Anesthesiologie volwassenen

Vergelijkbare documenten
anesthesie en pijnbestrijding

anesthesie en pijnbestrijding

Anesthesie. Inleiding. De anesthesioloog. Verschillende soorten anesthesie. Welke vorm van de verdoving is voor u geschikt?

anesthesie en pijnbestrijding kinderen

Anesthesie informatie

Sedatie met Propofol bij operatie,onderzoek of behandeling

Zo krijgt de anesthesioloog een indruk van uw gezondheidstoestand.

Anesthesiologie. Patiënteninformatie. Anesthesie. Informatie voor patiënten die een algehele of regionale anesthesie ondergaan. Slingeland Ziekenhuis

H Anesthesie Ruggenprik

MEDISCH CENTRUM WAALRE

H Anesthesie Plexus blokkade

Informatie over uw anesthesie

Anesthesiologie. Anesthesie. Informatie voor patiënten die een algehele of regionale anesthesie ondergaan

Anesthesie. Anesthesiologie

Informatie voor patiënten die een algehele anesthesie ondergaan

Informatie voor patiënten die een algehele of regionale anesthesie ondergaan

Anesthesie. Indien u in de ochtend nog medicatie in moet nemen, dan kunt u dat doen tot 2 uur voor de operatie met een paar slokjes water.

Algehele of regionale anesthesie

Anesthesie bij kinderen

Slaapendoscopie (kijkonderzoek)

Narcose (algehele anesthesie) of regionale anesthesie. Poli Preoperatieve Screening

Anesthesie. Preoperatieve polikliniek. De anesthesioloog

Anesthesie. Anesthesiologie

Algemene voorlichting over narcose en verdoving. polikliniek anesthesie

Anesthesie. Anesthesiologie

Patienteninformatie: Onder anesthesie?

1. Verschillende vormen van anesthesie Algehele anesthesie Plaatselijke anesthesie Naar huis Complicaties en bijwerkingen 5

Anesthesiologie. patiëntenvoorlichting

Anesthesiologie. De anesthesioloog overlegt met u welke vorm van anesthesie het meest geschikt is voor u.

Patienteninformatie: Onder anesthesie?

Algemene voorlichting narcose en verdoving

Anesthesie bij een nier of (nier) pancreas transplantatie

ANESTHESIOLOGIE. Onder anesthesie. Informatie over narcose, de ruggenprik en andere mogelijkheden van verdoving

VOORBEREIDING OP UW OPERATIE

Als u na het lezen nog vragen heeft, stel die dan gerust aan de anesthesist of de verpleegkundige.

Narcose (algehele anesthesie) of regionale anesthesie. Poli Preoperatieve Screening Route 35

Anesthesie. Anesthesie. Afdeling anesthesiologie. Afdeling anesthesiologie

Informatie over narcose, de ruggenprik en andere mogelijkheden van verdoving. Onder Narcose?

Als u een ingreep onder anesthesie moet ondergaan

Anesthesiologie & Pijngeneeskunde. Anesthesie.

Als u na het lezen nog vragen heeft, stel die dan gerust aan de anesthesist of de verpleegkundige.

Anesthesie. S.v.p. de dag vóór de opname nogmaals doorlezen

Anesthesie. Anesthesiologie. Anesthesie. Algehele of regionale. De anesthesioloog

PRE-OPERATIEVE POLIKLINIEK. Tel: N Diensthoofd Anesthesie - Reanimatie

Deze informatie is met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie waaraan geen rechten kunnen worden ontleend.

Patiënteninformatie. Preoperatief centrum

adviezen na een hernia-operatie anesthesie ZorgSaam

Als alles in orde is, wordt dit doorgegeven aan Bureau Opname. Zodra uw opnamedatum bekend is, krijgt u bericht van Bureau Opname.

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Anesthesiologie. rkz.nl

sedatie met Propofol bij onderzoek of behandeling

patiënteninformatie anesthesie

Voorlichting rondom de operatie voor kinderen

Algehele anesthesie met zenuwblokkade (plexus)

Anesthesie & Pijnbestrijding

Anesthesie bij kinderen

anesthesie en pijnbestrijding bij kinderen

Anesthesie & Pijnbestrijding

Anesthesie bij jongeren

Patiënteninformatie. Preoperatieve poliklinieken

Anesthesie bij jongeren

Als u overgevoelig bent voor medicatie, probeer dan via uw huisarts of apotheek te achterhalen om welke medicijnen het gaat en neem deze gegevens mee.

