Insight Core. 14-polige module CE HANDLEIDING. OM D/dut. Processen. Beschrijving.

Vergelijkbare documenten
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK

HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK

Insight Core. 14-polige module CE HANDLEIDING. OM F/dut. Processen. Beschrijving.

HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN - LEES DIT VÓÓR GEBRUIK

HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN - LEES DIT VÓÓR GEBRUIK

Gebruikershandleiding. Wi-Fi Versterker

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows 2000 en XP. LW058 Sweex Wireless LAN USB 2.0 Adapter 54 Mbps

LW057 SWEEX WIRELESS LAN PCI CARD 54 MBPS. Windows zal het apparaat automatisch detecteren en het volgende venster weergeven.

Waarmee kun je tijdens het lassen je ogen beschermen tegen infrarood en ultraviolet licht?

SubArc AC/DC 1000/1250 Digitale lasstroombronnen

Mymesh Ethernet Gateway

Gold Star Series. CE en niet CE modellen HANDLEIDING. 452, 652 (60 Hz), 402, 602, 852 (50/60 Hz) OM-222/dut. Processen.

Dimension CE en niet CE modellen

4 Installatie van het stuurprogramma

Si 160, Si 160 PFC, en STi 160

S-74DX CE HANDLEIDING. OM /dut. Processen. Beschrijving AD

GEBRUIKSHANDLEIDING versie 1.1 AWMR-230 MINI INBOUW SCHAKELAAR

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows XP en Vista. LW056V2 Sweex Wireless LAN Cardbus Adapter 54 Mbps

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows 2000, XP en Vista. LW303 Sweex Wireless LAN USB 2.0 adapter 300 Mbps

OM D/dut. Processen. TIG-lassen(GTAW) Beklede elektrodelassen (SMAW) Description HF 5000 HANDLEIDING.

Handleiding WiFi. RR Trading B.V.

4 Installatie van het stuurprogramma

SubArc AC/DC 1000/1250 Digitale lasstroombronnen

BIPAC-711C2 / 710C2. ADSL Modem / Router. Snelle Start Gids

N150 draadloze micro-usbadapter

OM P/dut. Processen. MIG/MAG lassen (GTAW) Pulserende MIG (GMAW-P) Beschrijving. Lasstroombron. Auto-Line HANDLEIDING.

SuitCase X-TREME 12VS

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

Big Blue 500 X CE HANDLEIDING. (Perkins aangedreven) OM B/dut. Processen. Beschrijving. Beklede elektrodelassen (SMAW)

Problemen met HASP oplossen

1. Hardware Installatie Installatie van Quasyscan...6 A. Hoe controleren of je een actieve internetverbinding hebt?...6 B.

S-74 MPa Plus HANDLEIDING. OM F/dut. Processen. Beschrijving. File: MIG (GMAW)

Coolmate 1 CE en niet CE modellen

Big Blue 400P Big Blue 500 X CE

MigMatic 300/380 en DX

BIPAC 7100SG/7100G g ADSL Router. Snelle Start Gids

Nederlandse versie. Installatie Windows XP en Vista. LW311 Sweex Wireless LAN Cardbus Adapter 300 Mbps

Installatie. NETGEAR ac Wireless Access Point WAC120. Inhoud van de verpakking

CAP1300 Beknopte installatiehandleiding

Auto Continuum 350 en 500

CE en niet CE modellen

Instructies Wi-Fi instellen Samil TL-D

SuitCase X-TREME 12VS

Dimension. CE and non CE HANDLEIDING. 372, 452 (60 Hz) 562 (50 Hz) OM-277/dut. Processen. Beschrijving.

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh

Big Blue 400P Big Blue 500 X CE

EWS2910P-Kit-300. Quick Installation Guide

BIPAC-7100S / ADSL Modem/Router. Snelle Start Gids

CE en niet CE modellen

CE en niet CE modellen

N150 Wi-Fi-router (N150R)

CE en niet CE modellen

HANDLEIDING. 302, 452, 652 (60 Hz) 402, 602, 852 (50 Hz) OM-223/dut. Processen. Beschrijving AQ.

XMT 350 CC/CV Auto-Line

BIPAC 5102 / 5102S / 5102G

OM B. Processen. TIG-lassen (GTAW) Beklede elektrodelassen (SMAW) Beschrijving. Lasstroombron. STi 270 En STi 270C HANDLEIDING

EM4587 Dualband Draadloze USB Adapter

USB 2.0 ETHERNET PRINTSERVER

ASI. BeAnywhere. Remote Access. Quick Start

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

BiGuard 2. ibusiness Security Gateway Home-Office. Startgids

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION W5000

TomTom ecoplus. Update Tool

2. Geadviseerde omgevingstemperatuur van 0 C tot 50 C.

N300 micro-usb-wi-fi-adapter (N300MA)

Het SDT200 en SDT270-stuurprogramma installeren

N300 Wi-Fi-router (N300R)

Uw TOSHIBA Windows -pc of tablet upgraden naar Windows 10

Installatie & Ondersteuning. Zyxel router

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

hdmedia Draadloze configuratie EM4555

FieldPro Smart Feeder CE

Stel de Trevler module niet bloot aan water of andere vloeibare substanties om gevaar voor u en schade aan het apparaat te voorkomen.

GEBRUIKERSHANDLEIDING

APP INSTALLATIE EN CONFIGURATIE UW KACHEL OP UW SMARTPHONE

OM K/dut. Processen. MIG lassen (GMAW) Pulserende MIG (GMAW-P) Beschrijving. Lasstroombron. Auto-Line HANDLEIDING.

Het installeren van Microsoft Office Versie: 2.1

Het lokale netwerk configureren

SpeedTouch 570 Standaard 128 WEP-beveiliging

SBGuidance 4.x.x Update Manager

GEBRUIKSHANDLEIDING versie 1.1 AC-3500 STEKKERDOOS SCHAKELAAR

CE en niet CE modellen

Hoofdstuk 2 Problemen oplossen

Installatiehandleiding

Gezondheid, veiligheid en voorkomen van ongelukken

CE en niet CE modellen

CE en niet CE modellen

BENQ_ESG103QG_DU.book Page i Tuesday, July 30, :05 PM. Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

USB 2.0 ETHERNET PRINT SERVER

Installatiehandleiding Z-Wave Stick voor Autarco omvormers

Vervang UW SERVERNAAM, UW SERVERNAAM ZONDER VPN en COMPUTERNAAM door de naam van de server en computer welke wij u doorgegeven hebben.

