Deze brochure is onderdeel van de startbrief. Bewaar deze brochure goed. Hij kan in de toekomst namelijk nog van pas komen.



Vergelijkbare documenten
STICHTING PENSIOENFONDS VNU PENSIOENBROCHURE VNU-A REGELING

STICHTING PENSIOENFONDS VNU PENSIOENBROCHURE NIELSEN MEDIA RESEARCH REGELING

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BROCHURE REXEL NEDERLAND REGELING

INHOUDSOPGAVE 1 Wanneer bouw ik ouderdomspensioen op? 2 Wanneer kan ik met pensioen? 3 Hoeveel ouderdomspensioen krijg ik? 4 Hoeveel pensioen krijgen

Pensioenfonds Campina Pensioenbrochure op basis van Pensioenreglement 2006 versie 2009

BROCHURE REXEL NEDERLAND REGELING 2014

Brochure pensioenregeling C van Pensioenfonds ANWB. Voor medewerkers van Unigarant

VOORBEELDPENSIOENBROCHURE. Uitkeringsovereenkomst zonder vaste werkgeverspremie en met opbouw partnerpensioen

Bewaar deze brochure goed! U hebt hem misschien in de toekomst nog nodig.

Brochure pensioenregeling C van Pensioenfonds ANWB. Voor medewerkers van: ANWB, MAA en Pharos

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BROCHURE HAGEMEYER REGELING 2018

VOORBEELDPENSIOENBROCHURE. Uitkeringsovereenkomst met vaste werkgeverspremie en met risico partnerpensioen

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BROCHURE REXEL NEDERLAND REGELING 2018

Brochure Pensioenregeling 2013 van Pensioenfonds ANWB. Voor medewerkers van Unigarant en Garantex

Stichting Pensioenfonds. Pensioenbrochure

Brochure pensioenregeling D van Pensioenfonds ANWB. Voor medewerkers van: ANWB, MAA en Pharos

PENSIOENBROCHURE Nielsen Nederland

Pensioen. Stichting Pensioenfonds Consumentenbond

STICHTING PENSIOENFONDS GROOTHANDEL VEGRO. Pensioenbrochure. Onze pensioenregeling toegelicht

Pensioenbrochure Stichting Sportfondsen Pensioenfonds

Pensioenbrochure 2012

Pensioenbrochure 2013

Brochure pensioenregeling Unigarant 2006 van Pensioenfonds ANWB In dienst vóór 1 januari 2006

Stichting Pensioenfonds Xerox

PENSIOEN Stichting Pensioenfonds Consumentenbond

Pensioenbrochure. dd. september 2010

Pensioenbrochure Stichting Pensioenfonds DHV

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Brochure pensioenregeling C van Pensioenfonds ANWB. Voor medewerkers van: ANWB, MAA en Pharos. In dienst vóór 1 januari 2006

Uitleg van uw pensioenregeling De startbrief

Stichting Pensioenfonds Mercurius Amsterdam

Stichting Pensioenfonds Mercurius Amsterdam

Uw pensioenregeling 55-plus in het kort

Stichting Pensioenfonds Mercurius Amsterdam

Toelichting op het pensioenoverzicht 2010 KPN Uitkeringsovereenkomst voor de middelloonregeling

BEWAAR UW PENSIOENOVERZICHT ZORGVULDIG. LEES OOK DE TOELICHTING. DEZE IS ONDERDEEL VAN HET UNIFORM PENSIOENOVERZICHT.

Pensioenbrochure 2015

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Stichting Pensioenfonds Mercurius Amsterdam

deltalloyd pensioenfonds

Welkomstbrief. Meer weten? Kijk op pensioentextielverzorging.nl

Stichting Pensioenfonds Urenco Nederland VERTROUWELIJK. Naam. Adres. Datum: Startbrief Pensioenregeling Urenco Nederland B.V.

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

2013 Pensioenreglement Euronext Amsterdam. Deze brochure geeft antwoord op de vragen:

Pensioen Meer informatie over uw pensioenregeling. Pensioenfonds Avebe

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Stichting Pensioenfonds Cindu International. Behorend bij de startbrief PENSIOENBROCHURE 2012

Welkom bij pensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie PSL

Startbrief Pensioenregeling Enrichment Technology Nederland B.V. (ETC Almelo)

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming

Uw pensioen bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. Waterrecreatie en de Kunststoffen en Houten Jachtbouw

Hoe is uw pensioen geregeld?

ING TRANSPORT. Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Uw pensioenregeling. Pensioenregeling 2013

Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij. is het pensioenfonds voor de medewerkers van Grolsch

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Toelichting bij uw Uniform Pensioenoverzicht 2018

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

BROCHURE BIJ PENSIOENREGELING LINDE GAS BENELUX

In het kort. Uw Pensioen. Scheiden Verhuizen Gaat u bijna met pensioen?

De heer W.I.W. Voorbeeld Straat AB WOONPLAATS 1234ab49. Heerlen, April Beste heer Voorbeeld,

TOELICHTING Uniform Pensioenoverzicht 2017 Actieve deelnemers

TOELICHTING uniform pensioenoverzicht

Het AVEBE Pensioen samengevat

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

CAPGEMINI PENSIOENFONDS. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld?

U bouwt bij ons een levenslang ouderdomspensioen op. Dit pensioen krijgt u uitbetaald zodra u met pensioen gaat en stopt pas als u overlijdt.

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Pensioenfonds. Uniform Pensioenoverzicht 2014 De heer A Voorbeeld. ondres. Voor wie is dit pensioenoverzicht bedoeld? Welk pensioen kunt u verwachten?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Alstublieft! Uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) Dit is een overzicht van uw pensioen op 31 december 2013.

De hoogte van het totale partnerpensioen staat vermeld op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op

- U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling - U bent arbeidsongeschikt

Pensioen Laag 2

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Waardeoverdracht. bij indiensttreding. Wat is waardeoverdracht? Is waardeoverdracht. verstandig? Goed om te weten. Een nieuwe baan.

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Neem voor vragen of meer informatie over uw pensioensituatie contact op met de Servicedesk van uw Werkgever(s) Referentiecode Pensioenovereenkomst

Jouw Delta Lloyd Pensioen in het kort

Wat is pensioen? Pensioen is inkomen voor als u later stopt met werken. Pensioen is ook inkomen voor uw nabestaanden als u overlijdt.

