Schoolondersteuningsprofiel Saltoschool De Vuurvlinder Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 1 van 22
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Algemene gegevens 2.1 Contactgegevens 2.2 Onderwijsvisie/ schoolconcept 2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en de afgelopen 3 schooljaren 3. Basisondersteuning 3.1 Basiskwaliteit van het onderwijs 3.2 Planmatig werken 3.3 Preventieve en licht curatieve interventies 3.4 Onderwijs-ondersteuningsstructuur 4. Extra ondersteuning: Onderwijsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 4.1 Leer- en ontwikkelingsondersteuning 4.2 Fysiek medische ondersteuning 4.3 Sociaal-emotioneel en gedragsondersteuning 4.4 Ondersteuning in de thuissituatie 5. Randvoorwaarden 6. Conclusies en ambities Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 2 van 22
1. Inleiding In het kader van de wet Passend Onderwijs is Nederland verdeeld in een aantal regio s. Binnen elke regio hebben de gezamenlijke besturen de plicht om te zorgen voor een dekkend aanbod aan onderwijs voor alle kinderen binnen de regio. Iedere basisschool dient een schoolondersteuningsprofiel op te stellen. In dit plan staat beschreven hoe De Vuurvlinder invulling biedt en gaat bieden aan Passend Onderwijs. Tevens wordt aangegeven waar de grenzen liggen en welke ambities er zijn om zoveel mogelijk leerlingen goed onderwijs te bieden. Dit schoolondersteuningsprofiel levert een bijdrage aan de omslag van het denken in kindkenmerken, naar het denken in onderwijsbehoeften. Het geeft verheldering in hoeverre de onderwijsbehoefte van een leerling past bij de mogelijkheden van school. Het schoolondersteuningsprofiel is de basis voor communicatie met ouders. Op basis van het profiel kan uitgelegd worden wat de school wel of niet voor hun kind kan betekenen. Als ouders hun kind aanmelden bij de school, dient het ondersteuningsprofiel als basis voor de afweging of een school de onderwijsondersteuning kan bieden waaraan het kind behoefte heeft. Echter, het ondersteuningsprofiel zal hier vrijwel nooit direct en eenduidig een antwoord op bieden aangezien ieder kind en iedere situatie uniek is. Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs in werking getreden. Het team van basisschool De Vuurvlinder is intensief betrokken bij het professionaliseringsproces ter voorbereiding hierop. Scholing en implementatie van Handelingsgericht werken (HGW) door het expertisecentrum EGO, zorgt ervoor dat er planmatig gewerkt wordt aan het verdiepen in de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen. Met dit schoolondersteuningsprofiel geven we aan in welke bandbreedte basisschool De Vuurvlinder aan de specifieke onderwijsbehoeften van een kind kan voldoen. De school laat aan ouders zien welke onderwijsondersteuning basisschool De Vuurvlinder kan bieden. Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 3 van 22
2. Algemene gegevens 2.1 Contactgegevens Saltobasisschool Adres De Vuurvlinder Opera 60a 5629NC, Eindhoven Telefoon 040-2418144 Email directie@bs-vuurvlinder.nl Directeur Timo van den Heuvel Interne begeleiders Jac van Vugt, Julika Holthuis Team +22 FTE, waaronder 7 personen met een LB-functie Schoolbestuur Salto Adres Odysseuslaan 2 5631 JM, Eindhoven Samenwerkingsverband Eindhoven en omgeving 2.2 Onderwijsvisie Missie en visie van salto Saltoschool De Vuurvlinder conformeert zich aan het streven en de visie van salto. Missie van De Vuurvlinder: De Vuurvlinder, betrokken bij de ontwikkeling van uw kind! Visie en concept van De Vuurvlinder Op een dynamische, uitdagende manier, in een rijke, veilige (leer-) omgeving, worden kinderen begeleid in het proces om zich te ontwikkelen tot een respectvol individu met zelfvertrouwen, die is voorbereid op deze maatschappij. Onze visie geven we vorm via het Ervaringsgericht Onderwijs (EGO). Dit concept richt zich op het dynamische proces dat zich afspeelt tussen kinderen onderling en tussen kinderen en de leerkracht. Het gaat uit van de ervaringsstroom van mensen, zichtbaar in welbevinden en betrokkenheid. Dit zijn kernwaarden op De Vuurvlinder. De ervaringsgerichte leerkrachten plegen interventies op basis van observaties, waarbij ze denken en handelen vanuit de behoefte van het kind. Hier ligt een directe link met Handelingsgericht werken (HGW), waarbij denken in onderwijsbehoeften het belangrijkste uitgangspunt is. Leerkrachten hebben aandacht voor een goed voorbereide omgeving (rijk milieu), ruimte voor initiatieven van kinderen (vrij initiatief) en zijn aandachtig en inlevend in gesprek met hen (Ervaringsgerichte dialoog). Een verdere uitwerking van het onderwijsaanbod op De Vuurvlinder via het concept EGO is te vinden in het schoolplan. Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 4 van 22
2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en de afgelopen drie schooljaren 2014-2015 2013-2014 2012-2013 2011-2012 Aantal leerlingen 415 411 397 386 Leerling-gewicht 0.3 7 1 3 4 Leerling-gewicht 1.2 0 6 3 6 VVE leerlingen 2 1 1 n.v.t Leerlingen besproken 29 19 22 21 in ZorgTeam Leerlingen met REC 3 5 7 6 indicatie Leerlingen verwezen 0 1 3 3 S(B)O Leerlingen die teruggeplaatst zijn vanuit S(B)O 1 0 1 0 Uitstroomgegevens: Advies 2013-2014 2012-2013 2011-2012 2010-2011 VWO 32% (17 lln.) 27% (11 lln.) 31% (15 lln.) 28% (14 lln.) Havo 38% (20 lln.) 32% (13 lln.) 26,5 % (13 lln.) 28% (14 lln.) VMBO-T 17% (9 lln.) 19% (8 lln.) 26,5 % (13 lln.) 26% (13 lln.) VMBO-K 9% (5 lln.) 12% (5 lln.) 12% (6 lln.) 16% (8 lln.) VMBO-B 4% (2 lln.) 10% (4 lln.) 4% (2 lln.) 2% (1 lln.) Eindtoets Cito 2013-2014 2012-2013 2011-2012 2010-2011 Schoolgemiddelde 537,7 536,7 537,1 534,8 Landelijk gemiddelde 534,4 534,7 535,1 535,1 Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 5 van 22