Installatiehandleiding 3-fasige aansluiting met zonnepanelen Versie 1.0.1

Installatie-instructies

SNEL HANDLEIDING KIT-2BNVR2W

BIPAC 7100SV VoIP ADSL Modem/Router

De firmware bijwerken voor WR-1/WR-R10 draadloze afstandsbedieningen

Gold Star Series HANDLEIDING. 302, 452, 652 (60 Hz), 402, 602, 852 (50/60 Hz) OM-222/dut. Processen. Beschrijving.

Wi-Fi installatie. Inleiding

PipeWorx 400 Lassysteem

Transcriptie:

OM-260 430D/dut 2015 03 Processen MIG/MAG lassen (GMAW) Pulserende MIG (GMAW P) Beschrijving Geavanceerd/geautomatiseerd lassysteem Insight Core 14-polige module CE HANDLEIDING www.millerwelds.com/ams

Van Miller voor u Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het anders dan meteen goed te doen. Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het allerbeste zijn dat er te koop was. Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in 1929 zijn vastgelegd. Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u rekenen op jarenlange betrouwbare service en goed onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat voor reden dan ook ooit moeten worden gerepareerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud & Storingen precies nagaan wat het probleem is. Miller was de allereerste fabrikant van lasapparatuur in de VS die het ISO 9001 kwaliteitscertificaat behaalde. Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepalen welk onderdeel u precies nodig hebt om het probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke model bijgesloten. Elke krachtbron van Miller gaat vergezeld de meest probleemloze garantie in onze bedrijfstak u werkt er hard genoeg voor. Miller Electric maakt een complete lijn lasapparaten en aanverwante lasproducten. Wilt u meer informatie over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke productleaflets voor u.

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK... 1 1-1. De betekenis van de symbolen... 1 1-2. De risico s van het booglassen... 1 1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud... 3 1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen... 4 1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften... 5 1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)... 5 HOOFDSTUK 2 VERKORTE HANDLEIDING... 7 HOOFDSTUK 3 14-POLIGE INSIGHT CORE INSTALLEREN... 8 3 1. Licentieovereenkomst... 8 3 2. Informatie over compatibiliteit... 8 3 3. Omstandigheden gebruik en opslag... 9 3 4. Aansluitingen en LED s op de module... 10 3 5. De Insight Core Module monteren en aansluiten op de lasstroombron... 10 3 6. Vragenlijst verbindingen downloaden... 11 3 7. De Insight Core Setup-toepassing naar een computer downloaden en installeren... 11 3 8. De configuratietoepassing voor installatie van de firmware uitvoeren en verbindingscriteria... 16 3 9. Firmware op installatie voorbereiden... 17 3 10. Het type netwerkverbinding voor Insight Core configureren... 21 3 11. De firmware-update installeren... 28 3 12. Het serienummer en de licentiecode van het apparaat bepalen... 29 3 13. Het eerste apparaat registreren en een account aanmaken... 30 3 14. Toegevoegde apparaten registreren... 31 3 15. Een werktijd instellen... 32 3 16. Een groep instellen... 34 HOOFDSTUK 4 PROBLEMEN OPLOSSEN... 35 HOOFDSTUK 5 ELEKTRISCH SCHEMA... 36 HOOFDSTUK 6 ONDERDELENLIJST... 37 GARANTIE

DECLARATION OF CONFORMITY for European Community (CE marked) products. MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of the stated Council Directive(s) and Standard(s). Product/Apparatus Identification: Product Stock Number 14 pin Insight Core Module 301072 Council Directives: 2004/108/EC Electromagnetic Compatibility 2011/65/EU Restriction of the use of certain Hazardous Substances in electrical and electronic equipment Standards: IEC 60974 10:2007 Arc Welding Equipment Part 10: Electromagnetic compatibility (EMC) requirements Signatory: David A. Werba Date of Declaration December 01, 2014 MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIANCE 269469A

7 HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK dut_som_2013 09 Bescherm uzelf en anderen tegen letsel Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze op en bewaar ze. 1-1. De betekenis van de symbolen GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst. Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden vermeden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst. OPGELET Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd aan persoonlijk letsel. Aanduiding voor speciale instructies. Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/ van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE- LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbehorende instructies om deze risico s te vermijden. 1-2. De risico s van het booglassen Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding gebruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico s aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voorzichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie {+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften. Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren, bedienen, onderhouden en repareren. Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tijdens het gebruik van dit apparaat. Een ELEKTRISCHE SCHOK kan dodelijk zijn Het aanraken van onder stroom staande onderdelen kan fatale schokken en ernstige brandwonden veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het voedingsgedeelte en de interne circuits van de machine staan eveneens onder stroom als het apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of automatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde of onvoldoende geaarde installaties kunnen gevaren opleveren. Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming zonder gaten Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiematjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met de grond of het werkstuk te voorkomen Gebruik geen wissel (AC) uitgangsspanning in een vochtige omgeving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar bestaat dat u kunt vallen Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het lasproces dit vereist. Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de afstandsbediening als die op het apparaat aanwezig is. Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de volgende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen constructies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semi automatisch gelijkstroom (draad ) lasapparaat met constante spanning, 2) een handbediend gelijkstroom (elektrode ) lasapparaat, of 3) een wisselstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasapparaat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen! Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de afstandsbediening als die op het apparaat aanwezig is. Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR 1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften) Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voorschriften. Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos. Controleer de ingaande voedingskabel en de massakabel regelmatig op beschadigingen of blootliggende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is blootliggende bedrading kan dodelijk zijn. Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen heet metaal en vonken. Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn. Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt. Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbonden kabels. Draag de kabels niet op uw lichaam. Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel. Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk, de grond of een andere elektrode van een ander apparaat. Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of vervang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het apparaat zoals beschreven staat in de handleiding. Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats. Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed metaal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel. Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enkele lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt gebruikt. Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur gebruikt in vochtige of natte locaties. OM-260 430 Pagina 1

Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspanning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroombronnen. Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedingsstekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel aanraakt. Door HETE ONDERDELEN kunnen brandwonden ontstaan. Hete onderdelen niet met blote handen aanraken Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken. Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en kleding om brandwonden te voorkomen. Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder uw helm Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen tegen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw anderen om niet in de boog te kijken. Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbescherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren handschoenen, een zwaar overhemd, een broek zonder omslag, hoge schoenen en een pet. LASSEN kan brand of explosies veroorzaken Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen. De rondvliegende vonken, de temperatuur van het werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand veroorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat lassen. ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk zijn. Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brandwerende materialen. Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw gezondheid. Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in. Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat lasrook en gassen afgezogen worden. De aanbevolen manier om te bepalen of er voldoende ventilatie is, is monsters te nemen van de dampen en gassen waaraan het personeel wordt blootgesteld en deze te analyseren op samenstelling en hoeveelheid. Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gasmasker. Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar materiaal kunnen raken. Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet metaal. Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruimtes kunnen vliegen. Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, scheidingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de tegenovergestelde zijde Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaakmiddelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en metalen en zorg dat u alles goed begrijpt. Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgeslagen of aan besloten ruimtes zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Veiligheidsvoorschriften). Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kunnen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn. Zorg voor veilige ademlucht. Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof, gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten. Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico s vermeden kunnen worden Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen reageren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en irriterende gassen vormen Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien. Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan de contactbuis als niet gelast wordt. Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen produceren als ze gelast worden. Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbescherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren handschoenen, een zwaar overhemd, een broek zonder omslag, hoge schoenen en een pet. Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of lucifers bij u draagt als u gaat lassen. De STRALEN UIT DE BOOG kunnen ogen en huid verbranden Boogstralen van het lasproces produceren zichbare en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond. Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn. Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen zwaardere nemen of deze doorverbinden. Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aanwezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt. Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een lashelm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften). OM-260 430 Pagina 2 Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaakmiddelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.

RONDVLIEGEND METAAL of STOF kan de ogen verwonden. Door lassen, bikken, het gebruik van draadborstels en slijpen kunnen vonken en rodvliegende metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen afkoelen, kunnen er slakresten rondvliegen. Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs onder uw lashelm. GASVORMING kan schadelijk voor de gezondheid of zelfs dodelijk zijn Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u geen gas gebruikt. Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of gebruik goedgekeurde beademingsapparatuur ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde medische apparatuur. Mensen die een pacemaker of een ander geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten uit de buurt blijven. Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of inductieverwarmen. LAWAAI kan het gehoor aantasten Lawaai van bepaalde werkzaamheden of apparatuur kan uw gehoor aantasten Draag goedgekeurde gehoorbescherming als het geluidsniveau te hoog is GASFLESSEN kunnen exploderen als ze beschadigd worden Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze exploderen. Aangezien gasflessen normaal gesproken een onderdeel uitmaken van het van het lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan. Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen. Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet kunnen vallen of omkantelen. Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles. Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles. Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg zijn. Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepassing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed. Draai uw gezicht weg van de uitgang van het ventiel wanneer u het cilinderventiel opent. Niet vóór of achter de regelaar gaan staan wanneer u het ventiel opent. Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik. Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een voldoende aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheidsvoorschriften staat. 1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR Installeer of plaats het apparaat niet op, boven of vlakbij ontbrandbare oppervlakken. Het apparaat niet in de buurt van brandbare stoffen installeren. Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat aan kan. TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden tot OVERVERHITTING. Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan de nominale inschakelduur. Verminder de stroomsterkte of de inschakelduur voordat u opnieuw begint met lassen. Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet. VALLENDE APPARATUUR kan letsel veroorzaken. Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of andere accessoires. Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit om het apparaat op te tillen en te ondersteunen. Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant onder het apparaat uitsteken. Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen. Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur de Amerikaanse ARBO richtlijn getiteld Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94 110). RONDVLIEGENDE LASSPATTEN kunnen letsel veroorzaken. Draag gezichtsbescherming om de ogen en het gezicht te beschermen. Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hierbij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming. Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de buurt houden. STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PCkaarten beschadigen Doe een geaarde polsband om VOORDAT u printplaten of onderdelen aanraakt. Gebruik goede anti-statische zakken of dozen voor het opslaan, verplaatsen of transporteren van PC-printplaten. OM-260 430 Pagina 3

BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen letsel veroorzaken. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aandrijfrollen. LEES DE INSTRUCTIES. Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en alle waarschuwingslabels, voordat u de machine installeert, gebruikt of er onderhoud aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op. Lees de veiligheidsinformatie aan het begin van de handleiding en in elk hoofdstuk. LASDRAAD kan letsel veroorzaken Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabrikant. Bedien de toortsschakelaar pas als u de aanwijzing krijgt om dat te doen. Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, andere mensen of op enig materiaal als de draad wordt ingevoerd. ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan letsel veroorzaken. Gebruik het lasapparaat niet om accu s op te laden of om voertuigen te starten tenzij het een acculaadvoorziening heeft die hiervoor speciaal is bedoeld. Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidingen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke geldende regelgeving. H.F. STRALING kan storingen veroorzaken Hoog-frequente straling kan storing veroorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdiensten, computers en communicatie-apparatuur. Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische apparatuur deze installatie uitvoeren. De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de installatie BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen letsel veroorzaken Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals ventilatoren. Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen verwijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud en storingzoeken. Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen verwijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud en storingzoeken. Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding weer aan. Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur. Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden. Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht, houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aarding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een minimum te beperken. BOOGLASSEN kan interferentie veroorzaken. Elektromagnetische energie kan interferentie veroorzaken bij gevoelige elektronische apparatuur zoals computers en computergestuurde apparatuur zoals robots. RONDVLIEGENDE LASSPATTEN kunnen letsel veroorzaken. Draag gezichtsbescherming voor ogen en gezicht te beschermen. Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat. Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaamsbescherming. Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de buurt houden. Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch compatibel is. Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de vloer. Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van gevoelige elektronische apparatuur. Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze handleiding wordt geïnstalleerd en geaard. Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van lijnfilters of afscherming van het werkterrein. 1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die chemicaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5 en volgend.) Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwijkingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was na gebruik uw handen. OM-260 430 Pagina 4

1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1, is available as a free download from the American Welding Society at http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com). Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com). Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Combustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com). National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protection Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org and www. sparky.org). Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1, from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite 103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cganet.com). Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060 Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone: 800-463-6727, website: www.csa-international.org). Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protection, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute, 25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, website: www.ansi.org). Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org. OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Industry, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q, and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Superintendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954 (phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website: www.osha.gov). Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The National Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600 Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website: www.cdc.gov/niosh). 1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk elektrische en magnetische velden (EMV). De stroom bij booglassen (en verwante processen zoals puntlassen, gutsen, plasmasnijden en inductieverwarmingsprocessen) zorgt voor een elektromagnetisch veld rondom het lascircuit. Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk bijvoorbeeld de toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risicobeoordelingen uit voor lassers. Alle lassers moeten de volgende procedures naleven om zo blootstelling aan elektro magnetischevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken: 1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te plakken of gebruik kabelbescherming. 2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan één kant en weg van de gebruiker. 3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam. 4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de apparatuur in de lasstroomkring. 5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de las. 6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten en er niet op leunen. 7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het draadaanvoersysteem draagt. Over geïmplanteerde medische apparatuur: Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen. OM-260 430 Pagina 5

