PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Vergelijkbare documenten
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein

OPGRAVING BEST-AARLE AFGEROND

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Kale - Leie Archeologische Dienst. J a a r v e r s l a g K a l e - L e i e A r c h e o l o g i s c h e D i e n s t

De archeologie van Weert-Nederweert van de prehistorie tot de Middeleeuwen

3000 jaar historie van Best-Aarle opgegraven

Evaluatiebrief Archeologisch onderzoek Sevenum-Beatrixstraat IVO-P

Het in Halder gefabriceerde aardewerk

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

De resultaten van de publieksopgraving in Dalfsen

6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen

Pottenbakkersovens in Landgraaf

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Begraven en cremeren in de prehistorie

CLEMENT CATELINE, PEDE RUBEN, CHERRETTÉ BART. Het Domein Mesen: een historische kern te Lede (O.-Vl.)

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Collectie archeologie Laatst aangepast zondag 23 maart :33. De Steentijd

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Opgravingen in Ruien - Rosalinde (gem. Kluisbergen) : van een prehistorisch kampement uit de ijstijd tot de Romeinse periode

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr.

ULPIA NOVIOMAGUS 5 Gemeentelijk archeologisch onderzoek in Nijmegen Uitgave van het Bureau Archeologie februari 1996

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES

Opwindende ontdekkingen in oud-oosterhout! Wo uter is

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Grafvondsten rijke graven Voorstadslaan.

Archeologisch onderzoek in de Louis D'Haeseleerstraat te Aalst (0.-VI.). Een test voor het ontwikkelingsmodel van de stad.

Uitpakken 3: Een merovingische pottenbakkersoven uit Kessel-Hout

Bewoningssporen uit de 14 e eeuw en een turfput aan de Kievitspeelweg

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

Publiekssamenvatting. Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Hogeweg 135. Archeologisch onderzoek in Gent 2012, (Stadsarcheologie. Bodem en monument in Gent, reeks 2 nr. 6), Gent, 2012, p

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

BAAC do 17/09/ :37Update: do 17/09/ :12 Gianni Paelinck, Pieterjan Huyghebaert, Joost Van Liefferinge Persinfo

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken.

Uitpakken 1: Romeinse amforen uit Venlo

Houtskool uit een kuil van een rivierduin bij Rotterdam-IJsselmonde 't Hart

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Kale - Leie Archeologische Dienst. J a a r v e r s l a g K a l e - L e i e A r c h e o l o g i s c h e D i e n s t

Definitieve opgraving (DO) Elst-Het Bosje (gem. Rhenen)

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Decker_Konincxveltc.jpg Deventer KV.JPG

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Jaarverslag BATO 2006

Boni pastoris est tondere pecus, non deglubere*

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, site Ettelgemsestraat. (17 t.e.m. 20 november 2009)

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Meta uit Meteren. Archeologen graven het skelet van Meta op. Foto: ADC Archeoprojecten / Hazenberg Archeologie. Restaurator Floris Reijnen aan het

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Archeologische Berichten Nijmegen Rapport 27. en verbrand geld op de Nijmeegse Hunerberg. Harry van Enckevort. met bijdragen van

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Zuidnederlandse Archeologische Notities

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Een Romeinse pottenbakkersoven te Venlo

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Adviesdocument ten behoeve van selectiebesluit archeologie Oosterdalfsen, gemeente Dalfsen. Notitie TML520

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Theo de Jong gemeente archeoloog Helmond 3 februari Archeologisch onderzoek Mierlo-Hout en Brandevoort

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

1 Hoe gaan we om met archeologie in de gemeente Oss? U heeft een omgevingsvergunning aangevraagd.voordat we een vergunning kunnen verlenen,

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

ARCHEOLOGISCHE KRONIEK

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

evaluatierapport zaltbommel-ruiterstraat 8 archeologische begeleiding

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Averboodse Baan (N165), Laakdal

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

25 Gent N O T A E PRAEHISTORICAE

verslag van archeologisch onderzoek vanaf de jaren zeventig in de wijk padbroek werkgroep archeologie cuijk museum ceuclum

Cultureel erfgoed Boxmeer

Transcriptie:

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/26339 Please be advised that this information was generated on 2017-09-24 and may be subject to change.

