Bijlage 1. Stappenplan

Vergelijkbare documenten
VERBETERING VENTILATIE BASISSCHOLEN. Schooladvies over de kwaliteit van het binnenmilieu. Basisschool O.B.S. Elckerlyc

VERBETERING VENTILATIE BASISSCHOLEN. Schooladvies over de kwaliteit van het binnenmilieu

VERBETERING VENTILATIE BASISSCHOLEN. Schooladvies over de kwaliteit van het binnenmilieu. Basisschool

VERBETERING VENTILATIE BASISSCHOLEN. Schooladvies over de kwaliteit van het binnenmilieu. Goudenregenschool te Hilversum

VERBETERING VENTILATIE BASISSCHOLEN. Schooladvies over de kwaliteit van het binnenmilieu. Basisschool

Verbetering Ventilatie Basisscholen

Met dank aan de voormalig projectcoördinator en de projectmedewerkers: Marja van Rossenberg en Manon Rutjes, Remke Roes, Iris Drost en Brenda de Wolf

ENV-MB450-NV. CO2 s i g n a a l m e t e r G e b r u i k e r s h a n d l e i d i n g (versie maart 2015)

Rapport Bewustwording Binnenmilieu Basisscholen Frisse Lucht op School in Gelderland

Achtergrondinformatie behorend bij het project: Mechanisch geventileerde scholen in Flevoland

Gezonde binnenlucht op school? Van belang voor je gezondheid!

Basisscholen die meedoen aan het project Mechanisch geventileerde basisscholen in Zuid-Holland Zuid. Hoofdstuk 1 Binnenmilieu in basisscholen...

Binnenmilieu-onderzoek

Gezond binnenmilieu op kindercentra

Gezond binnenmilieu op kindercentra

GEZOND BINNENMILIEU IN KINDERCENTRA

Gezond wonen. Een gezond binnenmilieu De belangrijkste boosdoeners Ventileren en luchten

Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning!

Gezond Wonen. Binnenmilieu en gezondheid. Ad Dilven Monique Scholtes

Mechanische ventilatie in de school GGD - Informatieblad voor schoolleiding

Op weg naar een beter binnenmilieu in bestaande schoolgebouwen

Eindrapport Pilotproject Frisse Lucht op het Kinderdagverblijf

VOCHT EN VENTILATIE. Goede ventilatie voorkomt vocht in uw woning

Huurdersinformatie. Goed ventileren, erg belangrijk

Hoofdbediening CO 2. RF en Uitbreidingssensor CO 2. RF Handleiding voor de gebruiker. Verwarming Koeling Ventilatie Filtering

Ventilatie van woningen

Brief m.b.t. actuele situatie Frisse Lucht in scholen

VentilatiemetenmetCO2alstracergas2009

Rapportageformulier. Rapportage jaar School Locatie adres. (In te vullen door de preventiemedewerker) vorige volgende. Binnenmilieuscan Basisscholen

Advieswijzer: verwarmen en ventileren

Instructie Ventilatie

Project Frisse Scholen op Texel 2009 GGD Hollands Noorden Sector Infectieziekten en Milieu

Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning!

Bewustwordingsproject

Wat is er aan de hand?

1. Welk lesaanbod/lespakket voert de school uit voor het thema binnenmilieu? (meerdere antwoorden mogelijk)

Samenvatting. Invloeden op de gezondheid en op het cognitief functioneren

Ventileren. Op adem komen doe je thuis. Thuis is een huis van Servatius. servatius.nl

Bewonersinformatie Rosmalen. Aandachtspunten voor uw vernieuwde woning

Ventileren en verluchten. Woon gezond, geef lucht aan je huis! Ventileer 24 uur op 24 en verlucht aanvullend Tips voor gezonde binnenlucht

Informatieboekje. Ventileren, vocht en schimmel

PROTOCOL TEMPERATUUR, VOCHTBEHEERSING EN HITTE

Ventileren in huis. Handleiding mechanisch ventilatiesysteem

HITEA Onderzoek naar de binnenluchtkwaliteit. en de gezondheid van leerlingen en docenten

Vocht, schimmels & gezondheid

Onderzoeksverslag Ontwikkelen evaluatiemethode Gezond en Fris

Goed ventileren in huis

Bij het opstellen van deze notitie zijn de volgende relevante documenten als uitgangspunten gehanteerd:

Vocht en ventilatie. Tips voor een droger huis

WOONLASTEN Zijn de maandlasten voor huur + energie in een Passiefhuis lager dan in een normale woning? 4

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 13 juli 2006 PO/B&B/06.

Toetswaarden voor ventilatie in scholen en kindercentra

-Sensor Handleiding voor de installateur CO 2. Verwarming Koeling Ventilatie Filtering. Handleiding voor de gebruiker z.o.z.

Tekst: Cees van de Sande

Uw ventilatiesysteem: Vraaggestuurde ventilatie met natuurlijke toevoer, mechanische afvoer;

VENTI-LIGHT VLH. Ventilatie Indicator G e b r u i k e r s h a n d l e i d i n g. Ampèrestraat NL-1446 TR PURMEREND

Uw ventilatiesysteem: natuurlijke toevoer, mechanische afvoer

Gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning (wtw)

Ventileren. Alles wat u moet weten over ventilatie in uw woning

Bewoners, huisdieren en planten produceren dagelijks tien liter vocht. onderhouden+verbouwen. Ventilatie Onderhoud. eigen huis magazine

Vooronderzoek methodiek Verbetering Ventilatie Basisscholen

Binnenluchtkwaliteit. Infoavond 18 november Mortsel

Uw ventilatiesysteem: Decentrale ventilatie

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Milieu en Natuur

Vochtoverlast en ventilatie in de woning

> Verwarmen en ventileren

Ventilatie van de woning

VERBETERING VENTILATIE SCHOLEN. Advies over de kwaliteit van het binnenmilieu. Haagse Mytylschool De Piramide

HANDLEIDING BEWEGINGSMELDER

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: HANDLEIDING

Ventileren voor een optimale luchtkwaliteit

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

Verwarmen en ventileren. Advies voor frisse lucht in huis

Een gezond binnenmilieu op school, daar gaan we voor!

Binnenmilieu op de basisschool verdient meer aandacht

Bewonershandleiding. Nieuwe voorzieningen /42017

Chrono RF Afstandsbediening Handleiding voor de gebruiker. Handleiding voor de installateur z.o.z.

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid S. Mulder en L. Zandstra. sv RIS Regnr. BOW/ Den Haag, 29 april 2008

Het binnenmilieu binnenste buiten

Beste student, Met vriendelijke groet, Afdeling Studentenhuisvesting WonenBreburg

Saneren. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Vocht in de woning. Ventileren is gezond en bespaart energie

Wat u kunt doen tegen vocht in uw woning

Ventileren. Alles wat u moet weten over ventilatie in uw woning

ComfoFan S R 275 Handleiding voor de gebruiker Manuel de l utilisateur

Ventileren in huis. Handleiding warmte-terug-win-installatie

Studie naar energiebesparing en thermisch gedrag van een Balco glazen balkon

ComfoFan CMF 14 Handleiding voor de gebruiker

Bron van zuivere lucht...

Geef verse lucht de ruimte, woon en werk gezonder

WAAROM ALLES-IN-HUIS?