Transcriptie:

PENSIOEN BROCHURE bij de startbrief Deze brochure is onderdeel van de startbrief. Bewaar deze brochure goed. Hij kan in de toekomst namelijk nog van pas komen. middelloon-pensioenregeling op basis van een uitkeringsovereenkomst met gemaximeerde werkgeverspremie en opbouw nabestaandenpensioen

INHOUDSOPGAVE: 1 Wanneer kan ik met pensioen en hoeveel pensioen ontvang ik? 4 1.1 Wanneer bouw ik ouderdomspensioen op? 4 1.2 Hoeveel bedraagt het ouderdomspensioen? 4 2 Verschillende keuzes voor pensionering 5 2.1 Vervroegd met pensioen 6 2.2 Deeltijdpensioen 6 2.3 Omzetten van nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen 6 2.4 Variatie in hoogte pensioenuitkering 7 3 Hoeveel pensioen ontvangen mijn partner en/of kinderen? 7 3.1 Nabestaandenpensioen 7 3.1.1 Tijdelijk nabestaandenpensioen 8 3.2 Wezenpensioen 8 3.3 Nabestaanden-, wezen- en arbeidsongeschiktheidspensioen voor aspirant-deelnemers 8 4 Wat als 9 4.1 Wat als mijn deelname aan de pensioenregeling eindigt? 9 4.2 Wat als ik ga werken bij een andere werkgever? 9 4.3 Wat als ik in deeltijd ga werken? 9 4.4 Wat als ik ga scheiden? 10 4.4.1 Verevening (= verdeling) van het pensioen en conversie 10 4.4.2 Aanspraak op bijzonder nabestaandenpensioen voor uw ex-partner 11 5 Hoe zit het met mijn pensioen als ik arbeidsongeschikt word? 11 5.1 Uw pensioenopbouw verandert 11 5.2 U betaalt minder of geen pensioenpremie 12 5.3 De onderdelen van het arbeidsongeschiktheidspensioen 12 6 Wat betaal ik voor mijn pensioenregeling? 13 6.1 Vaste pensioenpremie 14 6.2 Betalingsvoorbehoud 14 6.3 Financiële problemen 15 7 Pensioenuitkering 15 7.1 Uitbetaling 15 7.2 Inhoudingen op uw pensioenuitkering 15 8 Voorwaardelijke indexatieverlening 16 9 Waardeoverdracht 17 9.1 Wel of geen waardeoverdracht 17 9.2 Waardeoverdracht aanvragen 17 10 Informatieverplichtingen 18 10.1 Uw verplichtingen 18 10.2 Verplichtingen van het pensioenfonds 18 11 Klachtenreglement 19 12 Nuttige adressen 19 13 Begrippenlijst 19 2

Inleiding Deze pensioenbrochure is onderdeel van de startbrief en geeft antwoord op de vragen: - wanneer kan ik met pensioen? - hoeveel pensioen ontvang ik? - hoe zit het met mijn pensioen als ik arbeidsongeschikt word? - wat ontvangen mijn partner en kinderen aan pensioen als ik overlijd? - wat gebeurt er met mijn pensioen als ik naar een andere werkgever ga? In deze brochure staat alleen de belangrijkste informatie uit uw pensioenregeling. Het kan zijn dat u na het lezen nog vragen heeft. Deze vragen kunt u dan stellen aan de medewerkers van het pensioenbureau van Dion BV, telefoonnummer 0523-288420. Ook kunt u voor nadere informatie over de regeling kijken op de website van het pensioenfonds: www.owase.nl. De volledige pensioenregeling staat in het pensioenreglement. U kunt dit reglement opvragen bij het pensioenfonds. U kunt geen rechten ontlenen aan deze brochure. In het pensioenreglement van het pensioenfonds staat de pensioenregeling van uw werkgever. Als er in het pensioenreglement iets anders staat dan in deze brochure, gaat het pensioenreglement voor. Bewaar deze brochure goed! U hebt hem misschien in de toekomst nog nodig. In pensioenland worden veel begrippen en afkortingen gebruikt. Deze worden in paragraaf 13 (pagina 19 en 20) toegelicht. Wat is pensioen? Het ouderdomspensioen is uw inkomen als u stopt met werken omdat u 65 jaar wordt (NB. de pensioenleeftijd zal op termijn opschuiven naar 67 jaar, maar in deze brochure gaan we voorlopig nog even uit van 65 jaar). Als u vóór uw 65ste arbeidsongeschikt wordt, krijgt u mogelijk arbeidsongeschiktheidspensioen. En uw nabestaanden kunnen pensioen krijgen als u overlijdt. Uw partner krijgt nabestaandenpensioen en uw kinderen krijgen wezenpensioen. Uw werkgever heeft de pensioenregeling ondergebracht bij het pensioenfonds Stichting Pensioenfonds OWASE. Dion BV verzorgt de administratie voor pensioenfonds OWASE. 3

1. Wanneer kan ik met pensioen en hoeveel pensioen ontvang ik? U kunt met pensioen op de eerste dag van de maand waarin u 65 jaar wordt. Voorbeeld: op 28 augustus in het jaar 2022 wordt u 65 jaar. U kunt vanaf 1 augustus 2022 met pensioen. U krijgt dit pensioen totdat u overlijdt. 1.1. Wanneer bouw ik ouderdomspensioen op? U bouwt ouderdomspensioen op zodra u meedoet met de pensioenregeling. U bent dan deelnemer. U mag met de pensioenregeling meedoen vanaf de eerste dag dat u voor uw werkgever werkt. U blijft meedoen met de pensioenregeling tot u met pensioen gaat. Of tot de dag dat u weggaat bij uw werkgever. Om mee te doen met een pensioenregeling moet u wel 21 jaar of ouder zijn. Als u jonger bent dan 21 jaar, bent u eerst aspirant-deelnemer van de regeling. Onder 3.3 staat wat dat voor u betekent. 1.2. Hoeveel bedraagt het ouderdomspensioen? We kunnen nu nog niet zeggen hoeveel ouderdomspensioen u precies krijgt als u 65 jaar bent. Wel kunnen we zeggen dat uw pensioenregeling een 'uitkeringsovereenkomst in de vorm van een middelloonregeling' is. Dat betekent dat uw pensioenuitkering afhangt van de salarissen die u tot aan uw pensioen jaarlijks verdiend hebt. Hoeveel pensioenuitkering u krijgt, weet u pas precies als u met pensioen gaat. Uw ouderdomspensioen hangt af van: wat uw pensioengrondslag is in de tijd dat u meedoet met de pensioenregeling. De pensioengrondslag is het deel van uw salaris waarover u pensioen opbouwt; wat uw opbouwpercentage is. Dat betekent: hoeveel procent van uw pensioengrondslag u ieder jaar aan pensioen opbouwt. Voor u is dat 2,15 procent per jaar (behalve voor de pensioenopbouw in het jaar 2013; voor dat jaar geldt een opbouwpercentage van 1,65%; zie paragraaf 6.1); hoeveel jaar u meedoet met de pensioenregeling; of u fulltime of in deeltijd werkt. U kunt zelf uitrekenen hoeveel ouderdomspensioen u ieder jaar opbouwt. Kijk daarvoor naar het voorbeeld hieronder. Het voorbeeld gaat over iemand die fulltime werkt en een pensioenopbouw heeft van 2,15% (waarbij we de verlaging van de opbouw in het jaar 2013 even buiten beschouwing laten). Het pensioen dat u bij pensioenfonds OWASE opbouwt is een aanvulling op de AOW-uitkering. In onderstaande voorbeeldberekening kunt u dit terugzien, doordat er rekening wordt gehouden met een franchise. De pensioenregeling van pensioenfonds OWASE hanteert een franchise van 14.808,- (niveau sinds 1 juli 2012). Dit is het bedrag waarover u geen pensioen opbouwt, omdat u al AOW krijgt van de overheid. 4

