Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
1 Heeft u gelezen dat er opnieuw otters zijn gestorven in een muskusrattenklem? 1

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 19 maart 2009) Nummer 2259

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De otter en de bever zijn terug!

Bever, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Genetische diversiteit in kleine populaties

De otter is terug! Alterra, Centrum Ecosystemen Hugh Jansman Dennis Lammertsma Loek Kuiters i.s.m. Freek Niewold Vilmar Dijkstra

Herintroductie bever,

Samenwerking met veel partners, ARK als katalysator en trekker

Verkenning van verkeersknelpunten voor de otter

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Bureau Natuurbalans - Limes Divergens B.V. B.H.J.M. Crombaghs Postbus GA NIJMEGEN

Waterkwaliteit KRW, 2015

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn,

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

Barrières en versnippering van de Ecologische Hoofdstructuur,

Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden

NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Temperatuur oppervlaktewater,

Herintroductie hamster, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

De herintroductie van de otter in Nederland 9 april 2003, De Poort van Kleef, Utrecht Verslag Lowie van Liere, Sven Verkem en Bram van Liere

80597ddb b8-b238-e40d818d7a77 1/5

steeds kilometers oever op door recreanten, verdwijnen daarmee dat deze, zo typisch bij Nederland behorende door en wordt op

P R O V I N C I A A L B L A D

Start nieuw seizoen succesvol.

10 jaar dassen in de Duinen ( )

Hierbij treft u aan de antwoorden op de vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over de monitoring in het kader van Natura 2000 (ingezonden 7 juni 2013).

Hamster, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Draagvlak voor natuur en natuurbeleid, 2017

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 14 mei 2014) Nummer 2935

Nationale Milieuverkenning

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

De knoflookpad in de Meinweg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

2011D52634 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Otterprogramma IFG. It Fryske Gea. De Otter

Vermesting in meren en plassen

Vermesting in meren en plassen,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidslijn herintroducties van dieren

Konijnen en vergrassing en verstruiking duinen,

Status van de Nederlandse otterpopulatie na herintroductie. Kansen voor duurzame instandhouding en risico s van uitsterven

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

Natura 2000 & PAS. Natura 2000 implementatie in Nederland

Rol PBL in het natuurbeleid Netwerk Land en Water. Petra van Egmond 21 maart 2014

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen,

rj) provinsje fryslân provincie fryslân Partij voor de Dieren t.a.v. mevrouw R. van der Zanden Postbus HM LEEUWARDEN

Wet natuurbescherming. Niels Jeurink

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

PROVINCIAAL BLAD. Opdracht ex. artikel 3.18 van de Wet natuurbescherming voor de bestrijding van muskusratten en beverratten, provincie Noord-Brabant

Beleidsvisie Calutra, versie 3

Alterra Wageningen UR G. Müskens Droevendaalsesteeg PB WAGENINGEN. Datum 11 april 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Datum 4 februari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat het gouden visa een bedreiging vormen voor de interne veiligheid

Grondwaterkwaliteit in de Omgevingswet (Sessie 4.3) Relatie met beheer van bodemverontreinigingen

Rode Lijst Indicator van zoetwater- en landfauna,

Staatsbosbeheer & Windenergie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Beoordeling Vogel- en Habitatrichtlijn in Europees perspectief,

Reptielen van de Habitatrichtlijn,

Bijdrage provincies aan doelbereik Vogel- en Habitatrichtlijn,

De herintroductie van de otter in Nederland 2 e workshop 23 juni 2005, De Poort van Kleef, Utrecht Lowie en Bram van Liere

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MaximumPermisibleConcentrationsfor. polychlorinated biphenyls. Bezoekadres: Rijnstraat8 DenHaag. Postadres: Postbus GX DenHaag

Een ecologisch en populatie-genetisch afwegingskader voor herintroducties

Ontsnipperende maatregelen bij infrastructuur, 2016

Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Op 2 mei 2016 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Otter ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Ontsnipperende maatregelen bij infrastructuur, 2017

6/4/2010. Beleidscyclus. Opzet van de presentatie. En wat doet het Team Invasieve Exoten? Wiebe TIE bestaat uit: José Tom. Team Invasieve Exoten

Stichting Ravon R.W. Westrienen Toernooiveld ED NIJMEGEN. Datum 17 augustus 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Trend van zoogdieren,

Opzet van de presentatie. Beleidscontext Team Invasieve Exoten Risicoanalyses Maatregelen Water gerelateerde projecten Juridische vragen Afsluiting

Ontwikkeling kernkwaliteiten Nationale Landschappen

Wildernistrek E.G.C. van Uchelen Reeweg GA VLEDDER. Datum 19 juni 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 15 januari 2016) Nummer 3117

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verspreiding van de Europese otter (Lutra lutra) in de Gelderse Poort, IJssel en Oude IJssel

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

Aantalsontwikkeling van amfibieën,

De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming. Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij

Rode Lijst Indicator,

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 29 januari 2016 tot en met 28 januari 2021.