3. Basisondersteuning 3.1 Basiskwaliteit van het onderwijs Onder basiskwaliteit wordt verstaan: de mate waarin de school voldoet aan de minimale eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van; 1) leerstofaanbod, 2) onderwijstijd, 3) pedagogisch-didactisch handelen van de leerkracht, 4) schoolklimaat, 5) leerlingenzorg, 6) leerprestaties. Basiskwaliteit Toelichting Uitwerking Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen worden alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen gebruikt. De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen worden aan alle leerlingen aangeboden tot en met het niveau van groep 8, behalve leerlingen met een eigen Ontwikkelingsperspectief Plan (OPP). Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen door observaties, gesprekken, het analyseren van toetsen, paralleloverleg en besprekingen met IB. De leerinhoud van groep 8 wordt aan alle leerlingen aangeboden (uitgezonderd LWOO en Praktijkonderwijs). Het onderwijsaanbod wordt vanuit de werkbrief/ de instructiegroepen/ Groep in beeld (term voor groepsplan op De Vuurvlinder) gerealiseerd. De instructiegroepen zijn ingedeeld vanuit de driedeling basisgroep, matchers en stretchers. Het aanbod komt tot stand vanuit de onderwijsbehoefte van de kinderen, bepaald vanuit kindkenmerken, observaties en (toets)resultaten van de voorliggende periode. Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en af te stemmen. De doelen en realisatie daarvan staan op de werkbrief/ in Groep in beeld. De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften. Het aantal uren over 8 leerjaren bedraagt 7.520 uur. Ieder leerjaar volgt minimaal 940 uur onderwijs. Daarin wordt een koppeling gemaakt tussen onderwijsbehoefte van onze populatie en de uren per vakgebied op het rooster. Jaarlijks worden er nieuwe roosters vastgesteld a.d.h.v. een basisrooster. De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor iedereen duidelijk. Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 6 van 22
De leerkrachten geven duidelijke uitleg van de leerstof. De leerkrachten realiseren een taakgerichte werksfeer. De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten Er heerst een schoolklimaat waarbij leerlingen zich veilig voelen en met een positief welbevinden naar school komen. De leerlingenzorg is planmatig en cyclisch voor alle zorgniveaus georganiseerd. Instructie wordt vormgegeven volgens de uitgangspunten van het EGO, HGW, opbrengstgericht werken en interactief taalonderwijs. In de onderbouw wordt gebruik gemaakt van een planbord. Vanaf groep 3 werken de leerlingen ook met een werkbrief. Naarmate de leerlingen hoger komen wordt er individueler en zelfstandiger met de werkbrief gewerkt. Vanuit het EGO zijn betrokkenheid en welbevinden de basisvoorwaarden voor goed onderwijs op De Vuurvlinder. Een positief welbevinden is een voorwaarde om tot ontwikkelen te komen. Daarnaast moet school een omgeving zijn waarin kinderen zich veilig voelen en vrij kunnen uiten. Het zorgplan voorziet in een planmatige aanpak voor alle leerlingen, dit betreft zorgniveau 1 en 2. Daarnaast is voor individuele leerlingen omschreven hoe we Leerkrachten benoemen doelen voor de korte (tussendoelen) termijn (werkbrief/ groepsplan) en voor de lange termijn (einde schooljaar) Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd met leerlingen, ouders en collega s. Instructie wordt gedifferentieerd gegeven waarbij de leerkracht beredeneerde keuzes maakt in heterogene of homogene instructiegroepen, afpellen en verlengde instructie. Leerkrachten communiceren met leerlingen en ouders over het werk dat gemaakt dient te worden. Intrinsieke motivatie, verantwoordelijkheid en evaluatie van het werk zijn daarbij proces voorwaardelijke elementen, die zorgen dat de inhoud centraal staat. Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de aanpak na de analyse, ze streven naar het gezamenlijk formuleren van doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen. De EGO werkvormen dragen bij aan het welbevinden van de kinderen. Daarnaast is er veel interactie tussen leerkrachten en kinderen en hanteren leerkrachten de ervaringsgerichte dialoog om in te spelen op behoefte en gevoel van kinderen. Een respectvolle houding naar elkaar toe is het uitgangspunt in iedere groep en tijdens ieder gesprek. In het zorgplan staan heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer. De rol van leerkrachten, IB, functiespecialisten en MT zijn Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 7 van 22
De leerprestaties zijn van een voldoende niveau. omgaan met zorgniveau 3 t/m 5. Hier vallen de handelingsplannen en OPP s onder. Op De Vuurvlinder werken we vanuit een balans tussen sociaalemotionele en cognitieve ontwikkeling. De leerresultaten op cognitief gebied, zoals bedoeld bij deze indicator, zijn van het niveau zoals je mag verwachten bij onze leerlingenpopulatie. omschreven. Net zoals de rol van kinderen en ouders. Opbrengsten worden gemeten en gebruikt om onderwijs te analyseren en waar nodig bij te stellen. De eindopbrengsten worden omschreven in de uitstroomgegevens, onderverdeeld in advies en score eindtoets Cito (zie blz. 5). Handelingsgericht werken Op saltoschool De Vuurvlinder wordt gewerkt vanuit het principe Handelingsgericht werken. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten leidend om te voldoen aan de onderwijsbehoefte van onze leerlingen: De onderwijsbehoefte van de leerling staan centraal. De leerkracht doet er toe. Er is afstemming en wisselwerking tussen leerkracht, kind, ouders en begeleiders. Positieve aspecten (stimulerende factoren) zijn van groot belang. Ons handelen is doelgericht. We werken constructief samen, er is interactie. De werkwijze is systematisch en transparant. Tijdens een tweejarig scholingstraject vanuit het expertisecentrum EGO heeft het team het Handelingsgericht werken eigen gemaakt. Uitgangspunten en afspraken zijn geïmplementeerd in de zorgstructuur en werkwijze. Tijdens deze implementatie is gezocht naar een balans tussen lesvoorbereidingen via de werkbrief en werken vanuit groepsplannen voor een bepaald vakgebied, om het aanbod af te stemmen op de onderwijsbehoeften. Dit heeft geleid tot Groep in beeld waarin naast een basisgroep, de matchers en de stretchers worden omschreven (interne terminologie). Hiermee krijgt het aanbod voor alle leerlingen binnen zorgniveau 1 t/m 3, georganiseerd in verschillende instructiegroepen, gestalte. Daarnaast zijn er individuele handelingsplannen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Deze zijn tijdsgebonden en voorzien van een realiseerbaar doel. Als er sprake is van een doorlopend handelingsplan spreken we op De Vuurvlinder over een begeleidingsplan. Ten slotte zijn er leerlingen met een Ontwikkelperspectief Plan (OPP). Dit zijn leerlingen waarbij de verwachting is dat ze het eindniveau van groep 8 niet zullen halen. Dit alles wordt ingeschaald vanaf zorgniveau 3. Aan het eind van ieder handelingsplan en op vastgelegde momenten in een begeleidingsplan of OPP evalueren we het plan en kijken we of de doelen bereikt zijn. Dit kan leiden tot een nieuw plan of beëindiging van het plan. Het resultaat bespreken we met de ouders en de intern begeleider (zie zorgplan). Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 8 van 22