Voorbeeldberekening: Pensioengevend jaarsalaris franchise = pensioengrondslag Pensioengrondslag x opbouwpercentage = jaarlijkse pensioenopbouw Pensioengevend jaarsalaris: 35.000,- Pensioengrondslag: 35.000-14.808 = 20.192 Jaarlijkse pensioenopbouw voor het ouderdomspensioen: 20.192 x 2,15% = 434 Wat is de franchise? En waarom gaat die van uw jaarsalaris af als we de pensioengrondslag berekenen? De franchise is een deel van uw salaris dat niet meetelt voor de opbouw van uw pensioen. U bouwt dus niet over uw hele salaris pensioen op. Dat is ook niet nodig, want u krijgt op uw 65 ste een AOW-uitkering van de overheid (NB. de AOW-leeftijd wordt de komende jaren in stappen verhoogd naar 67 jaar; de pensioenregeling zal hier op termijn aan worden aangepast). Hoe hoog de AOW-uitkering is, berekent de Sociale Verzekeringsbank. Voor het bedrag van de AOW-uitkering hoeft u geen pensioen op te bouwen. Daarom trekt het pensioenfonds een bedrag van uw jaarsalaris af als hij uw pensioengrondslag berekent. Het bedrag dat het pensioenfonds aftrekt, heet de franchise. Dit bedrag kan ieder jaar worden aangepast aan de stijging van de AOW-uitkering. Ieder jaar krijgt u een pensioenopgave van het pensioenfonds. Daar staat in hoeveel pensioen u hebt opgebouwd en hoeveel u nog kunt opbouwen. Uw pensioengevend jaarsalaris staat ook op uw pensioenoverzicht. 2. Verschillende keuzes voor pensionering De pensioenregeling van pensioenfonds OWASE kent een aantal keuzemogelijkheden waarvan u gebruik kunt maken op het moment dat u met pensioen gaat of wilt gaan: - vervroegen van de pensioendatum; - deeltijdpensioen; - omzetten van nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen; - variabele pensioenuitkering. Het gebruik maken van de keuzemogelijkheden betekent dat de hoogte van uw ouderdomspensioen en, afhankelijk van welke keuze u maakt, ook het nabestaandenpensioen verandert. In hoeverre het pensioen verandert kunt u berekenen met behulp van de factoren die in bijlage 5 van het pensioenreglement staan. U kunt voor de berekening gebruik maken van de pensioenpeiler op de website van pensioenfonds OWASE. U kunt ook bij het pensioenfonds een verzoek indienen om de effecten te berekenen. 5

2.1. Vervroegd met pensioen In principe gaat u met pensioen als u 65 jaar wordt. Wilt u eerder met pensioen, dan kunt u dit aanvragen bij het pensioenfonds. Op z n vroegst kunt u met pensioen als u 55 jaar bent. Als u eerder met pensioen gaat, moet u vanaf die datum ook daadwerkelijk stoppen met werken. Uw pensioen wordt wel lager als u eerder met pensioen gaat. Maar als u een nabestaandenpensioen hebt, blijft dat gelijk. In paragraaf 3.1 staat meer informatie over het nabestaandenpensioen. 2.2. Deeltijdpensioen U kunt ook met deeltijdpensioen gaan. Dat betekent dat u tussen uw 60e en 65e in deeltijd gaat werken. U spreekt eerst met uw werkgever af hoeveel uur u nog doorwerkt. Als u bijvoorbeeld 60% van de oorspronkelijke uren per week blijft werken, kunt u met deeltijdpensioen voor 40%. Dit betekent dat u alvast 40% krijgt van het ouderdomspensioen dat u op dat moment hebt opgebouwd. Voor 60% blijft u meedoen met de pensioenregeling. Voor dit deel blijft u ook pensioen opbouwen. In paragraaf 4.3. staat hierover meer informatie. Uw pensioen, en ook het nabestaandenpensioen, worden wel lager als u met deeltijdpensioen gaat. U kunt hierover meer lezen in bijlage 2 en 5 van het pensioenreglement. Wilt u met deeltijdpensioen gaan, dan kunt u dat aanvragen bij het pensioenfonds. U zult eerst met uw werkgever de afspraak moeten maken voor welk deel van uw tijd u nog in dienst blijft. 2.3. Omzetten van nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen Gaat u met pensioen? En hebt u een partner? Dan kunt u uw pensioenfonds vragen om uw nabestaandenpensioen te veranderen in ouderdomspensioen. Of een deel ervan. U houdt dan geen nabestaandenpensioen over, of een lager nabestaandenpensioen. Deze keuze kunt u alleen maken als uw partner het daarmee eens is. U kunt meer lezen over deze verandering in bijlage 2 en 5 van het pensioenreglement. 6