Eddy Lammens, RWS WVL

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 25 maart 2013 Betreft Halfjaarlijks rappel toezeggingen

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1754 Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over het lot van uitgezette otters in Nederland (ingezonden 7 februari 2014). Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 16 april 2014) Vraag 1 Heeft u gelezen dat er opnieuw otters zijn gestorven in een muskusrattenklem? 1 Antwoord 1 Ja. Vraag 2 Deelt u de zorg van Natuurmonumenten over de muskusrattenvallen? Zo nee, waarom heeft u er geen moeite mee dat uitgezette dieren de dood vinden in wrede klemmen? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Antwoord 2 Muskusrattenbestrijders zijn bij het plaatsen van de vangmiddelen alert op de aanwezigheid van otters. Uit de «Gedragscode voor bestrijding van muskusrat en beverrat» volgt dat muskusrattenbestrijders bijvangsten in muskusrattenvallen zoveel mogelijk proberen te voorkomen en eventueel bijgevangen levende dieren direct loslaten. Mogelijke maatregelen (o.a. optimaliseren inzwemopening, locatie van de vallen) worden genomen om te voorkomen dat andere dieren dan muskusratten in de vallen terechtkomen. Desondanks kan nooit 100% voorkomen worden dat andere dieren worden gevangen. 1 http://www.rtvoost.nl/pl.aspx?nid=181413 ah-tk-20132014-1754 ISSN 0921-7398 s-gravenhage 2014 Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, Aanhangsel 1

Vraag 3 Deelt u de zorg van wetenschappers over hoge concentraties PCB s in de bodem van de grote rivieren, die via de voedselketen otters onvruchtbaar kunnen maken? 2 Zo nee, waarom niet? Antwoord 3 De meningen over de effecten van PCB s op de instandhouding van de otterpopulatie lopen uiteen tussen verschillende wetenschappers. Het oorzakelijke verband tussen belasting met PCB s en verminderde vitaliteit van otterpopulaties en individuen is nooit daadwerkelijk aangetoond 3. Aangenomen wordt dat PCB s met name een negatieve rol spelen voor een otter wanneer het dier ook door andere factoren onder stress staat. Indien de otter zijn vetreserve moet aanspreken, bijvoorbeeld door een slechte voedselbeschikbaarheid, dan kunnen de in het vet opgeslagen PCB s vrijkomen 4. Er is echter geen effect aangetoond op populatieniveau. Daarbij komt dat sinds de 80er en 90er jaren van de vorige eeuw de waterkwaliteit van de grote rivieren, inclusief de visstand, aanmerkelijk is verbeterd. In 2000 werd de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. De KRW beoogt in 2015 een goede chemische- en ecologische toestand van de Europese grond- en oppervlaktewateren te bereiken. De productie van PCB s is sinds de 80er jaren verboden. De uitgezette otterpopulatie in Overijssel verkeert in een zeer goede conditie en lijkt geen problemen te ondervinden van PCB s op hun gezondheid en vruchtbaarheid. Dit ondanks het feit dat PCB gehalten in enkele geanalyseerde otters na terugvondst behoorlijk hoog waren 5. Vraag 4 Is het waar dat de helft van de uitgezette en geboren otters inmiddels is doodgereden? Zo nee, hoeveel zijn het er dan? Antwoord 4 De otterpopulatie laat over de afgelopen jaren een sterke aanwas zien en werd in de winter van 2012/2013 geschat op 100 120 dieren. Er is nog geen nieuwe schatting gedaan van de omvang van de populatie. In het daaraan voorafgaande jaar registreerde Alterra 18 doodgereden otters. In 2013 registreerde Alterra 27 doodgereden otters. Vraag 5 Vindt u het verantwoord om otters uit te zetten als veel van deze dieren worden doodgereden in het verkeer, ze nog steeds niet veilig zijn voor muskusrattenbestrijders en het gif in de bodem de dieren onvruchtbaar kan maken? Zo ja, kunt u uw opvatting toelichten? 2 Traas, T.P., R. Luttik, O. Klepper, J.E.M. Beurskens, M.D. Smit, P.E.G. Leonards, A.G.M. van Hattum & T. Aldenberg 2001. Congener-specific model for polychlorinated biphenyl effects on otter (Lutra lutra) and associated sediment quality criteria. Environmental Toxicology and Chemistry 20: 205 212. 3 Smit MD, Leonards PE, de Jongh AW, van Hattum BG. (1998) Polychlorinated biphenyls in the Eurasian otter (Lutra lutra). Rev Environ Contam Toxicol.;157:95 130. Chanin, P., (2003). Ecology of the European otter. Conserving Natura 2000 Rivers Ecology Series No 10. Peterborough, English Nature. Kruuk, H. (1995). Wild otters Predation and populations. Oxford University Press, Oxford. Christensen H, Heggberget TM, Gutleb AC. (2010). Polychlorinated biphenyls and reproductive performance in otters from the Norwegian coast. Arch Environ Contam Toxicol. Nov;59(4):652 60. doi: 10.1007/s00244-010-9510-9. Mason CF, Macdonald SM. (1994). PCBs and organochlorine pesticide residues in otters (Lutra lutra) and in otter spraints from SW England and their likely impact on populations. Sci Total Environ. Apr 29;144(1 3):305 12. 4 Kruuk, H. (2006). Otters: ecology, behaviour and conservation. Oxford University Press, Oxford. 5 Kurstjens, G., Beekers, B., Jansman, H., Bekhuis, J., (2009). De terugkeer van de otter in het rivierengebied. Kurstjens, ARK, Alterra. CBS, PBL, Wageningen UR (2013). Herintroductie otter, 2002 2012 (indicator 1072, versie 08, 24 april 2013). www.compendiumvoordeleefomgeving.nl. CBS, Den Haag; Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag/Bilthoven en Wageningen UR, Wageningen. Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, Aanhangsel 2