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

ADVIEZEN BIJ HUISSTOFMIJTALLERGIE. - Patiëntinformatie -

Energie Regeneratie Ventilatie. Op EPBD lijst. Energie efficiënte balansventilatie met warmte- én vochtuitwisseling ERV

Hygiëne inspectie Basisschool Tuindorpschool. Rapport 1 e inspectie Versie 1.0

Inspectierapport. Kinderopvang Allkidsz (BSO) Pieter Calandlaan SE AMSTERDAM Registratienummer:

GEBRUIKERSHANDLEIDING TECHNISCHE INSTALLATIES. - MorgenWonen -

Frisse Scholen in Wervershoof GGD Hollands Noorden Sector Infectieziekten en Milieu

Bijlage 4: risico-inventarisatie zware metalen

Transcriptie:

Bijlage 1. Stappenplan Uitvoeringsprotocol ééndagsmethode De ééndagsmethode is een voorlichtingsinstrument dat een ventilatie-advies-op-maat ondersteunt met een aantal concrete hulpmiddelen. De methode bestaat uit vier stappen: (1) afstemming met gemeentes; (2) selectie van scholen; (3) bezoek aan de school en (4) evaluatie. In dit protocol wordt de uitvoering van de ééndagsmethode besproken. De in dit protocol genoemde werkdocumenten zijn beschikbaar via GGD Kennisnet onder de domeinnaam Verbetering Ventilatie Basisscholen (www.ggdkennisnet.nl/40551). Stap 1 - Afstemming met gemeentes De gemeentes binnen het werkgebied van de GGD worden geïnformeerd over de uitvoering van de ééndagsmethode. Betrokkenheid van de gemeente is van belang vanwege een aantal redenen. De gemeente is financier van de GGD, de gemeente is verantwoordelijk voor de bouwkundige voorschriften van de school en de gemeente kan direct betrokken zijn bij het schoolbestuur. Stap 2 - Selectie van scholen Schooldirecties worden per brief (inclusief reactieformulier) geïnformeerd over de ééndagsmethode. Aan de hand van het reactieformulier kunnen geschikte scholen worden geselecteerd: Scholen met een mechanische toevoer en/of afvoer van lucht zijn niet geschikt. De ééndagsmethode richt zich immers op gedrag (al dan niet openen van ramen) dat in dergelijke scholen niet van toepassing is. Scholen die op korte termijn (één jaar) verbouw- of nieuwbouwplannen hebben zijn minder geschikt om direct te bezoeken. Nadat scholen zijn geselecteerd neemt je telefonisch contact op met de school voor een verdere toelichting op het project en het plannen van een afspraak voor het bezoek. De directie stuur je daarna een informatiebrief toe om onder de docenten te verspreiden. In eerste instantie zal één GGD- medewerker in één dag niet meer dan 10 tot 12 leslokalen kunnen beoordelen en van een Ventilatie-Advies-op-Maat voorzien. Stap 3 - Het bezoek aan de school Tijdens het bezoek aan de school doorloop je achtereenvolgens een aantal stappen: Je start het bezoek aan de school start het plaatsen van een CO 2 -datalogger in één leslokaal. De keuze van dit lokaal bepaal je in overleg met de school; Inspectie van alle leslokalen: je beoordeelt de ventilatievoorzieningen met het ventilatieformulier en je vult een screeningsformulier in dat informatie geeft over binnenmilieu-kenmerken als verwarming, zonwering en schoonmaak; Je voert de gegevens van het ventilatieformulier in in het Excelbestand Ventilatiecapaciteit. Per lokaal bereken je hiermee een ventilatie-advies-op-maat. Met dit advies-op-maat weet een docent voor zijn of haar lokaal welke ventilatievoorzieningen minimaal open moeten staan. Dit advies print je voor elk lokaal afzonderlijk op een persoonlijke ventilatiekaart. Omdat de bezetting van een leslokaal per schooljaar kan verschillen maak je een tweede ventilatiekaart die gebaseerd is op een maximale bezetting (vaak 30 leerlingen) van het lokaal; De resultaten van de inspectie van alle lokalen en de meting in één lokaal gebruik je voor het schrijven van het schooladvies en het maken van de presentatie voor de voorlichtingsbijeenkomst; Tijdens de voorlichtingsbijeenkomst informeer je directie en docenten over het belang van een gezond binnenmilieu en ontvangen ze een aantal hulpmiddelen om het binnenmilieu te verbeteren: de ventilatiekaarten, een afleesbare CO 2 -signaalmeter met indicatie

lampjes (ook wel stoplichtmeter genoemd), het lespakket Buitenlucht kom je binnen spelen? en enkele folders met tips voor een beter binnenmilieu. Hieronder volgt een indicatie van een tijdschema: 8.30 uur Ontvangst door contactpersoon van de school 8.45 uur Plaatsing van de CO 2 -datalogger in 1 leslokaal Vanaf 9.00 uur Inspectie van alle leslokalen Vanaf 11.00 uur Uitrekenen van de ventilatiecapaciteit en maken van ventilatiekaarten, starten met schooladvies en presentatie 15.15 uur Uitlezen meetgegevens en verwerken in de presentatie en schooladvies 16.00 uur Voorlichtingsbijeenkomst voor docenten en directie Stap 4 - Evaluatie Eén week na het bezoek aan de school ontvangen directie en alle docenten een evaluatieformulier. De gemeente waarin het onderzoek is uitgevoerd ontvangt een samenvatting van de evaluatie en een afschrift van het schooladvies.

Bijlage 2. Werken met CO 2 -datalogger type ATV-IAQ-CMS (Atal) Instellingen CO 2 -datalogger 1. Open het programma Atal logger; 2. Verbind de logger met de inleeskabel; 3. Instellingen raadplegen via de knop F6 en indien nodig veranderen in: o Interval: 3 minuten; o Recorder instelling: de vakjes "first-in-first-out" en "recorder actief" zijn aangevinkt; o o Geregistreerde kanalen: de vakjes "Temp", "RV" en "CO2" zijn aangevinkt; Let op: de datalogger past zich niet automatisch aan naar winter- of zomertijd. Tijd aanpassen via de knop wijzig datum en tijd en in vervolgscherm kiezen voor PC-tijd. Uitlezen CO 2 -datalogger 1. Open het programma Atal logger; 2. Verbind de logger met de inleeskabel; 3. Druk in de knoppenbalk op de 2 de knop van links; 4. Sla de meting op als <jaar>_<maand>_<dag>_<naam school><groep> 5. Voeg eventueel een omschrijving toe. Grafieken maken 1. Open het programma Atal logger; 2. Open meetbestand m.b.v. serienummer meetapparaat; 3. Klik op knop grafiek (4 de van links); 4. Klik op knop grafiek instellingen (12 de knop vanaf links, met de gekleurde lijntjes); 5. U2 en DP uitvinken in kolom weergeven en bij Temp en hum 2 de as aanvinken: OK geven; 6. Klik op knop grafiek instellingen (13 de knop vanaf links, met figuur van grafiek); 7. In veld Algemeen de beschrijving aanpassen naar <naam school groep nummer>; 8. In veld X-as bij schaal de datum van de meetdag invullen en begintijd (minimum) en eindtijd (maximum) invullen; 9. In veld Y-as en 2deY-as eventueel schalen aanpassen (afhankelijk van de meetwaarden); 10. Kopieer deze grafiek naar het klembord (rechter muisknop); 11. Figuur in schooladvies (Word) plakken m.b.v. plakken speciaal figuur ; 12. Figuur in Powerpoint-presentatie plakken en grootte aanpassen naar diagrootte. Export meetgegevens naar Excel 1. Open het programma Atal logger; 2. Open meetbestand o.b.v. serienummer meetapparaat; 3. Ga in de tabel staan en klik op de rechtermuisknop en selecteer exporteren naar DBF ; 4. Geef de begin- en eindtijd aan, onder geselecteerd "Temp", "hum" en "CO2" laten staan; 5. Sla dit bestand op. Verwerking meetgegevens in Excel 1. Lees het opgeslagen DBF-bestand in met Excel; 2. Verwijder handmatig de kortdurende piekconcentraties (door blazen in de meter) uit de meetresultaten; 3. Verwijder handmatig de meetgegevens die niet betrekking hebben op lesuren; 4. Bereken per lesdag de volgende parameters: aantal metingen; gemiddelde CO 2 - concentratie; 98 percentiel; > 650 (%); > 800 (%); > 1000 (%); > 1400 (%). De formules hiervoor kun je vinden in het bestand "Voorbeeld verwerking Excel.xls". De formules hieruit kopieer je naar je eigen databestand.