2.4. Variatie in hoogte pensioenuitkering U kunt ervoor kiezen om in de eerste periode na uw pensioneren meer pensioen te krijgen dan daarna. Bijvoorbeeld omdat u denkt dat u in de eerste jaren meer geld nodig hebt dan daarna. Deze eerste periode kan, bijvoorbeeld, vijf of tien jaar zijn (maar bijvoorbeeld ook de periode tussen de ingangsdatum van uw pensioen en de ingangsdatum van uw AOW). De hoogte van uw uitkering mag u niet zelf bepalen. Hiervoor is namelijk een maximale verhouding vastgesteld van 100:75 (zie verder bijlage 2 van het pensioenreglement). Als u een partner hebt, blijft het nabestaandenpensioen hetzelfde. Dat verandert dus niet mee met uw ouderdomspensioen. U kunt meer lezen over deze keuze in de bijlage van het pensioenreglement. 3. Hoeveel pensioen ontvangen mijn partner en/of kinderen? Voor het geval u komt te overlijden bevat de pensioenregeling van pensioenfonds OWASE ook een (levenslang) nabestaandenpensioen, een tijdelijk nabestaandenpensioen en een wezenpensioen. Dit pensioen staat los van een eventuele ANWuitkering van de Sociale Verzekeringsbank. Deze pensioenen kunnen belangrijk zijn voor u als u een partner en/of kinderen hebt en u overlijdt. Met partner bedoelen we de man of vrouw met wie u een relatie hebt. Deze relatie kan zijn: - een huwelijk; - een geregistreerd partnerschap bij de burgerlijke stand; - ongehuwd samenwonen als u aan de voorwaarden van het pensioenreglement voldoet (zie bijlage 1 van het pensioenreglement). 3.1. Nabestaandenpensioen Het nabestaandenpensioen is inkomen voor uw partner als u overlijdt. Hoe berekenen we het nabestaandenpensioen? Het nabestaandenpensioen is 70% van het ouderdomspensioen, dat u zou hebben opgebouwd als u tot uw 65 e zou hebben gewerkt. Pensioenfonds OWASE gaat er hierbij vanuit dat u tot aan uw 65 e minimaal 30 jaar lang ouderdomspensioen zou hebben opgebouwd. Wanneer dat minder is dan 30, dan gaat het pensioenfonds toch uit van die fictieve 30 jaar. Uw partner krijgt deze uitkering vanaf de eerste dag van de maand waarin u overlijdt tot en met de laatste dag van de maand waarin uw partner zelf overlijdt. NB. Het is belangrijk dat u het meteen aan het pensioenfonds doorgeeft als u een partner heeft en wie uw partner is. Ook moet u doorgeven welke vorm van partnerschap u met uw partner heeft. 7

3.1.1. Tijdelijk nabestaandenpensioen Als uw partner op of na 1 januari 1950 geboren is, heeft uw partner - als u komt te overlijden - recht op een tijdelijk nabestaandenpensioen van 7.000,- per jaar (niveau 2013). Het tijdelijk nabestaandenpensioen wordt uitgekeerd vanaf de maand die volgt op de maand waarin u komt te overlijden en tot aan de maand waarin uw partner 65 wordt (of als uw partner eerder dan die leeftijd komt te overlijden, tot en met de maand waarin uw partner komt te overlijden). Het tijdelijk nabestaandenpensioen is op risicobasis verzekerd. Dat betekent dat u bij beëindiging van uw deelnemerschap - bijvoorbeeld als u bij een andere werkgever in dienst treedt - bij pensioenfonds OWASE geen aanspraak op tijdelijk nabestaandenpensioen voor uw partner behoudt. 3.2. Wezenpensioen Het wezenpensioen is inkomen voor uw kinderen als u overlijdt. Hoe berekenen we het wezenpensioen? Het wezenpensioen is 14% van het ouderdomspensioen dat u zou hebben gekregen als u tot uw 65ste gewerkt zou hebben. Overlijdt u na uw pensionering, dan is het wezenpensioen 14% van het ouderdomspensioen. Als u alleenstaande ouder bent - dat wil zeggen als de andere ouder onbekend is of al eerder is overleden - wordt het wezenpensioen verdubbeld. Het pensioenfonds betaalt het wezenpensioen aan kinderen tot en met 18 jaar. Oudere kinderen die nog studeren, krijgen een wezenpensioen uiterlijk tot ze 27 jaar zijn of tot ze klaar zijn met studeren. 3.3. Nabestaandenpensioen, wezenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen voor aspirant-deelnemers Als u nog geen 21 jaar bent, bent u aspirant-deelnemer. U bouwt dan nog geen ouderdomspensioen op. Maar stel dat u overlijdt, dan hebben uw partner en kinderen wel recht op een pensioen. Uw partner krijgt een nabestaandenpensioen en uw kinderen krijgen een wezenpensioen. En als u arbeidsongeschikt wordt, krijgt u mogelijk een arbeidsongeschiktheidspensioen. Vanaf uw 21ste verjaardag doet u mee met de pensioenregeling en bouwt dus ouderdomspensioen op. 8

4. Wat als 4.1. Wat als mijn deelname aan de pensioenregeling eindigt? Als u stopt bij uw werkgever, doet u ook niet meer mee met de pensioenregeling. U bouwt dan geen nieuw ouderdomspensioen meer op. Maar het pensioen dat u al hebt opgebouwd, blijft staan. Het is niet mogelijk dat u blijft meedoen met deze pensioenregeling. Als u bij uitdiensttreding arbeidsongeschikt bent dan heb u mogelijk wel recht op voortzetting van pensioenopbouw zoals bedoeld in paragraaf 5.1. 4.2. Wat als ik ga werken bij een andere werkgever? Als u bij een andere werkgever gaat werken, doet u niet meer mee met de pensioenregeling die u nu hebt. Het ouderdomspensioen dat u hebt opgebouwd, blijft staan. Maar u bouwt geen pensioen meer op in deze regeling. Bij uw nieuwe werkgever bouwt u waarschijnlijk ook pensioen op. Dat gebeurt dan met de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. Soms is de nieuwe pensioenregeling beter dan de oude. Bijvoorbeeld als in de nieuwe regeling uw pensioen beter wordt geïndexeerd. Dan kan het voordelig zijn om het opgebouwde pensioen uit de pensioenregeling die u nu hebt aan de nieuwe pensioenregeling over te dragen. Dat noemen we waardeoverdracht. In paragraaf 9 kunt u meer lezen over verhoging van het pensioen en waardeoverdracht. Als u dat niet doet, blijven de opgebouwde aanspraken staan bij pensioenfonds OWASE. U bent dan een zogenoemde gewezen deelnemer, of ook wel slaper genoemd. 4.3. Wat als ik in deeltijd ga werken? U bouwt minder pensioen op als u in deeltijd werkt of gaat werken. We berekenen uw pensioenopbouw dan als volgt. - we berekenen uw pensioengrondslag alsof u fulltime werkt; - we berekenen de deeltijdfactor. Dat is de verhouding tussen het aantal uren dat u werkt en het aantal uren dat bij uw werkgever geldt als fulltime. Bijvoorbeeld: u werkt 32 uur per week, en bij uw werkgever betekent een fulltime baan 40 uur werk per week. De deeltijdfactor is dan 32 / 40 = 0,8. - de fulltime pensioengrondslag x de deeltijdfactor = uw pensioenopbouw per jaar. 9

