LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN TWENTE TE ALMELO

Vergelijkbare documenten
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN TWENTE TE ALMELO GEMEENTE ALMELO

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN HATTEMERBROEK

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S /N0003/902610/Nijm

BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT

Tabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet luchtkwaliteit stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 )

Onderzoek Luchtkwaliteit

Onderzoek Luchtkwaliteit

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK FOODPARK FASE 1 Gemeente Veghel 18 JULI 2016

BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

MEMO DHV B.V. Logo. : De heer P.T. Westra : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn : Ceciel Overgoor

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom

N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten. Luchtkwaliteitsonderzoek

BESTEMMINGSPLAN EDE OOST ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT WEGVERKEER

N34 WITTE PAAL - DRENTSE GRENS LUCHTKWALITEITSONDERZOEK

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK CLAUSCENTRALE

ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT. Dorperdijk 20, Sevenum

Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop. Luchtkwaliteitsonderzoek

1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 4 CONCLUSIES 8

Onderzoek luchtkwaliteit bedrijventerrein Kieveen

Rapport: L. Datum: 22 april 2011

Onderzoek luchtkwaliteit bestemmingsplan De Maten winkelcentrum Eglantier

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk

ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT ZUIDELIJKE RANDWEG BORNE

Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten

Luchtkwaliteit ontwikkeling. spoorzone te Winterswijk

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april x04850 J. van Rooij

ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT T.B.V. BESTEMMINGSPLANNEN WEGVERBREDING N207 LEIMUIDEN - ALPHEN AAN DEN RIJN

Luchtkwaliteitonderzoek Lelystad bestemmingsplan De Velden

Bijlage 4 - Onderzoek luchtkwaliteit

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. van en naar uitbreiding. bedrijventerrein Moesdijk

Eisenhowerlaan 112, Postbus NL-2508 EE Den Haag T +31 (0) F +31 (0)

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

Bedrijvenpark H2O. Oldebroek. Onderzoek luchtkwaliteit. ing. D.R. Boer. projectnummer: datum: status: concept

Luchtkwaliteitonderzoek De Driesprong Harmelen

Onderzoek luchtkwaliteit

Onderzoek luchtkwaliteit "Bedrijvenhof Einsteinstraat" te Reeuwijk. Datum 10 juni 2009 Referentie

LUCHTKWALITEITONDERZOEK BESTEMMINGSPLAN SCHOOLSTRAAT-OOST GAMEREN

Notitie. Luchtkwaliteit Paleis het Loo. 1 Inleiding. 2 Werkwijze en uitgangspunten

AANVULLEND ONDERZOEK GELUID EN LUCHTKWALITEIT CONCEPT. Rapportnr emh_versie 2 Gouda, mei 2007

Onderzoek luchtkwaliteit parkeerterrein Hoorn. Onderzoek luchtkwaliteit parkeerterrein stadsstrand Hoorn

Luchtkwaliteitonderzoek Intratuin Bredeweg, gemeente Zuidplas

Bijlage 9: Onderzoek luchtkwaliteit

Luchtkwaliteitsonderzoek parkeerplaats Boekhorstlaan Harderwijk

Betreft : Dijkversterking Werkendam aspect luchtkwaliteit

Uitbreiding poppodium 013 Tilburg. Luchtkwaliteitsonderzoek in het kader van de bestemmingsplanwijziging

Onderzoek en beoordeling luchtkwaliteit met Geoair 1.60 (CAR II versie 6.1.1) Wet milieubeheer - luchtkwaliteitseisen Vinexwijk Ypenburg

HaskoningDHV Nederland B.V. MEMO. : Provincie Overijssel : Tijmen van de Poll : Jorrit Stegeman

Beoordeling luchtkwaliteit Wilhelminalaan e.o.

Bestemmingsplan Westeinde-Kortenbos Onderzoek en beoordeling luchtkwaliteit

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij

In hoofdstuk 5, titel 5.2 en bijlage 2 van de Wet milieubeheer zijn normen en grenswaarden voor luchtkwaliteit opgenomen.