Bijlage 3. Evaluatieformulieren Onderwerp: Verbetering Ventilatie basisscholen Beste docent, In de afgelopen maanden heeft het Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid (Bureau GMV) uw school bezocht in het kader van het project Verbetering Ventilatie basisscholen. Wij willen graag weten hoe u dit bezoek heeft ervaren. Ik zou u vriendelijk willen verzoeken even de tijd te nemen om onderstaande vragen in te vullen. Dit kunt u doen door een klik met de muis in het vakje van het voor u geldende antwoord of door tekst te typen in de grijze tekstblokken. De grootte van deze tekstblokken past zich automatisch aan de lengte van uw antwoord. Uw ingevulde vragenlijst ontvangen wij graag uiterlijk 25 april 2008 retour op milieu@ggd-bureaugmv.nl Wilt u de vragenlijst liever schriftelijk invullen dan kunt u de vragen uitprinten en ingevuld opsturen naar het onderstaande postadres. Mocht u nog vragen hebben, neem dan contact op met Monique Nijkamp of Natascha van Riet via telefoonnummer 0900-368 68 68 of stuur een email naar milieu@ggdbureaugmv.nl Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking! Met vriendelijke groet, Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid GGD en Brabant/Zeeland Postbus 3166 5203 DD Den Bosch

School: Te: Groep: Leraar: Datum: 1 a Heeft u het ventilatie-advies-op-maat op de ventilatiekaart gelezen? Ja, ik heb het aandachtig doorgelezen Ja, ik heb het globaal doorgelezen Nee, ik heb het niet doorgelezen b Wilt u met een cijfer (0 tot 10) aangegeven in hoeverre u het ventilatie-advies de afgelopen week heeft opgevolgd? Cijfer 0 betekent helemaal niet opgevolgd en cijfer 10 betekent helemaal opgevolgd c Als u het ventilatie-advies niet helemaal heeft opgevolgd, waarom heeft u dit advies niet helemaal opgevolgd? Meerdere antwoorden zijn mogelijk Ik heb niet meer aan het advies gedacht Er was al voldoende frisse lucht Vanwege tochtklachten Vanwege koudeklachten Vanwege koudeval Vanwege geluidsoverlast Om inbraak te voorkomen Anders: d e Als u het ventilatie-advies geheel of gedeeltelijk heeft opgevolgd, kon u dat merken aan het binnenmilieu? Ja Nee N.v.t. (ik heb het advies helemaal niet opgevolgd) Zo ja, hoe kon u dat merken?

2 a Vindt u de ventilatiekaart een goed hulpmiddel om te zorgen voor een goede binnenlucht? Ja Nee b Wilt u dit toelichten? 3 a Vormde de voorlichtingsbijeenkomst / presentatie aan het einde van de dag een goed hulpmiddel om te zorgen voor een goede binnenlucht? Ja Nee b Wilt u dit toelichten? 4 a Vindt u de Ventilight (stoplichtmeter) een goed hulpmiddel om te zorgen voor een goede binnenlucht? Ja Nee b Wilt u dit toelichten? 5 De Ventilight (stoplichtmeter) is 2 weken in een lokaal en gaat dan naar een ander lokaal. Wat vindt van dit roulatieschema? Twee weken in mijn lokaal vind ik voldoende Twee weken in mijn lokaal vind ik onvoldoende, dit zou zijn Ik zou graag permanent een Ventilight in mijn lokaal willen Ik vind een Ventilight in mijn lokaal helemaal niet nodig weken moeten

6 a Vindt u het lespakket (alleen groep 4, 5 en 6) een goed hulpmiddel om te zorgen voor een goede binnenlucht? Ja Nee N.v.t. b Wilt u dit toelichten? 7 Hoe heeft het GGD-bezoek Verbetering ventilatie basisscholen effect op u gehad? Meerdere antwoorden zijn mogelijk Ik heb meer aandacht voor het thema binnenmilieu Ik ben me meer bewust van binnenmilieuproblematiek Ik ben me meer bewust van het belang van ventileren en luchten Ik heb meer kennis over de relatie tussen het binnenmilieu en gezondheid Ik heb meer kennis over de relatie tussen het binnenmilieu en ventileren en luchten Ik heb nu een positievere houding t.o.v. ventileren en luchten Ik heb nu een adequater ventilatiegedrag Het project heeft geen merkbaar effect op mijn houding of gedrag 8 Welk cijfer (0 tot 10) geeft u het GGD-bezoek "Verbetering Ventilatie Basisscholen"? Ruimte voor eventuele opmerkingen, suggesties:

Onderwerp: Verbetering Ventilatie basisscholen Beste directie, In de afgelopen maanden heeft het Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid (Bureau GMV) uw school bezocht in het kader van het project Verbetering Ventilatie basisscholen. Wij willen graag weten hoe u dit bezoek heeft ervaren. Ik zou u vriendelijk willen verzoeken even de tijd te nemen om onderstaande vragen in te vullen. Dit kunt u doen door een klik met de muis in het vakje van het voor u geldende antwoord of door tekst te typen in de grijze tekstblokken. De grootte van deze tekstblokken past zich automatisch aan de lengte van uw antwoord. Uw ingevulde vragenlijst ontvangen wij graag uiterlijk 25 april 2008 retour op milieu@ggd-bureaugmv.nl Wilt u de vragenlijst liever schriftelijk invullen dan kunt u de vragen uitprinten en ingevuld opsturen naar het onderstaande postadres. Mocht u nog vragen hebben, neem dan contact op met Monique Nijkamp of Natascha van Riet via telefoonnummer 0900-368 68 68 of stuur een email naar milieu@ggdbureaugmv.nl Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking! Met vriendelijke groet, Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid GGD en Brabant/Zeeland Postbus 3166 5203 DD Den Bosch

School: Te: Datum: Ingevuld door: 1 a Heeft u het schooladvies gelezen? Ja, ik heb het aandachtig doorgelezen Ja, ik heb het globaal gelezen Nee, ik heb het niet doorgelezen Anders: b Heeft u na het lezen van het schooladvies nog één of meerdere geformuleerde adviezen uit het schoolrapport opgevolgd? Nee Ja, namelijk: 2 Hoe heeft het project Verbetering Ventilatie basisscholen effect op u (als directie) gehad? Meerdere antwoorden zijn mogelijk De directie heeft meer aandacht voor het thema binnenmilieu De directie is zich meer bewust van binnenmilieuproblematiek De directie is zich meer bewust van het belang van ventileren en luchten De directie heeft meer kennis over de relatie tussen het binnenmilieu en gezondheid De directie heeft meer kennis over de relatie tussen het binnenmilieu en ventileren en luchten De directie heeft nu een positievere houding t.o.v. ventileren en luchten De directie heeft nu een adequater ventilatiegedrag Geen 3 Bent u tevreden over het beloop van het project "Verbetering Ventilatie basisscholen"? Ja Nee, want Ruimte voor eventuele opmerkingen, suggesties:

Bijlage 4. Screeningsformulier SCHOOL: GROEP: Datum: Medewerker GGD: Geef in de plattegrond de locatie aan van ramen (A, B, C, etc.), roosters (I, II, III etc.), deuren (1, 2, 3 etc.).

