Geschiedenis werkcolleges : nota s

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 14: De romaanse en gotische kunst

5.3. Samenvatting door een scholier 947 woorden 4 april keer beoordeeld. Kunstgeschiedenis. Vroeg christelijke kunst. Voor de middeleeuwen

V4 cp3 Romaans Gotiek

Les 2. Periode 2 Kunstgeschiedenis

MIDDELEEUWSE KUNST I. DE ROMAANSE BOUWKUNST ( ) A. Architecturale kenmerken

De Eerste Ingenieur. Image not found or type unknown. Image not found or type unknown

Romeinse architectuur De Romeinse architectuur komt in eerste instantie voort uit die van de Grieken, die immers behoorlijk ver ontwikkeld was voor de

Stromingen in vogelvlucht

De gebouwen en stijlen in chronologische volgorde

Week 1. Voorbeelde van Profane gebouwen uit de tijd van de grieken zijn de Stoa, Prytaneion en bijvoorbeeld theaters.

Bouwstijlen van kerken in Nederland. De volgende bouwstijlen worden kort toegelicht met tekst en beeldmateriaal:

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN

BASISREADER KG: BEELDEND

4. In de les krijg je een oefentoets die je op weg helpt met het leren en toepassen van de begrippen.

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. In bijna elke stad en elk dorp vind je wel een oud gebouw. Soms is dit het station, soms het stadhuis.

Tijd en ruimte voor vieren en verbinden

Nu'ge bouwwerken Realis5sche beeldhouwkunst Schilderkunst met perspec5ef Veel mozaïek Vereren van de keizer Afname geloof in goden Toename geloof in

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Geschiedenis Interieur Copy...5

Milaan. Milaan. Duomo

Samenvatting CKV Kunsthistorisch overzicht 1 - Klassieke oudheid tot de 19e eeuw

Veel glas-in-lood ramen van rond 1215 zijn in deze kathedraal nog bewaard gebleven. Dit is vrij uniek omdat ramen meestal in de loop van de tijd door

1. Wat is architectuur?

Stromingen in vogelvlucht

Kopstukken: Constantijn de Grote I. Prof.dr. L.V. Rutgers

1 ste OPDRACHT - Maquette

Begeleidende uitleg voor de leerkracht:

Bouwkunst. A. Bespreek de kenmerken de oude GRIEKSE TEMPEL Onderdelen - het grondplan van een Griekse tempel

OP AVONTUUR MET ARCHITECTUUR CULTUREEL ERFGOED IN OLDENZAAL

Redengevende omschrijving

Introductie. De val van het Romeinse Rijk 2.1

GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST. Hoofdstuk 2 GOTISCHE BOUWKUNST

[vanuit de middenbeuk, met de rug naar het westportaal heb je de volle ruimte vóór je.]

Pantheon. Door Thom Zagwijn (8365) V4B 2017/2018. Pantheon PO Thom Zagwijn V4B Pagina 1

Naam: Klas: a. Wat denk je betekent het begrip verticalisme in de architectuur?

Begeleidende uitleg voor de leerkracht:

Een nieuwe manier van bouwen

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

HET LICHT VAN DE WERELD

Korte geschiedenis van de parochie

beeldende vakken CSE GL en TL

Samenvatting CKV 19e eeuw: neoclassicisme

Broederenkerk. Ω Bouwjaar: 1772

Tijd van Grieken en Romeinen. 2.4 De late oudheid. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd

lesidee Gevels Er bestaan veel verschillende soorten gevels, zoals een trapgevel, klokgevel, tuitgevel, lijstgevel, puntgevel en halsgevel.

Sparrenlaan 9 (uitbreiding bestaande beschrijving)

VATICAANSTAD FILATELISTISCH GEZIEN

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

ART HISTORY Barok en Classicisme

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Werkstuk CKV Gotiek 6,8. Werkstuk door een scholier 2393 woorden 6 mei keer beoordeeld

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

De Griekse Bouwkunst

Rijksmonument. St. Antoniusstraat Korte omschrijving. Redengevende omschrijving Complex

Romeinen. Bouwkunst. Beeldhouwkunst. Schilderkunst

Winfried van Zeeland Van den Berg Kruisheer Elffers Architecten l april 2014

Escher in Het Paleis. Wiskundepakket. Perspectief

In het oude Rome De stad Rome

- 1 - Afb. 1. Kathedraal St. Pierre in Beauvais. Foto: Bony 1983, p. 294.