Servicebureau De Friese Wouden

Toetsing Wet luchtkwaliteit crematorium te Huissen gemeente Lingewaard

Luchtkwaliteitsonderzoek. ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing. bij de bestemmingsplannen bedrijventerrein

Provincie Noord-Brabant

LUCHTKWALITEIT BESTEMMINGSPLAN LANDGOED DE REEHORST Triodos 11 JANUARI 2016

Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2014

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart M. Souren

Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software. Rapport B R001 Wolfertcollege, Rotterdam. Onderzoek naar de luchtkwaliteit

RAPPORT LUCHTKKWALITEIT

Luchtkwaliteit B E S T E MMINGSPLAN

bestemmingsplan Ambachtsezoom e.o. BIJLAGE 7 Onderzoek Luchtkwaliteit OD 205 SL stedenbouw + landschap 103

Rapport luchtkwaliteit Carolus-locatie te 's Hertogenbosch

Notitie. Bijlage luchtkwaliteit. 1 Aanpak luchtkwaliteitsonderzoek

Milieudienst Kop van Noord-Holland

Onderzoek Luchtkwaliteit Overamstel

Casuariestraat 5, Postbus 370 NL-2501 C J Den Haag T +31 (0) F +31 (0)

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart M. Souren

Luchtonderzoek Strijp S

Bestemmingsplan Laakwijk-Schipperskwartier Onderzoek en beoordeling luchtkwaliteit

Bijlage 1 MILIEUASPECTEN BUITENGEBIED WOUW

Luchtkwaliteitonderzoek voor conceptontwerp bestemmingsplan Rivierenwijk Deventer

Luchtkwaliteit Nieuwegein 2009

Eisenhowerlaan 112, Postbus NL-2508 EE Den Haag T +31 (0) F +31 (0)

Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2015

Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Gemeente Lansingerland

Memo Aan Contactpersoon Kopie aan Datum Ons kenmerk Onderwerp Inleiding Opzet onderzoek Emissies

Notitie. Project : Luchtkwaliteit Achter de Arnhemse Poortwal II Locatie : Amersfoort Betreft : Onderzoek luchtkwaliteit

Aanleg parallelweg N248

Onderzoek luchtkwaliteit. Elsendorpseweg 99, Elsendorp

Luchtkwaliteit Ontwikkelingsgebied Schalkwijk - Schipholweg

Eisenhowerlaan 112, Postbus NL-2508 EE Den Haag T +31 (0) F +31 (0)

Onderzoek luchtkwaliteit voor de fysieke wijziging van de Apeldoornseweg in Arnhem

Luchtkwaliteitsonderzoek Bornsche Maten Toetsing aan 'Wet luchtkwaliteit'

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK BIOWARMTE INSTALLATIE LAGE WEIDE

Onderzoek luchtkwaliteit Bestemmingsplan Rijpelberg 2007 (gemeente Helmond)

Bijlage C. 9: Luchtkwaliteit

Luchtonderzoek voor de herziening van het Bestemmingsplan Leerpark

Beoordeling luchtkwaliteit Fietsbrug Oog in Al. Conform: Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen)

RBOI-Rotterdam B.V. Stikstofdepositieonderzoek. bedrijventerrein Oosteind

Plan Weteringshoek Onderzoek luchtkwaliteit. Onderzoek luchtkwaliteit. Versie 002 M R001 Datum 17 november 2014

ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT

Milieukundig onderzoek RWS-kavel Forepark

Verbeteringen netwerkstructuur Woerden West Effecten van de scenario s op luchtkwaliteit Gemeente Woerden

24 uurgemiddelden, mag max. 35 maal per kalenderjaar overschreden worden

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK DECATHLON AANVULLEND ONDERZOEK 2014

Tuincentrum Coppelmans, Nuenen. Luchtkwaliteit. Opdrachtnummer :

Scholencomplex Missiehuis Hoorn

Transcriptie:

REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN TWENTE TE ALMELO XL BUSINESSPARK TWENTE 20 november 2006 110623/CE6/262/000556