Geef in het onderstaand overzicht aan welk type raam/roosters, de afmetingen en de hoogte. Rooster Lengte Lengte: Hoogte Hoogte: Aantal: m Geschat percentage openingen: (meestal 50% van de lengte) Afstand onderkant tot vloer: Zelfregelend/handbediening: Regelbaarheid opening: In directe verbinding met buitenlucht: Ja / Nee Totaal max. ventilatie oppervlakte: (= lengte hoogte geschat percentage openingen) Klepraam Kiepraam hoogte hoogte lengte Lengte: Lengte: lengte Aantal: Aantal: Afstand onderkant tot vloer: Afstand onderkant tot vloer: Regelbaarheid opening: Regelbaarheid opening: Opent naar buiten / binnen Opent naar buiten / binnen In directe verbinding met buitenlucht: Ja / Nee In directe verbinding met buitenlucht: Ja / Nee Totaal max. ventilatie oppervlakte: Totaal max. ventilatie oppervlakte: (=lengte maximale opening ) (=lengte maximale opening ) De schuine openingen aan de zijkant van het raam worden niet meegerekend, conform de aanwijzingen uit de GGD-richtlijn "Ventilatie van scholen en de kwaliteit van het binnenmilieu, bijlage 4"

Draairaam: lengte Plafondopening Lengte: Hoogte: Aantal: Afstand onderkant tot vloer: Regelbaarheid opening: Opent naar buiten / binnen In directe verbinding met buitenlucht: Ja / Nee Totaal max. ventilatie oppervlakte: hoogte (=hoogte maximale opening ) (= r 2 ) Diameter: Aantal: Totaal max. ventilatie oppervlakte: Schuifraam Lengte: Hoogte: Aantal: Afstand onderkant vloer: Regelbaarheid opening: In directe verbinding met buitenlucht: Ja / Nee Totaal max. ventilatie oppervlakte: (= hoogte maximale opening) hoogte lengte Deur Lengte: Hoogte: Aantal: Spleet onder deur: Rooster in deur: ja / nee Zo ja, lengte: breedte: In directe verbinding met buitenlucht: Ja / Nee Totaal max. ventilatie oppervlakte indien toch met deur geventileerd wordt: (= lengte hoogte) hoogte lengte De schuine openingen aan de zijkant van het raam worden niet meegerekend, conform de aanwijzingen uit de GGD-richtlijn "Ventilatie van scholen en de kwaliteit van het binnenmilieu, bijlage 4"

Draai/kiepraam lengte lengte hoogte hoogte Lengte: Hoogte: Aantal: Afstand onderkant tot vloer: Regelbaarheid opening kiepstand: Opent naar buiten / binnen In directe verbinding met buitenlucht: Ja / Nee Totaal max. ventilatie oppervlakte draaistand: (= lengte hoogte) Totaal max. ventilatie oppervlakte kiepstand: (= lengte maximale opening ) Tuimelraam lengte hoogte Lengte: Hoogte: Aantal: Afstand onderkant tot vloer: Regelbaarheid opening: Opent naar buiten / binnen In directe verbinding met buitenlucht: Ja / Nee Totaal max. ventilatie oppervlakte: (= lengte hoogte) De schuine openingen aan de zijkant van het raam worden niet meegerekend, conform de aanwijzingen uit de GGD-richtlijn "Ventilatie van scholen en de kwaliteit van het binnenmilieu, bijlage 4"

BINNENMILIEU SCREENING BASISSCHOLEN School: Datum screening: Medewerker GGD: lokaal aantal leerlingen aantal docenten Verwarming C.V. / hete lucht / kachel / anders Thermosstaatknoppen / wandthermosstaat Ruimte tussen vensterbank en raam? Radiatoren afgedekt door een dichte vensterbank? Grote temperatuurverschillen in lokaal? Koudeval of koude plekken in lokaal? Ventilatie Dwarsventilatie mogelijk ja / nee / alleen met deur Ramen Enkel / dubbel glas Ramen beslagen? Kieren langs ramen? Zonwering binnen / buiten Gordijnen / verticale lamellen / horizontale lamellen Schoonmaak Veel losse spullen in lokaal? Maakt lokaal een opgeruimde indruk? Stof in open kasten / op planken of schappen? Stof op vensterbanken / moeilijk bereikbare randen? Overig Vochtkenmerken (zo ja, welke) Open / gesloten kasten Kasten vast op grond / op pootjes of wieltjes Lampen vast aan plafond / vrijhangend / in plafond Zeil / textiele vloerbedekking / anders. Bijzonderheden Bijzonderheden

Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Bijlage 5 Ventilatieadvies-op-maat VENTILEER VOLDOENDE Zet gedurende de hele lesdag <advies invullen> open. Als het te koud wordt, sluit niet meteen de ramen, maar zet juist de verwarming hoger. Als het dan nog te koud blijft, zet dan de ventilatieopeningen iets minder ver open. Als het gaat tochten sluit dan ramen en roosters die minder dan 1,80 m boven de vloer zitten. Open alleen ramen en roosters die meer dan 1,80 m boven de vloer zitten. Zet de deur open op momenten dat er onvoldoende of geen ramen open kunnen staan. Als het tocht door slechter weer, zet dan de openingen iets minder ver open. Per dag kunnen er verschillen optreden als gevolg van ver schil in windrichting, windkracht en buitentemperatuur. Lucht het lokaal 5-10 minuten vóór de les, tijdens de pauzes en ná de les door ramen en deur tegen elkaar open te zetten. Luchten is extra belangrijk indien door (weers)omstandigheden de ramen niet de hele lesdag open kunnen. Als u alle ramen en roosters die minimaal 1,80 m boven de vloer zitten openzet dan adviseren wij om maximaal <aantal> leerlingen in het lokaal aanwezig te laten zijn. Zijn er meer leerlingen in het lokaal aanwezig dan moeten ook de lager gelegen ramen en roosters opengezet worden. VOORKOM STOFOPHOPING IN UW LOKAAL zet zo min mogelijk spullen los op kasten en vensterbanken, verwissel de aanwezige spullen regelmatig en maak ze regelmatig schoon. maak de wanden regelmatig leeg: laat tekeningen, werkstukken, knutselwerkjes e.d. niet te lang hangen.

Bijlage 6 Schooladvies VERBETERING VENTILATIE BASISSCHOLEN Schooladvies over de kwaliteit van het binnenmilieu Basisschool <naam> te <plaats> Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid GGD en Brabant/Zeeland Postbus 3166 5203 DD Den Bosch 0900-3686868 E-mail: milieu@ggd-bureaugmv.nl <Maand jaar>

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 18 2 Werkwijze... 19 3 Beoordelingskader... 20 4 Resultaten... 22 4.1 Bouwkundige en ruimtespecifieke aspecten... 22 4.2 Kwaliteit van het binnenmilieu... 23 5 Conclusies en advies... 26 6 Hulpmiddelen... 28 Bijlagen: Ventilatiekaart per lokaal...fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

1 Inleiding Bij milieuverontreinigingen wordt meestal alleen gedacht aan het milieu buitenshuis. Maar ook een schoon binnenmilieu is belangrijk, zowel thuis als op school. Kinderen brengen namelijk veel tijd op school door. Vaak denkt men dat het binnenmilieu schoner is dan het buitenmilieu. Het tegendeel is echter waar. De lucht in het binnenmilieu is vaak meer verontreinigd dan de buitenlucht. Daarom is het belangrijk om meer aandacht te besteden aan het binnenmilieu. Maar hoe kan het binnenmilieu nu verontreinigd en ongezond worden? De lucht in een lokaal kan verontreinigd raken door uitdamping van vluchtige stoffen afkomstig van diverse materialen, zoals vloerbedekking, gordijnen, beeldbuizen en gebruikte bouwmaterialen. Maar ook de geurstoffen en ziektekiemen van de personen die in het lokaal aanwezig zijn, zorgen voor een verontreiniging van de lucht. Deze verontreinigingen veroorzaken gezondheidsklachten zoals geurhinder, oogirritatie, hoofdpijn, verminderde concentratie en vermoeidheid. Ook onzichtbaar opwervelend stof uit kleding en van vloeren is een boosdoener. Daarom is verbetering van het binnenmilieu een van de aandachtsgebieden van het Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid van de GGD en in Brabant en Zeeland (Bureau GMV). Ook de provincie Noord-Brabant vindt verbetering van het binnenmilieu een belangrijk onderwerp. Daarom heeft de provincie het Bureau GMV opdracht gegeven om in 33 scholen van de M7-gemeenten onderzoek te doen naar de kwaliteit van het binnenmilieu en ook adviezen te geven ter verbetering van het binnenmilieu in de klaslokalen. In het kader van dit onderzoek heeft Bureau GMV op <datum> uw school onderzocht. Dit rapport bevat de resultaten van dit onderzoek, uitmondend in een advies om, waar nodig, het binnenmilieu op uw school te verbeteren. In de bijlagen van dit schooladvies zijn de lokaalspecifieke ventilatiekaarten opgenomen. Deze kaarten zijn ook aan de docenten overhandigd.