4.4. Wat als ik ga scheiden? Als u gaat scheiden heeft uw ex-partner recht op een deel van het ouderdomspensioen. Namelijk de helft van het deel dat u tijdens uw huwelijk hebt opgebouwd tot het moment dat u bent gescheiden. 4.4.1. Verevening (= verdeling) van het pensioen en conversie Bent u getrouwd of hebt u een partnerschap bij de burgerlijke stand laten registreren? Dan heeft uw ex recht op de helft van uw ouderdomspensioen nadat u gescheiden bent. Dit recht heeft uw ex ook als u gescheiden bent van tafel en bed (dan bent u nog getrouwd maar woont u niet meer bij elkaar). Het gaat om de helft van het ouderdomspensioen dat u hebt opgebouwd tijdens uw huwelijk tot het moment van scheiding of het einde van het geregistreerde partnerschap. We noemen dit 'verevening'. Uw ex én u krijgen allebei een pensioenoverzicht van het pensioenfonds. U kunt als echtgenoten of partners ook andere afspraken maken. Dit kan in de huwelijkse voorwaarden, in de voorwaarden voor het partnerschap of in de scheidingsovereenkomst. Woonde u samen maar was u niet getrouwd? En had u ook geen geregistreerd partnerschap? Dan heeft uw ex geen recht op een deel van het ouderdomspensioen als u uit elkaar gaat. Ook niet als u een samenlevingscontract hebt. U kunt ook afspreken dat u en uw ex allebei een zelfstandig ouderdomspensioen krijgen. We noemen dat 'conversie'. Het ouderdomspensioen en het bijzonder nabestaandenpensioen dat uw ex krijgt worden tezamen veranderd in één ouderdomspensioen. Uw ex krijgt dan ouderdomspensioen als hij of zij 65 jaar wordt. Als uw ex overlijdt, dan vervalt het ouderdomspensioen van uw ex. U houdt dan alleen uw eigen deel van het ouderdomspensioen. En als u overlijdt, vervalt uw ouderdomspensioen. Uw ex houdt dan zijn of haar eigen deel. Het bijzonder nabestaandenpensioen vervalt als u kiest voor conversie. U kunt hierover afspraken maken door een formulier in te vullen. Dat formulier krijgt u bij een groot postkantoor, bij Postbus 51 of bij uw echtscheidingsadvocaat. Tot twee jaar na de dag dat u bent gescheiden, kunt u nog afspraken maken over de verdeling van uw pensioen. Uw pensioenfonds moet deze afspraak wel eerst goedkeuren. 10

4.4.2. Aanspraak op bijzonder nabestaandenpensioen voor uw ex-partner Als u gaat scheiden heeft uw ex recht op een bijzonder nabestaandenpensioen. Dit is het deel van het nabestaandenpensioen dat u heeft opgebouwd vanaf het moment dat u bent gaan deelnemen aan de pensioenregeling tot het moment van scheiding, het einde van het geregistreerde partnerschap of het einde van de gezamenlijke huishouding. Uw ex krijgt dit bijzondere nabestaandenpensioen als u overlijdt. U kunt hierover afspraken maken in huwelijkse voorwaarden, partnerschap voorwaarden of in het echtscheidingsconvenant. Als u kiest voor conversie van het ouderdomspensioen, dan krijgt uw ex geen bijzonder nabestaandenpensioen. Want het bijzonder nabestaandenpensioen is dan veranderd in een ouderdomspensioen voor uw ex. 5. Hoe zit het met mijn pensioen als ik arbeidsongeschikt word? Als u ziek of arbeidsongeschikt wordt, blijft u automatisch meedoen met de pensioenregeling. U bent arbeidsongeschikt als u meer dan 2 jaar ziek bent. Als u volledig arbeidsongeschikt wordt, bouwt u nog wel gedeeltelijk pensioen op. Maar u hoeft geen premie meer te betalen. Als u deels arbeidsongeschikt wordt, bouwt u maar voor een deel pensioen op. Voor dat deel betaalt u geen premie meer. Als u arbeidsongeschikt wordt, hebt u volgens de wet recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Als u volledig en duurzaam arbeidsongeschikt wordt, krijgt u van het UWV een IVA-uitkering (WIA) en als u voor een deel arbeidsongeschikt wordt, krijgt u een WGA-uitkering (WIA). Als u in verband met uw arbeidsongeschiktheid een WAO- of WIA-uitkering krijgt kunt u op grond van de pensioenregeling van pensioenfonds OWASE ook in aanmerking komen voor arbeidsongeschiktheidspensioen. Het UWV beoordeelt of u recht hebt op een WAO- of WIA-uitkering en hoe hoog deze uitkering is. Het arbeidsongeschiktheidspensioen van pensioenfonds OWASE is een aanvulling op de WAO- of WIAuitkering. 5.1. Uw pensioenopbouw verandert De opbouw van uw pensioen verandert als u arbeidsongeschikt wordt. Dit is afhankelijk van uw arbeidsongeschiktheidspercentage. Het UWV stelt uw arbeidsongeschiktheidspercentage vast. Op basis van dit percentage wordt bepaald in welke mate de opbouw wordt aangepast. Als u volledig arbeidsongeschikt bent is de opbouw van uw pensioen 70% van het opbouwpercentage (70% x 2,15% = 1,5%). 11