Inhoud 1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Doel en probleemstelling 4 1.3 Werkwijze 5 2 Toetsingskader 6 2.1 Besluit luchtkwaliteit 2005 6 2.2 Zeezoutcorrectie 7 2.3 Te beschouwen componenten 8 3 Directe invloed op luchtkwaliteit 9 3.1 Uitgangspunten plangebied en emissiefactoren 9 3.1.1 plangebied 9 3.1.2 Emissiefactoren 11 3.2 hodiek 12 3.2.1 Verspreidingsmodel 12 3.2.2 Invoergegevens 12 3.2.3 Presentatie van de resultaten van de verspreidingsberekeningen 14 4 Indirecte invloed op luchtkwaliteit 16 4.1 Weginfrastructuur plangebied 16 4.2 Methodiek 17 4.2.1 Rekenmodel 17 4.2.2 Invoergegevens 17 5 Rekenresultaten directe invloed 20 5.1 Situatie 2010 20 5.2 Situatie 2015 22 5.3 Situatie 2020 24 6 Rekenresultaten indirecte invloed 26 6.1 Situatie 2008 26 6.2 Situatie 2010 27 6.3 Situatie 2015 28 6.4 Situatie 2020 29 7 Cumulatie directe en indirecte invloed 31 7.1 Algemeen 31 7.2 Optellen en PM10-concentratiebijdragen 31 NO2 7.3 Situatie 2008 31 7.4 Situatie 2010 32 7.5 Situatie 2015 32 7.6 Situatie 2020 33 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 2

8 Samenvatting en conclusie 35 Colofon 37 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 3

HOOFDSTUK Inleiding 1.1 AANLEIDING Met het bestemmingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente, verder te noemen, wordt de realisatie van een bedrijventerrein mogelijk gemaakt. Dit bedrijventerrein heeft een effect op de luchtkwaliteit in de omgeving. In het kader van de onderzoeksplicht en een goede ruimtelijke ordening moet dit effect worden onderzocht en onderbouwd waarom het effect acceptabel is. In mei en juni 2006 heeft ARCADIS een onderzoek verricht naar de directe en indirecte invloed van het bedrijventerrein op de luchtkwaliteit in de omgeving. Het bedrijventerrein is name bedoeld voor grotere ruimtevragers (vanaf 2 ha) in de segmenten productie en distributie- & transportbedrijven. Om deze reden is in het onderzoek van mei 2006 uitgegaan van bedrijven uit een, qua luchtemissie, relatief lichte milieucategorie. Naar aanleiding van ingediende zienswijzen is de situatie opnieuw kritisch beoordeeld. Omdat in beperkte delen van het de vestiging van bedrijven relatief hoge luchtemissies niet is uitgesloten, is besloten nieuwe berekeningen te verrichten, waarbij rekening is gehouden de in het bestemmingsplan toegepaste inwaartse zonering. In dit aanvullende onderzoek is daarom op meer gedifferentieerde wijze gekeken naar de mogelijk op het industrieterrein te vestigen bedrijven, waarbij conform het bestemmingsplan rekening wordt gehouden bedrijven uit milieucategorie 1 tot en 5 en een inwaartse zonering. 1.2 DOEL EN PROBLEEMSTELLING De gemeente moet haar beleidskeuzes in het bestemmingsplan verantwoorden. In het kader van het Besluit luchtkwaliteit 2005 geldt een onderzoeksplicht. In het kader van een goede ruimtelijke ordening en het zorgvuldigheidsbeginsel is luchtkwaliteit een aspect dat in de plantoelichting aan de orde moet komen. Doel van dit onderzoek is invulling geven aan de onderzoeksplicht voor het nieuwe bedrijventerrein en hiermee toetsen aan de normen uit het Besluit luchtkwaliteit 2005 De centrale vragen van dit onderzoek zijn: Wat is de invloed van het bedrijventerrein op het luchtkwaliteit en is overschrijding van de grenswaarden en plandrempels uit het Besluit luchtkwaliteit 2005 denkbaar? Indien een overschrijding van de grenswaarden en plandrempels optreedt, vormt dit een belemmering voor de goedkeuring van het bestemmingsplan? 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 4

