Natuur in de hoogstamboomgaard! Rob le Rutte Stichting Ijsselboomgaarden Hoogstambrigade Deventer Duurzaam landschapsbeheer Cultuur Streek Beleving Educatie Recreatie Behoud Pomologie/ inventarisatie Foto s/ verhalen/ kaarten Gereedschap Boeken Sociaal Gemeenschap Boomgaard Ecologie Ecosysteem Gebruik Fruitverwerking Zelfpluk Kamperen Bio-energie Economie Markt Scholing/ Advies Boomgaardnatuur Beheer/ snoei Aanplant Beheer 4 drijvende krachten Selman 1
Hoe biodivers is dit? Hoe biodivers is dit? 2
Hoe biodivers is dit? Hoe biodivers is dit? 3
Wintervogels in boomgaard Aantal soorten en totaal aantal vogels afhankelijk van mate van beheer Vogels in boomgaard en heg N of birds in orchard 15 12 9 6 3 0 Modern Traditional Verschil in voorkomen van soorten in beide typen 18 1. Apr-May 2. Jun-Jul 3. Aug-Sep Season Mean N of birds 16 14 12 10 8 6 4 2 0 Top & Sides & Trees Sides only Untrimmed Hedge management 4
Variatie in IJsselstreek Komt weinig voor Komt veel voor Komt nauwelijks meer voor Verandering functies in de tijd 5
Biodiversiteit Variatie binnen en tussen plant- en diersoorten in een leefgemeenschap; een ecologische samenhang in een leefgebied. Een boomgaard kan meer zijn dan aantal fruitbomen in grasland! Wat komt er voor, in welke aantallen en welke onderlinge verhouding? Kun je dit beïnvloeden? Project Biodiversiteit 2006 WUR-wetenschapswinkel project : De hoogstamboomgaard natuurlijk. (rapport via internet) Vanaf 2016 samen Landschap Overijssel project Bevorderen Biodiversiteit Onderdeel is ontwikkelen systematiek voor monitoren soorten en beoordelen habitat kwaliteit. Samenwerking met studenten WUR en 3 agrarische collectieven (Limburg, Rivierenland en Utrecht Oost. 6
Bevorderen Biodiversiteit Welke soorten komen er voor? Welke eisen stellen die aan hun habitat? Welke habitat kwaliteit levert de boomgaard? Welke inrichtings- en beheer maatregelen zijn er nodig? Welke soorten blijven er voor komen en komen er ook bij? Hoe kunnen we boomgaardeigenaren enthousiasmeren en scholen op deze vorm van beheer? Veelheid aan soorten 7
Kleine knagers: vruchten/ zaden Bosmuis Bosspitsmuis Huismuis Veldmuis Egel Haas Konijn Mol Ree Ondergroei 8
Bunzing Boommarter Hermelijn Das Wezel Grond, boom en ruigte Baardvleermuis Dwergvleermuis Franjestaart Grootoorvleermuis Laatvlieger Rosse vleermuis Ruige dwergvleermuis Ruimtelijke structuur 9
Grasmus Braamsluiper Geelgors Groenling Heggemus Kneu Merel Spotvogel Tjiftjaf Tuinfluiter Vink Winterkoning Zanglijster Zwartkop Broeders in struiken en ruigte Ekster Grote lijster Houtduif Kramsvogel Putter Torenvalk Vlaamse gaai Wielewaal Zomertortel Broeders op hoogte 10
Gekraagde roodstaart Grauwe vliegenvanger Groene specht Grote bonte specht Holenduif Kauw Kleine bonte specht Koolmees Pimpelmees Ringmus Roodborst Spreeuw Steenuil Holenbroeders Amfibieen Bijen Hommels Vlinders Kevers Spinnen Overige insecten Overige diersoorten 11
Mossen Korstmossen Schimmels Maretak Mossen, schimmels en parasiet Plantsoorten Hondsdraf, grote brandnetel, vogelmuur, ridderzuring, witte klaver, fluitenkruid, kleefkruid, pinksterbloem, gewone paardenbloem, scherpe boterbloem, madelief, speenkruid, veldzuring, zevenblad, akkerdistel etc. 12
Inventariseren en monitoren Waar en wanneer (locatie, tijd(24u-12m)) Hoe en waarmee (hulpmiddelen als camera, detector, vangnet) Zien en herkennen soorten en soortsporen (vraat, mest, nest, afdruk, geluid) met zoekkaarten etc. Voorbeelden van waarnemingsmethodieken op https://ptes.org/campaigns/traditional-orchardproject/orchard-biodiversity/discover-your-orchard-wildlife/ Ecologische functies 13
Ecologische functies Voedselketen 14
Voedselweb Wat eten we vandaag? 15
Ecologisch beheer Op de juiste momenten, op een goede manier en in juiste omvang, maatregelen nemen die bijdragen aan: het creëren van optimale omstandigheden, om de samenlevende soorten te laten vestigen, voort te planten, te voeden, te rusten en te laten schuilen. Condities voor plant en dier Planten: Verspreiden Ontkiemen Groei Voortplanten(bloei zaad) Beschermen Dieren: Verspreiden Voeden Voortplanten en opgroeien Rusten Beschermen 16