3.2 Planmatig werken Onze school houdt zich aan de afspraken over 1- zorgroute die gemaakt zijn door het samenwerkingsverband WSNS Eindhoven. Dat betekent dat we onze zorg binnen de school systematisch en planmatig uitvoeren. De leerkrachten evalueren twee maal per jaar de stand van zaken rondom de leerlingenzorg aan de hand van Cito resultaten (LOVS), methodegebonden toetsen en observaties tijdens o.a. instructies. Zij stellen hun handelen, indien nodig, bij. Dit wordt volgens een vaste structuur met de intern begeleider besproken. Ouders zijn hierin een belangrijke gesprekspartner via de gesprekkencyclus, verslagen en extra gespreksgelegenheden in het geval van een handelingsgerichte aanpak (HGA). De Vuurvlinder staat voor een goede balans tussen de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Vanuit die gedachte zetten leerkrachten zich actief in voor een sociaal en veilig klimaat. Daarom staan kringgesprekken (doel: delen van ervaringen, gericht op sfeer en relatie) vast op het rooster. Daarnaast zijn de ervaringsgerichte dialoog en interactie, vaardigheden die iedere leerkracht daartoe inzet. Viseon en het verslag gericht op sociaal-emotionele ontwikkeling (2x per jaar) zijn instrumenten waarmee we de resultaten van de planmatige aanpak op dit gebied vastleggen en delen. Een ondersteunend document is het veiligheidsplan met daarin een pestprotocol, verzuimbeleid en een meldcode kindermishandeling. Bovendien zijn er nog 2 interne vertrouwenspersonen aanwezig op school. Om de ontwikkeling van alle leerlingen, op zowel cognitief als sociaal-emotioneel gebied, planmatig te monitoren en daar waar nodig bij te stellen zijn er de volgende overlegmomenten: Ervaringsreconstructie (binnen parallel of bouwoverleg) waarin leerkrachten een leerling met elkaar bespreken. (Facultatief) Groepsbespreking waarin de leerkrachten van een parallel samen met de IB-er de groep bespreken. (2x per jaar) Leerlingbespreking waarin de individuele leerkracht met de IB-er clusters of individuele leerlingen bespreekt. (2x per jaar) Inloopspreekuur waarin de individuele leerkracht met de IB-er clusters of individuele leerlingen bespreekt. (Wekelijks mogelijk, facultatief) CLB, waarin de leerkracht, IB-er en orthopedagoog van salto individuele leerlingen bespreken. (5x per jaar) Overleg tussen JGW-er (jeugdgezinswerker) en IB-er leerlingen of gezinssituaties bespreken. (4x per jaar) Bespreking LGF leerlingen, waarin de AB-er, leerkracht, IB-er en ouders een individuele leerling bespreken. (3x per jaar per leerling) Zorgteam waarin IB-ers, directie en eventueel de betrokken leerkracht, individuele leerlingen bespreken. (12x per jaar) Er wordt gebruik gemaakt van een continuüm aan zorg binnen de school (zorgplan en toetskalender). Doordat het team systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen volgt en analyseert, worden de leerlingen die ondersteuning nodig hebben vroegtijdig gesignaleerd. Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 9 van 22
3.3 Preventieve en licht curatieve interventies Het planmatig werken zorgt voor vroegtijdige signalering van problemen op cognitief en/ of sociaalemotioneel gebied. Dit krijgt vorm door leerlingen te volgen via LOVS, VISEON, de diverse leerlingbesprekingen, het zorgteam en eventueel het Spilzorgteam (waarin o.a. De Vuurvlinder, de Bloemenkinderen, GGD, Zuidzorg, jeugd- en gezinswerker participeren). Arrangement De Vuurvlinder heeft een aanpak die gericht is op de onderwijsbehoefte van alle leerlingen: Invulling Deskundigheid: De Vuurvlinder heeft geschoold en over het algemeen ervaren leerkrachten die de leerlingen ondersteunen en begeleiden, zowel preventief als curatief. De leerkrachten werken met kleine instructiegroepen en een instructietafel. Zij creëren op deze wijze (ook fysiek) ruimte om binnen het reguliere aanbod, preventieve en licht curatieve zorg te kunnen bieden. Aandacht en tijd: De leerkrachten brengen via Groep in beeld de onderwijsbehoeften op drie niveaus (basisgroep, matchen en stretchen) in kaart. Vanuit deze onderwijsbehoeften worden aanbod, aandacht en tijd ingedeeld. Binnen Groep in Beeld worden ook de hieronder omschreven onderwijsbehoeften vastgelegd. Voor deze leerlingen zijn aparte arrangementen opgesteld, die terug te vinden zijn na dit basisarrangement. Leerlingen met een kleine/ tijdelijke ontwikkelingsachterstand krijgen een HGA. Leerlingen die een grote ontwikkelingsachterstand hebben krijgen een aangepaste leerlijn, vastgelegd in een OPP. Leerlingen met een (LGF) indicatie krijgen extra individuele begeleiding buiten de groep. Voor excellente leerlingen compacten de leerkrachten (n.a.v. voortoetsen) de lesstof, om zodoende ruimte voor verrijking (verdiepen) te bieden. Dit geldt ook voor hoogbegaafde leerlingen. Voor hen is er daarnaast de Talentengroep waarbinnen zij verrijking (verbreden) krijgen aangeboden. Voorzieningen: Leerkrachten werken volgens doelstellingen en aanbod van moderne methodes, waarbij gebruik wordt gemaakt van alle mogelijkheden om te ondersteunen en verrijken. Daarnaast wordt het aanbod aangevuld met extra materialen en (digitale) oefenstof. De interactieve instructies worden ondersteund door coöperatieve werkvormen. Contractwerk, georganiseerd via de werkbrief, maar ook goed klassenmanagement bevorderen ontwikkeling en zelfstandig werken. Door dit laatste ontstaat er ruimte om leerlingen op individueel niveau te begeleiden. Veiligheid: Welbevinden is een basisvoorwaarde op De Vuurvlinder. Dit is geborgd in de EGO werkvormen en in de pedagogische houding van leerkrachten. Er is veel interactie in de klas waarbij ruimte is voor leerlingen om te delen en dingen bespreekbaar te maken. Er wordt gecommuniceerd en gehandeld vanuit Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 10 van 22