INFOINFO INFOINF. Koningin Julianaplein DV Zaandam Telefoon (075) afdeling Communicatie

Instructies vóór de operatie

Anesthesie voor kinderen. Informatie voor ouders

Inleiding Voorbereiding op de operatie De ingreep Na de ingreep Is narcose veilig? Naar huis 8. Vragen?

Preoperatieve Screening en anesthesie

PATIËNTENFOLDER Anesthesie

Neemt u deze folder en een geldig legitimatiebewijs mee naar uw afspraken met de anesthesioloog en de informatieverpleegkundige

Procedurele sedatie en/of analgesie

Sedatie met propofol. Afdeling anesthesiologie. gemini-ziekenhuis.nl

Anesthesie. Preoperatief spreekuur Voorbereiding op de operatie en anesthesie

Preoperatief spreekuur. Voorbereiding op de operatie en anesthesie

Patiënteninformatie. Sedatie door de Sedatie Praktijk Specialist (SPS) een onderzoek of behandeling onder sedatie

Anesthesie volwassenen

Elektrische cardioversie (ECV)

Anesthesie bij volwassenen

Ruggenprik. 1 Anesthesie en pijnbehandeling. 2 Over regionale anesthesie

Matige tot diepe sedatie

Algehele of plaatselijke anesthesie bij een operatie

Algehele of plaatselijke anesthesie bij een operatie

Sedatie anesthesie. Het verlagen van het bewustzijn. Maatschap Anesthesiologie IJsselland Ziekenhuis.

Voorbereiding op de operatie en anesthesie

Anesthesie en pré-operatieve screening. Belangrijke informatie over de anesthesie en pijnbestrijding tijdens uw opname

Anesthesie. Algemene informatie

Anesthesie. Pré Operatieve Screening (POS)

Welkom voor een dagopname op de kinderafdeling

Behandeling of onderzoek onder anesthesie

Anesthesiologie Informatie rondom sedatie gepland

Anesthesie. Afdeling anesthesiologie

Anesthesie bij kinderen. Poli Preoperatieve Screening

SKB. Uw operatie en anesthesie

Sedatie met Propofol. Sedatie polikliniek. (lichte) slaap bij onderzoek of behandeling. Belangrijk. Gesprek met Sedatie Praktijk Specialist

Anesthesie bij kinderen

PSA tijdens een onderzoek of behandeling

Deze brochure beschrijft de gang van zaken rondom de anesthesie (verdoving)

Welkom met uw kind op de afdeling Dagbehandeling

Als u een MRI onderzoek onder anesthesie moet ondergaan

Informatie rond een operatie aan de rug

Verdoving Algehele en regionale anesthesie

Voorlichting rondom de operatie voor kinderen

Transcriptie:

Voordat u een operatie of behandeling ondergaat, heeft u eerst een gesprek bij de polikliniek. Om de anesthesie tijdens de operatie veilig te laten verlopen, is een goede voorbereiding noodzakelijk. U maakt afspraken over medicijnen, eten en drinken en pijnbestrijding. Ook de pijnbestrijding na de operatie is natuurlijk van belang. Hoe minder narcose (anesthesie) nodig is, hoe sneller u zal herstellen. Pre-operatief onderzoek Wat kunt u verwachten bij uw afspraak? Medicijnen Een medewerker van de apotheek bespreekt met u uw eventuele medicijngebruik. U heeft daarvoor een telefonische afspraak gekregen, of hij bespreekt dit tijdens uw afspraak op de polikliniek. Vragenlijst Heeft u een vragenlijst gekregen? Vul deze dan in en neem hem mee naar uw afspraak. Heeft u geen vragenlijst gekregen? Dan bespreekt de verpleegkundige de vragen met u op de polikliniek. Gesprek met de verpleegkundige De verpleegkundige stelt u vragen over uw gezondheid. Hij meet ook uw bloeddruk en geeft u informatie over nuchter zijn. Gesprek met de anesthesioloog De arts die gespecialiseerd is in anesthesie (de anesthesioloog) of een speciaal hiervoor opgeleide medewerker (physician assistant) luistert zo nodig naar uw hart en longen en bespreekt welke vorm van anesthesie voor u het beste is. Daarnaast maakt hij afspraken met u over uw medicijngebruik voor de operatie, de pijnbestrijding en het eventueel toedienen van donorbloed.