Graven in Hatert Dank zij de oplettendheid van de heer H.J. Janssen, opzichter bij Publieke Werken van de gemeente Nijmegen, is op 12 juni 1979 tijdens voorbereidende werkzaamheden voor de aanleg van het industrieterrein Hulzenseweg-Noord (Nijmegen-Hatert) een grafveld uit de Romeinse tijd ontdekt. Romeinse vondsten uit dit gebied zijn overigens reeds vermeld door de Nijmeegse stadsarchivaris H.D.J. van Schevichaven bij zijn bespreking van het in de vorige eeuw verdwenen landgoed Hulzen (in: Het Schependom van Nijmegen in woord en beeld, Geschiedkundige en hedendaagsche beschrijving van Hees, Neerbosch en Hatert [z.pl., 1912], 82. Verder is in 1879 en ook in 1935 de oudheidkundige verzameling van de gemeente Nijmegen verrijkt met Romeinse voorwerpen uit Hulzen. In de omgeving, iets meer naar het oosten, zijn dergelijke stukken aan het licht gekomen in het Jonkerbos en het Heidepark en bij de aanleg van de Goffert. Deze vondsten, die alle bewaard worden in het Rijksmuseum G. M. Kam, hebben echter nauwelijks bekendheid gekregen. Het gebied van Hulzen is gelegen op de grens van het van de stuwwal bij Nijmegen afgespoelde zand. Verder naar het westen strekken zich lagere gronden uit, waarover in de Romeinse tijd een verbindingsweg heeft moeten lopen naar de relatief dichte bewoning in Wijchen en omgeving. Het lijkt niet onmogelijk dat deze weg iets ten noorden van de zojuist genoemde vindplaatsen gezocht dient te worden, ongeveer daar waar in de middeleeuwen de Teersdijk is aangelegd. De vondst van enige potten, die door de heer Janssen was gemeld, maakte het aannemelijk dat hij de (gedeeltelijke) inhoud had geborgen van één of meer Romeinse graven, en op grond daarvan leek een proefonderzoek gewenst. Dit kon een week later worden uitgevoerd. Toen werd evenwijdig aan de Hulzenseweg een 80 m lange sleuf ge- 1 maakt. Daarin kwamen ongeveer twintig graven te voorschijn, die voor het merendeel omheind bleken te zijn met een greppel in de vorm van een vierkant of een kring. In aansluiting hierop is - met de enthousiaste medewerking van een aantal studenten - van 23 juli tot en met 19 oktober een onderzoek op grotere schaal ingesteld. Daarbij was het aanvankelijk de bedoeling, zo snel mogelijk inzicht te verkrijgen in de omvang en de ligging van het grafveld, en wel door middel van twee rechthoekig op elkaar staande, lange reeksen van opgravingsputten. Naderhand was het mogelijk het onderzoek zo uit te breiden dat uiteindelijk, naar men mag aannemen, het gehele grafveld is opgegraven. Dit heeft zich ten noorden van de Hulzenseweg van zuidwest naar noordoost uitgestrekt over een lengte van bijna 200 m; de grootste breedte heeft ca. 80 m bedragen. Vlak bij de noordelijke rand van de Hulzenseweg, ongeveer 35 m ten zuidoosten van het eigenlijke grafveld, zijn nog enkele schamele kuilen met wat houtskool, resten van crematie en scherven aangetroffen. Het is niet duidelijk of men deze moet beschouwen als verspreide graven of als het begin van een nieuw (stuk van het) grafveld. De ten noordwesten daarvan gelegen strook zonder graven zou erop kunnen Numaga j a a r g a n g xx vii - no. 1 - f e b r u a r i i980 TIJDSCHRIFT GEWIJD AAN HEDEN EN VERLEDEN VAN NIJMEGEN EN OMGEVING

2 J.E. BOGAERS EN J.K. HAALEBOS Afl>. i. O Verzichts tekening van het Romeinse grafveld ten noorden van de Hulzenseweg te Nijmegen-Hatert; in het zuiden enige sporen van de bijbehorende nederzetting. Schaal i : 2 500. Tek. E. J. Ponten.