1.3 WERKWIJZE De invloed van het bedrijventerrein op de luchtkwaliteit is op te delen in twee onderdelen. De activiteiten op het bedrijventerrein hebben allereerst een directe invloed op de luchtkwaliteit in de omgeving van het terrein. Het gaat hierbij om de bedrijfsactiviteiten en de ondersteunende processen (intern transport, ontstoffing/afzuiging/ventilatie en opslag gerelateerd). Daarnaast heeft de verkeersaantrekkende werking van de bedrijven een indirecte invloed op de luchtkwaliteit langs de ontsluitingswegen (zowel personenvervoer als aan- en afvoer van grond- en hulpstoffen en producten). Het onderzoek zal voor de volgende situatie uitgevoerd worden: Directe invloed: van bedrijventerrein in 2010, 2015 en 2020 voor fijn stof (PM 10 ) en stikstofdioxide NO 2 gefaseerd invulling van het. Indirecte invloed: realisatie jaar (2008) en de autonome ontwikkeling voor de jaren 2010, 2015 en 2020 en het plan. 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 5

HOOFDSTUK Toetsingskader Bij Algemene Maatregel van Bestuur zijn normen (grenswaarden, richtwaarden, plandrempels, alarmdrempels) vastgesteld voor onder andere de concentraties zwaveldioxide (SO 2 ), stikstofdioxide (NO 2 ), zwevende deeltjes (fijn stof (PM 10 )), koolmonoxide (CO) en benzeen in de lucht. Deze normen zijn vastgelegd in het Besluit luchtkwaliteit 2005 en gebaseerd op de richtwaarden, die zijn opgenomen in de diverse richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. 2.1 BESLUIT LUCHTKWALITEIT 2005 Het vigerende Besluit luchtkwaliteit 2005 (Blk 2005) is als Algemene Maatregel van Bestuur op 5 augustus 2005 van kracht geworden [Stb. nr. 398, 2005] en is terugwerkende kracht in werking getreden vanaf 4 mei 2005. Het Besluit is primair gericht op het voorkomen van negatieve effecten van luchtverontreiniging op de gezondheid van de mens. In het Besluit zijn grenswaarden voor concentraties van stikstofdioxide, zwaveldioxide, zwevende deeltjes/fijn stof, benzeen en koolmonoxide in de lucht vastgesteld. Ingevolge artikel 7 van het Besluit luchtkwaliteit 2005 dienen bestuursorganen bij de uitoefening van bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit, de grenswaarden voor deze stoffen in acht te nemen. Met uiting van NO 2 en benzeen moet in 2005 aan deze grenswaarden voldaan worden. Voor deze beide stoffen geldt dat pas in 2010 aan de grenswaarde voldaan hoeft te worden. Tot die tijd gelden zogenaamde plandrempels. Deze plandrempels zijn hoger dan de grenswaarde en worden jaarlijks verlaagd totdat die in 2010 gelijk zijn aan de grenswaarde. De relevante plandrempel- en grenswaarden zijn in tabel 2.1 weergegeven. Voor stikstofdioxide (NO2) geldt een grenswaarde waarvan de realisatiedatum later in de tijd ligt (2010). Zoals hierboven aangegeven geldt voor deze stof in de periode 2005-2010 een plandrempel-waarde. 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 6