respect voor elkaar. Het veiligheidsplan en pestprotocol ondersteunen dit en bieden uitsluitsel als de basishouding onvoldoende blijkt. Gebouw: Het gebouw is ontworpen om via het EGO concept onderwijs aan te bieden. De centrale aula biedt ruimte om elkaar te ontmoeten en zelfstandig te werken, maar ook voor werkvormen als atelier, vrije keuze, weekopeningen en maandsluitingen. Daarnaast heeft iedere groep een eigen lokaal met voorwerkruimte met alle nodige voorzieningen ter beschikking. Daarbij horen bijvoorbeeld een digitaal bord en minimaal 3 vaste computers. Er is op school ook ruimte voor 1 op 1 begeleiding, bijvoorbeeld door externe begeleiders. Samenwerking: Er wordt samengewerkt met diverse externe organisaties te weten: (M)KD MEE CJG BJZ VCC GGD SMW REC Chiron S(B)O scholen. Arrangement De Vuurvlinder heeft een aanpak die gericht is op de onderwijsbehoefte van leerlingen met een handelingsgerichte aanpak (HGA): Invulling Deskundigheid: Vanuit het principe Handelingsgericht werken staat de onderwijsbehoefte van de leerling centraal. Door observatie, gesprekken en analyseren en interpreteren van toetsresultaten worden de onderwijsbehoeftes van kinderen in kaart gebracht. Belemmerende maar vooral stimulerende factoren spelen hierin een grote rol. Met deze gegevens brengen zij het Kind In Beeld (ligt vast in Eduscope). Hierna brengt de leerkracht de Groep In Beeld (ligt vast op docentenplein en in de klassenmap) per vak en voor een korte periode. Vanuit de Basisgroep signaleert de leerkracht vroegtijdig kinderen die extra ondersteuning/ begeleiding nodig hebben om de gestelde doelen te bereiken, de Matchers, en de kinderen die extra uitdaging nodig hebben om de aanvullende doelen te bereiken, de Stretchers. De leerkracht geeft aan welke doelen de komende periode voor de leerlingen nagestreefd moeten worden en clustert de leerlingen met dezelfde onderwijsbehoeften. Vervolgens beschrijft de leerkracht het (passende) aanbod, de materialen en de geplande tijd per cluster. De evaluatie van de laatste periode vormt de waarneming en het uitgangspunt voor de volgende periode. Groep In Beeld wordt tijdens de groepsbesprekingen besproken met de IB-er. Daar waar een leerling door de interventies niet tot voldoende ontwikkeling gekomen is, kan het nodig zijn voor en met deze leerling een individueel handelingsplan op te stellen. Dit is een opbrengstgericht plan dat gemiddeld 6 tot 8 weken loopt. Leerkrachten beschikken over competenties om de stappen uit de cyclus handelingsgericht werken uit te voeren en blijven zich hierin ontwikkelen. Ibers beschikken over de competenties leerkrachten te begeleiden in het handelingsgericht werken en blijven zich hierin ontwikkelen. Directie/ MT monitoren en evalueren de uitvoering en resultaten van het handelingsgericht werken op school. Aandacht en tijd: De dagindeling is zodanig opgezet dat de leerkracht alle kinderen ziet en spreekt. Door het clusteren van de kinderen kan de leerkracht de instructietijd indelen naar de behoeftes van de kinderen. Verlengde instructies voor kinderen die een andere uitleg nodig hebben, extra uitleg voor kinderen die verbreding of verdieping nodig hebben. Verder individuele Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 11 van 22
tijd voor de leerling die binnen een handelingsplan eigen doelen nastreeft. Voorzieningen: De kinderen werken met les- en toetsmaterialen uit de diverse methodes en aanvullende materialen binnen school. Veiligheid: Door aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen tegemoet te komen wordt ingespeeld op het welbevinden. Dit is een voorwaarde om tot ontwikkeling te kunnen komen. Het school- en klassenklimaat is erop gericht dat ieder kind er mag zijn. De kinderen weten dat er meerdere manieren van leren zijn. Gebouw: Het aanbod en de uitvoering van Handelingsgericht werken vindt plaats in de klassen, in de voorwerkruimtes en soms in een extra lokaal. Samenwerking: Handelingsgericht werken is een samenwerking tussen: de kinderen, ouders, leerkrachten, ib-ers en directie. Arrangement De Vuurvlinder heeft een aanpak die gericht is op de onderwijsbehoefte van leerlingen met een (LGF) indicatie (t/m 01-08-2014, uitloop t/m 2017): Invulling Deskundigheid: Vanuit het principe Handelingsgericht werken staat de onderwijsbehoefte van de leerling centraal. Het kan echter zijn dat de ontwikkeling van een kind ernstig belemmerd wordt door factoren in het kind zelf. Voor deze leerlingen wordt bij de indicatiecommissie een beschikking aangevraagd. Bij deze aanvraag worden de ouders ondersteund door de IB-er. Indien deze toegekend wordt, worden er extra faciliteiten verkregen in de vorm van financiën voor formatie en materialen. De leerkracht wordt ondersteund door de AB-er (cluster 1 t/m 4) en schoolt zich in de specifieke problematiek van de leerling. Aandacht en tijd: De LGF-leerling krijgt zoveel mogelijk stof aangeboden binnen de klassensituatie. Daarnaast kan de leerling extra begeleiding ontvangen in verband met zijn belemmeringen. Deze worden beschreven in het begeleidingsplan opgesteld door de AB-er in samenspraak met de leerkracht, ouders en IB-er. De extra begeleiding bestaat uit maximaal 4 uur per week, inclusief voorbereiding en besprekingen. Voorzieningen: De LGF brengt financiën met zich mee waaruit specifieke leermaterialen en formatie bekostigd kunnen worden. De leerling krijgt daarmee individueel en op maat begeleiding door de LGF-begeleider. Daarnaast wordt de leerkracht begeleid door de AB-er om de leerling op een adequate manier in de klas van de juiste zorg te kunnen voorzien. Veiligheid: Door aan de onderwijsbehoeften van deze leerlingen tegemoet te komen wordt ingespeeld op het welbevinden. Het school- en klassenklimaat is erop Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 12 van 22