Dag voor de operatie Waar moet u op letten? Bereid u goed voor. Een operatie kan alleen doorgaan als: Uw gezondheid voldoende is U de afspraken opvolgt over uw medicijngebruik U nuchter bent U begeleiding naar huis heeft bij een operatie in dagopname Is uw gezondheid veranderd? Tussen uw bezoek aan de polikliniek en de dag van de operatie of het onderzoek kan uw gezondheid veranderen. U heeft bijvoorbeeld andere klachten gekregen of bent (andere) medicijnen gaan gebruiken. Het is ook mogelijk dat u onder behandeling bent gekomen van een andere specialist, bijvoorbeeld een cardioloog of longarts, of dat u opgenomen bent geweest in een (buitenlands) ziekenhuis. Het is belangrijk dat u dit doorgeeft aan de polikliniek. Welke medicijnen mag u innemen? U heeft met de anesthesioloog of physician assistant afspraken gemaakt over uw medicijngebruik, volg deze op! De afspraken vindt u in de instructiebrief die u meekrijgt na uw bezoek aan de polikliniek. Nuchter zijn Voor de operatie moet u tijdig stoppen met eten en drinken. Dat noemen we nuchter zijn. Als u op het juiste moment nuchter bent, kan dit ook een sneller herstel bevorderen. Waarom nuchter zijn? U moet voor de operatie of het onderzoek een lege maag hebben (nuchter zijn). Overgeven tijdens een operatie of onderzoek is gevaarlijk voor uw gezondheid. Een lege maag voorkomt dat tijdens de operatie of het onderzoek de inhoud van de maag in de luchtpijp en de longen terechtkomt. Gebruikt u tabletten voor suikerziekte (diabetes) of spuit u insuline? Dan gelden voor u aparte instructies. Meer informatie op www.olvg.nl/nuchter Het is belangrijk dat u nuchter bent voor de operatie. Volg de volgende instructies. 2

Nuchter zijn Tot middernacht (00.00 uur s nachts) voor de operatie of het onderzoek Vanaf 00.00 uur s nachts tot 2 uur voor de operatie of het onderzoek Vanaf 2 uur voor de operatie of het onderzoek eten alles drinken alles alleen water, appelsap of aanmaaklimonade* *water of appelsap 400 milliliter *aanmaaklimonade 400 milliliter = 60 ml siroop + 340 ml water Nuchter zijn met suikerziekte (diabetes) Tot middernacht (00.00 uur s nachts) voor de operatie of het onderzoek eten alles drinken alles Vanaf 00.00 uur s nachts tot 2 uur voor de operatie of het onderzoek Vanaf 2 uur voor de operatie of het onderzoek alleen water Omdat u nuchter bent, moet uw diabetesmedicatie op de dag van de operatie worden aangepast. Uw arts bespreekt dat met u. Voor de operatie controleren wij altijd uw bloedsuiker. Als het nodig is, passen we uw medicijnen verder aan. 3