Arbeidsongeschiktheidspercentage Aanpassing van de opbouw bij (voor het overige nog gedeeltelijk werken) en een WAO-uitkering WIA-uitkering 80% tot 100% 70% opbouw 70% opbouw 65 tot 80% 78,25% opbouw 78,25% opbouw 55 tot 65% 82% opbouw 82% opbouw 45 tot 55% 85% opbouw 85% opbouw 35 tot 45% 88% opbouw 88% opbouw 25 tot 35% 91% opbouw - 15 tot 25% 94% opbouw - 5.2. U betaalt minder of geen pensioenpremie Vanaf het moment dat u een WAO- of WIA-uitkering ontvangt, hebt u geheel of gedeeltelijk recht op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw. U hoeft dan minder of geen premie te betalen voor uw pensioenopbouw. Op basis van het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt bepaald in welke mate de pensioenopbouw premievrij wordt voortgezet. Arbeidsongeschiktheidspercentage Premievrije voortzetting opbouw bij een WAO-uitkering WIA-uitkering 80% tot 100% 100% premievrij 100% premievrij 65 tot 80% 100% premievrij 80% premievrij 55 tot 65% 65% premievrij 65% premievrij 45 tot 55% 55% premievrij 55% premievrij 35 tot 45% 45% premievrij 45% premievrij 25 tot 35% 35% premievrij (0% premievrij) 15 tot 25% 0% premievrij (0% premievrij) 5.3. De onderdelen van het arbeidsongeschiktheidspensioen Het arbeidsongeschiktheidspensioen bestaat uit een aantal componenten. Deze componenten vullen uw WAO- of WIA-uitkering aan afhankelijk van uw leeftijd of wanneer u meer verdient dan het voor de WAO en de WIA geldende maximale dagloon (voor 2013 is dat afgerond 50.856,- per jaar). 12

Als u volledig arbeidsongeschikt bent - voor de WAO 65% of meer; voor de WIA duurzaam 80% of meer - vult het arbeidsongeschiktheidspensioen uw WAO- of WIA-uitkering aan tot 76,5% van uw pensioengevend salaris, maar maximaal tot aan de WAO- of WIA-uitkeringsgrens (in verband met het maximale dagloon). NB. als u een WGA-uitkering (WIA) ontvangt, vindt voor dit deel geen aanvulling door het pensioenfonds plaats. Als uw pensioengevend jaarsalaris hoger is dan de WAO- of WIA-uitkeringsgrens vult het arbeidsongeschiktheidspensioen de WAO- of WIA-uitkering aan tot maximaal 70% van het deel van uw pensioengevende salaris boven de WAO- of WIA-uitkeringsgrens. NB. ook als u een WGA-uitkering (WIA) ontvangt, vindt voor dit deel aanvulling door het pensioenfonds plaats. Het arbeidsongeschiktheidspensioen is afhankelijk van uw arbeidsongeschiktheidspercentage. Op basis van dit percentage wordt bepaald in welke mate de aanvullingen worden uitgekeerd. Arbeidsongeschiktheidspercentage Aanvulling arbeidsongeschiktheidspensioen voor het deel boven het maximum dagloon bij een WAO-uitkering WIA-uitkering 80% tot 100% 100% uitkeren 100% uitkeren 65 tot 80% 80% uitkeren 80% uitkeren 55 tot 65% 60% uitkeren 60% uitkeren 45 tot 55% 50% uitkeren 50% uitkeren 35 tot 45% 40% uitkeren 40% uitkeren 25 tot 35% 30% uitkeren 0% uitkeren 15 tot 25% 20% uitkeren 0% uitkeren 6. Wat betaal ik voor mijn pensioenregeling? Voor het ouderdomspensioen: Samen met uw werkgever betaalt u de premie voor de pensioenregeling van pensioenfonds OWASE. U betaalt voor het ouderdomspensioen 7,5% van uw pensioengrondslag en uw werkgever 22,5% van uw pensioengrondslag. Voor het tijdelijke nabestaandenpensioen: De premie voor het tijdelijke nabestaandenpensioen is een vast bedrag dat jaarlijks wordt vastgesteld: voor 2013 is dit 15,- per maand. Deze premie komt volledig voor rekening van de werknemer. 13

Voor het arbeidsongeschiktheidspensioen: De premie voor het arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt voor 2013 0,4% van het bruto jaarsalaris. Deze premie wordt per maand bepaald en komt eveneens volledig voor rekening van de werknemer. De premies die u als werknemer betaalt voor de pensioenregeling houdt uw werkgever maandelijks in op uw brutosalaris. 6.1. Gemaximeerde pensioenpremie Het pensioenfondsbestuur stelt de hoogte van de pensioenpremie vast. U betaalt een gedeelte van deze pensioenpremie (de werknemerspremie) en uw werkgever betaalt het andere gedeelte van deze pensioenpremie (de werkgeverspremie). Uw werkgever betaalt niet meer werkgeverspremie dan een van tevoren afgesproken maximum. Als op een bepaald moment de daadwerkelijke kosten voor de pensioenregeling hoger zijn dan de premie die aan pensioenfonds OWASE afgedragen wordt, kan het vanwege de gemaximeerde werkgeverspremie noodzakelijk zijn om de nog te verwerven pensioenaanspraken van de deelnemers te verminderen. In dat geval zullen de nog te verwerven aanspraken worden verlaagd indien en voor zover de premie niet toereikend is. Het pensioenreglement van het pensioenfonds zal dan op overeenkomstige wijze worden aangepast. Als deze situatie zich voordoet, informeert het pensioenfonds de deelnemers en de werkgever schriftelijk over het besluit tot verlaging van de nog te verwerven pensioenaanspraken. Als op enig moment de premie-inkomsten van het pensioenfonds dat toelaten, kan het bestuur van pensioenfonds OWASE besluiten om de verlaging geheel of ten dele weer ongedaan te maken. Voor het kalenderjaar 2013 heeft het pensioenfonds besloten om de opbouw van nieuwe pensioenaanspraken te verlagen van 2,15% naar 1,65%. De premie voor 2013 was vanwege de lage rekenrente en de gestegen levensverwachting niet voldoende om de nieuwe pensioenopbouw volledig te financieren. De verlaging geldt in beginsel uitsluitend voor 2013 en uitsluitend voor de in dat jaar nieuw op te bouwen pensioenaanspraken. 6.2. Betalingsvoorbehoud In bijzondere situaties kan uw werkgever minder premie gaan betalen. Hij kan zelfs helemaal stoppen met premie betalen. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als de werkgever financiële problemen heeft. Als dat zo is, krijgt u meteen bericht van het pensioenfonds. Het pensioen dat u al hebt opgebouwd, blijft wel bestaan. Maar het pensioen dat u in de toekomst opbouwt, verandert. 14