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

B. Voorstelling van de probleemsituatie. Zicht op het booggewelf en de halve cirkel van het Jubelpark (foto 2010) Monumenten & Landschappen Brussel

op het domein van de Sint-Andriesabdij en in het bos van Zevenkerken

ANTWOORDEN Oefenvragen STIJLHERKENNING tot _oefvr_antw_Stijlhherk_tot1800

Balans tussen orde en chaos ontsnappen aan de chaos. ordening = de onderlinge samenhang tussen de verschillende elementen

Inleiding Ontwikkelingen op maatschappelijk en cultureel gebied: De Middeleeuwen worden doorgaans in drie perioden verdeeld:

Bijlagen. A. Religieuze gotiek in Brabant

Schoolonderzoek 3-1 HAVO/VWO.

een tweede verkenning van de wensen en dromen ten aanzien van de toekomstige sfeer van de MMWTwoningen

ORGANISCHE VORMEN RONDE, GEBOGEN VORMEN, VORMEN DIE ONTLEEND ZIJN UIT DE DIEREN EN PLANTENW ERELD.

Kunst op Niveau Griekse Kunst

Gaudi Parc Guel Barcelona

HET HUIS VAN GOD: van afgebakend meesterwerk tot hemelse oneindigheid

Op bezoek in de Sint Bavo Basiliek aan de Leidsevaart.

Taak Architectuurtypologie

Een nieuwe context voor een kerk: De Vredekerk te Bussum

Paper Architectuurtheorie deel II Kunst: een doel of een middel?

Zelfreflectierapport Villa des Roses

De vorm en samenstelling van het monument. De omgeving van het monument. 1) Hoe heet het plein waar het monument zich bevindt? één personage.

Verspreiding christendom vmbo12

Een beeld van de tijd

Kanaal. Hotspot Wonen: Kanaal. Kanaal, Wijnegem 28/06/2016. projectbeschrijving

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, opnamen, elektronisch of op welke

STUDIO FARRIS ARCHITECTS BVBA KORTE KLARENSTRAAT 4/ ANTWERP - BELGIUM T

ART HISTORY Klassieke Oudheid. H 4 - profiel Grieken 500 v. Chr - 100

MATERIALEN. Metalen sculpturen

Rooms-Katholieke kerk H. Bartholomeus te Zevenbergen. Markt 19, Zevenbergen

Verspreiding Christendom hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Donkerelaan 20. Straat en huisnummer : Donkerelaan 20 Postcode en plaats : 2061 JM Bloemendaal Kadastrale aanduiding : A9941 Complexonderdeel :

Basisgegevens Naam: Adres: Effenseweg 1. Denominatie: Rooms Katholiek. Bouwjaar: 1938

Naam: De Romeinen. Vraag 1. De Romeinen hebben veel gebouwd. Noem vijf verschillende toepassingen. pagina 1 van 6

Romeinen. Bouwkunst. Beeldhouwkunst. Schilderkunst

Compositie op basis van geometrische vormen

Monumentnummer*:

Pleinen door de zeven tijdlagen heen (door Antonio & Aimée) Algemene omschrijving

S C.F.

PUUR AUteURs FotogRAFie

START WISKUNDE-ESTAFETTE RU 2007 Je hebt 60 minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 600.

Transcriptie:

Geschiedenis werkcolleges : nota s 4. Vroeg christelijke en Byzantijnse architectuur 4.1 Early Christian Architecture (300-) intro: vroege christelijke architectuur WRR 3 e eeuw: veel instabiliteit aanwezig in het WRR. Godsdienst biedt zekerheid. Oorspronkelijk was het christendom een traaggroeiende sekte die verboden was in Italiê, maar er was een behoorlijke tolerantie, aangezien de golovigen maar de proletariërs waren (die niet veel te zeggen hebben). Begin 300 werd het christendom staatsgodsdienst. Ervoor werd Christus afgebeeld als een herder, maar dan plots als keizer. Men had dus keizerlijke gebouwen nodig (kerken). Vroeger waren er twee modellen: de tempel en de basilica. De tempel was niet geschikt, omdat het offer en het hele ritueel zich daar buiten de tempel afspeelt en de tempel maar voor de priesters was. Past niet bij de gewoonte om zicht te verstoppen toen het christendom nog verboden was. Beter was de basilica, die voor rechtspraak diende. The basilica, Rome Men bouwde voort op basis van wat men al kende. Er werden gewoon kleine dingen aangepast en toegevoegd volgens de functie. Zo werd de basilica nagemaakt, maar dan volgens de funcies van het geloof. San Giovanni, Constantijn, 313 Dit was de eerste christelijke basilica. Er was een centrale middengang die door kolommen gescheiden was van kleinere zijgangen. Er heerst een duidelijke functionele logica: de bisschop komt binnen, stapt door tot het altaar terwijl de rest van de zijkant toekijkt. Het is een typische Romeinse basiliek, geherorganiseerd volgens het Christendom. Een mix van oud en nieuw als het ware. Tribune voor rechtspraak wordt de plek van de bisschop, maar architecturaal een standaardbasiliek. San Pietro, Constantijn, 333 Dit is het belangrijkste werk van Constantijn. Dezelfde functionele klaarheid als de basilica. Er is een 5-gangenstructuur, 5 gangen door kolommen gescheiden. Het altaar kan voor verschillende doelen worden gebruikt. De priester eindigt in een triomfboog. Er is een zeer dramatisch lichtspel: donkere raamloze gangen. Dit dramatisch licht gaat samen met de complexiteit van het plan. centralized plan martyria model: Holy Sepulchre Constantijn beperkt zich niet tot Rome en de omgeving, maar gaat ook in het Heilige Land bouwen (Jeruzalem, ). In Jeruzalem was er het Heilig graf, of anders Holy Selpulchre. Men bouwde een koepel boven het graf. (materia: ronde vorm/centraal plein: verwijzing Romeinse tombes). Niet gelijk een basilica, maar Romeinse tombes. Nu zijn er 2 types: basilica en materium, afgeleid van het mausoleum bij de Romeinen. Het mausoleum is vel intiemer en kleiner.