Tabel 2.1 Grenswaarden en plandrempels luchtkwaliteit stof concentratie omschrijving zwaveldioxide (SO 2 ) grenswaarde 125 ( g/m 3 ) 24-uursgemiddelde dat 3 maal per jaar overschreden mag worden 350 (µg/m 3 ) uurgemiddelde dat 24 maal per jaar overschreden mag worden zwevende deeltjes 40 ( g/m 3 ) jaargemiddelde (PM 10 ) 50 ( g/m 3 ) 24-uursgemiddelde dat 35 keer per jaar overschreden mag worden koolmonoxide (CO) 10 (mg/m 3 ) 8-uurgemiddelde stikstofdioxide (NO 2 ) 40 ( g/m 3 ) jaargemiddelde grenswaarde (2010) 200 ( g/m 3 ) uurgemiddelde dat 18 keer per jaar overschreden mag worden benzeen (2008) 7 ( g/m 3 ) jaargemiddelde grenswaarde (2010) 5( g/m 3 ) jaargemiddelde Voor zwaveldioxide en koolmonoxide geldt dat in Nederland nauwelijks overschrijding van de normen plaatsvindt of wordt verwacht. Voordat het Besluit luchtkwaliteit in 2001 in werking trad, golden in Nederland voor deze stoffen al vergelijkbare grenswaarden, waardoor maatregelen om aan de grenswaarden te voldoen al zijn genomen. Hoewel de norm voor benzeen in het Blk 2005 is aangescherpt zal de bijdrage van het bedrijventerrein minimaal zijn. Het verschil tussen de achtergrondconcentratie en de norm is voor deze drie stoffen te groot om door indirecte, danwel directe bijdrage van het bedrijventerrein te worden opgevuld. Voor PM 10 en NO 2 golden in het verleden echter minder strenge normen dan die zijn opgenomen in het Besluit luchtkwaliteit 2001 en het Besluit luchtkwaliteit 2005. Het bedrijventerrein, en dan name het verkeer van en naar dit terrein, kan een relevante bijdrage leveren. Hierdoor kunnen voor deze stoffen wel overschrijdingen van de norm plaatsvinden. Een groot deel van de bepalingen is in het Besluit luchtkwaliteit 2005 inhoudelijk niet gewijzigd ten opzichte van het Besluit luchtkwaliteit van juni 2001. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de zogenaamde saldobenadering en op de mogelijkheid van een aftrek voor dat deel van het fijn stof dat zich van nature (zeezout, bodemstof en dergelijke) in de lucht bevindt en dat niet schadelijk is voor de gezondheid. 2.2 ZEEZOUTCORRECTIE Voor zwevende deeltjes (PM 10 ) geldt een grenswaarde van 40 µg/m 3. In de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 is per gemeente het aandeel zeezout aangegeven dat van de jaargemiddelde concentratie afgetrokken mag worden om te komen tot een voor zeezout gecorrigeerde jaargemiddelde concentratie. De zeezoutaftrek bedraagt voor de gemeente Almelo 3 µg/m 3. 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 7

Daarnaast geldt voor zwevende deeltjes (PM 10 ) een grenswaarde van 50 µg/m 3 als 24-uursgemiddelde dat 35 keer per jaar overschreden mag worden. Uit meetgegevens is gebleken dat de invloed van het in de buitenlucht aanwezige zeezout op het aantal dagen waarop de concentratie van PM 10 de grenswaarde van 50 µg/m 3 overschrijdt, voor geheel Nederland nagenoeg gelijk is. Het voor zeezout gecorrigeerde aantal overschrijdingsdagen van het 24-uursgemiddelde wordt verkregen door het aantal overschrijdingsdagen zes te verminderen (bij deze berekening dient uitgegaan te worden van de niet voor zeezout gecorrigeerde jaargemiddelde concentratie). 2.3 TE BESCHOUWEN COMPONENTEN Het onderzoek richt zich op de maatgevende stoffen in Nederland. Het betreft de stoffen stikstofdioxide (NO 2 ) en fijn stof (PM 10 ). Indien voldaan wordt aan de grenswaarden voor deze stoffen, wordt ook voldaan aan de grenswaarden van andere stoffen uit Besluitluchtkwaliteit. Uit algemene ervaring in Nederland is gebleken dat de andere stoffen uit het Besluit luchtkwaliteit geen knelpunten veroorzaken. In jurisprudentie is deze motivering eerder als voldoende geoormerkt. 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 8