Begeleiding naar huis Het is verplicht om begeleiding naar huis te hebben. Heeft u geen begeleiding dan kunt u gebruik maken van de service Ondersteuning bij ontslag. Dit dient u ruim van te voren te regelen. Vraag naar de folder voor verdere informatie. Overige voorbereidingen Draag geen sieraden en/of piercings op de dag van de operatie. Gebruik geen make-up, bodylotion, huidolie of nagellak op de dag van de operatie. Dit is noodzakelijk voor een veilige operatie. Heeft u stifttanden en/of kronen? Geef dit dan duidelijk aan, want deze zijn kwetsbaar tijdens een operatie. Na de operatie mag u thuis eventueel paracetamol gebruiken. Zorg dat u dit in huis heeft! In de operatiekamer Uw veiligheid Voor uw veiligheid controleren we ook in de operatiekamer nog een keer alle belangrijke gegevens, zoals uw identiteit, uw operatie of onderzoek en eventueel de te opereren zijde. Tijdens de operatie of het onderzoek bewaken we uw hartritme, bloeddruk en ademhaling. Welke anesthesioloog voert de anesthesie uit? De anesthesioloog die verantwoordelijk is voor de anesthesie tijdens de operatie of het onderzoek kan een andere anesthesioloog zijn dan degene die u op de polikliniek heeft gezien. Verschillende soorten anesthesie Er bestaan verschillende soorten anesthesie of verdoving. Welke vorm van anesthesie voor u geschikt is, hangt af van verschillende factoren, zoals uw leeftijd, lichamelijke conditie en het soort operatie. U kunt uw eigen wensen bespreken met de anesthesioloog. Hij houdt hiermee rekening bij de beslissing over de soort anesthesie. Het is mogelijk dat de anesthesioloog u voorstelt narcose te combineren met een ruggenprik. Het voordeel hiervan is dat na de operatie een betere pijnstilling gegeven kan worden. Verschillende vormen van anesthesie Algehele anesthesie of narcose Regionale verdoving Plexus anesthesie De ruggenprik Algehele anesthesie of narcose Voordat u de narcosemiddelen krijgt toegediend, sluiten we de bewakingsapparatuur aan. U krijgt plakkers op de borst om de hartslag te meten. U krijgt een klemmetje op uw vinger om het zuurstofgehalte in uw bloed te controleren. De bloeddruk meten we aan de arm. U krijgt een infuus. Via de infuusnaald spuit de anesthesioloog de narcosemiddelen 4

in. U valt binnen een halve minuut in een diepe slaap. De specialist bepaalt wanneer dit infuus na de operatie of het onderzoek weer wordt verwijderd. Om de ademhaling tijdens de anesthesie te kunnen controleren, wordt voordat de operatie begint, een plastic buisje (tube) in de keel gebracht. U merkt daar van, want u bent dan onder narcose. Zo is een normale ademhaling mogelijk. Tijdens de operatie blijft de anesthesioloog of zijn assistent voortdurend bij u. De anesthesioloog bewaakt tijdens de operatie de functies van uw lichaam. Dankzij de bewakingsapparatuur kan precies worden vastgesteld hoe uw lichaam op de operatie reageert. De ademhaling en de bloedsomloop kunnen zo nodig worden bijgestuurd. U krijgt medicijnen om onder narcose te blijven. Het wakker worden uit de narcose U kunt zich zo kort na de operatie nog slaperig voelen, dat is heel normaal. Als de narcose minder wordt, kunt u pijn krijgen in het operatiegebied. Ook kunt u een beetje misselijk zijn. U kunt de verpleegkundige gerust vragen om een pijnstiller of een middel tegen misselijkheid. Heeft u een zwaar of kriebelig gevoel achter in de keel? Dat komt door het buisje dat tijdens de operatie in uw keel zat. Dit gevoel verdwijnt vanzelf binnen een aantal dagen. Is narcose veilig? Door verbetering van de bewakingsapparatuur en moderne geneesmiddelen is anesthesie tegenwoordig zeer veilig. Complicaties zijn niet altijd te voorkomen. Mogelijke complicaties: allergische reacties op medicijnen bij het inbrengen van het beademingsbuisje kan uw gebit worden beschadigd door een ongelukkige houding tijdens de operatie kan een zenuw in de arm of het been beklemd raken. Hierdoor kunnen tintelingen en krachtverlies ontstaan. Vraag uw anesthesioloog gerust of de anesthesie in uw geval bijzondere risico's met zich brengt. Regionale anesthesie Bij een regionale anesthesie (verdoving) wordt een gedeelte van het lichaam, bijvoorbeeld een arm of het gehele onderlichaam, tijdelijk gevoelloos gemaakt. Door een verdovingsmiddel rond een zenuw te spuiten, kunnen zenuwen of zenuwbanen tijdelijk worden uitgeschakeld. Als de verdoving volledig is uitgewerkt, heeft u weer de normale kracht en beheersing over de spieren. De ruggenprik We brengen een infuus in. Daarna krijgt u de ruggenprik. Deze is niet pijnlijker dan een gewone injectie. Als de verdoving is ingespoten, merkt u eerst dat uw benen warm worden en gaan tintelen. Later worden uw benen zwaar en kunt u ze niet meer bewegen. Tijdens de operatie blijft de anesthesioloog of de anesthesiemedewerker bij u. U blijft bij bewustzijn. Van de operatie ziet u : alles wordt afgedekt met doeken. Als u toch liever slaapt, dan kunt u om een licht slaapmiddel vragen. Afhankelijk van het gebruikte medicijn kan het 3 tot 6 uur duren voordat de verdoving volledig is uitgewerkt. Als de verdoving minder wordt, kunt u ook pijn krijgen. Wacht niet te lang de verpleegkundige om een pijnstiller te vragen. 5