San Costanza, 340 Het heeft zuilen en een koepel. Er heerst door de centrale ruimte een dramatisch licht met een focus op het altaar (in principe ook het graf) en donkere nissen. Er wordt gebruik gemaakt van wat er al aanwezig was, men neemt nl. de pilaren over. Het was rijk versierd met mozaïeken, kaarslicht, ongeloofelijke atmosfeer. Milano, 350- Milaan was een zeer belangrijke architectuurcentrum van de vroeg Christelijke periode. Het was nl. de hoofdzetel van het Christendom en dus de pol hoofdstad van het Westen. San Lorenzo, Bramanti Het heeft zowel een centraal plan van het martyrium als het blan van de basilica. Dit is een veel rijkere vorm van de saaie basilica, meer interventie. De ruimtes dienen uit in alle richtingen, wat veel complexer is dat de rechtlijnige wandeling in de basilica. Ravenna, 402- Het succes in Milaan was van korte duur. De hoofzetel wordt nl verplaatst naar Ravenna. Deze stad ligt aan zee wat een verbindingshoek vormt. Ostrogoten vallen Europa binnen en hun koning kiest voor Ravenna. Ze nemen de positie over en zorgen voor een relatief rustige periode van rust en cultuur. In Byzantium vinden we veel mozaiek, wat een beeld geeft over de schoonheid van hun steden. Mausoleo di Galla Placidia, 425- Het plan is een eenvoudige kruis, maar de schoonheid wanneer je binnenkomt is onwaarschijnlijk. Er is een centrale ruimte met in de 3 nissen een sacrofaag. Binnen is er gebruik gemaakt van marmer en mozaïeken. Belichtingskleur verschilt. Het kaarslicht wordt gereflecteerd door de mozaïeken. Het enige licht dat binnenkomt (buiten kaarsen) is het licht dat gefilterd wordt door de kleine raamopeningen van albast (een materiaal) wat een mysterieus effect geeft. In het algemeen was de vroeg-romeinse bouwkunst binnenin enorm gedecoreerd met marmer, mozaïek, maar zeer eenvoudig (baksteen) naar buiten toe.

Sant Apollinare in Classe, 540 Deze kerk kent het grondplan van een basiliek, maar glanst binnenin van Oosterse decoratie, Byzantijnse architecturale invloed. (veelkleurig marmer en rijke mozaïek). Het ligt op de rand tussen het Westerse en het Oosterse. 4.2 Byzantine Architecture intro + verschuiving van basiliek naar koepel, centraal plan Een van de kantelmomenten is de val van het West-Romeinse Rijk (476), waardoor het ORR een grote rol gaat spelen. Byzantium wordt het centrum van een enorm rijk. Een typisch voorbeeld van een Romeinse kerk met Byzantijnse decoratie is de Hagia Sophia (zie verder). De Hagia Sophia volgt de functionaliteit: de clerus stond meer in het midden tussen de mensen, terwijl die in het Westen meer vanvoor stond. Maar functionaliteit was zeker niet de enige drijfveer. In het Pantheon zijn Goden verhevene mensen; ze zitten samen op een berg en doen aardse dingen en moeien zich met stervelingen. Dit is een zeer aardse manier van Godsdienst, terwijl het Christendom veel abstracter is. Dit hemelse, abstracte, symbolieke wordt uitgedrukt. Byzantijns: lichtspel; gotiek: rijzige structuur; basiliek: sobere neutrale manier. In de basilca overschaduwt het functionalisme de architectuur en is symboliek verdreven naar slechte decoratie. De Byzantijnse kerk daarentegen vinden we symboliek ook in architecturale vormen, structuren, De Romeinse kerk was langwerpig, terwijl de Byzantijnse kerk een centraal vierkant is, wat een koepelstructuur mogelijk maakt. In de Romeinse bouwkunst volgen de gewelven het grondplan. Een koepen en gebouw zijn dus beiden cirkels. Een koepel over een vierkant zitten gaat niet zomaar. Daarvoor zijn er 3 oplossingen: - muren zo dik mogelijk maken opdat cirkel overal ondersteund kan wordern. Dit is een primitieve manier waarbij de muren zeer dik zijn in verhouding tot de cirkel. - Iets bouwen dat de boek afsnijdt zodat de koepel kan gedragen worden, wat nog steeds primitief is aangezien het geen grote koepels toelaat. - Structuur ontwikkelen die start vanuit de massa van de muur en die het vierkant grondplan naar een ronde vorm overbrengt. Soort gekromd vlak zodat er vanboven een cirkelvorm is. Dit is een voorkeur omdat het verschillende voordelen heeft. Hagia Sophia, 532 Zie uitleg hierboven Vergelijking met het Pantheon Bij het Pantheon bevindt de koepel zich op een cilinder: er is een relatie tussen de vorm: ruimte van de mensen (cilinder) en de Goden (koepel) komen overeen. In de Hagia Sophia zweeft de koepel boven de ruimte op een ring van licht. Rijkdom materiaal is overal aanwezig. De vloeren en wanden bestaan uit enorme marmerplaten, zuilen in marmer, mozaïek, een rijkdom van decoratie dus. Het gewicht van de koepel wordt op kleinere koepels overgedragen. De ruimte deint uit langs alle kanten. De koepel lijkt te zweven, omdat je niet doorhebt welke middelen er worden ingezet om hem te dragen. De structuur is binnenin afwezig (enorme koepel op ring van licht).