Antwoord 5 De ontheffingen voor herintroductie passen in de Beleidslijn herintroducties waarmee uw Kamer heeft ingestemd (Kamerstuk 31 200 XIV, nr. 215). Deze beleidslijn is geheel in overeenstemming met de bepalingen van de richtlijnen van de International Union for the Conservation of Nature (IUCN). Een ontheffing van de Flora- en faunawet voor het uitzetten van (een) otter(s) wordt dus niet zonder meer gegeven; er moet aan vele voorwaarden zijn voldaan. De ontheffingen zijn gericht op het vergroten van de genetische diversiteit van de Nederlandse otterpopulatie. Autonome uitwisseling met populaties uit omringende landen blijkt nog slechts incidenteel te gebeuren. Er zijn afgelopen jaren twee ontheffingen verleend. Eén aan It Fryske Gea, welke nu verlopen is en één aan Stichting ARK. Op dit moment is alleen de ontheffing aan Stichting ARK nog geldig. In 2012 is door mijn ambtsvoorganger een ontheffing verleend aan de Stichting ARK voor het uitzetten van otters in het rivierengebied. Daarbij gaat het om maximaal 25 uit te zetten otters over een periode van 5 jaar. De ontheffingen hebben geleid tot het het uitzetten van drie otters in 2011 en drie otters in 2012 in Nationaal Park De Alde Faenen door Stichting Otterstation Nederland op basis van de ontheffing van It Fryske Gea. Ook is er in 2012 één otter in een natuurgebied tussen Doesburg en Doetinchem door Stichting ARK uitgezet op basis van bovengenoemde ontheffing. Otters worden niet uitgezet dan nadat het uitzetgebied geschikt is bevonden als leefgebied voor de soort. De initiatiefnemers moeten voorafgaand aan het uitzetten mogelijke verkeersknelpunten oplossen, de waterkwaliteit en -kwantiteit geschikt maken voor de otter en maatregelen nemen om bijvangsten bij muskusrattenbestrijding en visvangst tegen te gaan. Omdat de otter zich in een snel tempo autonoom aan het verspreiden is over heel Nederland, worden er ook buiten de uitzetgebieden maatregelen getroffen om het veiliger te maken voor de otter. Terreinbeheerders, Rijkswaterstaat en provincies treffen maatregelen om het aantal verkeersslachtoffers onder otters te beperken. Muskusrattenbestrijders nemen het voorkómen van bijvangsten zeer serieus en stellen alles in het werk om zulke ongevallen te voorkomen. Het uitvoeren van de Kaderrichtlijn Water zal voor een steeds groter en beter leefgebied van de otter kunnen zorgen. Via deze richtlijn nemen de verantwoordelijke autoriteiten maatregelen om de hoge gehaltes aan bestrijdingsmiddelen en nutriënten terug te dringen. De zelfstandige terugkeer van de otter staat dan ook symbool voor het succes van deze maatregelen 6. Vraag 6 Kunt u uiteenzetten waar u uw stelling, dat de herintroductie binnen de regels van de International Union for the Conservation of Nature (IUCN) viel (brief van 1 maart 2013 over herintroductieprojecten) 7, op heeft gebaseerd gegeven de wetenschappelijke literatuur dat dit niet 8 of slechts ten dele 9 het geval was en dat er redenen zijn om het herintroductieproject stop te zetten? Antwoord 6 Van Liere & Van Liere beweren in aangehaalde artikel uit 2005 (voetnoot 8) dat de oorzaken van de achteruitgang van de otter niet zijn weggenomen en er dus niet voldaan wordt aan de richtlijnen van de IUCN. Met name de aanwezigheid van PCB s in het water en de bedreiging van verkeer worden gezien als oorzaken van achteruitgang die nog steeds aanwezig zijn, en die nog steeds otterslachtoffers maken. Daarnaast beweren Van Liere & Van Liere dat de uitgezette otters te oud waren en dat niets wijst op draagvlak bij de locale bevolking voor het herintroductieprogramma. Ook hier werd volgens Van Liere & Van Liere niet voldaan aan de IUCN richtlijn. Volgens Van Liere & Van Liere moet het otter herintroductieprogramma volgens IUCN richtlijnen worden stopgezet. 6 Kurstjens, G., Winter 2010/2011 Gelderse Poort is prima plek voor otters. Rivierenmagazine 24. p4 5 7 Kamerstuk 29 446, nr. 84 8 Reintroduction of the otter (Lutra lutra) in the Netherlands: did it really meet international guidelines? Van Liere & Van Liere Lutra 2005 48 (2): 131 134 9 Reintroduction of the otter in the Netherlands: implementation of international guidelines in the pre-release phase an t Hof & Van Langevelde/Lutra 2005 48 (2): 135 137 Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, Aanhangsel 3

