie van 23 en 30 november 2006 en drugs luidt als volgt: - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 23

Het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door tegen het jaar 2015 het gebruik van tabak, alcohol en illegale drugs terug te dringen. Voor elk van de 3 middelen omschrijft de doelstelling specifieke streefdoelen. Tabak Bij personen van 15 jaar en jonger is het percentage rokers niet hoger dan 11% (in het schooljaar 2004-2005 was dat 14,2%). Bij personen van 16 jaar en ouder is het percentage rokers niet hoger dan 20% (in 2004 was dat 27.1%). Alcohol Bij personen van 15 jaar en jonger is het percentage dat meer dan 1 keer per maand drinkt niet hoger dan 20% (in het schooljaar 2004-2005 was dat 26,6%). Bij de 15- tot 25-jarigen ligt het percentage jongeren dat minstens 1 keer per week 6 glazen op 1 dag drinkt niet hoger dan 13% (in 2004 was dat 17,3%). Bij de mannen van 16 jaar en ouder is het percentage dat meer dan 21 eenheden per week drinkt niet hoger dan 10% (in 2004 was dat 13%). Bij de vrouwen van 16 jaar en ouder is het percentage dat meer dan 14 eenheden per week drinkt niet hoger dan 4% (in 2004 was dat 5,5%). Illegale drugs Bij personen van 17 jaar en jonger is het percentage dat ooit cannabis of een andere illegale drug heeft gebruikt niet hoger dan 14% (in het schooljaar 2004-2005 was dat 19%). Bij personen van 17 jaar en jonger is het percentage dat 12 maanden voor de bevraging cannabis of een andere illegale drug heeft gebruikt niet hoger dan 7% (in het schooljaar 2004-2005 was dit 9,9%). Bij 18- tot 35-jarigen is het percentage dat 12 maanden voor de bevraging cannabis of een andere illegale drug heeft gebruikt niet hoger dan 8% (in 2004 was dit 10,7%). Vlaams actieplan tabak, alcohol en drugs 2009-2015 Het Vlaams actieplan inzake tabak, alcohol en drugs is opgemaakt om de gezondheidsdoelstelling te realiseren en zo de gezondheidsschade door tabak, alcohol en drugs te verminderen. Dat kan alleen door het gebruik van die middelen op bevolkingsniveau te doen dalen. Op individueel niveau streven we ernaar dat: mensen niet beginnen met gebruik; het eerste gebruik zolang mogelijk wordt uitgesteld; mensen die al hebben gebruikt dat niet regelmatig gaan doen; - Cel Gezondheidsbeleid Drugs - 24