Andere opdrachten onder Justinius Het Hagia Sophia fluidum is vervangen door een strikter georganiseerde ruimte, maar loopt wel nog door, eerder leunend tegen het Westen. De Byzantijnse cultuur gaat nog lang door, door periodes waar wij andere namen aan geven. San Marco, Venetië, 1060- Aan de buitenkant zijn er gotische elementen toegevoegd, oorspronkelijk enkel de bogen. Er is een rijkdom van verschillende marmers. Het is een meer Romaans georganiseerde bouwkunst met Byzantijnse lichtheid/decoratie toegevoegd. Boven het centraal schip zijn een reeks koepels die aangesloten zijn met uitgesproken vierkanten. Dit is eerder helder en logisch, maar door de goudkleurige bewerking krijg je het gevoel van in de Hagia Sophia terwijl de ruimtes echter eenduidig gedefinieerd zijn. Er is een poging gedaan om doe koepels te doen zweven, maar zelfs 500 jaar na de bouw van de Hagia Sophia lukte het niet. 5. Pre Romaanse en Romaanse architectuur 5.1 Carolingian Pre-Romanesque, 800-1000 intro Het jaar 800 was een kantelmoment. Toen werd Karel De Grote gekroond tot keizer van het Heilig Roomse rijk. De 300 jaren ervoor waren er veel gefragmenteerde gebieden door de val van het WRR. Na de val kwam het gebied onder een grote druk en kwamen de steden in verval tot ruïnes. De stedelijke cultuur verdwijnde en steden werden nederzettingen. Het was een grote terugval in de monumentale architectuur doordat alle know-hows, zoals de grote Romeinse traditie om met steen te bouwen, niet meer werden doorgegeven. De enige referenties die overbleven waren ruïnes en men keerde terug tot de eenvoudige dozen steenconstructies. MAAR na 800 werden de kleine gebieden weer verenigd tot het Frankse Rijk en keert de grootheid terug. De pracht komt terug aan de orde na de periode van zwaar verval. Dit is te zien in de staf van KDG. De referentie was keizer Constantijn, het model voor de nieuwe keizer (zie foto). Pfalz Kapel, Aachen, 800 + vergelijking San Vitale We merken pure zuivere geometrische vormen achter elkaar en een centrale hogere ruimte zoals de San Vitale in Ravenna. Deze twee kunnen we goed vergelijken. Beiden hebben een centrale ruimte met rondgang, maar in de San Vitale worden trapeziumvormen gebruikt. Ruimtelijk creëert dat een fluïde ruimte. De ruimte vloeit rond de beschouwer. In Aachen worden er rechthoeken en driehoeken gebruikt waardoor alles rigider, rechter en geometrischer is. Het grondplan is dus tamelijk gelijk, maar ruimtelijk is er een groot verschil. Daarnaast is er ook een verschil in gewelven. In de San Vitale is er een oude Romeinse truc gebruikt voor grote overspanningen: een centraal gewelf met lege, holle, gebakken elementen. In de Pfalz kapel werd er een zwaardere structuur gebruikt omdat met de oude techniek niet meer kende. De kapitelen tonende ambitie om terug te keren naar de rijkdom van het Romeinse bouwen. De inkompartij is ook van groot belang. Het is een autonoom element met 2 functies: een inkom en een duidelijke symbolische toren (belangrijk teken in ME).