Het tweede aangehaalde artikel van Van t Hof & Van Langevelde, eveneens uit 2005 (voetnoot 9), weerlegt de argumenten van Van Liere & Van Liere. Zij beweren dat de argumenten van Van Liere & Van Liere voornamelijk gebaseerd zijn op de fase na het uitzetten van otters, in tegenstelling tot het oorspronkelijke artikel van Van t Hof en Van Langevelde 10. Deze laatsten baseerden de conclusies op basis van het proces tot aan de uiteindelijke uitzet in 2002. De conclusies van Van Liere & Van Liere gaan verder dan deze. Van t Hof & Van Langevelde zijn van mening dat het voortraject van de herintroductie van de otter in Nederland volgens de IUCN richtlijnen is uitgevoerd. Ik ben het eens met deze conclusie dat het uitzetproject volgens de richtlijnen van de IUCN en het geldende natuurbeleid van de Beleidslijn herintroducties (Kamerstuk 31 200 XIV, nr. 215) is uitgevoerd. In beide aangehaalde artikelen uit 2005 merk ik wel een pleidooi voor een evaluatie van het herintroductieproces na de uitzetting in 2002. Voor, tijdens en na de herintroductie is er jarenlang wetenschappelijke begeleiding en onderzoek geweest en hebben we de populatie laten monitoren. Op dit moment wordt daarvan veel opgepakt door lokale overheden, stichtingen en vrijwilligers. We zijn nu in 2014 en onderzoek heeft het succes van de herintroductie in Nederland reeds aangetoond 11. Vraag 7, 8 en 9 Is het nog steeds de lijn van het kabinet, zoals eerder verwoord door uw ambtsvoorganger, 12 om pas op de plaats te maken en eerst te investeren in de randvoorwaarden alvorens verder te gaan met het introduceren van de otterpopulatie zelf? Zo nee, waarom niet? Houdt u zich aan de toezegging dat er geen nieuwe otters zullen worden uitgezet? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid om reeds verleende ontheffingen voor de herintroductie van otters in te trekken? Zo nee, waarom niet? Antwoord 7, 8 en 9 In het Algemeen Overleg Biodiversiteit van 3 oktober 2013 heb ik met uw Kamer gesproken over mijn beleid omtrent herintroductieprojecten 13 mede naar aanleiding van mijn brief hierover 14. Daarin heb ik aangegeven dat er een keuze is tussen niets doen, afwachten of de natuur een handje helpen, waarbij uitzetten een optie kan zijn. Mijn streven is primair om de biodiversiteit in Nederland te versterken. De ontwikkeling van de populatie van de otter in Nederland neemt niet weg dat we, samen met partners, waar mogelijk bestaande bedreigingen weg zullen nemen om overlevingskansen te vergroten. Ik heb aan Alterra gevraagd om een rapport op te stellen over de verkeersknelpunten waar otters vaak slachtoffer van het verkeer zijn. Ook hebben kabinet en provincies het Natuurpact gesloten, waarmee het Nationale Natuurnetwerk en verbindingen tussen natuurgebieden worden aangelegd. Er is op dit moment nog één ontheffing geldig, zoals uitgelegd in het antwoord op vraag 5. Als bronpopulaties voor de uit te zetten otters zal gebruikgemaakt worden van dieren die worden aangeboden via de IUCN-SSC Otter Specialist Group. De focus zal liggen op otters uit Midden- en Oost- Europese landen, zoals Duitsland, Tsjechië, Oostenrijk en Polen. Het betreft hier otters in gevangenschap die genetisch en qua gedrag geschikt zijn voor 10 Hof, P. van t & F. van Langevelde 2004. Reintroduction of the otter (Lutra lutra) in the Netherlands meets international guidelines. Lutra 47 (2): 127 132. 11 Kuiters, A.T., D.R. Lammertsma, H.A.H. Jansman en H.P. Koelewijn, 2011. Status van de Nederlandse otterpopulatie na herintroductie. Kansen voor duurzame instandhouding en risico s van uitsterven. Wageningen, Alterra, Alterra-rapport 2262. www.ottersinrivierenland.nl http://www.telmee.nl/ index.php?c=info&mm=spinfo&taxid=8496118&m=chart&scinames=1&year=2008&endyear=2020 CBS, PBL, Wageningen UR (2013). Herintroductie otter, 2002 2012 (indicator 1072, versie 08, 24 april 2013). www.compendiumvoordeleefomgeving.nl. CBS, Den Haag; Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag/Bilthoven en Wageningen UR, Wageningen. 12 Algemeen overleg Biodiversiteit, 15 november 2012 13 Kamerstuk 28 286, nr. 662 14 Kamerstuk 29 446, nr. 84 Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, Aanhangsel 4