HOOFDSTUK Directe invloed op luchtkwaliteit De directe invloed van het bedrijventerrein wordt bepaald door het in werking zijn van de bedrijven. Het gaat hierbij om de bedrijfsactiviteiten en de ondersteunende processen (intern transport, ontstoffing/afzuiging/ventilatie en opslag gerelateerd). 3.1 UITGANGSPUNTEN PLANGEBIED EN EMISSIEFACTOREN 3.1.1 PLANGEBIED Het plangebied heeft een netto uitgeefbare oppervlakte van 125 ha en is name bedoeld voor de grotere ruimtevragers (vanaf 2 ha) in de segmenten productie en distributie- & transportbedrijven. Het bestemmingsplan staat inrichtingen toe uit de milieucategorieën 1 tot en 5. Om de invloed van het bedrijventerrein op de omgeving zoveel mogelijk te beperken, is in het bestemmingsplan een inwaartse zonering toegepast. Dit houdt in dat de bedrijven uit de zwaarste milieucategorieën op de grootste afstand van woningen worden gesitueerd. In figuur 3.0 is de plankaart B, milieuzonering I, weergegeven. Deze plankaart geldt voor alle milieuaspecten uiting van het aspect geluid. Voor het aspect geluid geldt plankaart C, milieuzonering II. Laatstgenoemde kaart is niet van belang voor het onderhavige onderzoek. Figuur 3.0 laat zien dat het plangebied is ingedeeld in vijf categorieën: milieucategorie 1 t/m 3: maximale hinderafstand 100 er. milieucategorie 1 t/m 4A: maximale hinderafstand 200 er. milieucategorie 1 t/m 4B: maximale hinderafstand 300 er. milieucategorie 5A: maximale hinderafstand 500 er. milieucategorie 5B: maximale hinderafstand 700 er. Bedrijven uit milieucategorie 5C of 6 een maximale hinderafstand van respectievelijk 1000 er of 1500 er zijn op het bedrijventerrein niet toegestaan. Van de 125 ha terrein is 17 ha bestemd voor bedrijven milieucategorie 1 t/m 3, 75 ha voor bedrijven milieucategorie 1 t/m 4 en de overige 33 ha is bedoeld voor bedrijven milieucategorie 5. In Tabel 3.2 is een overzicht gegeven van de indeling van het plangebied naar milieucategorieën. 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 9

Figuur 3.0 Plankaart B: Milieuzonering I Tabel 3.2 Overzicht indeling plangebied naar milieucategorieën Milieucategorie Oppervlakte [ha] Oppervlakte [%] 1-3 (max. hinderafstand 100 m) 17 14 1-4 (max. hinderafstand 200/300 m) 75 60 5 (max. hinderafstand 500/ 700 m) 33 26 Uit onderzoek (specificatie en actualisatie en programmering Regionaal Bedrijventerrein Twente, Buck Consultants International, februari 2002 en juni 2004), is gebleken dat er een behoefte is van ca. 6 tot 7 ha per jaar. Dat betekent een doorlooptijd van 18 tot 20 jaar voordat alle kavels zijn uitgegeven. Een bestemmingsplan heeft in principe een doorlooptijd van 10 jaar. Er zijn voor dit onderzoek de volgende uitgangspunten betreffende de kavel uitgave gehanteerd: 2008: 6% van 125 ha (7 ha uitgegeven). 2010: 17% van 125 ha (21 ha uitgegeven). 2015: 39% van 125 ha (49 ha uitgegeven). 2020: 100% van 125 ha (het industrieterrein volledig ingevuld, worst case, in werkelijkheid waarschijnlijk 65%). Voor het jaar 2008 wordt er nog geen significante bijdrage aan de luchtkwaliteit verwacht door de directe hinder van het bedrijventerrein. Er zullen in 2008 nog weinig percelen zijn uitgegeven. Vanwege de te doorlopen vergunningprocedures en de bouwtijd zullen van de uitgegeven percelen ook pas een beperkt aantal in gebruik zijn genomen. Daarom bestaat de hinder voor het jaar 2008 uitsluitend uit de indirecte hinder door de verkeersaantrekkende werking. Voor de invulling van het plangebied is er van uitgegaan dat van de uitgegeven kavels 14% is bestemd voor het gebied categorie 1 t/m 3, 60% voor het deelgebied categorie 1 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 10