GRAVEN IN HATERT 3 wijzen dat daar een weg heeft gelopen in de richting van de nederzetting waarvan sporen zijn gevonden ten zuidwesten van het grafveld (zie beneden). In totaal zijn ruim 200 graven ontdekt. Als men er rekening mee houdt dat een gedeelte van het terrein in archeologisch opzicht vernield is door de aanleg van een nieuwe weg en een riolering, mag de werkelijke omvang van het grafveld geschat worden op ongeveer 250 graven. In alle gevallen betreft het crematiegraven. Daarin kan men verschillende typen onderscheiden: A. De resten van het gebeente zijn na de verbranding van het lijk zorgvuldig verzameld en op een hoop in de grafkuil gelegd. Hiernaast kan een aantal gave potten zijn geplaatst. Meestal zijn de crematie en de potten afgedekt door vrij schoon bruin zand. Bovendien is in het graf vaak een gedeelte gedeponeerd van de houtskool van de brandstapel. Deze laatste lijkt dikwijls vlak naast de grafkuil gestaan te hebben, gezien de grote plekken met resten van verbrand hout die meermalen langs de rand van een graf zijn aangetroffen. B. In een aantal gevallen is een gedeelte van de overblijfselen van de brandstapel, vermengd met stukken van de gecremeerde beenderen en verbrande scherven, zonder meer in een kuil geborgen. C. Slechts een enkele maal is de crematie in een urn bijgezet. De gevonden graven blijken uiteenlopende vormen te hebben: 1. De eenvoudigste bestaan alleen uit een grafkuil. 2.-3. Iets meer dan de helft is omheind met een greppel; deze kan ofwel rondlopen ofwel een vierkante of rechthoekige plattegrond hebben. Soms zijn twee of meer graven omsloten door één dergelijke omheining. Binnen de greppels kan een heuvel opgeworpen zijn geweest, maar daarvan zijn nergens sporen geconstateerd. Vaak is er aan de noordkant een doorgang in de greppel uitgespaard. Er zijn ongeveer tweemaal zoveel vierkante (rechthoekige) als ronde omheiningen aangetroffen. De grootste afmetingen variëren van ca. 4 tot 13 è. 14 m. De graven met de grootste omheiningen liggen aan de noordwestelijke rand van het grafveld en behoren tot de oudste fase daarvan. De greppels verschillen aanmerkelijk in breedte en diepte; sommige hebben een V-vormige, andere een meer komvormige doorsnede. Over het algemeen hebben ze weinig vondsten opgeleverd. Enige malen bleken er in latere tijd graven in te zijn aangelegd, Een van deze bevatte twee inheemse potten uit de Romeinse tijd, waarvan de ene als deksel over de andere was gelegd. Nergens snijden greppels elkaar; de daardoor omsloten graven zijn dus geruime tijd kenbaar geweest door hun omheining en mogelijk ook door een heuvel. Wel komt het regelmatig voor dat greppels elkaar raken, zodat clusters van graven zijn ontstaan; wellicht mag men hierin het werk zien van afzonderlijke families. 4. Een grote rechthoekige omheining (ca. 12 x 9.50 m) aan de noordelijke rand van het grafveld vertoont een merkwaardigheid. Daarbinnen is een kleinere rechthoek van paalkuilen gevonden. De greppel van de omheining tekende zich als een zo smalle baan af dat aanvankelijk werd gedacht aan het spoor van een funderingsbalk. Een soortgelijke aanleg, die onlangs ontdekt is in een grafveld uit de Romeinse tijd te Oss-Ussen