gericht dat ieder kind er mag zijn. Daar waar mogelijk doen de leerlingen mee met de groep en worden de ze aangesproken op hun kwaliteiten. Klasgenoten weten ook dat er andere manieren van leren zijn waardoor deze leerlingen op een aantal gebieden een andere weg bewandelen. Drie keer per jaar wordt er een Groot Overleg met alle betrokkenen gepland waarbij het begeleidingsplan geëvalueerd en zo nodig aangepast wordt. Gebouw: De leerlingen met een LGF worden zoveel mogelijk in de klas begeleid door de eigen leerkracht. Daarnaast wordt de LGF-begeleider ingezet om op vaste tijden met de leerling apart te werken. De leerkracht stuurt deze aan, ondersteund door de AB-er. De LGF-begeleider heeft een eigen ruimte ter beschikking maar het kan ook zijn dat het wenselijk is de leerling in de klas, of in de voorwerkruimte bij de computer te ondersteunen. Samenwerking: Er wordt samengewerkt met: de leerling, de ouders, de orthopedagoog, Ambulant begeleiders uit het SBO (cluster 1 t/m 4), de LGF-begeleider. De IBer is hierin de zorgcoördinator. Arrangement De Vuurvlinder heeft een aanpak die gericht is op de onderwijsbehoefte van VVE geïndiceerde leerlingen en/ of NT2 leerlingen: Invulling Deskundigheid: De deskundigheid op dit gebied zit bij de leerkrachten van groep 1/2, de bouwleider onderbouw (bewaakt de doorgaande lijn/ overdracht met nieuwe leerkrachten), de taalcoördinator en IB. De leerlingen op De Vuurvlinder met onderwijsbehoeften op dit gebied zijn vaak kinderen van (hoogopgeleide) expats. Er wordt thuis niet altijd Nederlands gesproken. De kinderen hebben vaak wel de capaciteiten om het Nederlands snel op te pikken. Aandacht en tijd: Voor leerlingen met een taalachterstand is een aanbod in ontwikkeling dat gericht is op het vergroten van de woordenschat (VVE). Er is een doorgaande lijn via de methode Kleuterplein, met afstemming op het aanbod tijdens het peuterwerk via de methode Peuterplein. Tijdens de instructiekring en de verlengde instructie wordt het aanbod vormgegeven. Ouders worden ook betrokken bij het aanbod, om de lijn thuis door te trekken. Voorzieningen: De methode Kleuterplein voorziet in de basisbehoeften op het gebied van VVE. Deze worden aangevuld tijdens de VVE scholing. In 2013-2014. Een onderdeel van deze scholing is een hernieuwd plan van aanpak voor NT2 kinderen (van expats). Daarnaast neemt het overleg met de PM-ers van KDV De Bloemenkinderen een belangrijke rol in. Veiligheid: Leerlingen met een taalachterstand worden in de klas, in de kring, in kleine Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 13 van 22
groepjes, tijdens spel en tijdens werklessen veelvuldig en laagdrempelig uitgedaagd. Pre-teaching is daarbij een belangrijk instrument. Leerkrachten zorgen er vanuit welbevinden en betrokkenheid voor dat kinderen in een veilige omgeving met elkaar leren communiceren. Zo wordt de woordenschat snel vergroot. Gebouw: De lokalen van groep 1/2 liggen aan een lange gang. Op deze gang werken en spelen de kinderen uit de verschillende klassen in een dynamisch geheel met elkaar samen. Het rijk milieu (uitdagende leeromgeving) met veel aanbod van woorden, begrippen en letters is prominent aanwezig op de gang en in de klassen. Samenwerking: Leerkrachten, ouders en PM-ers van het KDV zijn de belangrijkste partners. Daarnaast is er samenwerking met het MKD en met logopedisten. Arrangement De Vuurvlinder heeft een aanpak die gericht is op de onderwijsbehoefte van leerlingen met dyslexie en leerlingen met lees- en spellingproblemen: Invulling Deskundigheid: Er is een protocol lees- en spellingproblemen en dyslexie. Hierin worden onder andere begripsvorming, de kenmerken, signalering en aanbod beschreven. Leerkrachten en IB zijn deskundig om kinderen met lees- en/of spellingproblemen en dyslexie te herkennen en te begeleiden. IB en de taalcoördinator zijn eigenaar van het protocol. Aandacht en tijd: Bij aanmelding worden de risicofactoren t.a.v. dyslexie in kaart gebracht om zo vroeg mogelijk tegemoet te kunnen komen aan de onderwijsbehoeften. Dat betekent dat er al vanaf groep 1 extra aandacht is voor deze kinderen. Die aandacht bestaat uit extra instructie en begeleide oefening. Vanaf groep 3 worden de LOVS-toetsen gebruikt om vast te stellen of er sprake is van een achterstand in de ontwikkeling op het gebied van lezen en spellen. Als blijkt dat de extra zorg die geboden is op zorgniveau 1 en 2 onvoldoende is, worden er speciale interventies aangeboden. Voorzieningen: De extra zorg wordt zo veel mogelijk aangeboden met materialen die aansluiten bij de methode, het lees- en spellingniveau en de gedragskenmerken van de leerlingen. Voor leerlingen met gediagnosticeerde ernstige enkelvoudige dyslexie bestaat de mogelijkheid om via de zorgverzekeraar extra begeleiding van een dyslexiespecialist te ontvangen. Veiligheid: De school zet compenserende en dispenserende maatregelen (zie protocol) in om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoefte van de leerling met leesen spellingproblemen en dyslexie. Zeker bij dyslexie zijn acceptatie en zelfvertrouwen belangrijke factoren die, bij een gebrek aan, belemmerend kunnen werken. Door aan de onderwijsbehoeften van deze leerlingen tegemoet te komen wordt ingespeeld op het welbevinden. Het school- en klassenklimaat is erop gericht dat ieder kind er mag zijn. Daar waar mogelijk doen de leerlingen mee Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 14 van 22