6.3. Financiële problemen Als het pensioenfonds in ernstige financiële problemen komt (bijvoorbeeld door een beurskrach of door een extreem lage rentestand), dan kan het pensioenfondsbestuur een aantal maatregelen nemen: CAO-partijen voorstellen om de werknemerspremies te verhogen; heroverwegen van het indexatiebeleid; korten van de opbouw van nieuwe pensioenaanspraken (zie ook 6.1); korten van bestaande pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen (dit wordt afstempelen genoemd en gebeurt alleen als het echt niet anders kan). Zodra de financiële positie van het fonds dat weer toelaat, kunnen de gekorte aanspraken en rechten worden hersteld en kunnen inhaalindexaties worden toegekend. 7. Pensioenuitkering 7.1. Uitbetaling Voordat u met pensioen gaat, krijgt u een opgave van uw pensioenfonds. Hierin staat hoeveel pensioen u per maand krijgt. Hebt u een partner? Dan staat er ook in hoeveel het nabestaandenpensioen is als u overlijdt. In het overzicht van het pensioenfonds staan de bruto bedragen. Zodra u met pensioen bent, krijgt u iedere maand een bedrag op uw bankrekening. U krijgt het pensioen totdat u overlijdt. Zodra u met pensioen gaat, heeft uw ex recht op zijn of haar deel van het ouderdomspensioen. Het pensioenfonds betaalt dit deel rechtstreeks aan uw ex. Overlijdt uw ex, dan krijgt u het hele ouderdomspensioen weer zelf (tenzij conversie heeft plaatsgevonden; zie paragraaf 4.4.1). Ieder jaar krijgt u van het pensioenfonds een overzicht van uw pensioenopbouw: de jaaropgave. Hierin staat hoeveel pensioen u kunt verwachten als u 65 jaar bent. In de jaaropgave staat ook hoeveel ouderdomspensioen u al hebt opgebouwd. 7.2. Inhoudingen op uw pensioenuitkering Het pensioenfonds houdt loonheffing in op uw pensioen. Bovendien houdt het pensioenfonds een premie in voor de Zorgverzekeringswet. Deze bedragen gaan van uw pensioen af voordat u het pensioen op uw rekening krijgt. 15

U krijgt ieder jaar een jaaropgave van uw pensioenfonds. Hierin staan de volgende bedragen: - het bedrag dat u aan pensioen hebt gekregen; - het bedrag dat is ingehouden aan loonheffing; - het bedrag dat is ingehouden aan premie Zorgverzekeringswet. U hebt deze jaaropgave nodig voor uw belastingaangifte. Bewaar het dus goed! 8. Voorwaardelijke indexatieverlening Pensioenfonds OWASE probeert ieder jaar uw opgebouwde pensioen te verhogen met de loonindex voor actieve deelnemers en de prijsindex voor gepensioneerden en slapers. U hebt door deze verhoging en de verwachting voor de komende jaren niet meteen recht op verhogingen in de toekomst. Deze verhoging wordt toeslag genoemd. Het bestuur van pensioenfonds OWASE besluit of er wel of geen indexatie van de opgebouwde pensioenaanspraken en -uitkeringen plaatsvindt. Dit bestuursbesluit is afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds. Als u in enig jaar een indexatie ontvangt, is het niet zeker of en in welke mate in de toekomst ook wordt geïndexeerd. Zolang u deelnemer bent, probeert het pensioenfonds uw pensioenaanspraken per datum CAO-verhoging aan te passen aan de algemene loonontwikkeling bij de OWASE-werkgevers (loonindex). Zodra u gepensioneerd bent of geen deelnemer meer bent, probeert het pensioenfonds uw pensioenuitkering of uw opgebouwde pensioenaanspraken halfjaarlijks per 1 januari en per 1 juli aan te passen aan de procentuele stijging van de zogenoemde consumenten prijsindex alle huishoudens afgeleid (zoals deze is vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek). Het pensioenfonds zal ook proberen de aanspraken van uw eventuele ex-partner aan te passen aan de zojuist bedoelde loon- en prijsontwikkeling. NB. per 1 januari 2013 is voor de actieve deelnemers sprake van een cumulatieve indexatieachterstand van 2,67% en voor de pensioengerechtigden en de gewezen deelnemers sprake van een cumulatieve indexatieachterstand van 3,04%. Het pensioenfonds probeert de gemiste indexaties op een latere datum alsnog toe te kennen zodra de financiële situatie van het pensioenfonds dat weer toelaat. 16

9. Waardeoverdracht Uw pensioenopbouw stopt als u weggaat bij uw werkgever en dus niet meer meedoet met de pensioenregeling. Als uw nieuwe werkgever een pensioenregeling heeft, gaat u meedoen met de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. Dan kunt u ervoor kiezen om het pensioen van uw huidige werkgever over te dragen naar de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever. Het pensioen gaat dan mee in de pensioenregeling van de nieuwe pensioeninstelling. Dit noemen we waardeoverdracht. U hebt dan geen pensioen meer bij pensioenfonds OWASE. Als u weggaat bij uw werkgever, kunt u waardeoverdracht aanvragen bij de pensioeninstelling van uw nieuwe werkgever. Het pensioenfonds moet hieraan meewerken. Waardeoverdracht helpt om een pensioenbreuk te beperken of te voorkomen. Pensioenuitvoerders (pensioenfondsen en pensioenverzekeraars) zijn in beginsel verplicht om mee te werken aan verzoeken tot waardeoverdrachten voor dienstbetrekkingen die zijn beëindigd op of na 8 juli 1994. 9.1. Wel of geen waardeoverdracht We kunnen niet zeggen of het in uw geval verstandig is om de waarde van het opgebouwde pensioen over te dragen. Dat hangt af van de pensioenregelingen van uw huidige en nieuwe werkgever. Als u goed weet wat de verschillen zijn, kunt u een verstandige keuze maken. Is er bijvoorbeeld een verschil in hoe de pensioenen worden geïndexeerd? U krijgt hierover informatie van uw nieuwe pensioenfonds. Ook het pensioenvermogen voor de huidige en de nieuwe pensioenregeling kan een rol spelen bij het maken van die keuze. Als u het prettig vindt om van één pensioeninstelling pensioen te ontvangen, kan dit ook een reden zijn om voor waardeoverdracht te kiezen. U krijgt dan alleen pensioenopgaven van de pensioeninstelling van uw laatste werkgever. 9.2. Waardeoverdracht aanvragen U kan waardeoverdracht aanvragen binnen zes maanden nadat u bij een nieuwe werkgever bent gestart. U vraagt waardeoverdracht aan bij de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever. Een tijdje later krijgt u van die pensioeninstelling een opgave voor waardeoverdracht. Gaat u hiermee akkoord, dan wordt de waarde uit uw huidige pensioenregeling overgedragen naar de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. U krijgt van de nieuwe pensioeninstelling een opgave van uw pensioen na waardeoverdracht. 17