J.E. BOGAERS EN J.K. HAALEBOS * * *. *<'.i ' 4 ' *. /; V ' * ' / / *.', vv*r f -. ' 1 1 ' S S! rf- ' ri t, # ^ ^ * /,» * * * w ^ 4! ipv *' # *, ai - J l t s.. lil' SP >> O i r > r*- Y ' 4 * L 1 *1. * t "fr ' ï- ïic * '- AJb. 2 >Overzichtsfoto van de eerste sleuf met talrijke sporen van greppels. Opname vanuit het zuidwesten. Op de voor grond een grote vierkante omheining met een doorgang in het midden van de noordelijke zijde, Foto R. Gras. (opgraving Inst. voor Prehistorie, Leiden, G.J. Verwers - J. J. Assendorp; Oss actueel, juli/augustus 1979, 5) heeft echter zo duidelijk een brede omheiningsgreppel dat we er goed aan menen te doen, ook in de Hatertse constructie voorlopig geen gebouw te zien. Binnen de grote rechthoek in Hatert is een kuil met houtskool gevonden, alsmede een graf, dat behalve een crematie een stuk van een donkerblauwe, geribde glazen kom bevatte en een cilindervormige pot van oranje Belgisch aardewerk (vgl. J. H. Holwerda,

GRAVEN IN HATERT 5 t'. <...» s<. i rt ) ; V " ** &}? *', ' ;A... ^ v; '****&- M*qf' J :y " 9 1 7 ".»* *. * i-. *rkv» ' '.V. ' < <»* M *»." '* 4/2>. 3, Lange rechthoekige omheining, verdeeld in twee helften, <#e elk een graf omsluiten (vorm 5 J, Opname vanuit het noordwesten. de voorzijde, links>tekent zich een doorgang af Foto P. Bersch. De Belgische waar in Nijmegen, s-gravenhage 1941, 24 vv. en pl. II v., 62-103; H.-G. Simon in: H. Schönberger - H.-G. Simon, Römerlager Rödgen, Berlin 1976, 172, Form 15). 5. Een lange rechthoekige omheining (ca. 12.5 x 5 m) omsluit twee graven die door een dwarsgreppel zijn gescheiden. Het ziet er naar uit.dat het hier niet gaat om twee afzonderlijk aangelegde en met een greppel omgeven graven, maar om een in één keer ontstaan complex (afb. 3). 6. Een van de omheiningen bestaat uit een gedeelte van een rechthoek en twee derde van een kringvormige greppel, die met de openingen naar elkaar toe zijn gekeerd, Het geheel doet daardoor min of meer aan een sleutelgat denken. De datering en de ontwikkeling van het grafveld kunnen pas goed besproken worden als de talrijke bijgaven volledig bewerkt zullen zijn. De oudste vondsten lijken te wijzen naar het eerste kwart van de iste eeuw na Chr. Hiertoe behoren o.a. enkele Belgische potten van het reeds vermelde type en een fragment van een balsamarium Haltern 30 of