met de groep en worden de ze aangesproken op hun kwaliteiten. Klasgenoten weten ook dat er andere manieren van leren zijn waardoor deze leerlingen op een aantal gebieden een andere weg bewandelen. Gebouw: Het aanbod voor kinderen met lees- en spellingproblemen vindt plaats in de eigen klas of in de voorwerkruimte. Indien de leerling wordt begeleid door een externe deskundige kan er ook gebruik worden gemaakt van een ander lokaal, een eigen ruimte, de aula of de teamkamer. Samenwerking: Er wordt samengewerkt met diverse partijen: groepsleerkracht, de leerling, ouders, IB, orthopedagoog en in het geval van gediagnosticeerde ernstige enkelvoudige dyslexie een externe deskundige/behandelaar. Arrangement De Vuurvlinder heeft een aanpak die gericht is op de onderwijsbehoefte van excellente en hoogbegaafde leerlingen: Invulling Deskundigheid: Er is een protocol Excellente en Hoogbegaafde leerling. Hierin worden onder andere begripsvorming, kenmerken, signalering, en aanbod beschreven. Leerkrachten en IB zijn deskundig om de excellente en hoogbegaafde leerlingen te herkennen en begeleiden. De onderwijsspecialist is eigenaar van het protocol. Er is een leerkracht die zich in schooljaar 2013-2014 specialiseert in hoogbegaafdheid. Aandacht en tijd: De excellente leerling krijgt via voortoetsen en compacten + 60% van de basisstof aangeboden. De overige 40% is verdieping. Dit aanbod wordt in de klas binnen het reguliere rooster georganiseerd. De hoogbegaafde leerling krijgt via voortoetsen en compacten + 40% van de basisstof en + 40% verdiepingsstof aangeboden door de eigen leerkracht, binnen de eigen klas. Daarnaast is er een Talentengroep waar deze leerlingen een half dagdeel per week naar toe gaan. Hier wordt + 20% verbreding aangeboden door een gespecialiseerde leerkracht. Voorzieningen: Voor de excellente leerling zijn extra uitdagende materialen voor de verschillende vakgebieden in de klas aanwezig. Daarnaast is er via het vrij leerlingeninitiatief ruimte om verder te ontplooien. Voor de hoogbegaafde leerling is er naast het verdiepingsaanbod ook nog een verbredingsaanbod via een digitale leeromgeving en praktisch materiaal. Veiligheid: Door aan de onderwijsbehoefte van deze leerlingen tegemoet te komen, wordt ingespeeld op het welbevinden. Het protocol zorgt ervoor dat weloverwogen geanalyseerd wordt welke leerlingen het betreft. Ouders en leerlingen worden hierin nadrukkelijk betrokken. Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 15 van 22
Gebouw: Het aanbod voor de excellente leerling vindt plaats in de eigen klas, de voorwerkruimte, een andere klas, de aula of de speelzaal. Het is ook mogelijk dat het vrij leerlingeninitiatief ervoor zorgt dat de leerlingen buiten het gebouw bijvoorbeeld op excursie gaan. Voor de Talentengroep voor de hoogbegaafde leerling is een apart klaslokaal ingericht waar op gezette tijden gebruik van gemaakt kan worden. Samenwerking: Verschillende partijen werken nauw met elkaar samen: groepsleerkracht, leerkracht Talentengroep, ouders, IB, onderwijsspecialist, vrijwilliger. Arrangement De Vuurvlinder heeft een aanpak die gericht is op de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen: Invulling Deskundigheid: Alle leerkrachten van De Vuurvlinder hebben minimaal de basiscursus EGO gevolgd en hebben kennis van de uitgangspunten van het EGO. Bovendien zijn ze op de hoogte van de manier van werken op De Vuurvlinder vanuit welbevinden en betrokkenheid, waarbij de balans tussen sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling steeds het streven is. Leerkrachten beheersen de ervaringsgerichte dialoog die ingezet wordt tijdens kringgesprekken en andere gespreksmomenten. Aandacht en tijd: Iedere dag wordt gestart met een kringgesprek. De inhoud verschilt per dag, maar er is altijd ruimte voor de leerlingen om gevoel, beleving of betrokkenheid bij een bepaald onderwerp te bespreken. Daarnaast is er in het groepsproces veel aandacht voor de manier waarop kinderen met elkaar, met leerkrachten, maar bijvoorbeeld ook met materialen omgaan. Tijdens de expressieve werkvormen zoals expressief atelier, maandsluiting, open podium en musical leren de kinderen hoe ze zich kunnen presenteren. Voorzieningen: Werken vanuit het Ervaringsgericht Onderwijs is het belangrijkste uitgangspunt. Leerkrachten maken zich die werkwijze eigen. Parallelcollega s, bouwleiders en IB hebben een ondersteunende taak bij nieuwe leerkrachten om de cultuur te bewaken. Het pestprotocol biedt ondersteuning waar nodig. Dit is echter niet het richtinggevende document. Dat zijn de uitgangspunten van de ervaringsgerichte werkwijze. Veiligheid: Er wordt gewerkt vanuit welbevinden en betrokkenheid. Uitgangspunt op De Vuurvlinder is dat iedere leerling zich veilig voelt om zichzelf te zijn en zich op eigen wijze te uiten. Leerkrachten observeren en registreren dit in Eduscope, VISEON en 2x per jaar via het verslag gericht op sociaal-emotionele ontwikkeling. Het overleg met ouders speelt hierin ook een belangrijke rol. Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 16 van 22
Gebouw: Het gebouw is ontworpen met het EGO concept in gedachten. Een centrale ruimte (aula) met een podium, waar de hele school bij elkaar kan zijn maar waar ook de bibliotheek zit en waar werkplekken zijn. Voorwerkruimtes waar kinderen leren om zonder constant toezicht van de leerkracht zelf verantwoordelijkheid te nemen voor gedrag en werk. Een ruimte waar de kleuterlokalen apart zitten om geborgenheid te bieden, maar ook weer dicht bij de aula zitten om betrokken te zijn bij het geheel. En tot slot een ruim schoolplein waar veel verschillende activiteiten met elkaar of afzonderlijk georganiseerd kunnen worden. Samenwerking: Voor dit arrangement is samenwerking tussen kinderen, leerkrachten en ouders erg belangrijk. Overblijfkrachten en PM-ers van de verschillende kinderdagverblijven vormen de volgende schil. Daarnaast zijn er het SPILbrede zorgteam en instanties als JGW, O&O, BJZ. 3.4 schoolondersteuningsstructuur Op De Vuurvlinder kennen we de volgende LB-functies, met daarbij direct de link naar de ondersteuningsstructuur: IB-er: verantwoordelijk voor de zorgstructuur. Kerntaken zijn onder andere: het maken, uitvoeren en contoleren van beleid omtrent zorg. Inhoudelijke en procesmatige ondersteuning van leerkrachten. Afstemming van zorg met interne en externe partijen. Alle kerntaken zijn uiteindelijk altijd gericht op het bieden van zorg op maat voor de leerlingen van De Vuurvlinder. Taalcoördinator: verantwoordelijk voor het taalbeleidsplan met daarin de keuze voor interactief taalonderwijs. Dit heeft directe gevolgen voor het aanbod van het taalonderwijs met daarbinnen de verschillende zorgniveaus. Rekencoördinator: verantwoordelijk voor de begeleiding van leerkrachten m.b.t. rekeninstructies en mede verantwoordelijk voor de oriëntatie op een nieuwe rekenmethode waarbij ook de mogelijkheden voor een digitale methode worden verkend. Bouwleiders: leiden bouwvergaderingen waarin leerlingbesprekingen via de ervaringsreconstructie aan bod komen. Voeren Quick-scans uit waarbij afstemming van onderwijsaanbod, zorg (observatie, analyse, diagnose en handelen) en registratie daarvan aan bod komen. Bouwleiders nemen ook plaats in het kwaliteitsteam. Specialist hoogbegaafdheid: Verantwoordelijk voor de het curriculum en het begeleiden van de talentengroep, voor leerlingen waarbij het vermoeden van hoogbegaafdheid is. Tevens faciliterend aan leerkrachten voor leerlingen die binnen de klas naast compacten en verrijken een extra uitdaging zoeken. De Vuurvlinder heeft momenteel 17 groepen. De gemiddelde groepsgrootte ligt rond de 25. Het streven is om de maximale groepsgrootte op 30 te houden. Deze is echter altijd afhankelijk van Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 17 van 22