OM-260 430 Pagina 6

HOOFDSTUK 2 VERKORTE HANDLEIDING 1. Download de Vragenlijst Netwerkverbindingen via https://insight.millerwelds.com/downloaden druk het af. Laat het formulier invullen door de afdeling IT. 2. Installeer het configuratieprogramma van Insight Core via https://insight.millerwelds.com/downloadop een computer. (zie hoofdstuk 3 7 voor meer informatie.) 3. Open het configuratieprogramma van Insight Core met het pictogram op het bureaublad. (Zie Afbeelding 3 11.) 4. Update de firmware als er een nieuwe revisie beschikbaar is. Ga naar stap 5 als de firmware actueel is. (Zie hoofdstuk 3 9 voor meer informatie.) a. Klik op de hyperlink hier in het configuratieprogramma. Download de nieuwste firmwarebestanden van de website. b. Klik op de toets Locate Files in het configuratieprogramma en volg de aanwijzingen. 5. Vul met behulp van de ingevulde Vragenlijst Netwerkverbindingen de verbindingsinformatie in. (Zie hoofdstuk 3 10 voor meer informatie.) Als u statische adressen gebruikt, moet de computer nu met een ethernetkabel worden aangesloten op de Insight Core. Volg de instructies in hoofdstuk 3 10. 6. Plaats de USB-stick in de computer. 7. Klik op de toets Save om de firmware en verbindingsinformatie op de USB-stick op te slaan. 8. Verwijder de USB-stick uit de computer en steek het in het Insight Core-apparaat om het apparaat bij te werken en aan te sluiten. 9. Steek de USB-stick in het Insight Core-apparaat en schakel de lasstroombron in. a. De netwerk-led (geel) knippert meerdere keren. Dat betekent dat er gegevens op het Insight Core-apparaat worden gezet en bestanden op de USB-stick voor registratie worden geschreven. b. Als de netwerk-led niet brandt, probeer dan een andere USB-stick. Dit betekent dat er geen gegevens zijn uitgewisseld tussen het Insight Core-apparaat en de USB-stick. 10. Als het apparaat is aangesloten op het netwerk (gele LED brandt) en op het internet (groen LED brandt), verwijder dan de USB-stick. Als er meerdere Insight Core-apparaten worden aangesloten, herhaal stappen 9 en 10 voor elk apparaat met dezelfde USB-stick. 11. Steek de USB-stick weer in een computer die met internet is verbonden. 12. Open een internetbrowser op de computer en ga naar https://insight.millerwelds.com/. 13. Klik op de toets First Time Set Up. 14. Vul elk veld in. Zie stap 15 om het serienummer en de licentiecode van het Core-apparaat te vinden. 15. Steek de USB-stick in de computer en open en bekijk de bestanden en mappen. (Zie hoofdstuk 3 12 voor meer informatie.) 16. Open de map Device License Key. Voor elk apparaat dat wordt geïnstalleerd wordt een.txt-bestand geschreven. 17. Open het.txt-bestand dat hoort bij het serienummer dat moet worden geregistreerd. 18. Kopieer en plak het serienummer en de licentiecode van het.txt-bestand in de velden op de registratiepagina. 19. Klik op de toets Save. OM-260 430 Pagina 7

HOOFDSTUK 3 14-POLIGE INSIGHT CORE INSTALLEREN 3 1. Licentieovereenkomst U hebt een apparaat (Insight Core) aangeschaft met daarop software die onder licentie staat van Miller Electric Mfg. Co. Dergelijke softwareproducten en de bijbehorende media, gedrukte materialen en online of elektronische documentatie voor dergelijke software worden beschermd door internationale intellectuele eigendomsrechten en verdragen. De software staat onder licentie en wordt niet verkocht. Alle rechten zijn voorbehouden. 3 2. Informatie over compatibiliteit Compatibele stroombronnen Deltaweld Dimension Goldstar Invision XMT Alumapower 302 302 302 350 MPa 304 CC/CV 350 MPa 452 452 452 352 MPa 350 CC/CV 450 MPa 652 652 652 354 MP 350 MPa 1000 450 MPa 450 CC/CV NT met Arc Reach 456 MP 450 MPa NT 450 456 P 456 CC/CV Er wordt neersmelt gemeld met lasstroombronnen met 14-polige aansluiting bij gebruik van MPa-draadaanvoerunits. Draadaanvoerunits waarvoor 115 VAC nodig is, kunnen niet met dit apparaat worden gebruikt. Apparaten waarvoor hoogfrequent voor TIG-lassen nodig is, kunnen niet met dit apparaat worden gebruikt. Bel voor informatie over stroombronnen van Miller die niet in deze lijst staan met ISG Service, op telefoonnummer 920 954 3809. OPGELET Gebruik UITSLUITEND compatibele stroombronnen of apparatuur, anders kan er schade ontstaan. Niet gebruiken met Dynasty, Maxstar of Syncrowave stroombronnen. Controleer de compatibiliteit in de gebruikershandleiding. AVIS Utiliser des sources de courant compatibles SEULEMENT, sinon un bris d'équipement pourrait survenir. Ne pas utiliser avec les sources de courant DYNASTY, MAXSTAR ou SYNCROWAVE. Lire le manuel d'opérateur pour vérifier la compatibilité. 267353-A Ref. 267 353 A OM-260 430 Pagina 8

3 3. Omstandigheden gebruik en opslag A. IP-graad IP-graad IP21 Deze apparatuur is ontworpen voor binnen gebruik, en niet voor opslag of gebruik buiten. IP21 2014 06 B. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het grote publiek aangezien de EMV-grenzen voor het grote publiek mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen. Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974-1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het grote publiek geen toegang heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat hij gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die hiertoe is opgeleid. Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog ontsteek- en stabilisatieapparatuur) die onderdeel uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling. De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter. Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden. C. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) ce emf 1 2010 10! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van het openbaar laagspanningsnetwerk. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling. ce emc 3 2014-07 Aantekeningen OM-260 430 Pagina 9

3 4. Aansluitingen en LED s op de module Ethernet-poort Voedings-LED (Groen) Internet-LED (groen) Netwerk-LED (geel) USB-poort Afbeelding 3 1. Locatie van USB-poort, Ethernet-poort en LED s op de Insight Module 3 5. De Insight Core Module monteren en aansluiten op de lasstroombron 1 Lasstroombron 2 1 2 14-polige Insight Core Module 3 14-polige besturingskabel vanaf stroombron 4 14-polige besturingskabel naar draadaanvoerunit 5 Positieve (+) laskabel 2 6 Negatieve ( ) laskabel 7 Gasslang 1 11 8 Draadaanvoer apparaat 9 Mig-Pistool 10 Werkstuk 11 Gascilinder De module kan aan beide zijden van de lasstroombron worden gemonteerd. 2 6 5 3 4 7 10 8 9 Ref. 803 502 A / 245 855 A OM-260 430 Pagina 10