2 Werkwijze Het onderzoek en het advies zijn gebaseerd op de meest recente inzichten en richtlijnen die door de GGD en in Nederland worden gehanteerd. Het onderzoek bestond uit twee onderdelen: een checklist lokaal en een binnenmilieumeting die is uitgevoerd met een CO 2 -meter. De checklist lokaal wordt in ieder leslokaal afgenomen. Deze checklist geeft inzicht in enkele bouwkundige en ruimtespecifieke aspecten van het lokaal, vooral gericht op de aanwezigheid van ventilatievoorzieningen en de praktische bruikbaarheid in de winterperiode daarvan. Bij veel scholen is wel voldoende ventilatiecapaciteit aanwezig om in de zomer te ventileren. Voor gebruik in de winterperiode dienen de ventilatievoorzieningen echter zodanig te zijn uitgevoerd en gesitueerd dat er geen tocht- of koudeklachten ontstaan bij gebruik van deze voorzieningen. Daarom behoren ventilatievoorzieningen minimaal 1,80 meter boven de vloer geplaatst zijn, maar bij voorkeur op 2,40 meter hoogte. Om de luchtkwaliteit te beoordelen is er in het lokaal van groep <nummer> een meting uitgevoerd met behulp van een binnenklimaatmeter. Deze meter heeft de concentratie van koolstofdioxide (CO 2 ) in de lucht, de temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid in het lokaal gemeten.

3 Beoordelingskader CO 2 -gehalte Het CO 2 -gehalte van de lucht is een goede indicator voor de kwaliteit van het binnenmilieu en de mate van ventilatie in een gebruikt lokaal. Het CO 2 -gehalte wordt weergegeven in parts per million (ppm) en geeft het aantal CO 2 -deeltjes per miljoen luchtdeeltjes aan. Het CO 2 -gehalte van de buitenlucht bedraagt op de meeste plaatsen in Nederland circa 400 ppm. Zodra een groep leerlingen het leslokaal binnenkomt begint het CO 2 -gehalte te stijgen, waarbij een verdubbeling van het CO 2 -gehalte als normaal beschouwd mag worden. In 2006 heeft het Landelijk Centrum Medische Milieukunde toetswaarden opgesteld voor de ventilatie van scholen en kinderdagverblijven (LCM, 2006). GGD en gebruiken deze om de kwaliteit van het binnenmilieu te beoordelen (zie tabel). Bij piekconcentraties zijn kortdurend hogere waarden aanvaardbaar. Om hiermee rekening te houden wordt getoetst of het CO 2 -gehalte gedurende niet meer dan 2% van de verblijfstijd hoger is dan de gewenste waarde (98-percentiel). Gezondheidskundige toetwaarden voor ventilatie van scholen en kindercentra Ventilatieklasse Ventilatie per persoon (liter per seconde) CO 2 -gehalte, 98-percentiel zeer goed > 25 < 650 ppm goed 15-25 650-800 ppm matig 10 15 800-1000 ppm onvoldoende 6 10 1000-1400 ppm slecht < 6 > 1400 ppm Bron: GGD-richtlijn ventilatie op scholen (LCM, 2006) In bestaande schoolgebouwen waar sprake is van natuurlijke ventilatie is het bereiken van goede ventilatie alleen haalbaar door een combinatie van bouwkundige aanpassingen en verbetering van het ventilatiegedrag. Indien alleen het ventilatiegedrag aangepast wordt moet ten minste gestreefd worden naar een CO 2 -gehalte beneden 1400 ppm. Bij toekomstige renovatie of nieuwbouw van het schoolgebouw dient uitgegaan te worden van de beste ventilatieklasse (zeer goed) en ervoor gezorgd te worden dat er in ieder leslokaal per persoon een ventilatiecapaciteit van minimaal 25 liter per seconde gerealiseerd wordt.

Ventilatievoorzieningen De hoeveelheid ventilatie die door het openen van een ventilatievoorziening gerealiseerd wordt, is onder andere afhankelijk van plaatsing van de ventilatievoorzieningen in één of meerdere gevels. Door gebruik te maken van ventilatievoorzieningen in meerdere gevels ontstaat er dwarsventilatie, waardoor de lucht in het lokaal sneller ververst kan worden en er een kleiner ventilatieoppervlak nodig is dan wanneer de ventilatievoorzieningen in één gevel gesitueerd zijn. Per leslokaal is het benodigde ventilatieoppervlak vergeleken met het aanwezige en in de winter benutbare ventilatieoppervlak. Het in de winter benutbare ventilatieoppervlak houdt rekening met het optreden van tocht- of koudeklachten. Om dergelijke klachten in de winterperiode te voorkomen, dienen de openingen van ventilatievoorzieningen minimaal 1,80 meter boven de vloer geplaatst te zijn, maar bij voorkeur op 2,40 meter hoogte. Temperatuur De optimale temperatuur voor hersenactiviteit is 20 C. Een aangename temperatuur in scholen ligt tussen de 18 en 22 C. Vanaf de 26 C nemen de behaaglijkheid af en het prestatievermogen wordt minder. Om de groei van schimmels en huisstofmijt te voorkomen is het van belang om de temperatuur s nachts niet beneden de 15 C te laten komen. Relatieve vochtigheid De relatieve luchtvochtigheid geeft aan in welke mate de lucht verzadigd is met vocht. De relatieve luchtvochtigheid dient tussen circa 35 en 70% te zijn. Een (beduidend) lagere luchtvochtigheid is op zich geen probleem, maar kan in combinatie met stoffigheid leiden tot irritaties van de slijmvliezen van ogen, neus en keel. Wanneer de luchtvochtigheid langdurig te hoog is, kunnen schimmels en/of huisstofmijten zich beter ontwikkelen. Dit kan vervolgens leiden tot (verergering van) luchtwegklachten, vooral bij mensen met gevoelige luchtwegen.