6 J.E. BOGAERS EN J.K. HAALEBOS v, v r i * < * ' ' V-</ V/ V :: V ' :* ' / "'K*vi '. i..\w y «" :. >. >. >' «!/"j\ \ i J 4?", </?Eï méèti 4 * A j i k ' * A Vy «> t t i Liïi Vfr'J y. **. iim f:.n < rífeís AVw": v.-*' *.,. i-fc.fvltfh ' 4 «x. v ^ ggm.,. ' " V J - - / : v y,* > :^P: ftu: **T; * * aji \^u Ml i3á?:. W i S'*!:-'^r *? «<^1 ' «jfrv* :V/V. 1 T^V iiiyfs^x * :? u v ; /.. - ^ '. \. r». : *'*' *.-.«' - k' * t f s r " í V ^ A í Np-. trt i >v^ at- W ' ' "r-* "> * / m V*** &'Mf< AtV. w. # :. m :-i' : m:5 ^ A. Í r 'í V r W-r > -. s/ «*."' M ^ v T r! ; - >. L. r. - ' ' w / f -' - r. «f:? *. ^ rj. : ^ ^ 1>T. ^ ««^ ^ V'x v * fk/>.. <. * > * '' A'l ;il '. f * V S«- 'fi* +2, ' ^ K í ^ tsb í*r J! ^ :- ' ' * 1 " / \ 4 S < S W ;^Si «s.v^ ÜLT. 1 ws isèi i M r ' ^ ; y W ;; ' -i?sl^tkïsnsggsr^ - «^ -. *f w 4. w p*i! SfiSss?,. O, * h Í > ' ï- - 'V ' j * ^». r *?.... ^ U ' V \ :...* > * - *.>: Ajb. 4. Enkele grote kringgreppels. Opname vanuit het oosten. Foto ƒ>. Bersch. 31. Inheems aardewerk is zeldzaam; enkele scherven, die afkomstig zijn uit een brandrestengraf* langs de Hulzenseweg, kunnen uit de IJzertijd stammen. In de loop van de iste eeuw, vooral na 70, lijken de graven langzaam in aantal te zijn toegenomen. De meeste kunnen gedateerd worden in de 2de eeuw, maar vondsten uit de tijd na ca. 175 zijn opvallend schaars. De inhoud van de graven is niet bijzonder rijk. Meestal is een betrekkelijk klein aantal stukken aardewerk aan de doden meegegeven. Voorwerpen van glas en metaal komen slechts zelden voor. Het talrijkst zijn de mantelspelden, waaronder enkele geemailleerde exemplaren en een tweetal scharnierfibulae. Deze laatste zijn merkwaardig genoeg aangetroffen in een graf uit het midden of het derde kwart van de 2de eeuw; meestal dateert dit soort spelden uit de Flavische tijd. Verder kan melding worden gemaakt van enkele bronzen spiegels, een ijzeren ketting met bronzen klokjes, en overblijfselen van maaltijden in de vorm van dierebotten, o.a. van een varken. Tussen de crematie zijn nu en dan resten gevonden van verbrande kokertjes en doorboorde schijfjes van been. Waarvoor dergelijke voorwerpen, die o.a. ook ontdekt zijn in het grafveld onder Hees, gediend hebben, is niet bekend; vgl. S.J. De Laet e.a., Helinium io, 1970, 26 v. met fig. 30 v., en S.J. De Laet e.a., La nécropole gallo-romaine de Blicquy (Hainaut-Belgique), Brugge 1972, 74 en pl. 20, t. 52, 1 1.

GRAVEN IN HATERT 7 AJb. 5, Een van de graven uit het midden van de 2de eeuw, De resten van de verbrande beenderen van de dode zijn omgeven met twee gladwandige kruiken, een geverniste beker en drie borden, waarvan twee van terra sigillata en één van ruwwandig aardewerk. Foto P. Bersch. Terra sigillata komt relatief weinig voor; uit de iste eeuw zijn er slechts enkele borden, waaronder een exemplaar van het type Dragendorff 15/17 met het retrograde stempel sabinim (Sabinus uit La Graufesenque, Nero-Domitianus), Aangezien graffiti doorgaans vooral op terra sigillata zijn aangebracht, is het niet verwonderlijk dat bij een totaal van enige honderden potten slechts op één stuk aardewerk een naam is ingekrast: v ïta l is, een Latijns cognomen, op een terra sigillata-bord. Bij de vondsten zijn geen lampen en z.g. kelkbakjes of rookschaaltjes (vgl P. Stuart, Een Romeins grafveld uit de eerste eeuw te Nijmegen, Oudheidk. Meded. Leiden 57, 1976, 58, type 145). Het is niet duidelijk of het ontbreken van deze voorwerpen samenhangt met de lage graad van romanisering of met de geringe financiële draagkracht van de mensen die hun doden in het grafveld hebben bijgezet. Verder behoren tot de vondsten stukken van Nijmeegs-Holdeurnse waar en van het z.g. gevlamde en gekamde aardewerk, dat in ons land voornamelijk uit Nijmegen be-

