Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft

Vergelijkbare documenten
Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Notitie Quickscan flora en fauna

Ecologisch werkprotocol

Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers

Resultaten nader onderzoek vissen en ecologisch werkprotocol sloten Zuidplasweg te Zevenhuizen

NOTITIE Ruimte voor Advies

Ecologisch onderzoek huismussen Kerkweg-oost 157, Waddinxveen. Gemeente Waddinxveen

Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer:

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Uitbreiding bedrijventerrein Breeveld te Woerden

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Interne mededeling. Quick scan

Actualisatie ecologisch onderzoek Paardenveld, Utrecht

Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven

Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Versie Maart Verslag Inventarisatie kansen roofvogels Zuidas- Zuidasdok Maart 2016

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Visseninventarisatie terrein Simon Loos

Gemeente Noordwijk t.a.v. dhr. M. van Veen Postbus AG Noordwijk

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Notitie. 1 Inleiding en Aanleiding. 2 Veldcheck Hamse Biezen en Lingedijk 7a. 2.1 Hamse Biezen

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Johan de Wittlaan 2 te Woerden

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Oriënterend!onderzoek!naar!beschermde!flora!en! fauna!aan!de!dorpsstraat!94!te!aarlanderveen!!

Mitigatieplan Kerkuil realisatie Lodesteijn College te Barneveld

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan

Ecologisch werkprotocol werkzaamheden Harselaar west, Barneveld

Validatie. faunaonderzoek. Rapportnummer: WRO125-FF-Def01. Kragten, 6 oktober 2016, Herten.

Effectbeoordeling voorgenomen uitbreiding van golfbaan De Haar op de nesten van Buizerd en Havik

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september quick scan flora en fauna

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

Notitie flora en fauna

Ecologische quickscan. gebied Nieuweweg-Reinaldstraat

P.W. Pastoor Blauwverversteeg DX Harderwijk. Notitie veldbezoek perceel Blauwverversteeg 3 te Harderwijk

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Veldverslag Flora-en fauna-inspectie Putteringvaart Waddinxveen

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Beschrijving plangebied bron: Koopman & Ingberg (2009)

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam

Notitie quickscan Flora en fauna

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven

Nader onderzoek flora en fauna Lageweg Spaarndam bezoekadres

Natuurtoets Kop Zuidas

Vleermuizen- en vogelonderzoek Zandweg Leidsche Rijn

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

Quickscan natuuronderzoek Dwarsdijk

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Quickscan DWL-De esch

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Nader onderzoek vissen polder t Hoekje

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM

Hierbij ontvangt u de rapportage betreffende aanvullend onderzoek rond uw plangebied Waterman II te Rijsbergen (zie figuur 1).

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P )

B i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s

Flora- en fauna-inspectie Gelderdijk 15 te Sevenum (Gemeente Horst aan de Maas) door ir. Hans Hovens, Paul op het Veld en ir. G.

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum

Notitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen en zandhagedis Warande Zeist

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

Quicksan flora en fauna

Notitie. 1 Aanleiding

/ Stadhuisplein, Veghel

Quickscan flora en fauna

Ecologische beoordeling in het kader van een bestemmingsplanwijziging voormalig Nettenfabriek gebouw

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Memo: Datum: 29 mei Quickscan ecologische waarden (Flora en faunawet) Schuttebergsweg 3, Vaals. (ons kenmerk )

Gemeente Middelburg. Ramsburg Oost. Flora- en faunatoets ir. J.J. van den Berg. auteur(s):

Transcriptie:

Notitie Contactpersoon B. (Berto) van Dam Datum 19 augustus 2013 Kenmerk N006-1215526ERT-irb-V02-NL Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft 1 Inleiding en aanleiding De gemeente Delft is in opdracht van de TU Delft voornemens een bestemmingsplan op te stellen voor Technopolis fase 1. Tauw heeft voor de beoogde ontwikkeling in 2013 een quickscan (Tauw, 2013 met Kenmerk R003-1215526XAB-agv-V01-NL) uitgevoerd. Het bestemmingsplan is een wijziging op het bestaande bestemmingsplan op onder andere bestemmingsgrenzen, bebouwingspercentage, bouwhoogte en watertracés in de deelgebieden Kamers en Clusters. Figuur 1 geeft de globale ligging van het plangebied en de deelgebieden weer. In deelgebied 3 wordt een keerlus gerealiseerd. Toetsing van effecten op beschermde flora en fauna is uitgevoerd in een separaat rapport (Aveco de Bondt, 2013). De natuurtoets van Tauw betreft een aanvulling op het rapport van Aveco de Bondt (2013). In de quick-scan van Tauw zijn de volgende belangrijke uitgangspunten opgenomen over de beoogde ontwikkeling: De bestaande bebouwing blijft gehandhaafd dus toetsing aan de effecten van de sloop van de huidige bebouwing is niet aan de orde Daar waar momenteel begroeiing aanwezig is al dan niet in de vorm van bomen en waar het bestemmingsplan bebouwing aangeeft, wordt getoetst wat de mogelijke effecten van het verwijderen van de begroeiing is Bestaande watergangen op locaties waar in het beoogde bestemmingsplan watergangen zijn voorzien, kunnen deels worden vergraven Voor een beschrijving van de beoogde ontwikkeling van de keerlus in het zuidoosten van deelgebied 3 (zie figuur 1), wordt verwezen naar de rapportage van Aveco de Bondt (2013). In het rapport van Aveco de Bondt (2013) wordt gesteld dat voor het realiseren van de keerlus in deelgebied 3 geen nader onderzoek noodzakelijk Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft 1\12

Figuur 1 Ligging plangebied (globaal begrensd). De locatie van de keerlus in deelgebied 3 is rood gearceerd. In de natuurtoets kunnen negatieve effecten op algemene broedvogels en jaarrond beschermde broedvogels (categorie 1-5) waaronder de buizerd, de ransuil (beide categorie 4), en de groene specht (categorie 5) niet worden uitgesloten. Tevens kunnen effecten op de rugstreeppad (tabel 3) en beschermde vissoorten de kleine modderkruiper (tabel 2), de grote modderkruiper en de bittervoorn (beide tabel 3) niet worden uitgesloten. Naar aanleiding van de natuurtoets is nader onderzoek naar bovengenoemde soorten noodzakelijk. In deze rapportage zijn de gebruikte methodes bij het soortgericht onderzoek, de resultaten van het soortgericht onderzoek en de conclusie en aanbevelingen ten aanzien van de resultaten uitgewerkt. Dit houdt in dat een inschatting wordt gemaakt of de wijziging op het bestaande bestemmingsplan redelijkerwijs uitvoerbaar is ten aanzien van het voorkomen van soorten die volgens de Flora- en Faunawet beschermd zijn. Uitgebreide informatie over het beschermingsregime van verschillende soorten is te vinden op www.tauw.nl/natuurwetgeving. 2\12 Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft

(Jaarrond) beschermde broedvogels Het voorkomen van broedplaatsen van de buizerd, de ransuil kan niet op voorhand worden uitgesloten. Om gedegen onderzoek naar broedvogels te doen, maakt Tauw gewoonlijk gebruik van het gestandaardiseerde inventarisatieprotocol Broedvogel Monitoring Project (BMP) dat is vastgesteld door SOVON. De datumgrenzen van de BMP-methode voor de buizerd, de ransuil en de groene specht zijn respectievelijk 1 februari-15 juli, 20 februari-20 juli en 1 maart-31 mei. In samenspraak met de opdrachtgever is vooralsnog afgeweken van het gestandaardiseerde inventarisatieprotocol. Om aanwezigheid van nesten en (broedende) vogels te onderzoek is een eenmalig veldbezoek uitgevoerd in juli 2013. Daarbij is gekeken naar de aanwezigheid van soorten, geschikte bomen (onder andere als roestplek), nesten en braakballen. Dit onderzoek betreft een eenmalige check en geen gestandaardiseerd nader onderzoek. Rugstreeppad Het voorkomen van de rugstreeppad in het plangebied kon niet op voorhand worden uitgesloten. Om de aanwezigheid van rugstreeppad te onderzoek wordt een eenmalig veldbezoek uitgevoerd in juli 2013. Daarbij wordt geluisterd naar kooractiviteit en wordt gekeken naar geschikt (voortplantings)biotoop. De geschikte voortplantingswateren worden onderzocht op aanwezigheid van eisnoeren of larven van de rugstreeppad. De onderzoeksinspanning wijkt af van de genoodzaakte inspanning zoals voorgeschreven in de soortenstandaard van de rugstreeppad van Dienst Regelingen maar als de aanwezigheid van de rugstreeppad tijdens het veldbezoek is vastgesteld, is verder onderzoek in het betreffende deelgebied niet meer nodig. Dit onderzoek betreft een eenmalige check en geen gestandaardiseerd nader onderzoek. Vissen Het voorkomen van de bittervoorn, de grote modderkruiper en de kleine modderkruiper in de watergangen in het plangebied kan niet op voorhand worden uitgesloten. De visseninventarisatie vindt plaats door met een waadpak door watergangen te lopen en met elektrovisserijapparatuur (DEKA 3000) de vissen te vangen en determineren. Door gebruik te maken van elektrovisserijapparatuur wordt een volledig beeld verkregen van de aanwezige (beschermde) vissoorten in de wateren. Het onderzoek is er op gericht om de aan- of afwezigheid van beschermde vissoorten aan te tonen. Het onderzoek dient te worden uitgevoerd tussen eind maart tot en met september, maar bij voorkeur in de periode augustus-september (buiten de voortplantingsperiode en winterrustperiode). Gegevens NDFF Op basis van beschikbare gegevens uit de NDFF is inzicht verkregen in de mogelijke aanwezigheid van beschermde vissen, de rugstreeppad en broedvogels in en in de nabijheid van de planlocatie. De locaties van beschermde soorten in of in de nabijheid van het plangebied zijn te vinden op de kaart in bijlage 1. De waarnemingen van vogels betreffen losse waarnemingen Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft 3\12

van nest indicerend gedrag of vaste verblijfplaatsen en het veldbezoek moest hierover uitsluitsel bieden. Nest indicerend gedrag wil zeggen dat de vogels bijvoorbeeld zingend zijn waargenomen of dat er anderzijds aanwijzingen zijn dat ze een territorium en/of eventueel een vaste verblijfplaats in of in de nabijheid van het plangebied hebben. 2 Deelgebied 1 2.1 Beschrijving deelgebied 1 Deelgebied 1 bestaat voornamelijk uit droge ruigte met drie oost-west lopende watergangen en aan de oostzijde een brede wetering. De watergangen zijn grotendeels beschoeid. Midden in het plangebied liggen enkele gronddepots. Er is opslag van berk en wilg aanwezig. 2.2 Check soorten Vogels Op 30 juli 2013 heeft Tauw een veldbezoek uitgevoerd. De groene specht en algemene broedvogels zoals de merel, de spotvogel, de groenling en de kleine karekiet zijn tijdens het veldbezoek waargenomen. De opslag van berk en wilg biedt geschikte broedlocaties voor de groene specht, de buizerd, de ransuil, en diverse algemene broedvogels. Er zijn geen nesten aangetroffen. Volgens de NDFF (zie bijlage 1) heeft de groene specht mogelijk een verblijfplaats in het deelgebied en hebben de buizerd en de ransuil mogelijk verblijfplaatsen in de nabijheid van het deelgebied. Rugstreeppad Op 30 juli 2013 is een veldbezoek uitgevoerd. Er zijn geen eisnoeren en/of larven van de rugstreeppad aangetroffen. Er is ook geen kooractiviteit waargenomen. De watergangen zijn voor een groot deel beschoeid en de flauwere delen van de oever zijn dicht begroeid waardoor de watergangen niet voorzien in geschikt voortplantingshabitat. Volgens de gegevens uit de NDFF (zie bijlage 1) ligt het plangebied niet in het verspreidingsgebied van de rugstreeppad. 2.3 Nader onderzoek vissen Op 30 juli 2013 is soortgericht onderzoek naar beschermde vissen uitgevoerd. De visseninventarisatie heeft plaatsgevonden door met een waadpak door watergangen te lopen en met elektrovisserijapparatuur (DEKA 3000) de vissen te vangen en determineren. De resultaten zijn weergegeven in tabel 1. De foto s in figuur 2 geven een impressie van de gevangen vissoorten. In het deelgebied zijn aanzienlijke aantallen kleine modderkruipers gevangen. De grote modderkruiper en de bittervoorn zijn niet aangetroffen. 4\12 Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft

Tabel 2.1 Vangstresultaten deelgebied 1 Vissoort Aantal Blankvoorn 40 Baars 50 Zeelt 30 Snoek 20 Kleine modderkruiper 40 Figuur 2.1 Een impressie van de vangstresultaten. Van links van rechts: een snoek, kleine modderkruipers en blankvoorns 3 Deelgebied 2 3.1 Beschrijving deelgebied 2 Figuur 3.1 Opgaande begroeiing aan de westkant van deelgebied 2. Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft 5\12

Deelgebied 2 bestaat uit gebouwen van het Kerninstituut en is bijna volledig omrand door een bosschage. De toegang tot het plangebied is ontzegd waardoor het plangebied niet fysiek bezocht is. Alleen de randen van het plangebied zijn vanaf de buitenkant onderzocht. Aan de noordzijde bevindt zich ruig grasland. De opgaande begroeiing bestaat uit bomen (voornamelijk es en eik) van ongeveer 6 meter hoog. Rondom het terrein ligt een beschoeide watergang. 3.2 Check soorten Vogels Op 30 juli 2013 heeft een veldbezoek plaatsgevonden. Bij aankomst bij deelgebied 2 is de toegang ontzegd waardoor de meeste bomen in dat plangebied (met name de bomen aan de westzijde) niet geïnventariseerd konden worden. Mogelijke broedgelegenheid is met name aanwezig in de bosschage aan de oostkant van het deelgebied. Naast algemene broedvogels zijn er geen jaarrond beschermde broedvogels waargenomen. Wel is een nest van de zwarte kraai (categorie 5) aangetroffen. Jaarrond bescherming van de zwarte kraai is niet noodzakelijk maar het kan niet worden uitgesloten dat bijvoorbeeld de jaarrond beschermde buizerd of ransuil het nest in gebruik gaan nemen of al gebruiken. Tevens is geschikt broedhabitat voor de groene specht en voor algemene broedvogels aanwezig. Volgens een TU-medewerker broedt in de bosschage een buizerd, een groene specht en een grote bonte specht. Gezien het habitat zijn deze waarnemingen zeer aannemelijk maar deze waarnemingen zijn niet geldig voor dit onderzoek. Volgens de NDFF (zie bijlage 1) heeft de groene specht en de ransuil mogelijk een verblijfplaats in het deelgebied en heeft de buizerd mogelijk een verblijfplaats in de nabijheid van het deelgebied. Uit het interview is gebleken dat zich enkele jaren geleden drie ransuilen in een in een boom in deelgebied 2 bevonden. Deze is destijds gekapt ten bate van camerabeveiliging. De huidige verblijfplaats van de ransuil is niet bekend. Het is ook niet gekend of de ransuilen in de winter of in de zomer aanwezig waren. Doordat een deel van het gebied niet kon worden onderzocht, deze soort overdag zeer stil is en verborgen zit en er veel blad aan de bomen zit kon de soort niet goed worden onderzocht. Dat deze uilensoort een verblijfplaats heeft in of in de nabijheid van het plangebied is niet ondenkbaar. Rugstreeppad Op 30 juli 2013 heeft een veldbezoek plaatsgevonden. Er is geen toegang verleend om deelgebied 2 te betreden. Daarom is alleen vanaf de randen van het plangebied geluisterd naar koorroepende rugstreeppadden maar die zijn niet waargenomen. Uit de natuurtoets blijkt dat de oevers van de aanwezige watergang beschoeid zijn en daarom niet geschikt zijn als voortplantingswater. Volgens de gegevens uit de NDFF (zie bijlage 1) ligt het plangebied niet in het verspreidingsgebied van de rugstreeppad. 6\12 Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft

3.3 Nader onderzoek vissen Op 30 juli 2013 is soortgericht onderzoek naar beschermde vissen uitgevoerd. De visseninventarisatie heeft plaatsgevonden door met een waadpak door watergangen te lopen en met elektrovisserijapparatuur (DEKA 3000) de vissen te vangen en determineren. De resultaten zijn weergegeven in tabel 3.1. In het deelgebied zijn aanzienlijke aantallen kleine modderkruipers gevangen. De grote modderkruiper en de bittervoorn zijn niet aangetroffen. Tabel 3.1 Vangstresultaten deelgebied 2 Vissoort Aantal Blankvoorn 60 Baars 110 Brasem 50 Zeelt 20 Snoek 15 Kleine modderkruiper 160 4 Deelgebied 3 4.1 Beschrijving deelgebied 3 Deelgebied 3 bestaat deels uit bebouwing en deels uit ruigte. Er is relatief veel oplag van wilg aanwezig. Halverwege het plangebied ligt een watergang. Nabij de bebouwing is de watergang beschoeid en er staan bomen. 4.2 Check soorten Vogels Op 30 juli 2013 heeft een veldbezoek plaatsgevonden. Een torenvalk (categorie 5) is overvliegend waargenomen bij plangebied 3. Deze is vaker waargenomen in het plangebied en broedt met grote waarschijnlijkheid bij de nieuwbouw nabij het deelgebied en niet in de torenvalkkast bij de Kluyverweg 4-6. Een effect op deze soort is op voorhand uitgesloten. Overige jaarrond beschermde soorten zijn niet waargenomen. De wilgenopslag is niet geschikt voor een verblijfplaats voor de buizerd, de ransuil of de groene specht omdat de bomen een te kleine diameter hebben maar de bomen langs de bebouwing zijn dat wel. Het plangebied is tevens geschikt voor diverse algemene broedvogels. Volgens de NDFF (zie bijlage 1) heeft de groene specht mogelijk een verblijfplaats in het deelgebied en hebben de buizerd en de ransuil mogelijk verblijfplaatsen in de nabijheid van het deelgebied. Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft 7\12

Rugstreeppad Op 30 juli is de watergang gecontroleerd op de aanwezigheid van eisnoeren en/of larven van de rugstreeppad en op koorroepende rugstreeppadden. Er zijn geen rugstreeppadden of eisnoeren en/of larven van de rugstreeppad waargenomen. De watergang is deels beschoeid en daarom in mindere mate geschikt als voortplantingswater. Volgens de gegevens uit de NDFF (zie bijlage 1) ligt het plangebied niet in het verspreidingsgebied van de rugstreeppad. 4.3 Nader onderzoek vissen Op 30 juli 2013 is soortgericht onderzoek naar beschermde vissen uitgevoerd. De visseninventarisatie heeft plaatsgevonden door met een waadpak door watergangen te lopen en met elektrovisserijapparatuur (DEKA 3000) de vissen te vangen en determineren. De resultaten zijn weergegeven in tabel 4.1. In het deelgebied zijn aanzienlijke aantallen kleine modderkruipers gevangen. De grote modderkruiper en de bittervoorn zijn niet aangetroffen. Tabel 4.1 Vangstresultaten deelgebied 3 Vissoort Aantal Blankvoorn 25 Ruisvoorn 10 Baars 50 Brasem 50 Zeelt 10 Snoek 5 Kleine modderkruiper 40 Bittervoorn 30 Drie doornige stekelbaars 30 Tien doornige stekelbaars 40 5 Conclusie en aanbevelingen 5.1 Check soorten Vogels Er heeft geen volledig onderzoek naar vogels plaatsgevonden Deelgebied 2 is niet bezocht maar voorziet wel in geschikt broedhabitat voor de buizerd, de ransuil en de groene specht 8\12 Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft

In deelgebied 2 bevindt zich een nest van de zwarte kraai. Het kan niet worden uitgesloten dat het nest door de buizerd of de ransuil gebruikt wordt Omdat er veel bladeren aan de bomen zitten is moeilijk te zien waar zich eventueel nog meer nesten bevinden Alle deelgebieden voorzien in geschikt broedhabitat voor de buizerd, de ransuil en de groene specht De groene specht is in het plangebied (deelgebied 1) waargenomen Alle deelgebieden voorzien in geschikt broedhabitat voor diverse soorten algemene broedvogels Uit de gegevens uit de NDFF is gebleken dat de buizerd, de ransuil en de groene specht in of in de nabijheid van het plangebied voorkomen en daar mogelijk een vaste verblijfplaats hebben Nader onderzoek naar broedvogels in alle deelgebieden is noodzakelijk Rugstreeppad Er heeft geen volledig onderzoek naar de rugstreeppad plaatsgevonden Tijdens het veldbezoek is gebleken dat het plangebied niet in geschikt habitat voor de rugstreeppad voorziet omdat veel watergangen beschoeid en dichtgegroeid zijn Deelgebied 2 is niet bezocht maar voorziet niet in geschikt habitat voor de rugstreeppad Er zijn geen rugstreeppadden, eisnoeren en/of larven van rugstreeppadden waargenomen Uit de gegevens uit de NDFF is gebleken dat het plangebied buiten het verspreidingsgebied van de rugstreeppad ligt Dit geeft voldoende aanleiding op het voorkomen van de rugstreeppad in en in de nabijheid van het plangebied uit te sluiten Nader onderzoek naar de rugstreeppad is niet noodzakelijk 5.2 Nader onderzoek Vissen In alle plangebieden zijn aanzienlijke aantallen van de kleine modderkruiper aangetroffen Er zijn maatregelen nodig om negatieve effecten op de kleine modderkruiper te voorkomen 5.3 Aanbevelingen Hier wordt aangegeven of de wijziging in het bestaande bestemmingsplan redelijkerwijs uitvoerbaar is ten aanzien van aangetroffen en/of te verwachten beschermde soorten. Vogels De gehanteerde methode is niet betrouwbaar om het voorkomen van jaarrond beschermde nesten uit te sluiten omdat in overeenstemming met de opdrachtgever het onderzoek buiten de broedperiode van deze soorten uitgevoerd is. Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft 9\12