Bijwerkingen tijdens de ruggenprik Onvoldoende pijnstilling Het is mogelijk dat de verdoving bij u onvoldoende werkt. Dan kan de anesthesioloog nog wat extra verdoving geven. Bijvoorbeeld narcose. De anesthesioloog overlegt dat met u. Lage bloeddruk Bij een ruggenprik kunt u een lage bloeddruk krijgen. De anesthesioloog neemt dan maatregelen. Hoge uitbreiding Soms breidt het verdoofde gebied zich naar de bovenkant van uw lichaam uit, meer dan is bedoeld. U merkt dat doordat uw handen gaan tintelen. Misschien kunt u wat moeilijker ademen. De anesthesioloog zal u wat extra zuurstof toedienen. Meestal zijn de klachten daarmee opgelost. Moeilijkheden met plassen De verdoving strekt zich uit tot de blaas. Het plassen kan daardoor moeilijker gaan dan normaal. Het kan nodig zijn de blaas met een katheter leeg te maken. Bijwerkingen en complicaties nadat de ruggenprik is uitgewerkt Rugpijn Soms ontstaat rugpijn op de plaats waar de prik is gegeven. Dit heeft te maken met de houding tijdens de operatie. De klachten verdwijnen meestal binnen enkele dagen. Hoofdpijn Na een ruggenprik kan hoofdpijn optreden. Bij deze hoofdpijn wordt de pijn minder bij platliggen en juist erger bij overeind komen. Meestal verdwijnt deze hoofdpijn binnen een week vanzelf. Als de klachten zo hevig zijn dat u in bed moet blijven, neemt u dan contact op met de polikliniek. Dan zijn er mogelijkheden om het natuurlijk herstel te versnellen. Plexusanesthesie van de arm De arm kan worden verdoofd door de zenuwknoop (plexus) die naar de arm loopt, tijdelijk uit te schakelen. De arts spuit dan een verdovingsmiddel rond de zenuwen, bijvoorbeeld in de oksel of in de hals. Dit is afhankelijk van de plaats waar u geopereerd gaat worden. Om u tijdens de operatie zo nodig medicijnen te kunnen toedienen, krijgt u een infuus. De anesthesioloog prikt u met een naald op de plaats waar de zenuwen lopen die naar de arm gaan. Als u tintelingen in de arm of de hand voelt, dan moet u niet bewegen, maar dat direct zeggen. De anesthesioloog weet dan dat de naald op de goede plaats zit en zal dit soms met een echoapparaat bekijken. Het is ook mogelijk dat de anesthesioloog een zogenaamde zenuwprikkelaar gebruikt. Met een lage elektrische stroom wordt de zenuw dan geprikkeld. U merkt dat doordat de arm of de hand onwillekeurig beweegt. Het is belangrijk dat u tijdens het prikken stil blijft liggen. Als de naald op de goede plaats zit, spuit de anesthesioloog het verdovende middel in. Korte tijd later merkt u dat de arm of hand gaat tintelen en warm wordt. Later 6