3 6. Vragenlijst verbindingen downloaden Ga voor de juiste verbinding naar de pagina Insight Core Download via https://insight.millerwelds.com/download. Download het formulier Vragenlijst netwerkverbindingen en druk het af. Vraag de bedrijfsafdeling IT om de vragenlijst in te vullen. 3 7. De Insight Core Setup-toepassing naar een computer downloaden en installeren 1. Download de Insight Core Setup Application via de website https://insight.millerwelds.com/download. 2. Klik op de bestandsnaam en sla deze op het bureaublad op (zie Afbeelding 3 2). Afbeelding 3 2. Website voor downloads 3. Wanneer u de toepassing hebt gedownload, dubbelklik op het pictogram op het bureaublad om de toepassing op uw computer te installeren (zie Afbeelding 3 3). Afbeelding 3 3. Pictogram installatietoepassing OM-260 430 Pagina 11

4. Klik op Next op het scherm met de instel wizard om de toepassing op uw computer te installeren (zie Afbeelding 3 4). Afbeelding 3 4. Scherm instel wizard 5. Lees de licentieovereenkomst voor eindgebruikers en vink het vakje aan om deze te accepteren. Klik op Next om verder te gaan (zie Afbeelding 3 5). Afbeelding 3 5. Licentieovereenkomst voor eindgebruikers OM-260 430 Pagina 12

6. Standaard selecteert de toepassing het lokale station op uw computer; zorg dat deze voldoende ruimte heeft om het programma te installeren. Klik op Next om de standaardlocatie te accepteren en kies een nieuwe locatie voordat u verdergaat (zie Afbeelding 3 6). Afbeelding 3 6. Scherm voor doel map 7. Klik op Install om de installatie van het configuratieprogramma op uw computer te voltooien (zie Afbeelding 3 7). Afbeelding 3 7. Scherm voor hulpprogramma installeren OM-260 430 Pagina 13

8. Tijdens het installatieproces wordt de status op het scherm weergegeven totdat het proces is voltooid (zie Afbeelding 3 8). Afbeelding 3 8. Scherm voor status installatie 9. Klik op Finish wanneer het installatieproces is voltooid (zie Afbeelding 3 9). Afbeelding 3 9. Scherm voor installatie voltooid OM-260 430 Pagina 14

10. De toepassing is op uw computer geïnstalleerd. Het programma staat in All Programs in de map Miller Insight Core Configuration (zie Afbeelding 3 10). Er is ook een snelkoppeling op het bureaublad geïnstalleerd (zie Afbeelding 3 11). Afbeelding 3 10. Map met toepassing OM-260 430 Pagina 15

3 8. De configuratietoepassing voor installatie van de firmware uitvoeren en verbindingscriteria Met deze toepassing kunt u de firmware van uw Insight Core-module bijwerken, het apparaat instellen voor een bedrade Ethernet-verbinding of het apparaat instellen voor een draadloze WiFi-verbinding. 1. Dubbelklik op de snelkoppeling die automatisch op het bureaublad is geïnstalleerd of op het programmabestand (.EXE) in de toepassing bij All Programs om de toepassing uit te voeren (zie Afbeelding 3 11). Afbeelding 3 11. Snelkoppeling voor de toepassing instellen 2. De toepassing controleert automatisch of er een nieuwere versie van de toepassing is. Als dat het geval is, wordt u gevraagd om uw versie te vervangen door de meest recente versie (zie Afbeelding 3 12). Afbeelding 3 12. Op een nieuwere versie van de toepassing controleren Als u de toepassing uitvoert op een computer die geen verbinding heeft met internet, dan wordt er niet automatisch op nieuwere versies gecontroleerd. U kunt de huidige versie blijven gebruiken door op OK te klikken of annuleer om de internetverbinding weer tot stand te brengen (zie afbeelding Afbeelding 3 13). Afbeelding 3 13. Scherm met bericht over internetverbinding OM-260 430 Pagina 16

3 9. Firmware op installatie voorbereiden Voordat u informatie over de verbinding invoert, moet u eerst de huidige revisie van de firmware op de downloadpagina laden. Klik op de blauwe tekst hier ; de downloadpagina wordt geopend als de computer met internet is verbonden. Afbeelding 3 14. Op de nieuwste firmware controleren OM-260 430 Pagina 17

1. Selecteer de 14-polige firmware. Sla het firmwarebestand op een locatie op de computer op die eenvoudig is te vinden. Afbeelding 3 15. 14-polige firmware selecteren 2. Klik op de toets Locate Files in het vakje Firmware Updates. Er wordt een dialoogvenster geopend. Afbeelding 3 16. De updatebestanden met de nieuwste firmware lokaliseren OM-260 430 Pagina 18

3. Klik op Browse en zoek de namen van de firmwarebestanden die u op uw computer hebt gedownload. Afbeelding 3 17. De bestanden met de nieuwste firmware zoeken OM-260 430 Pagina 19

4. Dubbelklik op de bestanden die u wilt bijwerken, zet de bestanden in het bladervlakje en klik op OK. Afbeelding 3 18. De bestanden in het bladervakje bijwerken 5. Stel nu het aantal dagen in dat de firmwarebestanden geldig moeten blijven. (U kunt een waarde van 1 tot en met 7 dagen kiezen. Deze instelling voorkomt dat de oude firmwarebestanden weer worden geïnstalleerd als deze periode is verstreken.) Afbeelding 3 19. De updatebestanden met de nieuwste firmware lokaliseren Als u alleen firmware bijwerkt, ga naar hoofdstuk 3 11. Ga voor hulp bij het configureren van de verbinding naar hoofdstuk 3 10. OM-260 430 Pagina 20