Om een volledig beeld te krijgen, waarmee een eventuele ontheffingsaanvraag wel mogelijk is, dient tijdens het broedseizoen van 2014 een volledig onderzoek naar de betreffende soorten te worden uitgevoerd. Een ander risico van het huidige onderzoek is dat je door blad aan de bomen nesten gemist kunnen worden. Normaal wordt in de winter namelijk een check op de aanwezigheid van nesten gedaan en wordt in het broedseizoen gecontroleerd of de nesten in gebruik zijn en om welke soorten het gaat. Als de jaarrond beschermde soorten (paragraaf 5.1) daadwerkelijk een verblijfplaats hebben, zijn meerdere ontheffingsaanvragen nodig. Die zijn nagenoeg niet te krijgen zonder gedegen onderzoek. Voor nader onderzoek naar verblijfplaatsen van de buizerd worden twee tot vier gerichte veldbezoeken overdag in de periode maart tot en met half mei, met een tussenperiode van minimaal 10 dagen voorgeschreven (Dienst Regelingen, 2011. Soortenstandaard Buizerd Buteo buteo). Het is van belang om nesten te lokaliseren. Voor de ransuil zijn minimaal twee avondbezoeken noodzakelijk in de periode van 20 februari tot en met 20 juli (BMP-methode SOVON). Alle broedende vogels zijn beschermd. Het kappen van bomen en het verwijderen van struweel is een voor vogels verstorende activiteit en dient buiten het broedseizoen te worden uitgevoerd. Het arbitraire broedseizoen loopt van 15 maart tot 15 juli. Ook buiten deze periode zijn broedende vogels beschermd. De verwachting is dat er voor de (jaarrond) beschermde soorten voldoende mitigerende maatregelen genomen kunnen worden zodat de wijziging van het bestemmingsplan redelijkerwijs uitvoerbaar is. Het habitat dat in het plangebied is aangetroffen is in de nabije omgeving voldoende aanwezig om in alternatieve verblijfplaatsen te voorzien. De verwachting is dat er in de omgeving ook voldoende kraaiachtigen broeden zodat alternatieve verblijfplaatsen voor soorten die zelf geen nest bouwen voldoende aanwezig zijn. Een maatregel voor de buizerd betreft het optimaliseren van marginaal habitat in de nabijheid van het plangebied en het creëren van zonering waardoor voldoende rust voor de buizerd ontstaat (Dienst Regelingen, 2011. Soortenstandaard Buizerd Buteo buteo). Voor de ransuil kunnen bijvoorbeeld alternatieve verblijfplaatsen worden opgehangen. Vissen Op alle locaties komt de beschermde kleine modderkruiper (tabel 2) voor. Andere beschermde vissen zijn niet aangetroffen. Voor de tabel 2-soort Kleine modderkruiper hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd, wanneer gewerkt wordt met een goedgekeurde gedragscode of aan de hand van een ecologisch werkprotocol. De situatie en de maatregelen zoals beschreven in een goedgekeurde gedragscode moet wel overeenkomen met de situatie in het plangebied. 10\12 Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft

Als dit niet het geval is moeten de maatregelen in een ecologisch werkprotocol toegespitst worden op de situatie in het plangebied. Mits er volgens een goedgekeurde gedragscode en/of een ecologisch werkprotocol wordt gewerkt worden er geen problemen ten aanzien de wijziging in het bestaande bestemmingsplan verwacht. Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft 11\12

12\12 Nader onderzoek (jaarrond) beschermde broedvogels, rugstreeppad en vissen Technopolis TU Delft

Bijlage 1 Gegevens NDFF Een overzicht van de resultaten van de afgelopen 10 jaar afkomstig uit de NDFF. De waarnemingen van vogels betreffen losse waarnemingen van nest indicerend gedrag of vaste verblijfplaatsen en het veldbezoek moest hierover uitsluitsel bieden. Nest indicerend gedrag wil zeggen dat de vogels bijvoorbeeld zingend zijn waargenomen of dat er anderzijds aanwijzingen zijn dat ze een territorium en/of eventueel een vaste verblijfplaats in of in de nabijheid van het plangebied hebben. Op basis van beschikbare gegevens uit de NDFF geeft de bovenstaande figuur inzicht in mogelijke aanwezigheid van beschermde vissen, rugstreeppad en broedvogels in en in de nabijheid van de planlocatie. De kaart geeft een overzicht van de resultaten van de afgelopen 10 jaar afkomstig uit de NDFF. Ten noorden van het plangebied zijn twee waarnemingen van de kleine modderkruiper bekend. Het plangebied valt volgens deze gegevens buiten het verspreidingsgebied van de rugstreeppad.