verdwijnt het gevoel en kunt u de arm en hand niet meer bewegen. Als de verdoving is uitgewerkt keren de beweging en het gevoel weer terug. De verdoving moet 15 tot 30 minuten inwerken voordat het effect optimaal is. Tijdens de operatie blijft u wakker. Als u toch liever slaapt, kunt u om een licht slaapmiddel vragen. Overigens ziet u van de operatie: alles wordt met doeken afgedekt. Afhankelijk van het gebruikte medicijn kan het 3 tot 6 uur duren voordat de verdoving volledig is uitgewerkt. Als de verdoving minder wordt, kunt u ook pijn krijgen. Wacht niet te lang de verpleegkundige om een pijnstiller te vragen. Na een plexusanesthesie van een arm hoeft u soms niet in het ziekenhuis te blijven totdat de verdoving is uitgewerkt. Dat hangt of van de operatie die bij u is gedaan. Zolang de arm verdoofd is, moet u hem in een draagdoek (mitella) houden. Bijwerkingen en complicaties van plexusanesthesie Onvoldoende pijnstilling Het is mogelijk dat de verdoving bij u onvoldoende werkt. Soms kan de anesthesioloog nog extra verdoving geven. In andere gevallen is het beter om voor een andere anesthesievorm te kiezen, bijvoorbeeld narcose. De anesthesioloog overlegt dat met u. Postoperatieve tintelingen Nadat de verdoving is uitgewerkt, kunt u nog enige tijd last houden van tintelingen in de arm en de hand. Dit komt door irritatie van de zenuwen door de prik, of door de gebruikte medicijnen, Deze tintelingen verdwijnen meestal in de loop van weken tot maanden vanzelf. Overgevoeligheidsreacties Overgevoeligheid voor de gebruikte verdovingsmiddelen komt soms voor. U kunt dan last krijgen van benauwdheid, huiduitslag of lage bloeddruk. Behandeling is meestal goed mogelijk. Toxische reacties De zenuwen die verdoofd moeten worden lopen vlakbij grote bloedvaten. Het is mogelijk dat er verdovend medicijn direct in de bloedbaan komt. U kunt dan een metaalachtige smaak krijgen, tintelingen rond de mond, een slaperig gevoel, hartritmestoornissen, trekkingen en uiteindelijk bewusteloosheid. Behandeling is meestal goed mogelijk. Vraag uw anesthesioloog voor meer informatie of raadpleeg www.olvg.nl/operatie. Pijnbestrijding na de operatie Uitslaapkamer Na de operatie of het onderzoek gaat u naar de uitslaapkamer (Recovery). In overleg met de anesthesioloog beoordelen de medewerkers van de uitslaapkamer wanneer u teruggaat naar de verpleegafdeling waar u bent opgenomen. Pijnbestrijding De anesthesioloog zorgt voor pijnbestrijding tijdens het verblijf op de uitslaapkamer. Hij spreekt ook de pijnmedicatie af voor de eerste 24 uur na de operatie. Wanneer u naar de afdeling gaat regelt uw behandelend arts dit verder. 7

Thuis na dagopname Dit geldt als u een operatie of onderzoek in dagopname krijgt. De verpleegkundige geeft u uitleg over pijnmedicatie thuis. U mag eventueel paracetamol gebruiken. De anesthesioloog of behandelend arts bepaalt of u mogelijk andere pijnmedicatie nodig heeft. Als dat zo is, krijgt u een recept mee. Doe het thuis de eerste 24 uur na de operatie of het onderzoek rustig aan. Zorg dat u niet alleen thuis bent. Bestuur de eerste 24 uur geen vervoermiddelen of machines. Neem ook geen belangrijke beslissingen. De anesthesie kan uw denken nog beïnvloeden. Blijft u in het ziekenhuis? Pijnbestrijding op een verpleegafdeling Na de operatie of het onderzoek krijgt u medicijnen tegen de pijn. Neem deze medicatie op de voorgeschreven tijden in, ook als u op dat moment weinig pijn heeft. Naast het plexusblok of de ruggenprik die u voor de operatie krijgt, bestaan er nog meerdere methodes voor pijnbestrijding. Pijnmedicatie via een PCA-systeem of een continu infuus Wanneer de anesthesioloog verwacht dat de pijn na de operatie of het onderzoek niet met tabletten/ zetpillen en injecties kan worden behandeld, schrijft hij een morfine infuus voor. Morfine kan op twee manieren gegeven worden: via PCA of via een continue morfineinfuuspomp. Zelf pijnstilling controleren via PCA PCA is een afkorting van patiënt gecontroleerde Analgesie. Het betekent dat u als patiënt zelf de pijnmedicatie kunt regelen via de aansluiting van het PCA-systeem op uw infuus. Via een druk op een knop kunt u zelf pijnmedicatie toedienen zodra de pijn opkomt. De concentratie en de hoeveelheid zijn zo berekend dat het onmogelijk is om uzelf te veel toe te dienen. Continu morfine-infuus De anesthesioloog kan in overleg met u besluiten tot een continu morfine-infuus. Via een elektronisch instelbare infuuspomp krijgt u dan continu morfine toegediend. Deze pijnbestrijding dient om de pijn te verminderen gedurende de eerste dagen na uw operatie. Pijnmedicatie via PCEA-systeem Het PCEA-systeem is hetzelfde als het PCA-systeem, maar het systeem wordt dan op het slangetje in uw rug aangesloten. De concentratie en de hoeveelheid van het medicijn zijn zo berekend dat het onmogelijk is om uzelf te veel toe te dienen. 8