Sankt Gallen, 820: het ideale monastieke Dit project is nooit gerealiseerd geweest en is enkel gekend dankzij het plan. Het is een groot monastiek complex dat ons laat zien wat de ideale architecturale expressie zou worden van het kloosterleven. Het kloosterleven was een belangrijk christelijk ideaal toen, omdat men zich terugtrok uit het wereldlijke bestaan en koos voor het kloosterleven. Dat had niet enkel regels voor het leven en routine, maar ook in ruimtes en architectuur. Sankt Gallen was dus het nagestreefde ideaalmodel, het beeld van een utopische monastieke wereld. Zoals reeds gezegd was er een grote afwezigheid van stedelijke cultuur en waren abdijen en kloosters de kleinste stedelijke modellen. Er was nl. een programma aanwezig en was een kleine functionerende stad. Het duurde tot 1100 dat steden die rol op zouden nemen; tot dan waren abdijen belangrijke centra van stedelijke cultuur. 5.2 Romaanse architectuur, 1000-1200 intro In 814 sterft Karel De Grote en dit wordt vervolgd door een periode van verval, chaos en oorlog. Europa wordt binnengevallen, de Vikingen settelen zich in Normandië en bekeren zich tot het Christendom. In De 10 e eeuw komt er opnieuw handel tot stand, waardoor mensen geld verdienen. Dit kunnen ze spenderen in zaken die primaire behoeften overstijgen, zoals kunst. Hierdoor komen er weer kunstenaars en handwerklui in het spel. Er komt een periode van welvaart, culturele herleving en een religieus enthousiasme. Dit laatste leidt tot pelgrimtochten en kruistochten en de vertaalt zich in de ambitie om belevingsruimtes te bouwen. Vroeg Romaanse bouwkunst: Sankt Michael, 1000 Wat ons opvalt t.o.v. de basilica, is dat het plan gelijk is, maar dat de achterkant vervangen is. Dit is een belangrijke evolutie: Het Transcept is gespiegeld. Er was een deel voor de kloostergemeenschap en een deel voor het gewone volk. Wat ons ook opvalt, is dat we niet enkel basilicane structuren vinden: sommige zuilen zijn meer uitgesproken. Er is een alternering in het ritme van de zuilen. Het was een soort poging tot controle van de ruimte. De binnenruimte is hierdoor sterk gearticuleerd. Speyer Cathedral, 1080 We merken dat hier de vlakke wanden meer uitgesproken zijn. We zien een verticale streving: vooral de hoogterichting wordt gecontroleerd. In de Sankt Michael is het vooral in plan gestructureerd, maar hier wordt de structuur tot helameel boven doorgetrokken. Mont Saint Michel, Normandië, 1080 Hier wordt de hoogte doorgetrokken tot in de boog en vormt het een halfzuil: poging om de ruimte te controleren. Bij de twee voorgaande is er een grote wringing tussen de verticale muur en het vlakke houten plafond: een groot contrast, ook in materiaal (steen vs hout). Hier is het dak lichtjes vervormd waardoor de ruimtelijke beleving doorgaat tot in het groot gewelf (moet groot genoeg zij: uitdaging).

Vroeg Romaanse bouwkunst in Bourgondïe: Tournus, 1080 We zien dat de zuilen enorm in hoogte toenemen. Er is een tongewelf dat de maatvoeringen doorloopt ipv een houten vlak dak, waardoor er licht kan worden opgenomen dat dan door het dak wordt weerkaatst (nog een primitieve vorm: beleving is nog verdeeld, geen fluïdum). We zien een breder schip in het plan met tongewelf. Wat nieuw is, is de rondgang rond het altaar met kapellen rond: extra mogelijkheden voor beleving, extra kapellen. De radiale rondgang dient op de relieken te kunnen tonden. Hoog Romaanse bouwkunst in Frankrijk: St Sernin, 1080 Er waren grote pelgrimstochten doorheen heel Europa in belangrijke steden. Die massa moest kunnen worden opgenomen. Een groot verschil met vorige kerken, is dat de St Sernin 5-beukig is: een schip met 2x2 zijbeuken. Er is een ambulatorium rond de hele kerkstructuur wat verkeerstechnisch zeer interessant is. Er wordt een groot circuit gecreëerd waardoor de pelgrims makkelijk rond kunnen. Ten tweede is het schip zeer vertikaal. De kennis over het tongewelf neemt toe. De zuilen en de muur loopt door tot op het tongewelf in dezelfde richting, wat zorgt voor een grote continuïteit. Daarnaast nog is er bover de zijbeuk een gallerij: het clerestorium waar licht doorkomt. Dit zorgt voor een mystieke atmosfeer want het binnenkomend licht wordt door het clerestorium gefilterd. Het accent van het licht ligt rond het altaar. De hoofdtendens rond 1100 is de St Sernin met zijn continue rondgang.