3 10. Het type netwerkverbinding voor Insight Core configureren Als dit de eerste installatie van een apparaat is, bepaal dan welk type installatie nodig is. De verbindingsinformatie is vereist voor elke nieuwe installatie van het Insight Core-product. Als men een bedrade Ethernet-verbinding met DHCP (dynamische IP-adressen) wilt configureren, ga naar hoofdstuk D. Als men een draadloze WiFi-verbinding wil configureren, ga naar hoofdstuk E. Als men een bedrade Ethernet-verbinding met statische IP-adressering wil configureren, ga naar hoofdstuk F*. Als men een draadloze WiFi-verbinding met statische WiFi-adressering wil configureren, ga naar hoofdstuk D*. * Bij verbindingen met statisch adres moet de computer direct met een ethernetkabel op de module zijn aangesloten. D. De Insight Core-module op de bedrade ethernet-verbinding met dynamische IP-toewijzing (DHCP) verbinden Voordat men verder gaat met de installatie, moet u bevestigen dat uw bedrade Ethernet-kabel open toegang heeft met internet door uw laptop op de netwerkaansluiting aan te sluiten met de CAT5-verbindingskabel en naar een externe bekende website te gaan. Als dat lukt, ga dan hieronder verder het proces. Als dat niet lukt, neem contact op met het IT-personeel van uw bedrijf. 1. Klik op Connect Module via Wired Ethernet. 2. Standaard communiceert de module met internet via poort 80. Als uw netwerk internetverkeer via een andere poort leidt, voer dan dat poortnummer meteen onder de toets Connect in. Afbeelding 3 20. Het poortnummer veranderen van de standaardpoort 80 Als men verder wilt gaan met de firmware-installatie, ga naar hoofdstuk 3 11. OM-260 430 Pagina 21

E. De Insight Core-module met draadloos WiFi verbinden Wanneer de WiFi-instellingen zijn geselecteerd, gebruik de informatie van uw IT-afdeling [van de Vragenlijst netwerkverbindingen voor uw bedrijf (zie hoofdstuk 3 6 voor het verkrijgen van de informatie)]. Vereiste verbindingsinformatie bij de eerste installatie voor elk aangeschaft apparaat. 1. Klik op de toets Connect Module via Wireless / WiFi. 2. Voer de naam/ssid van uw draadloos netwerk in. 3. Voer het type beveiliging van uw draadloos netwerk in. 4. Voer de beveiligingscode (wachtwoord) van uw draadloos netwerk in. (Opmerking: dit veld is uitgeschakeld als uw netwerk een open systeem is.) Deze instellingen werken voor alle Axcess Insight Core-modules die worden geïnstalleerd en dit hoeft alleen te worden gedaan bij de installatie van aanvullende apparaten. Afbeelding 3 21. De beveiligingscode voor het draadloos netwerk invoeren 5. Standaard communiceert de Axcess Insight Core-module via poort 80 met internet. Als uw draadloos netwerk internetverkeer via een andere poort leidt, voer dan dat poortnummer in het vakje in. Als men verder wilt gaan met de firmware-installatie, ga naar hoofdstuk 3 11. OM-260 430 Pagina 22

F. Een bedrade ethernet-verbinding met een statisch IP-adres via een vaste serverpagina configureren Voordat men verder gaat met de installatie, moet u bevestigen dat uw bedrade Ethernet-kabel open toegang heeft met internet door uw laptop op de netwerkaansluiting aan te sluiten met de CAT5-verbindingskabel en naar een externe bekende website te gaan. Als dat lukt, ga dan hieronder verder het proces. Als dat niet lukt, neem contact op met het IT-personeel van uw bedrijf. 1. Klik op Connect Module via Wired Ethernet. Afbeelding 3 22. Instellingen voor de configuratie van een bedrade ethernetverbinding selecteren 2. Sluit uw computer direct aan op de netwerkpoort van het Insight-apparaat (aansluiting RJ45) met een ethernet-kabel (gemeenschappelijke CAT5 of CAT6). 3. Wijzig de instellingen voor de adapter van uw computernetwerk om met de Insight-serverpagina te communiceren. 4. Ga voor computers met Windows naar Control Panel / Hardware & Sound / Network & Internet / Network & Sharing Center / Change Adapter Settings. Deze instellingen variëren per computer. 5. Rechtsklik op uw Local Area Connection en kies Properties. 6. Klik op Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4), en klik op de toets Properties. 7. Noteer de huidige netwerkinstellingen voordat u verdergaat. 8. Selecteer de knop Use The Following IP Address. 9. Stel een statisch IP-adres in op 169.254.0.1 of een alternatief (het laatste cijfer mag alles behalve een 2 zijn). 10. Stel de Subnet Mask in op 255.255.255.0 11. Klik op OK wanneer u klaar bent en sluit alle vensters voor de netwerkinstellingen. De draadloze functie op de computer moet mogelijk worden uitgeschakeld om via de ethernet-kabel verbinding met de Insight-module te maken. Alle veranderingen in de netwerkadapter moeten worden teruggedraaid wanneer u klaar bent met de installatie om weer verbinding te maken met het bedrijfsnetwerk. 12. Sluit alle geopende dialoogvensters voor de netwerkinstellingen en browsers. Open een ander browservenster op uw bureaublad. Wacht ongeveer 30 seconden en ga naar de serverpagina op 169.254.0.2 door dit IP-adres direct in de tekstbalk van uw browser te typen (in plaats van de naam van een website). Als het statisch toegewezen IP-adres niet kan worden geopend, schakel de stroombron uit, plaats de USB-stick en schakel het apparaat weer in. Er wordt nu een tekstbestand op de USB-stick gezet, met de naam IP_MAC_LIC_ADDR.txt. Open dit bestand met Notepad om te verifiëren dat het statisch toegewezen IP-adres dat u probeert te openen hetzelfde IP-adres is als van het Insight-apparaat zoals vermeld in het tekstbestand IP_MAC_LIC_ADDR. OM-260 430 Pagina 23

13. Selecteer op de serverpagina de knop Wired Ethernet en voer de gewenste parameters in op basis van de netwerkomgeving van uw bedrijf, zoals gedefinieerd in de antwoorden op de controlelijst voor de netwerkverbindingen van Insight (zie hoofdstuk 3 6). Het IP-adres (169.254.0.2) van deze serverpagina is in de fabriek ingesteld voor de Insight-module. Als u de verbinding van het Insight-apparaat met een statisch IP-adres voor uw bedrijf wilt instellen, verandert het IP-adres voor deze serverpagina permanent zodra u het statische IP-adres in het onderstaande proces toewijst. 14. Zo kunt u de serverpagina van elk Insight-apparaat dat in de werkplaats is geïnstalleerd overal in uw netwerk bekijken door naar het statische IP-adres te gaan. 15. Selecteer in het deel Ethernet Settings de optie Static for Device IP Address and Primary DNS. 16. Voer het statische IP-adres, subnetmasker, gateway, DNS-informatie en poortnummer van het apparaat die u van uw afdeling IT hebt gekregen in (zie Afbeelding 3 23). MC10001Z AC1000000X1X1X00XX00X0 Afbeelding 3 23. Serverpagina Insight 17. Wanneer u klaar bent, druk op Submit om uw instellingen voor dit apparaat op te slaan. 18. Koppel de Ethernet-verbindingskabel (CAT5 of CAT6) los van uw computer en sluit de Insight-module met de verbindingskabel aan op het Ethernet-aansluiting van het bedrijfsnetwerk. 19. Schakel de lasstroombron uit en verwijder een eventueel nog ingestoken USB-stick. 20. Wacht 10 seconden. 21. Schakel de lasstroombron in. De gele netwerk LED moet eerst gaan branden als uw netwerk wordt geïdentificeerd. De groene internet LED moet gaan branden als de toegang met internet open is. 22. Wanneer beide LED s constant branden, dan is de fysieke installatie voor het statische IP-adres voltooid. Als men verder wilt gaan met de firmware-installatie, ga naar hoofdstuk 3 11. OM-260 430 Pagina 24