Creëren van condities b.v. vogels: Vestigingsplaats: trekker, zwerver, bewoner Voedsel: plant (zaad, vrucht), dier (insect, andere dieren), omnivoor Nestplaats: (half)open holte, tak, heg, bodem Schuil/ rustplaats Geldt ook voor andere dier- en plantensoorten Creëren van gradiënten/ variatie Nat/droog Hoog/laag Open/begroeid voedselarm/-rijk Warm/koud Donker/licht Zand/klei In-/extensief gebruik 17
Snoeien fruitbomen Grasland maaien/ beweiden Huidig boomgaardbeheer Ecologisch beheer: creëren van condities Fruitbomen: Soorten, boomdichtheid, aantal, omvang boomgaard, leeftijdsopbouw Ondergroei/ grasland: soorten, maaien, begrazen, bemesten Heg: soortendiversiteit, ruimtelijke opbouw Andere objecten en aangrenzende omgeving Overige maatregelen (fruit) 18
Half natuurlijk ecosysteem Bloeitijdvariatie rassen 19
Leeftijd en opbouw Verhouding jong (< 20 j), volwassen (20 60 j) en oud (> 60 j) In het vooruit plannen en planten Fruitsoort appel peer zoete kers pruim walnoot Gemiddelde leef tijd 60-100 j 80 150 j 40 60 j 30 40 j 100 130 j Leeftijd Juttepeer den Haag 1647 20
Holtepotentieel Boomsoort: appel, peer, pruim, kers, walnoot Boomleeftijd: > 50 jaar, gezondheid, dood hout Sterke groei, hoge stam en grote gesteltakken Holteontwikkeling 21
Holteontwikkeling Holteontwikkeling 22
Snoeitechniek bepaalt mede holtevormende processen (grootte snoeivlak >10 cm, hartrot en houtafbraak door schimmels). Holteontwikkeling Effecten van snoei in jonge en in oude bomen? Oudere bomen: grotere boomomvang, dalende vitaliteit, meer spechtgaten, meer snoeiwonden en meer verwijderde gesteltakken Op leven na dood! 23
Holteontwikkeling Behoud oude bomen: ze worden van zelf opgegeten! Boomdichtheid is een keuze en soort en ras afhankelijk Boomdichtheid 24
Volwassen bomen: streven < 50 % bodemschaduw Microklimaat door variatie in lichtintensiteit, wind, temperatuur, vochtigheid Bevordert verscheidenheid in ondergroei Microklimaat en ondergroei Schors als leefomgeving Vocht: aard schors, plaats van de boom, horizontaal/ verticaal Luchtkwaliteit Insecten, mos, alg, schimmel 25
Schors als leefomgeving Ondergroei grasland Beheer/ gebruik bepalen ondergroei: van gazon tot ruigte 26
Vegetatie voor plaagbestrijding Meerlagig systeem met insecten in ondergroei, bomen en struiken/ heg Aanwezigheid en vorm van beheer Ruimte voor natuurlijke vijanden van plaaginsecten Interactie met insectenetende vogels Creëren kruidenrijk grasland Bloemenrijke vegetatie voor stuifmeel en nectar: mrt- sept. Ook heg en andere vegetatie in omgeving. Niet mesten, maaien + afvoer (hooien) en naweiden Zaad winnen bij afvoer en opbrengen zadenrijk maaisel Grondsoort en vochttoestand zijn medebepalend 27
Extensivering Fases in extensivering grasland Maaien en afvoeren Maaien beïnvloedt de gras/kruidenverhouding en onderlinge grassenverhouding Maaipatronen: stroken maaien, gefaseerd maaien, overhoeken niet maaien (ruigte), sinus maaien 28
Beweiden Bij beweiden slechts bereik van fase 2 door selectief afgrazen en her bemesten Tijdelijk beweiden/ permanent beweiden Mest trekt insecten/ vogels aan Noodzaak tot uitrasteren/ boombescherming Schapen liever dan paarden (geiten verboden) Maaien (gefaseerd) 29
Maaien (sinus beheer) Streefbeeld? 30
De heg als aanvullend element Struweelhaag, gefaseerd snoeien, Pas na 15 juli (natuurwet) Actieradius vanuit een haag 31
Honingbij als hulp Bestuiving: insecten en wind Kruis- en zelfbestuiving Bestuiving vruchtzetting Honingbij en andere bestuivende insecten Nectar! Hulpmiddelen 32
Omringend land Extensief grasland, houtwal, heg, bosje, ruigte etc. op 50 meter met oppervlakte van 5 tot 100 are bij 10 tot 200 bomen. Minstens 3 verschillende structuurelementen Structuurelementen 33
Structuurelementen Dank voor uw aandacht Verder kijken op internet/ youtube: Die kleine Welt im Apfelbaum https://www.youtube.com/watch?v=majybrrkqt0#t=60 Le verger, carrousel de la vie https://www.youtube.com/watch?v=1xjt5n3ho0w#t=10 Literatuur: op aanvraag 34