8 J.E. BOGAERS EN J.K. HAALEBOS Ajb. 6. Een gedeelte van de inhoud van het graf Hatert 1979, 7: twee volledige potten, resp. van fijn en ruwwandig Nijmeegs-Holdeurns aardewerk (1-2), en verbrande scherven van een bord met gevlamde beschildering (3), De vorm van deßes nr. 1 is afgeleid van glazen voorbeelden. Schaal 1 : 3, Tekening A.J.A. T. (7. Thoonen. kend is en daar zeer waarschijnlijk ook is gefabriceerd. Vooral de aanwezigheid van de eerste groep, die afkomstig moet zijn uit de militaire pottenbakkerijen te Groesbeek- De Holdeurn en in of bij de legioensvesting op de Hunerberg te Nijmegen, is merkwaardig. Beide soorten aardewerk zijn overigens reeds meermalen aangetroffen op plaatsen waar naar alle waarschijnlijkheid nooit Romeinse soldaten gelegerd zijn geweest, o.a. op de zandgronden rond Wijchen. Het grafveld van Nijmegen-Hatert sluit nauw aan bij de inheemse grafvelden uit de Romeinse tijd die ontdekt zijn te Uden-Slabroekse heide (A.E. Remouchamps, Oudheidk. Meded. Leiden 5, 1924, 69-76), Schaijk-Gaalse heide (P. J. R. Modderman - C. Isings, Berichten R.O.B. 10-11, 1960-1961, 318-346) en Oss-Ussen (zie boven); een graf dat omsloten is door een greppel in de vorm van een rechthoek, is ook gevonden in het grafveld van Ulpia Noviomagus in het westen van Nijmegen (ongepubliceerd). De kringgreppels doen denken aan prehistorische urnenvelden, waarin in onze streken ook rechthoekige omheiningen voorkomen; vgl. K. Wilhelmi, Der Kreisgraben- und Brandgräberfriedhof Lengerich-Wechte (Kreis Steinfurt) 1970-1973»Münster 1976, 29-32. Het pas ontdekte grafveld heeft behoord bij een nederzetting die zich ten zuidwesten I

GRAVEN IN HATERT 9 hiervan heeft uitgestrekt. De sporen daarvan zijn reeds enige jaren geleden voor een groot gedeelte vernietigd bij de aanleg van een vijver in de hoek tussen de Hulzenseweg en de Winkelsteegseweg. Leden van de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland, afd. Nijmegen e.o. hebben in 1975 op die plaats o.a. overblijfselen van een drietal Romeinse waterputten gevonden (A. J. Janssen, A. Linssen en W.N. Tuyn, Jaarverslag AWN, afdeling Nijmegen e.o., 1975, 8-13). Tegen het einde van ons onderzoek kon aan de zuidwestelijke zijde van het opgravingsterrein over een lengte van bijna 90 m een greppel worden getraceerd die naar het schijnt de oostelijke begrenzing heeft gevormd van de nederzetting. Aan de noordzijde is het verdere verloop verloren gegaan als gevolg van de moderne bestrating. In het zuiden vertoont de greppel een knik van ongeveer 120 en loopt dan nog ca. 13 m door in zuidwestelijke richting; het einde tekende zich scherp in het vlak af. Het is de vraag of het hier werkelijk gaat om een einde of dat we te doen hebben met de oostelijke zijde van een doorgang, zoals er ook een aan de oostkant is gevonden. Uit de vulling van de greppel is een fragment afkomstig van een pot uit de Bronstijd, alsmede enige scherven van 2de-eeuws Romeins aardewerk. Ten zuidwesten van de begrenzing, d.i. in de nederzetting, zijn slechts korte stukken van greppels en afvalkuilen aangetroffen; men mag aannemen dat daar vele sporen van bewoning door ploegen vernield zijn. Een concentratie van afvalkuilen lijkt de voormalige plaats van een huis aan te geven. De hier gedane vondsten dateren voornamelijk uit de 2de eeuw; mogelijk zijn enkele stukken wat ouder. De afvalkuilen bevatten veel fragmenten van maalstenen en enkele brokken tuf en rode zandsteen. Buiten de begrenzing van de nederzetting en ten westen van het grafveld is een waterput ontdekt; op grond van zijn vulling moet deze in gebruik zijn geweest in het laatste kwart van de 2de eeuw of zelfs nog iets later. J.E. BOGAERS en J.K. HAALEBOS (Katholieke Universiteit Nijmegen, vakgroep Provinciaal-Romeinse Archeologie)