meerdere factoren. De kleutergroepen groeien gedurende het jaar. Per schooljaar wordt bekeken tot wanneer nieuwe leerlingen in mogen stromen en of er eventueel een instroomgroep gevormd wordt. Naast de bezetting van de groepen wordt er ambulante tijd ingezet om leiding te geven aan school en invulling te geven aan de ondersteuningsstructuur. De ambulante tijd per functie kan fluctueren naar gelang de inzet van de jaarschijf. In schooljaar 2014-2015 is het als volgt georganiseerd: Directeur: 5 dagen IB: 5 dagen + 2,5 dag Taalcoördinator: 2 dagen Bouwleiders: 1 dag + 1 dag Leerkracht talentengroep: 1 dag Naast de verschillende functies is ook de aanwezige expertise om te voorzien in de onderwijsbehoefte van al onze leerlingen relevant. Het team van De Vuurvlinder heeft de afgelopen jaren scholing en studiedagen gehad op het gebied van: HGW EGO basiscursus EGO verdiepingscursus Vitaliteit en werkdruk Dyslexie Persoonlijke ontwikkeling via Insights ontwikkelprofielen Tot slot een overzicht van gecertificeerde expertise binnen school en externe ondersteuning die regelmatig wordt ingezet: Gecertificeerde expertise binnen de school Diverse teamscholingen op gebied van EGO (basis en verdieping) Teamscholing HGW, VVE (onderbouw) en dyslexie. In het team hebben 3 personen hun master SEN RT, 2 personen master SEN IB en 1 persoon master SEN gedragspecialist. Daarnaast heeft 1 persoon de post HBO registeropleiding taalcoördinator, 1 persoon post HBO onderwijskansen en is 1 persoon de studie leren en innoveren aan het afronden. Verder is er expertise via cursusaanbod in huis op het gebied van Kids Skills, lezen, begrijpend lezen, woordenschat, rekenen en ICT. Op gebied van management heeft de directeur de opleiding schoolleider PO bij Magistrum gedaan en zijn er 4 personen die Magistrum middenmanagement hebben gedaan. Ondersteuning externen Om aan een gestelde hulpvraag te kunnen voldoen, kan hulp worden ingeschakeld van externen. Er zijn diverse externe deskundigen, zoals GGD, schoolarts, schoolverpleegkundige, WIJ Eindhoven, Jeugd- en Gezinswerker (JGW), de Bloemenkinderen, Lumens, Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), Bureau Jeugdzorg (BJZ), Medisch Kinderdagverblijf (MKD) zoals bv Tomteboe, De Combinatie (SNOZ project), SBO scholen o.a. voor VCC, Vision (cluster 1), De Taalbrug (cluster 2), SSOE (cluster 3), Rec Chiron (cluster 4), diverse aanbieders voor logopedie, diverse aanbieders voor diagnostisch en psychologisch onderzoek zoals Fontys Fydes en OCGH, diverse aanbieders voor ernstige enkelvoudige dyslexie via de zorgverzekering, diverse contacten met RT bureaus voor begeleiding van leerlingen na schooltijd, politie, meldpunt kindermishandeling. Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 18 van 22
4. Extra ondersteuning: ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften De Vuurvlinder kiest er voor om de basisondersteuning zo goed mogelijk te organiseren. Het team en de directie zijn er van overtuigd dat het streven naar een hoge kwaliteit basisondersteuning in combinatie met het werken vanuit het concept EGO binnen de huidige facilitering, maximaal voorziet in de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. De Vuurvlinder heeft bewezen dat kinderen met syndroom van Down, kinderen met een ernstige gedragsproblematiek en zeer slechtziende kinderen ook een plaats op onze school kunnen innemen. We zijn in de omschakeling naar passend onderwijs, met de bijbehorende onzekere financiële situatie, echter niet zover dat we ons kunnen specialiseren in ondersteuningsarrangementen op deze gebieden. Dit komt terug in hoofdstuk 6, conclusies en ambities. 4.1 Leer- en ontwikkelingsondersteuning Arrangement De Vuurvlinder heeft een aanpak die gericht is op de onderwijsbehoefte van leerlingen met een OPP: Invulling Deskundigheid: Vanuit het principe Handelingsgericht werken staat de onderwijsbehoefte van de leerling centraal. Als de leerling een achterstand van meer dan een jaar heeft opgelopen, ondanks interventies binnen de zorgniveaus 1, 2 en3, kan er een OPP (ontwikkelingsperspectief) worden opgesteld. Perspectief en onderwijsbehoeften van de leerling zijn hiervoor richtinggevend. Dit wordt bepaald in het zorgteam waarin zitting hebben: de leerkracht, de IB-ers en de directeur. Aandacht en tijd: De leerkrachten brengen via een HGPD formulier de leerling en zijn ontwikkeling goed in beeld. Hierbij wordt gekeken naar stimulerende en belemmerende factoren bij zowel het kind, als school als thuis. Van hieruit wordt door de IB-er in samenspraak met de leerkracht, ouders en de orthopedagoog een OPP opgesteld. Ook worden de daaruit volgende handelingsplannen geschreven voor de betreffende vakken (taal en/of rekenen). Voorzieningen: De leerlingen met een eigen leerlijn werken volgens de doelen zoals deze beschreven zijn in : Van kerndoel tot leerlijn van Marielle van de Stap. De benodigde materialen zoals beschreven in het OPP worden op maat bij de leerling gezocht. Dit kunnen methodes en/ of didactische materialen/ software zijn. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de expertise die externe partners meebrengen, zoals een AB-er, VCC-er of een orthopedagoog. Veiligheid: Door aan de onderwijsbehoeften van deze leerlingen tegemoet te komen wordt ingespeeld op het welbevinden. Het school- en klassenklimaat is erop gericht dat ieder kind er mag zijn. Daar waar mogelijk doen de leerlingen mee met de groep en worden de ze aangesproken op hun kwaliteiten. Klasgenoten weten ook dat er andere manieren van leren zijn waardoor deze Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 19 van 22