G. Een WiFi-verbinding met een statisch IP-adres via een vaste serverpagina configureren Wanneer u een WiFi-verbinding met een statisch IP-adres wilt instellen, moet het apparaat eerst worden aangesloten op een bedrade Ethernet-verbinding. Voordat u verder gaat met de installatie, moet u eerst bevestigen dat uw bedrade Ethernet-lijn open toegang tot internet heeft door uw laptop met een CAT5-verbindingskabel op de netwerkaansluiting aan te sluiten en een bekende externe website te openen. Als dat lukt, ga hieronder verder met het proces. Als dat niet lukt, neem contact op met de IT-afdeling van uw bedrijf. 1. Klik op Connect Module via Wired Ethernet. Afbeelding 3 24. Instellingen voor de configuratie van een bedrade ethernetverbinding selecteren 2. Sluit uw computer direct aan op de netwerkpoort van het Insight-apparaat (aansluiting RJ45) met een ethernet-kabel (gemeenschappelijke CAT5 of CAT6). 3. Wijzig de instellingen voor de adapter van uw computernetwerk om met de Insight-serverpagina te communiceren. 4. Ga voor computers met Windows naar Control Panel / Hardware & Sound / Network & Internet / Network & Sharing Center / Change Adapter Settings. Deze instellingen variëren per computer. 5. Rechtsklik op uw Local Area Connection en kies Properties. 6. Klik op Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4), en klik op de toets Properties. 7. Noteer de huidige netwerkinstellingen voordat u verdergaat. 8. Selecteer de radioknop Use the following IP address. 9. Stel een statisch IP-adres in op 169.254.0.1 of een alternatief (het laatste cijfer mag alles behalve een 2 zijn). 10. Stel de Subnet Mask in op 255.255.255.0 11. Klik op OK wanneer u klaar bent en sluit alle vensters voor de netwerkinstellingen. Alle veranderingen in de netwerkadapter moeten worden teruggedraaid wanneer u klaar bent met de installatie om weer verbinding te maken met het bedrijfsnetwerk. 12. Sluit alle geopende dialoogvensters voor de netwerkinstellingen en browsers. Open een ander browservenster op uw bureaublad en wacht ongeveer 30 seconden. Als de firmwareversie die wordt gebruikt 1.19.10 of later is, typ het IP-adres 169.254.0.2 direct in de balk van de browser (in plaats van een internetadres). Als de firmwareversie ouder is dan 1.19.10, gebruik het IP-adres 169.254.0.2/wifi.shtm. Als het statisch toegewezen IP-adres niet kan worden geopend, schakel de stroombron uit, plaats de USB-stick en schakel het apparaat weer in. Er wordt nu een tekstbestand op de USB-stick gezet, met de naam IP_MAC_LIC_ADDR.txt. Open dit bestand met Notepad om te verifiëren dat het statisch toegewezen IP-adres dat u probeert te openen hetzelfde IP-adres is als van het Insight-apparaat zoals vermeld in het tekstbestand IP_MAC_LIC_ADDR. OM-260 430 Pagina 25

13. Zoek op de serverpagina de radioknop Wireless WiFi en voer de gewenste parameters in op basis van de netwerkomgeving van uw bedrijf, zoals gedefinieerd in de antwoorden voor de Insight controlelijst voor de netwerkverbindingen (zie Afbeelding 3 25). Het IP-adres (169.254.0.2) van deze serverpagina is in de fabriek ingesteld voor de Insight-module. Als u de verbinding van het Insight-apparaat met een statisch IP-adres voor uw bedrijf wilt instellen, verandert het IP-adres voor deze serverpagina permanent zodra u het statische IP-adres in het onderstaande proces toewijst. MC10001Z AC1000000X1X1X00XX00X0 Afbeelding 3 25. Serverpagina Insight 14. Wanneer u een statisch IP-adres toewijst, kunt u de serverpagina van elk Insight-apparaat dat op de werkvloer is geïnstalleerd overal in het netwerk bekijken door het statisch IP-adres in de browser in te voeren. OM-260 430 Pagina 26

MC10001Z AC1000000X1X1X00XX00X0 Afbeelding 3 26. Serverpagina Insight 15. Selecteer in het deel WiFi Settings de optie Static for Device IP Address. 16. Voer het statische IP-adres, subnet mask, gateway, DNS-informatie, poortnummer, type beveiliging, SSID en beveiligingscode voor het apparaat in (die u van uw afdeling IT hebt gekregen) (zie afbeelding Afbeelding 3 26). 17. Wanneer u klaar bent, druk op Submit om uw instellingen voor dit apparaat op te slaan. 18. Koppel de Ethernet-verbindingskabel (CAT5 of CAT6) los van uw computer. 19. Schakel de lasstroombron uit en verwijder een eventueel nog ingestoken USB-stick. 20. Wacht 10 seconden. 21. Schakel de lasstroombron in. De gele netwerk LED moet eerst gaan branden als uw netwerk wordt geïdentificeerd. De groene internet LED moet gaan branden als de toegang met internet open is. 22. Wanneer beide LED s constant branden, is de fysieke installatie voor het statische IP-adres voor WiFi voltooid. Als men verder wilt gaan met de firmware-installatie, ga naar hoofdstuk 3 11. OM-260 430 Pagina 27