4 Resultaten Hieronder volgt een beschrijving van de resultaten die met behulp van de checklist en de meetset verzameld zijn. Alleen de meest belangrijke waarnemingen worden besproken. 4.1 Bouwkundige en ruimtespecifieke aspecten Ventilatievoorzieningen Op basis van het aantal leerlingen en docenten is berekend hoeveel ventilatiecapaciteit per afzonderlijk lokaal nodig is. Op basis van de checklist is bepaald hoeveel ventilatiecapaciteit aanwezig is, waarbij onderscheid gemaakt wordt in: o o maximale capaciteit, zijnde alle ventilatievoorzieningen staan maximaal open. Dit is feitelijk de capaciteit die in de zomer bij warm weer benut kan worden, zonder dat op hinder door tocht of koude gelet hoeft te worden. de maximaal (in de winter) nuttig bruikbare capaciteit, zonder dat kans op tocht of koude ontstaat. Dit zijn ventilatievoorzieningen die minimaal 1,8 meter (en bij voorkeur 2,4 meter) boven de vloer geplaatst zijn. De kans dat er tocht optreedt bij het gebruik van dergelijk geplaatste ventilatievoorzieningen is minimaal. Bovendien dienen deze voorzieningen ook praktisch door de docent te gebruiken zijn. Geef hier aan in welke lokalen er voldoende ventilatievoorzieningen zijn, in welke lokalen voldoende nuttig bruikbare voorzieningen Beschrijf hier ook of er technische mankementen zijn (ramen die niet open kunnen, hendels die kapot zijn, ramen of roosters die geen bedieningsstok hebben etc. Inrichting Geef hier aan hoe het lokaal is ingericht en behandel daarbij de volgende onderwerpen uit het screeningsformulier Vloer: zeil / vaste vloerbedekking Open of gesloten kasten Enkel / dubbel glas Indien enkel, ramen beslagen? Kieren langs ramen? Ja / nee Gordijnen / verticale lamellen / horizontale lamellen Zonwering binnen / buiten Ja / Nee Schoonmaak Geef hier aan of het lokaal moeilijk is schoon te maken op basis van de eigenschappen genoemd bij de inrichting (textiele vloerbedekking, open kasten, hangende lampen, veel losse spullen. Is er op de vensterbanken, moeilijk bereikbare randen en in de open kasten stofophoping waar te nemen? Is het lokaal goed opgeruimd? slecht opgeruimd lokaal. Een goed opgeruimd lokaal is gemakkelijker schoon te houden dan een

4.2 Kwaliteit van het binnenmilieu De resultaten van de binnenmilieumeting (CO 2 -gehalte, Temperatuur en Relatieve luchtvochtigheid) in het klaslokaal van groep <nummer> zijn weergegeven in de onderstaande grafieken. CO 2 -gehalte <Geef hier aan hoe het CO 2 -gehalte varieert. Zet de rode horizontale lijn bij een CO 2 van 1400 ppm. Is de CO 2 lager dan 800 ppm dan zeg je dat er voldoende wordt geventileerd, anders zeg je onvoldoende>. Het gemeten CO 2 -gehalte in groep <nummer> varieert van <waarde> tot <waarde> ppm. Er wordt onvoldoende/voldoende geventileerd wordt om stofdeeltjes, ziektekiemen, geurstoffen en andere verontreinigingen uit het leslokaal af te voeren. 1500 1450 1400 1350 1300 1250 1200 1150 1100 1050 1000 950 900 850 800 750 700 650 600 550 500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 8:00:00 8:30:00 9:00:00 9:30:00 10:00:00 10:30:00 11:00:00 11:30:00 12:00:00 12:30:00 13:00:00 13:30:00 14:00:00 14:30:00 15:00:00

Temperatuur De lokalen worden verwarmd door middel van <centrale verwarming>, <die de docenten zelf kunnen regelen met behulp van thermostaatknoppen>. De gemeten temperatuur in groep <nummer> varieert van <waarde>ºc tot <waarde>ºc en valt <niet> binnen het gewenste comfortbereik (18-22 C). 25,0 24,5 24,0 23,5 23,0 22,5 22,0 21,5 21,0 20,5 Temperatuur 20,0 19,5 19,0 18,5 18,0 17,5 17,0 16,5 16,0 15,5 15,0 8:00:00 8:30:00 9:00:00 9:30:00 10:00:00 10:30:00 11:00:00 11:30:00 12:00:00 12:30:00 13:00:00 13:30:00 14:00:00 14:30:00 15:00:00 De vensterbanken zijn voorzien van spleten / De ondiepe vensterbanken zijn zo geplaatst dat de warme lucht goed langs de ramen omhoog kan stromen waardoor de koude lucht die van het enkelglas afkomt niet omlaag kan stromen (geen koudeval ). Ook kan de opstijgende warme lucht de binnenkomende koudere ventilatielucht enigszins opwarmen. OF De vensterbanken belemmeren de doorstroom van warme lucht langs de ramen, waardoor de koude lucht van het enkel-glas afkomt naar beneden kan stromen ( koudeval ). Ook wordt de binnenkomende koudere ventilatielucht minder opgewarmd wordt. [Bespreek hier ook de volgende aspecten van de checklist (alleen indien aanwezig) Koude plekken of koudeval Grote Temperatuurverschillen]

Relatieve luchtvochtigheid De relatieve luchtvochtigheid in groep <nummer> varieert van minimaal waarde% en maximaal waarde%. De relatieve luchtvochtigheid dient lager dan 70% te zijn. De relatieve vochtigheid is daarmee <in orde / aan de hoge kant / aan de lage kant>. (indien te hoog: Door voldoende te ventileren zal de relatieve luchtvochtigheid dalen.) 60 59 58 57 56 55 54 53 52 51 50 49 48 47 46 45 9:00:00 9:30:00 10:00:00 10:30:00 11:00:00 11:30:00 12:00:00 12:30:00 13:00:00 13:30:00 14:00:00 14:30:00 15:00:00

5 Conclusies en advies Hieronder worden de belangrijkste resultaten samengevat en voorzien van een advies ter verbetering. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in verbeteringen met betrekking tot ventilatie en onderhoud, inrichting en beheer. Ventilatie Geef hier nog even kort aan welke lokalen voldoende ventilatiecapaciteit hebben, welke voldoende maar niet voldoende nuttig bruikbare, en welke onvoldoende capaciteit hebben Om de kwaliteit van het binnenmilieu - en daarmee de gezondheid van leerlingen en docenten - te verbeteren is het van belang dat de adviezen op de blauwe ventilatiekaart zoveel mogelijk worden opgevolgd. Inrichting Beschrijf hier de verbeterpunten met betrekking tot de inrichting. [Indien vaste textiele vloerbedekking: Textiele vloerbedekking neemt veel vuil en stof op en is slechts oppervlakkig te reinigen. Met een stofzuiger wordt vaak alleen het losliggend vuil verwijderd. Derhalve vormt textiele vloerbedekking een bron van stof en huisstofmijt, hetgeen nadelig kan zijn voor mensen met gevoelige luchtwegen. Vloerbedekking geeft vaak ook jarenlang geurstoffen en andere gassen af. Kies bij vervanging van de textiele vloerbedekking voor gladde, met vocht afneembare vloerbedekking met weinig geur.] (Indien gordijnen: Gordijnen zijn een bron voor stof, indien zijn niet regelmatig gewassen worden. Gordijnen helpen weinig om de warmte van de zon buiten te houden. Daarom wordt aanbevolen om de gordijnen te verwijderen op plaatsen waar ze niet functioneel zijn. Gordijnen die niet verwijderd worden dienen minstens twee keer per jaar gewassen te worden en zijn bij voorkeur gemaakt van een gladde stof). (Indien horizontale lamellen: Op horizontale lamellen blijft vaak stof liggen. Zorg ervoor dat lamellen minstens 4 keer per jaar met een klamvochtige doek stofvrij worden gemaakt en kies zo mogelijk voor verticale lamellen. (Indien enkel glas: De lokalen beschikken over enkel glas, (eventueel: waarop condens wordt waargenomen). Kies bij vervanging van de kozijnen voor dubbel glas. Dubbel glas leidt doorgaans tot een betere klimaatbeheersing: minder koude en minder energieverlies). (Indien de vensterbanken de doorstroom van warme lucht belemmeren: In de meeste/een aantal leslokalen belemmeren de vensterbanken de doorstroom van warme lucht langs de ramen, waardoor de binnenkomende koudere ventilatielucht onvoldoende opgewarmd wordt en er hinder door koudeval kan ontstaan. Plaats daarom de vensterbanken meer het lokaal in, zodat er achter

de vensterbanken een spleet van minimaal 5 cm ontstaat, of zaag op regelmatige afstand spleten (5 x 20 cm) in de vensterbanken. Schoonmaak Zorg voor duidelijke afspraken over de schoonmaak en zorg voor controle. (Indien ventilatieroosters aanwezig: Ook de ventilatieroosters dienen minimaal twee keer per jaar schoongemaakt te worden. Neem dit op in het schoonmaak- of onderhoudscontract van de school). (Indien veel stof: Schenk meer aandacht aan het schoonmaken van vensterbanken, moeilijk bereikbare randen en open kasten. Maar het allerbelangrijkste is het vaker schoonmaken van de routes waar gelopen word, want daar vandaan wordt het meeste stof opgewerveld). De klaslokalen maken een overwegend/ geen opgeruimde indruk. Toch / Daarom willen we nadere aandacht vragen voor het regelmatig wisselen van spullen en werkstukken op en in open kasten, op vensterbanken en aan de wand. Zet zo weinig mogelijke losse spullen op de vensterbanken. Op deze manier wordt stofophoping voorkomen.