7. Gotische architectuur Amiens vs Romaanse architectuur In vorig hoofdstuk bespraken we de laat Romaans, Normandische kathedralen. Nu sluiten we daar op aan (1120). De tijdspanne vroeg-hoog gotiek bedraagt slechts 100 jaar, maar in die korte tijd is er enorm veel gebeurd. De gotiek is iets helemaal nieuw en dat zien we als we de St Sernin te vergelijken met Amiens. De St Sernin is typisch Romaans en gericht naar de grote pelgimstochten. De kerk is zeer monumentaal en bevat veel massa en steen. De Amiens is een steengeworden, modernistische versie van de St Sernin. De massa maakt plaats voor ruimte en hoogte en is gewichtloos. Er wordt gebruik gemaakt van lichte gewelven. Gelijkenissen: - een basilicaal schema: schip, 2 zijbeuken - het koor, een abscis met kapellen rond Verschillen: - een veel lichtere, gewichtloze skeletstructuur, totaal nieuw - verticalisme: men werkt in de hoogte - veel grotere raampartijen. De gotiek kent dus een uitgesproken nieuw karakter. In de Romaanse architectuur is de ruimte in een stenen, massieve schil, terwijl de ruimte in Amiens beweegt, open is en oprijst. 7.1 Betekenis gotiek de term gotiek De term is een uitvinding uit de Renaissance en kent een negatieve connotatie. Het was de architectuur van de Goten, de barbaren en kende dus niet veel gratie. De term werd gebruikt om hen zelf te gloriën. De betekenis van de gotiek kwam veel later dan toen de kerken werden gebouwd. De fascinatie voor de gotiek kwam met de romantiek in de 18 e eeuw. Het mysterieuze werd opgenomen. Er zijn religieuze verwijzingen of verwijzingen naar een fantastische wereld (zie fictieve personages). Als we vandaag naar de gotiek kijken, de moderne kijk, kijken we naar verschillende dingen tegelijk: - het structurele: de ingenieurslogica - het visuele: de beeldende structuur, het licht, de sculptuur - het symbolische: de scholastiek ontwikkelt zich. De rationele organisatie van de wereld komt samen met de ambitie om het aardse te overstijgen. Men wilt het huis van God realiseren, er is veel lichtspel. Het is bijna magisch. De gotiek is dus eerder complex en niet eenduidig het ene of het andere. Het is de samenspel tussen het formele (ruimte, licht en geometrie) en de structurele aspecten (lichtheid en hoogte bereiken) die zorgen voor een bovennatuurlijke ruimte.

De kernelementen van de gotiek Kernelement 1: het ribgewelf Het is een organische metafoor: de ribben houden de gewelven samen. Het tongewelf draagt de massa over naar de muren. Het kruigewelf is 2 tongewelven in elkaar die de massa naar de hoeken afdraagt. Bij deze zijn er enkele problemen: - deze werken enkel boven een vierkant grondplan - omdat de krachten naar buiten werken is er veel massa nodig om het samen te houden - men moet veel mal bouwen om het te bouwen, wat erg duur is de oplossing hiervoor is het ribgewelf (enkel mal onder de ribben nodig. Eens het gemaakt is, is het ribgewelf zelfdragend). De krachtlijn werkt naar beneden en is dus geschikter. De massa wordt dan afgeleid naar het volgend kernelement: kernelement 2: luchtbogen kernelement 3: spitsbogen Deze zijn een vervanging voor de rondboog. Bij de rondboog werkt de druk zijwaarts, dus is er zware versteviging nodig. Bij de spitsboog werkt de druk verticaler. De druklijn moet binnen de massa worden gehouden. Het ideaal is de kettinglijn en daar komt de spitsboog bij in de buurt. Buiten deze structurele reden, is er ook een formele reden: het past nl. bij de ambitie om de kathedraal naar boven te doen stijgen. Het heeft er rechter effect en draagt bij tot de bovenwereldlijke ambitie. 7.2 Gotiek in Frankrijk De Eerste Vroeg Gotische periode, 1140 Abdijkerk Saint-Denis (Parijs), 1140 Het kruisgewelf ontstaat eerst in Engeland, maar wordt verder ontwikkeld in Île-de- France, het Franse koningshuis. Parijs was toen het Europese, intellectuele centrum. Gewelven werden gebouwd met precies gepakte stenen. De eerste keer dat de gotiek echte ware vorm neemt, is in de Saint-Denis. Abt Sujé kwam met het neo-platonisme: een stroming waar de fysische splandeur wenselijk wordt. Er is een wens om het huis van God te maken, waar God als licht wordt voorgesteld. De Saint-Denis is heel skeletachtig en het koort omvat 2 rondgangen (zie plan) van relatief kleine overspanningen. Het veld van zuiltjes creëert een grote openheid. zijn Door het grote netwerk van ribben in de gewelven beweegt de ruimte in alle richtingen en is vrij licht. Maar naast deze zaken nog het werkelijke standpunt: het altaar! Het is een totaal nieuwe ruimtelijke ervaring van glas en kolommen. God als licht! De Tweede Vroeg Gotische periode, 1150-1190 Noyon, 1170 Eerste foto: eerste vroeg gotische periode: Sens Tweede foto: tweede vroeg gotische periode: Noyon