leerlingen op een aantal gebieden een andere weg bewandelen. Elk half jaar wordt het OPP geëvalueerd en eventueel aangepast. Hiermee wordt gewaarborgd dat de leerling op het juiste niveau wordt aangesproken en zich kan blijven ontwikkelen. Gebouw: De leerlingen met een OPP worden zoveel mogelijk in de klas begeleid door de eigen leerkracht. Wanneer de formatie het toelaat wordt de leerkrachtondersteuner (aangestuurd door de leerkracht) ingezet om op vaste tijden met de leerling apart te werken. Dit kan in een aparte ruimte, maar het kan ook zijn dat het wenselijk is de leerling in de klas, of in de voorwerkruimte bij de computer te ondersteunen. Samenwerking: Een OPP komt altijd in samenwerking tot stand. Er wordt samengewerkt met: de leerling, de ouders, de orthopedagoog, ambulant begeleiders uit het SBO, VCC-ers uit het SBO, de onderwijsondersteuner. De IB-er is hierin de zorgcoördinator. 4.2 Fysiek medische ondersteuning Arrangement Basisschool De Vuurvlinder heeft beperkte mogelijkheden voor fysieke medische ondersteuning. Invulling Deskundigheid: In het team is geen specifieke medische expertise. Alle leerlingen die medicijnen gebruiken en/ of een allergie hebben staan geregistreerd in Kind in Beeld, met een aantekening (verwijzing) in de klassenmap. En bij de TSO. In specifieke gevallen wordt per individueel kind gekeken wat de behoefte is en of die op De Vuurvlinder te realiseren is. Bij een ziekenhuisopname ondersteunen we het leerstofaanbod van de leerling. Aandacht en tijd: Er is geen specifieke begeleiding aanwezig op medische indicatie. Voorzieningen en veiligheid: Er is een invalidentoilet. Ook is er een lift naar de eerste verdieping. Gebouw: Het is mogelijk het gebouw te betreden met een rolstoel. Samenwerking: Indien gewenst is er een samenwerking met externe instanties voor de begeleiding van een individuele leerling. 4.3 Sociaal-emotioneel en gedragsondersteuning Vanuit de ervaringsgerichte werkwijze is dit een basiskwaliteit op De Vuurvlinder. Het bijbehorende arrangement is daarom dan ook in hoofdstuk 3 basisondersteuning (3.3) geplaatst. De grondhouding van het gehele team van De Vuurvlinder is gericht op welbevinden en betrokkenheid. Dit zijn basisvoorwaarden om tot ontwikkelen te kunnen komen. Onze interactie met de kinderen en ons onderwijsaanbod zijn daar op gericht. Meer informatie hierover is te lezen in het schoolplan. Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 20 van 22
4.4. Ondersteuning in de thuissituatie Arrangement De Vuurvlinder biedt begeleiding en ondersteuning aan leerlingen en ouders, die vragen of zorgen hebben omtrent het opgroeien van de leerlingen en de opvoeding in de thuissituatie. Invulling Deskundigheid: De leerkrachten maken gebruik van de ondersteuning van jeugd- en gezinswerk. De JGW-er maakt deel uit van het SPIL brede zorgteam. Aandacht en tijd: De JGW-er heeft een vast moment dat zij op school aanwezig is. Er kunnen afspraken gemaakt worden door zowel ouders als leerkrachten (mits de ouders geïnformeerd zijn). IB heeft hierin vaak een initiërende rol. Voorzieningen en veiligheid: De JGW-er heeft per week 2 uur tijd om gezinnen en school te begeleiden. Gebouw: De JGW-er heeft geen eigen ruimte in de school; zij maakt gebruik van het IB kantoor of een andere ruimte. Samenwerking: Het team van leerkrachten en IB-ers werken werkt samen met de JGW-er. Indien nodig ook met AMK CJG MEE en BJZ en in de toekomst WIJ Eindhoven. 5. Randvoorwaarden Het team van De Vuurvlinder is steeds in ontwikkeling wat betreft kennis en vaardigheden. Door de ontwikkeling van het hedendaagse onderwijsveld op de voet te volgen en deze tijdens studiedagen en teambijeenkomsten gezamenlijk te bespreken en eigen te maken, ontstaat er een brede basis van kennis. Die proberen we steeds opnieuw om te zetten in een aanbod wat past bij onze visie, ons concept en de vraag van de huidige maatschappij. Het team van De Vuurvlinder kent ook zijn begrenzingen. Zoals in de visie vermeld staat, is De Vuurvlinder een school die betrokken is bij de ontwikkeling van uw kind. Naast betrokkenheid is welbevinden, van alle kinderen, onze belangrijkste kernwaarde. Dat kunnen we alleen waarmaken als we kritisch kijken naar groepsgrootte en uiteenlopende onderwijsbehoeften (welke vertaald zijn in de arrangementen). We zien voor onze school alleen mogelijkheden voor leerlingen die leerbaar zijn. Het zorgteam van De Vuurvlinder, bestaande uit directie en IB, zal telkens bij aanmelding van een leerling (mogelijk in overleg met het gehele team) een afweging dienen te maken of een leerling plaatsbaar is op onze school. Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 21 van 22
6. Conclusies en ambities Directie en team van De Vuurvlinder vinden dat conclusies en ambities pas verder vorm kunnen krijgen als er duidelijkheid is over de financiële gevolgen van Passend Onderwijs. Welke gelden stelt het samenwerkingsverband beschikbaar waarmee bijvoorbeeld ambulante tijd, begeleiding en het delen van expertise mogelijk gemaakt kunnen worden. We zijn nieuwsgierig naar de ontwikkelingen op dit gebied en staan klaar om daar op in te spelen op de manier die bij onze school en onze mogelijkheden past. Conclusies en ambities op De Vuurvlinder richten zich op de volgende punten: Basisondersteuning naar eigen kwaliteitsnormen met het hele team uitdragen en verder borgen. (schooljaar 2014-2015) Een keuze maken in wel of geen extra ondersteuningsarrangementen. Indien ja, op welk gebied. (schooljaar 2014-2015) De LB-functies; gedragsspecialist, rekencoördinator en ICT-er invullen en integreren in de zorgstructuur. (schooljaar 2014-2015) Inzicht krijgen in/ expertise ontwikkelen omtrent passend onderwijs. Met name gericht op het inkaderen van inzet middelen lichte en zware ondersteuning. Ook de aanvraag van middelen zware ondersteuning en het gebruik maken van een toelaatbaarheidsverklaring hoort hier bij. Schoolondersteuningsprofiel De Vuurvlinder Versie 01-2015 Pagina 22 van 22