bijplaatsing. Het bijplaatsen van de otters biedt een oplossing voor de beperkte genetische variatie van de Nederlandse otterpopulatie en zodoende draagt het bij aan de gunstige staat van instandhouding en het duurzame voortbestaan van de otter in Nederland. Het gaat hierbij om een maatschappelijk initiatief dat ook vanuit de betrokken organisaties (ARK en WNF) wordt gefinancierd. Voorafgaand aan de ontheffingaanvraag is onderzoek gedaan naar de kansen voor otters in het rivierengebied en zijn samen met provincies, Rijkswaterstaat en waterschappen maatregelen genomen om het leefgebied geschikt te maken. Dit past in mijn visie op het natuurbeleid. De argumenten op basis waarvan deze ontheffing is verleend gelden nog steeds. Er is met deze ontheffing tot hiertoe één otter uitgezet en dit in een natuurgebied tussen Doesburg en Doetinchem. In najaar/winter 2013 2014 heeft ARK vier jonge ottervrouwtjes en een mannetje gekregen uit Duitsland, onverwant aan de dieren in de Nederlandse populatie. De keuze van de bijplaatslocatie (vergroten genetische diversificatie) zal komend voorjaar in overleg met onderzoekers gemaakt worden. Er zijn mij verder geen plannen bekend voor het indienen van een nieuwe aanvraag tot ontheffing. Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, Aanhangsel 5