6 Hulpmiddelen Ventilatiekaart Iedere docent ontvangt een ventilatiekaart die bij voorkeur op een goed zichtbare plaats in het lokaal wordt opgehangen. Hierop staat voor het eigen leslokaal een ventilatie-advies-op-maat, tips met betrekking tot tocht en kou en voor het opgeruimd houden van het lokaal. Ventilight Op de voorzijde van de Ventilight zijn 3 LED s aanwezig die informatie geven over de ventilatie in de ruimte. De Ventilight blijft eigendom van de school. Stel een roulatieschema op en maak hierover afspraken met de leerkrachten. De Ventilight moet minimaal 2 weken aangesloten in dezelfde ruimte AAN staan om een goede werkzaamheid te kunnen blijven waarborgen. Meer informatie is terug te lezen in de handleiding. Kleur LED Ventilatie CO2-gehalte ROOD onvoldoende ventilatie > 1400 ppm ORANJE matige ventilatie 800-1400 ppm GROEN optimale ventilatie < 800 ppm Lespakket Buitenlucht kom je binnenspelen? Het lespakket Buitenlucht kom je binnenspelen? is ontwikkeld voor groep 4, 5 en 6 van het basisonderwijs. Het laat zien hoe docenten samen met leerlingen kunnen zorgen voor een gezonde binnenlucht in de klas. Het lespakket start met het inleidende verhaal Buitenlucht komt binnen, wat aan de hand van de poster met de afbeelding van het vriendje Buitenlucht verteld wordt. Na dit inleidende verhaal komen achtereenvolgens de thema s vocht in de lucht, viezigheid in de lucht en huisstofmijt aan bod. Informatieboekjes Het groene boekje Naar een beter binnenmilieu is speciaal geschreven voor basisscholen en kinderdagverblijven. Laat dit boekje aan alle leerkrachten lezen en bespreek het een keer tijdens een teamvergadering.

Bijlage 7 Handleiding Ventilight

Ventilight Goede ventilatie is essentieel voor een gezond binnenmilieu. Als indicator voor de ventilatie is het CO 2 -gehalte te meten. Als het CO 2 -gehalte in het leslokaal lager is dan 800 ppm dan is de ventilatie goed. Als het CO 2 -gehalte hoger is dan 1400 ppm dan is de ventilatie slecht. De Ventilight bewaakt eenvoudig het CO 2 -gehalte van de binnenlucht. De gekleurde LED s aan de voorzijde geven een duidelijke indicatie over de mate waarin het vertrek wordt geventileerd. ROOD slechte ventilatie > 1400 ppm ORANJE te weinig ventilatie 800-1400 ppm GROEN voldoende ventilatie < 800 ppm Aan de hand van deze indicatie kan besloten worden om extra te ventileren, zodat het binnenmilieu op een gezond niveau gebracht wordt. Voorbeeld: Aan het begin van de schooldag geeft de Ventilight groen licht aan (er wordt voldoende geventileerd). Dan komen de kinderen het leslokaal binnen en gaat al snel het oranje lampje aan (de ventilatie schiet tekort). Als er op dat moment niet genoeg aan de ventilatie verandert, dan zal het rode lampje gaan branden. Dat betekent dat er veel meer geventileerd moet worden. Als het oranje lampje aan gaat en er wordt meer geventileerd, bijvoorbeeld door het openzetten van meer ramen, kan voorkomen worden dat het rode lampje gaat branden. Bij koud weer is het vaak moeilijk om het groene lampje weer aan te krijgen. Bediening Ventilight 1) Sluit de voedingsspanning aan. HET LCD scherm vermeldt rechtsonder: OFF. Dit betekent dat de sensor is uitgeschakeld. 2) Druk op de power-toets. Na 60 seconden opwarmtijd geeft het LCD scherm op de bovenste regel de ruimtetemperatuur aan en op de onderste regel het CO 2 -gehalte. Algemene tips bij het gebruik van de Ventilight - De Ventilight dient (minimaal ) twee aaneengesloten weken in hetzelfde leslokaal AAN te staan! - Laat het apparaat niet trillen of schokken. - Zet de Ventilight op een goed zichtbare plaats in het leslokaal. - De Ventilight dient geplaatst te worden in de buurt van een stopcontact. - Plaats de Ventilight bij voorkeur op een bureau of lage kast. - Plaats de Ventilight in ieder geval NIET onder een raam dat opengezet wordt of boven een verwarming om beïnvloeding van de meetwaarden te voorkomen. - Plaats de Ventilight zo dat uitademing door kinderen of docent in het apparaat niet mogelijk is. - Zorg voor een roulatieschema, zodat voor iedereen duidelijk is wanneer de Ventilight in welk lokaal staat. B.v. een schema ophangen in de docentenkamer. Ventilatie barrières Tocht: Tocht wordt ervaren als de huid ongewenst afgekoeld wordt door een stroom lucht. Vaak zal een ventilatieopening die op zit/sta hoogte geopend is hier de oorzaak van zijn. Soms is het omdat er meer wind staat. Bij tocht de ventilatieopening iets minder ver open zetten geeft vaak verbetering. Inbraak: Indien ventilatieopeningen niet continue kunnen openstaan, is het aan te bevelen om het klaslokaal vóór aanvang van de les een kwartiertje te luchten en dat te herhalen als de klas leeg is. Met redelijk eenvoudige middelen is het mogelijk om bijv. klepraampjes te beschermen tegen inbraak. Geluid: Geluidsoverlast bij ventilatie is een moeilijker probleem. Vaak zijn dan toch bouwtechnische oplossingen noodzakelijk. Ook hier kan extra luchten tijdens afwezigheid van de kinderen en meer ventilatieopeningen minder ver open zetten een (vaak beperkte) oplossing bieden.

Vragen? Vragen over binnenmilieu en gezondheid: Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid GGD en Brabant/Zeeland Telefoon: 0900-3 68 68 68 E-mail: milieu@ggd-bureaugmv.nl Vragen over functioneren Ventilight: ATAL B.V.: 0299-630610