We merken enkele verschuivingen in de gotiek op: - De binnenwand van het schip heeft 4 lagen (ipv 3 in de Eerste vroeg gotische periode). Tussen de gallerij en het clerestorium vinden we het triforium: een horizontaal element. Het had ook een praktische reden: passage naar het dak (reparaties,..) - dubbele zuil: eleganter - zie Soissons Soissons, 1180 Vroeger was het clerestorium de enige lichtbron door de zijconstructies. Nu is het een bijna volledig naar boven getrokken open ruimte. Ook de gallerij heeft licht en is open. De structuur wordt door minimale middelen gedragen. Lagen: clerestorium, triforium, tribune, gallerie Notre Dame de Paris, 1160-1190 Dit is het meest bekende, definitieve voorbeeld van de gotiek. Het had een zeer ambiteuze opdrachtgever: een aardsbisschop. Het plan heeft een grote helderheid: helemaal zelfde structuur, helemaal rond, ook het ambulatorium. Er wordt gebruik gemaakt van 1 idee, een vereenvoudiging van het plan. Hij gaat voor discipline en evenwicht. Het koor ligt veel dieper wat een grandioos interieur veroorzaakt. Er gebeurt iets merkwaardigs in de gevel van het schip: de basis van de wand zijn de massieve zuilen. Daarna zijn er hele dunne, kleine, lichte zuiltjes. De structuur wordt uitgedund. Daarop dan nog gewoon glas, wat nog lichter is. Dit is een merkwaardige confrontatie. Hoog Gotiek: Chartres Chartres, 1190-1020 Chartres is de cesuur tussen de vroeg gotiek en de hoog gotiek. Dit gebouw heeft de hoog gotiek doen starten. Het kan gezien worden als een soort sprong van monumentaliteit. De architect is onbekend, maar was duidelijk niet tevreden met het gotische bouwen (de multipliciteit, de vele verschillende elementen) en streeft naar een strengere organisatie van de architectuurmiddelen. Doordat hij opgroeide tussen de gotische werven kent hij al die middelen, hij onderwerpt ze aan een nieuwe prioriteit: een reductie, synthese. De eerste vereenvoudiging: het ribgewelf Oorspronkelijk bestaat die uit 6 delen: 2 dwarse, 2 diagonale en nog 2 (andere) dwarse. In Chartres zijn alle verticale ribben gelijk, wat voor een grotere continuïteit zorgt in het schip. De tweede vereenvoudiging: de zuilen Eerste foto: Noyon: ABABABAB, allemaal verschillende kolommen Tweede foto: Notre Dame: al meer gelijke structuur, toch een breuklijn tussen licht en donker Derde foto: Chartres: de eenheid wordt tot boven getrokken: 1 systeem door extra zuiltjes toe te voegen die elk een deel dragen. Telkens hetzelfde element.

Derde vereenvoudiging: de gevelopbouw (zelfde 3 foto s) In Noyon zien we het triforium, zo ook in Parijs. In Parijs is er wel meer hoogte. In Chartres verandert er iets: de gallerij verdwijnt en maakt plaats om het onderste deel (zijbeuken) groter te maken. Nu verdeelt het donkere, horizontale triforium de gevel in 2 even grote lichtstukken. Het clerestorium krijgt een belangrijkere rol (hoog en breed). Voordien waren er 2 raamdelen, in Chartres 1 groot glasvlak met verdelingen in maaswerk. Zo iets moet stabiel kunnen gehouden worden tegen wind. De structuur buiten de kathedraal zorgt daarvoor. In Parijs zien we ook een denkbeeldige lijn boven de reeks zuilen, die alles in 2 deelt. In Chartres wordt die door 1 opwaartse beweging vervangen. Deze 3 zaken zorgen dus meer voor een visueel effect dan een fysiek effect. Het donkere triforium loopt rond met een flikkering van licht rond.de creatie van enorme ramen lukt door de buitenstructuur. In Noyon is die vrij primitief, in Parijs zien we nog steeds gallerijen met luchtbogen erboven. In Chartres verwijnt de gallerij en doet alles via luchtbogen. Buiten de kathedraal dus zeer massief, binnen heel licht. Hoog Gotiek na Chartres Reims, 1210-1260 (foto s: Chartres vs Reims) Dit was een belangrijke kathedraal. Ze werd gebruikt voor de kroning van de Franse koning en moest dus veel volk kunnen toelaten. Deze is dan ook nog groter dan Chartres: Het schip wordt langer. Het verschil zit in de aanpak tussen de verhouding architectuur-sculptuur in de gevel. Chartres is zeer streng en heeft enkel architectuurelementen, terwijl de sculpturen in Reims verzachtend werken. De sculptuur piekt uit tot boven de rosas (grote cirkel) en is vooral aanwezig in de inkompartij. De inkom wordt diep en de portieken worden geplooid. In het interieur lijkt Reims een repetitie te zijn van Chartres op een kleine transformatie na: de kolommen: deze zijn allemaal ronde pijlers ipv hoekig op rond. De kolommen worden ook licht verhoogd, waardoor de spitsbogen meer worden uitgesproken en alles hoger is. Amiens, 1220-1270 Terwijl Reims een zachtere versie is van Chartres met een wens om monumentaliteit zachter te maken, zet Amiens deze weg nog verder om af te stappen van het massieve. Amiens gaat verder dan Reims. De zijbeuken zijn nog hoger dan in Chartres. Zoals reeds vermeld verdeelt het triforium de gevel in Chartres. In Amiens is de basis even hoog als de rest en is de verhouding van de hoogte op de afstand tussen de kolommen immens groot. Daarnaast is er nog een verschil. Reims is verticaal door elementen te laten doorlopen. Amiens zorgt voor een visuele eenheid: een lijn van de grond tot aan het gewelf. In Reims wordt de kolom onderbroken door het kapitheel, in Amiens omgekeerd: een continue lijn die voor een groot visueel effect zorgt. (kolommen:?/parijs/chartres/reims/amiens)