Als het pensioenfonds en/of het pensioenfonds van uw nieuwe werkgever een dekkingsgraad van lager dan 100% heeft, heeft het pensioenfonds of het nieuwe pensioenfonds te weinig vermogen om mee te werken aan waardeoverdracht. Waardeoverdracht wordt weer mogelijk als het pensioenfonds en het nieuwe pensioenfonds een dekkingsgraad hebben van 100% of meer. 10. Informatieverplichtingen 10.1. Uw verplichtingen U moet het pensioenfonds alle informatie geven die nodig is om de pensioenregeling uit te voeren. Bijvoorbeeld als u verhuist, een partner heeft, kinderen heeft, of gaat scheiden In het pensioenreglement staat precies welke informatie u het pensioenfonds moet geven. 10.2. Verplichtingen van het pensioenfonds Als u erom vraagt, moet het pensioenfonds u deze informatie geven: - het pensioenreglement; - het jaarverslag; - de jaarrekening; - de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en het pensioenfonds; - belangrijke informatie over beleggingen van het pensioenfonds; - een overzicht waarin staat hoeveel pensioen u hebt opgebouwd; - een berekening van de gevolgen van uw keuzes. Bijvoorbeeld als u kiest voor deeltijdpensioen of eerder stoppen met werken; - de verklaring inzake beleggingsbeginselen. Dat is een verklaring over de risico s van de beleggingen van het pensioenfonds; - informatie die speciaal voor u relevant is; - informatie over de hoogte van de dekkingsgraad van het pensioenfonds. De dekkingsgraad zegt of het pensioenfonds genoeg geld heeft om alle pensioenen te kunnen betalen. Hoe hoger de dekkingsgraad, hoe beter het financieel gaat met het pensioenfonds. - als de toezichthouder het pensioenfonds een aanwijzing heeft gegeven. Dat betekent dat de toezichthouder vindt dat het pensioenfonds iets niet goed doet en aangeeft wat er wel moet gebeuren; - of er een bewindvoerder is aangewezen voor het pensioenfonds; - hoe het pensioen omgaat met klachten; - of er een herstelplan is voor de korte termijn of voor de lange termijn en wat dat plan dan is. Dit plan zorgt voor het verhogen van de dekkingsgraad van het pensioenfonds. 18

11. Klachtenreglement Bent u het niet eens met een beslissing van het pensioenfonds? Dan kunt u een klacht indienen bij het bestuur van pensioenfonds OWASE. U kunt in het klachtenreglement lezen hoe dat precies moet en wat het bestuur doet met uw klacht. Dit klachtenreglement kunt u opvragen bij het pensioenfonds. 12. Nuttige adressen Hieronder is nog een aantal nuttige adressen opgenomen. Stichting Pensioenfonds OWASE Dion BV Bruchterweg 88, 7772 BJ Hardenberg 0523-288420 www.owase.nl Bruchterweg 88, 7772 BJ Hardenberg 0523-288420 www.dion.nl Ministerie van Sociale Zaken en Postbus 90801, 2509 LV Den Haag Werkgelegenheid 070-333 44 44 www.minszw.nl UWV Ombudsman Pensioenen Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Het districtskantoor is afhankelijk van uw woonplaats. U kunt dit nalezen op internet: www.uwv.nl Bordewijklaan 10, 2591 XR Den Haag 070-333 89 99 www.ombudsmanpensioenen.nl www.pensioenregister.nl www.pensioenkijker.nl www.wijzeringeldzaken.nl 13. Begrippenlijst AOW ANW Aspirant deelnemer Algemene Ouderdomswet. Algemene Nabestaandenwet Een aspirant deelnemer is een werknemer van een OWASE-werkgever die jonger dan 21 jaar is. 19

Deelnemer Franchise Gewezen deelnemer Loonindex Nabestaandenpensioen Ouderdomspensioen Partner Pensioenfonds Pensioengrondslag Een deelnemer is een werknemer van een OWASEwerkgever die 21 jaar of ouder is. De franchise is een deel van uw salaris dat niet meetelt voor de opbouw van uw pensioen. Dat komt omdat u op uw 65ste al een basispensioen krijgt: een AOW-uitkering. Voor het bedrag van de AOW-uitkering hoeft u geen pensioen op te bouwen. Dit bedrag noemen we de franchise. U bent een gewezen deelnemer als u vroeger pensioen hebt opgebouwd bij een pensioenfonds, maar dat nu niet meer doet. U hebt dan nog wel dat pensioen staan bij het pensioenfonds. Een gewezen deelnemer noemen we ook wel een slaper. Het percentage van de collectieve OWASE CAOloonsverhogingen bij de OWASE-werkgevers in een kalenderjaar. De uitkering die uw partner ontvangt na uw overlijden. De uitkering die u krijgt vanaf de datum dat het pensioen ingaat tot het moment dat u overlijdt. De persoon met wie u getrouwd bent, met wie u een geregistreerd partnerschap hebt of met wie u ongehuwd samenwoont zoals omschreven in het pensioenreglement. Stichting Pensioenfonds OWASE Het deel van uw pensioengevend jaarsalaris waarover u pensioen opbouwt. Dit is het pensioengevende jaarsalaris minus de franchise. Pensioengevend jaarsalaris Het vaste jaarsalaris inclusief de vakantietoeslag en 50% van de ploegentoeslag / consignatietoeslag (voor RPC-deelnemers 20% van de ploegentoeslag). Prijsindex WAO WIA UWV Het percentage waarmee het consumenten prijsindexcijfer (alle huishoudens, afgeleid) over de referteperiode van april tot oktober of van oktober tot april is gestegen Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Deze wet kent twee verschillende uitkeringen: - IVA: Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten; - WGA: Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten. Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Deze organisatie voert bijvoorbeeld de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkeringen uit. 20