3 11. De firmware-update installeren Als u hulp nodig hebt bij het installeren of uitvoeren van het configuratieprogramma, zie hoofdstuk 3 7 en hoofdstuk 3 8. Zie voor hulp bij het zoeken van de firmwarebestanden hoofdstuk 3 9. Wanneer u de firmwarebestanden hebt gevonden en de configuratie-instellingen hebt uitgevoerd (waar nodig), klik op de toets SAVE in het configuratievenster. U wordt gevraagd om een USB-stick te plaatsen. Klik op Save als u dat hebt gedaan. Wanneer u klaar bent, bevat uw USB-stick een bestand met de naam Boot.cfg en een map/directory met de naam Firmware, met daarin de firmwarebestanden die u hebt geselecteerd. Voor het Insight Core-apparaat moeten deze bestanden/map op uw USB-stick staan om de firmware bij te werken. Afbeelding 3 27. De letter van de USB-stick selecteren Afbeelding 3 28. De configuratie-instellingen voor Insight goedkeuren Als u op OK klikt, sluit de toepassing; u kunt de firmware-upgrade op uw Insight Core-module installeren. Zorg dat de module bedraad is aangesloten op een actieve internetverbinding voor bedrade aansluitingen of dat het draadloze netwerk beschikbaar is voor draadloze verbindingen. 1. Sluit de 14 polige module aan op de lasstroombron. 2. Schakel de lasstroombron uit. 3. Plaats de USB-stick in de 14 polige module. 4. Schakel de lasstroombron in. 5. De LED s op de voorkant van de module knipperen om aan te geven dat de instellingen worden overgedragen. Wanneer het knipperen stopt, gaan de internet LED en netwerk LED constant branden om aan te geven dat er verbinding met uw netwerk en internet is (zie hoofdstuk 3 4). De firmware-update is voltooid. Als u alleen de firmware wilt bijwerken, is het proces voltooid. Het apparaat leest de instellingen af voor registratie; ga naar hoofdstuk 3 12 om verder te gaan met de registratie. OM-260 430 Pagina 28

3 12. Het serienummer en de licentiecode van het apparaat bepalen Het serienummer en de licentiecode van het apparaat zijn nodig om het product te registreren. De USB-stick die in hoofdstuk 3 11 is gebruikt, bevat een.txt-bestand dat nodig is om de licentiecode te verkrijgen. 1. Plaats de USB-stick in de computer en geef de computer de tijd om de USB-stick te herkennen. 2. Zoek en open het bestand met de naam Device License Keys op de USB-stick. Afbeelding 3 29. Map Device License Keys 3. Open het.txt-bestand met de naam IP_MAC_ADDR_LIC- met een tekstprogramma (zoals Notepad) om het serienummer en de licentiecode van de module/het apparaat te vinden; deze hebt u nodig om het apparaat te registreren. Afbeelding 3 30. Bestand Device License Key 4. Noteer het serienummer en de licentiecode voor registratie. 00. XX. 000.XXX 00. XX. 00. XX. 00. XX 00. XX. 00. XX. 00. XX MC10001Z AC1000000X1X1X00XX00X0XX Afbeelding 3 31. Informatie over de licentiecode van het apparaat Dit bestand verifieert ook de informatie over de verbindingen. De exacte informatie in het bestand is afhankelijk van het type verbinding en apparaat. Ga naar hoofdstuk 3 13 om verder te gaan met de registratie van het apparaat. OM-260 430 Pagina 29

3 13. Het eerste apparaat registreren en een account aanmaken 1. Open een internetbrowser en ga naar https://insight.millerwelds.com/registration. 1. Vul alle informatie in die wordt weergegeven in Afbeelding 3 32. Gebruik het serienummer en de licentiecode uit hoofdstuk 3 12. Als dit apparaat een toegevoegde module is die aan bestaande, eerder geregistreerde machines moet worden toegevoegd, klik op de toets Log In en ga verder naar hoofdstuk 3 14. Serienummer Insight module MC10001Z AC1000000X1X1X00XX00X0XX Licentiecode uit stap 2 Afbeelding 3 32. Een nieuwe account registreren 3. Als u op de toets Register hebt geklikt, wordt de beginpagina geopend voor het bedrijf dat net was aangemaakt (zie Afbeelding 3 33). Afbeelding 3 33. Bedrijfsdashboard Insight Core Als u toegevoegde apparaten wilt registreren, ga naar hoofdstuk 3 14. OM-260 430 Pagina 30

3 14. Toegevoegde apparaten registreren 1. Meld u aan bij de website van Insight Core via https://insight.millerwelds.com/. 2. Klik op het tabblad Configuration (zie Afbeelding 3 34). 3. Klik op het tabblad Configuration op de toets Register New Device. Afbeelding 3 34. Configuratiescherm 4. Er wordt een bevestigingsscherm geopend. Als de informatie juist is, klik op de toets Save (zie Afbeelding 3 35). MC10001Z AC1000000X1X1X00XX00X0XX Afbeelding 3 35. Configuratiescherm Register Device 5. Na de registratie wordt het apparaat weergegeven in de lijst met middelen van het bedrijf en worden er activiteiten weergegeven terwijl de gebruikers beginnen te lassen met deze stroombron. OM-260 430 Pagina 31

3 15. Een werktijd instellen Als u de bedrijfsinstellingen wilt invoeren, meld u dan aan op de website van Insight Core via https://insight.millerwelds.com/. 1. U kunt een werktijd voor een Insight Core-module instellen door op het tabblad Configuration, op het tabblad Company en daarna op de toets Add Shift te klikken (zie Afbeelding 3 36). Afbeelding 3 36. Een werktijd instellen 2. Voer de gegevens in om de werktijd van het apparaat in te stellen en klik daarna op de toets Save (zie Afbeelding 3 37). Afbeelding 3 37. Nieuwe werktijd toevoegen OM-260 430 Pagina 32

3. Als u op de toets Save klikt, wordt het scherm Edit geopend om wijzigingen of correcties aan te brengen. Wanneer de gegevens voor de werktijd aanvaardbaar zijn, klik op de toets Save (zie Afbeelding 3 38). Afbeelding 3 38. Scherm voor het bewerken van de gegevens voor een werktijd 4. Als u op de toets Save klikt, worden de gegevens voor de werktijd op het tabblad Company weergegeven voor de werktijd van het apparaat (zie Afbeelding 3 39). Afbeelding 3 39. Scherm voor de gegevens van werktijd van een apparaat OM-260 430 Pagina 33

3 16. Een groep instellen 1. Wanneer u een groep wilt opstellen om uw Insight-apparaten in logische groepen te zetten, klik dan op het tabblad Groups (zie Afbeelding 3 40). Afbeelding 3 40. Een groep apparaten instellen 2. Voer een groepsnaam in en klik op de toets Save (zie Afbeelding 3 41). Afbeelding 3 41. Een groepsnaam invoeren 3. Wanneer er een groep is aangemaakt, ga terug naar het begin van een hoofdstuk 3 14 om meer apparaten toe te voegen. Zorg dat u alle serienummers en toegangscodes voor elk toegevoegd apparaat hebt. 4. Wanneer u bestaande apparaten aan een groep wilt toevoegen, klik op Configuration, daarna op Devices en gebruik de link Configure om de apparaateigenschappen in te stellen, inclusief het toewijzen van een apparaat aan een logische groep. OM-260 430 Pagina 34