Bijlage 8. Handleiding Lespakket Beste leraar, lerares, Voor u ligt de introductie van het lespakket Buitenlucht, kom je binnen spelen?. Dit lespakket is bedoeld voor groep 4, 5 en 6 van de basisschool en laat zien hoe u samen met uw leerlingen kunt zorgen voor een gezonde binnenlucht in de klas. Vaak denkt men dat de binnenlucht schoner is dan de buitenlucht. Maar het tegendeel is meestal waar. De binnenlucht is vaak meer verontreinigd dan de buitenlucht. Daarom is het belangrijk om meer aandacht te besteden aan de binnenlucht. Maar hoe kan die binnenlucht nu verontreinigd en ongezond worden? De lucht in een lokaal kan verontreinigd raken door uitdamping van vluchtige stoffen afkomstig van diverse materialen, zoals vloerbedekking, gordijnen en gebruikte bouwmaterialen. Maar ook de uitademingslucht en geurstoffen van de mensen die in het lokaal aanwezig zijn kunnen zorgen voor een verontreiniging van de lucht. Deze verontreinigingen veroorzaken gezondheidsklachten zoals geurhinder, oogirritatie, hoofdpijn, verminderde concentratie en vermoeidheid. Ook stof en huisstofmijt zijn enkele boosdoeners. Hoe kan ik zorgen voor een gezondere binnenlucht? Om het binnenmilieu te verbeteren zijn soms aanpassingen aan het schoolgebouw nodig, maar door beter te ventileren is de kwaliteit van de binnenlucht al sterk te verbeteren. Dit lespakket laat zien hoe u in de klas kan zorgen voor een gezondere binnenlucht. In deze begeleidende brief worden achtereenvolgens het doel van de les, de inhoud van het lespakket en de opbouw van de lessen beschreven. Doel van de les Aan de hand van dit lespakket worden de leerlingen zich bewust van het belang van ventilatie, luchten en een schone leefomgeving. Ze leren over ademhaling en ademhalingsproblemen. Na deze lessen: o kunnen de leerlingen de GOED/FOUT-panelen invullen over ventilatie, luchten en opruimen. o komt de klas samen met de leraar/lerares tot taken en regels voor het ventileren, luchten en het opruimen van het lokaal. o zullen de rest van het jaar wekelijks leerlingen worden uitgekozen om te zorgen voor ventilatie, luchten en een schone leeromgeving. o wordt ventileren en luchten op school een vast ritueel. Inhoud Het lespakket Buitenlucht, kom je binnen spelen? bestaat uit: o 1 poster Buitenlucht, kom je binnen spelen? o 2 GOED/FOUT panelen o 30 lespakketjes voor de leerlingen o 1 roosterbord o 3 insignes. o Zorg zelf voor een aantal rietjes Door niet rechtstreeks op of in de materialen te schrijven kan het lespakket meerdere keren gebruikt worden. Plak bijvoorbeeld kleefblaadjes op de panelen, het roosterbord en de insignes en laat de leerlingen de antwoorden op een apart blaadje schrijven.

Opbouw van de lessen Het lespakket start met het inleidende verhaal Buitenlucht komt binnen, wat aan de hand van de poster met de afbeelding van het vriendje Buitenlucht verteld wordt. Na dit inleidende verhaal komen achtereenvolgens de thema s vocht in de lucht, viezigheid in de lucht en huisstofmijt aan bod. In deze thema s wordt het belang van ventileren, luchten en opruimen getoond. Het verhaal van het vriendje Buitenlucht is steeds een introductie van het thema. Door vragen en proefjes wordt daarna dieper ingegaan op de stof. Als verwerkingsoefening worden aan het einde van elk thema vragen op de GOED/FOUT panelen ingevuld. Aan het einde van elk thema wordt een baas aangewezen die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de taken behorend bij het thema. Ook voor andere taken om de klas schoon en gezond te houden kan een baas ingesteld worden. U kunt zo naar eigen inzicht de leerlingen bij het opruimen betrekken. Op het roosterbord kan elke week aangegeven worden welke leerlingen verantwoordelijk zijn voor de taken. Elke thema kan als een aparte les gegeven worden. De inleiding en de thema s duren ieder ongeveer 30-45 minuten. Na het inleidende verhaal maakt u met uw leerlingen een woordweb. Hieronder staat een voorbeeld van zo n woordweb. ademhalen wind strand bergen Buiten spelen boslucht Frisse lucht park zuurstof De binnenlucht wordt ook frisse lucht als je ramen en roosters open zet. ramen Ventileren De aanvoer van frisse lucht door ramen en roosters open te zetten noemen we ventileren roosters buitenlucht binnenlucht En is de binnenlucht ook frisse lucht? Veel lees- en leerplezier!!

Bijlage 9. Antwoorden evaluatievragen leerkrachten Gemiddeld In hoeverre heeft u het ventilatieadvies opgevolgd (cijfer 0 helemaal niet tot 10 helemaal)? Ja, aandachtig 54% Ja, globaal 35% nee 11% In hoeverre heeft u het ventilatieadvies opgevolgd (cijfer 0 helemaal niet tot 10 helemaal)? Gemiddeld cijfer 7.3 Waarom heeft u het ventilatieadvies niet helemaal opgevolgd? Niet meer aangedacht 5% Er was al voldoende frisse lucht 6% Tochtklachten 38% Koudeklachten 70% Koudeval 5% Geluidsoverlast 23% Inbraak 2% Anders 33% Als u het ventilatieadvies geheel of gedeeltelijk heeft opgevolgd, kon u dat dan merken aan het binnenmilieu? Ja 68% Nee 19% n.v.t. 3% Missing 20% Vindt u de ventilatiekaart een goed hulpmiddel om te zorgen voor een goede binnenlucht? Ja 66% Nee 23% Missing 16% Vormde de voorlichtingsbijeenkomst/presentatie aan het einde van de dag een goed hulpmiddel om te zorgen voor een goede binnenlucht? Ja 56% Nee 14% Niet aanwezig 20% Missing 10% Vormt de Ventilight een goed hulpmiddel om te zorgen voor een goede binnenlucht? Ja 82% Nee 16% missing 5% De Ventilight is 2 weken in een lokaal en gaat dan naar een ander lokaal. Wat vindt u van

dit roulatiesysteem? Twee weken in mijn lokaal is voldoende 41% Twee weken is onvoldoende, dit zou.. weken 0% moeten zijn Ik zou graag permanent een Ventilight in mijn 47% lokaal willen Ik vind een Ventilight niet nodig 8% Missing 9% Vindt u het lespakket (alleen groep 4, 5 en 6) een goed hulpmiddel om te zorgen voor een goede binnenlucht? Ja 19% Nee 5% n.v.t. 58% missing 18% Hoe heeft het GGD-bezoek Verbetering Ventilatie Basisscholen effect op u gehad? (Meerdere antwoorden mogelijk) Ik heb meer aandacht voor het thema 41% binnenmilieu Ik ben me meer bewust: - van binnenmilieuproblematiek 45% - van het belang van ventileren en luchten 76% Ik heb meer kennis over: - de relatie tussen binnenmilieu en gezondheid 19% - de relatie tussen het binnenmilieu en ventileren 26% en luchten Ik heb nu een positiever houding t.o.v. ventileren 23% en luchten Ik heb nu een adequater ventilatiegedrag 60% Geen merkbaar effect op mijn houding of gedrag 13% Gemiddeld cijfer voor het GGD-bezoek Verbetering Ventilatie Basisscholen. cijfer 7.7

Bijlage 10. Antwoorden vragenlijst directie gemiddeld Heeft u het schooladvies gelezen? Ja 70% Nee 30% Heeft u na het lezen van het schooladvies nog adviezen uit het schoolrapport opgevolgd? Ja 70% Nee 30% Hoe heeft het GGD-bezoek Verbetering Ventilatie Basisscholen effect op u als directie gehad? Meer aandacht thema binnenmilieu 50% Meer bewust binnenmilieuproblematiek 40% Meer bewust belang ventileren en luchten 70% Meer kennis over: - relatie binnenmilieu en gezondheid 50% - binnenmilieu en ventileren en luchten 50% Positievere houding t.o.v. ventileren en 30% luchten Adequater ventilatiegedrag 60% Geen merkbaar effect op houding of gedrag 10% Bent u tevreden over het beloop van het project Verbetering Ventilatie Basisscholen? Ja 100% nee 0%

Bijlage.. Schematisch overzicht van de meetperiodes. Bureau GMV T0 (week) interventie T2 (week) T3 (week) 1 40 50 2 2 45 3 8 3 46 4 9 4 47 5 10 5 49 7 11 HGM 1 40 50 4 2 41 51 5 3 42 2 7 4 44 3 8 Bureau GMV: Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid GGD en Brabant/Zeeland HGM: Hulpverlening Gelderland Midden interventie