Hoog Gotische architectuur: het exterieur Laon, 1160-1215 Een belangrijk element in de gotiek is de westfacade met de enorme torens. In de foto s zien we 3 facades: De eerste is Romaans en zeer zwaar, gesloten, puur architectuur. De tweede is de eerste periode vroeg gotiek en is meer open, maar nog steeds een muurstructuur. De derde facade is Laon uit de tweede periode vroeg gotiek. Dit is een grote stap: we zien veel meer het idee van de skeletstructuur, meer openheid (zoals in het interieur). Daarnaast zien we ook de hele rosas in glas en de inkom die niet meer vlak is, maar diep. De torens van de Laon zijn zeer transparant. Ze zijn puur skelet en hebben bijna geen massa. Op de torens zien we enorme dieren die naar een fantastische wereld refereren. De torens hebben een vierkant grondplan. De torens zijn onafgewerkt (de enige met afgewerkte torens uit die tijd is Chartres). Torens associëren we met de gotiek. De Romaanse architectuur had het meer voor kappen. Laon vs Notre Dame, 1200-1250 De facade van Laon is zeer verticaal. De facade van de Notre Dame is eerder horizontaal met een sterk grid. Ze heeft ook een horizontale strook van beelden. Reims facade, 1240 De facade van de Reims bestaat uit 3 verticale delen. We zien hier ook de beeldengallerij en het triforium. Dat laatste is wel een horizontale laag, maar is verticaal uitgewerkt. De Reims combineert verticaliteit met de discipline van Parijs. Bovenaan keert de beeldengallerij terug. In Laon neemt het verstopte achter de inkom alles over. In Reims is de inkom open ipv dwars. Er is een bezetting op de hele facade. De achterzijde van de westgevel (van binnen gezien dus) is zeer gotisch. Ze is volledig bezet met sculpturen. Reims heeft enkel torens aan de Westgevel. Normaal altijd bedoeld: 2 west, 2x2 transept en 1 boven kruising. Dit was voor de verticaliteit. Beauvais, 1270 De toren is een 3D-structuur. Het is precies een soort cactus. Ze beschikt ook over een enorme lichtheid en transparantie. Structurele elementen Het is fout te zeggen dat de gotische bouwheren net als ingenieurs waren. Het standpunt van een ingenieur is nl. de constructie zo efficiënt mogelijk moet zijn. Wat gotische bouwheren gebruiken is wel heel fascinerend, maar helemaal niet zo logisch. Ze zijn bezig met een ander systeem: ideale vormen, verhoudingen en schema s. Ze waren meer dan ingenieurs. Meer kunstenaars, niet echt wetenschappers. Het moest niet enkel blijven staan, maar het moest ook mooi zijn en voldoen aan het juiste schema. De Amiens was de puurste vorm van de hoog gotiek: zeer verticaal. Maar na Amiens verschuift de aandacht van structuur en ruimtelijkheid naar maaswerk en patronen van licht. Saint-Denis, 1230 Een grote verandering: ook achter het triforium zij n er ramen waardoor er overal licht aanwezig is.het maaswerk van het clerestorium loopt gewoon door, waardoor het

triforium er een onderdeel van wordt. Het is een inelkaarschuiving. De enorme rosas vult de ganse gevel en is gevuld met puur maaswerk. (foto: Chartres, Amiens, St-Denis) Saint-Urbain, 1260 Hier valt het triforium volledig weg en wordt het hele ding 1 verticaal, glazen systeem. Er is nauwelijks architectuur aanwezig: het is volledig uit glas gemaakt. Sainte-Chapelle, 1270 Deze bevat 2 niveaus: De lage was een parochiekerk voor het volk, erboven was voor het Koninklijk Paleis en het Hof. Elke vorm van architectuur lijkt verdwenen en vervangen te zijn door lood en glas.het is zeer goddelijk. Buiten is er wel een ganse structuur om het te doen blijven staan.