Hoelang krijgt u pijnmedicatie? U krijgt meestal tot en met de tweede dag na de operatie of het onderzoek de voorgeschreven pijnmedicatie. We bouwen deze medicatie dan langzaam af en starten met andere pijnstillers. We overleggen steeds met u of u nog pijnmedicatie nodig heeft. Opleidingsziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Dat betekent dat de anesthesioloog altijd geassisteerd wordt door een arts-assistent in opleiding tot anesthesioloog. Vragen? U kunt ons gewoon bellen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op of kijk op www.olvg.nl Heeft u vragen over de vergoeding of betaling? Neem dan contact op met uw zorgverzekeraar of kijk op www.olvg.nl/zorgnota Meer informatie online Meer informatie vindt u ook op de volgende website(s): www.olvg.nl/anesthesiologie www.olvg.nl/nuchter 9

Contact Planningsfunctionarissen Heeft u vragen aan de planningsfunctionaris? U kunt hen bellen tussen 8.30 en 16.30 uur op onderstaande telefoonnummers. Bij sommige afdelingen zijn andere beltijden. Specialisme Beltijden Oost West Cardiologie Ma t/m vrij 8.30-16.30 uur 020 599 30 32 020 510 81 35 Chirurgie Ma t/m vrij 9.00-10.00 uur 020 599 34 49 020 510 87 45 Gynaecologie/Verloskunde/ Fertiliteit Ma t/m vrij 8.30-16.30 uur 020 599 91 11 Vraag naar toestel 1187 Keel-, Neus- en Oorheelkunde Ma t/m vrij 8.30-16.30 uur 020 599 35 64 Mondziekten, Kaak- en aangezichtschirurgie 020 599 35 89 Ma t/m vrij 8.30-16.30 uur 020 599 36 01 020 599 36 02 020 510 84 99 020 510 81 65 Neurologie/neurochirurgie Ma t/m vrij 8.30-16.30 uur 020 599 30 44 020 510 84 96 Oogheelkunde Ma t/m vrij 8.30-16.30 uur 020 599 30 46 - Orthopedie Ma t/m do 9.00-12.00 uur Opname annuleren - 020 599 36 50-020 599 29 22 Plastische Chirurgie Di en do 10.00-11.00 uur 020 599 36 47 020 510 84 96 Urologie Ma t/m vrij 8.30-16.30 uur 020 599 30 54 - polikliniek, locatie Oost T 020 599 25 12 (ma t/m vrij 8.00 16.30 uur) Volg de borden polikliniek Pre-operatief onderzoek naar poliplein P4, begane grond. polikliniek, locatie West T 020 510 81 07 (ma t/m vrij 8.00 16.30 uur) Volg route 5, begane grond. Oost Oosterpark 9 1091 AC Amsterdam West Jan Tooropstraat 164 1061 AE Amsterdam Spuistraat Spuistraat 239 A 1012 VP Amsterdam IJburg IJburglaan 727 1087 CH Amsterdam Algemene voorwaarden: www.olvg.nl/algemene_voorwaarden. Klacht of opmerking: ga naar www.olvg.nl/klacht Redactie en uitgave: Marketing en Communicatie, 19 juni 2017, 3182 10