t/m 4 en 26% voor het deelgebied categorie 5 (zie Tabel 3.2). In Tabel 3.3 is een overzicht gegeven van de invulling van het plangebied milieucategorieën. Tabel 3.3 Overzicht invulling van de uitgegeven kavels milieucategorieën jaar oppervlakte per milieucategorie [ha] Categorie 1-3 Categorie 1-4 Categorie 5 2010 3 13 5 2015 7 29 13 2020 17 75 33 3.1.2 EMISSIEFACTOREN Er is slechts weinig (betrouwbare) informatie voorhanden over relevante emissiefactoren voor industriële en bedrijfsmatige bronnen. Voor wat betreft de emissie van bedrijfsgebonden bronnen is aangesloten bij de door het CBS gepubliceerde definitieve cijfers van 2004. In de databank 1 van CBS, Statline, zijn de emissies van diverse componenten per bedrijfssector weergegeven. In deze databank zijn de SBI-codes (Standaard Bedrijfsindeling) per bedrijfssector vermeld. In de uitgave Bedrijven en milieuzonering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zijn de SBI-codes, de bijbehorende type bedrijven en de bijhorende milieucategorieën vermeld. In de databank van het CBS is ook het totale oppervlakte bedrijventerrein in Nederland vermeld, te weten 66.000 ha in 2000. Gebruikmakend van voornoemde gegevens zijn op basis van expert judgment de emissies per bedrijfssector via de SBI-codes vertaald naar een gemiddelde emissie per hectare per jaar. Een overzicht van de vastgestelde emissiefactoren is in Tabel 3.4 weergegeven. Tabel 3.4 Overzicht emissiefactoren industrieterrein milieucategorie Emissiefactoren industrieterrein NOx [kg/ha/jaar] 1-3 210 40 PM10 1-4* 635 205 5* * 1730 380 * Bij het vaststellen van emissiefactoren voor het gebied milieucategorie 1 t/m 4 is er voor het van uitgegaan dat 50% van dit gebied wordt ingevuld door bedrijven milieucategorie 1 t/m 3 en 50% bedrijven milieucategorie 4. Op de betreffende kavels zijn categorie 1, 2, 3 en 4 bedrijven toegestaan, maar voor de invulling is uitgegaan van een relatief groot aandeel categorie 4 bedrijven. ** Exclusief elektriciteitscentrales. In voornoemde emissiecijfers is geen onderscheid gemaakt tussen milieucategorie 4A en 4B of 5, 5B of 5C, omdat er geen gedetailleerde emissiecijfers per subcategorie zijn. Dit is een worst case benadering, omdat op een deel van het industrieterrein feitelijk geen bedrijven uit de relatief zwaarste subcategorieën zijn toegestaan terwijl in de vastgestelde emissiecijfers de bijdrage van de relatief zwaarste milieucategorieën wel is opgenomen. 1 http://statline.cbs.nl 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 11

Bij de vaststelling van de emissiecijfers is er van uitgegaan dat op het industrieterrein bedrijven uit alle sectoren kunnen worden gevestigd, uiting van bedrijven uit milieucategorie 6 en elektriciteitscentrales (bedrijven in milieucategorie 5). Bedrijven uit milieucategorie 6 zijn op het industrieterrein niet toegestaan en elektriciteitscentrales zijn vanwege de toegestane bouwhoogtes niet realiseerbaar. In het onderzoek is er geen rekening mee gehouden dat door de verhoogde aandacht voor het aspect luchtkwaliteit en strengere emissie-eisen de emissie in de toekomst zal dalen en name voor nieuw te realiseren bedrijven lager zal zijn dan het landelijk gemiddelde. Dit is een worst case benadering. 3.2 METHODIEK 3.2.1 VERSPREIDINGSMODEL De belasting van de omgeving rondom de bronnen van industrieterrein is berekend behulp van een verspreidingsmodel. De verspreidingsberekeningen zijn uitgevoerd behulp van het Nieuw Nationaal Model (NNM). De gebruikte pc-applicatie is KEMA STACKS versie 2006, release mei 2006. Het Nieuw Nationaal Model beschrijft het transport en de verdunning van stoffen in de atmosfeer op basis van het Gaussisch pluimmodel. Het betreft een lange termijn berekening en de beschouwde periode bedraagt daarom tenminste een jaar. De gebruikte eorologische gegevens bestaan uit uurgemiddelde gegevens van onder meer de windrichting, de windsnelheid, de zonne-instraling en de temperatuur. Het NNM berekent op verschillende roosterpunten de immissieconcentratie voor elk aflijk uur van de beschouwde periode. Hieruit wordt berekend gedurende welk percentage van de jaarlijkse uren (de overschrijdingsfrequentie) een bepaalde immissieconcentratie wordt overschreden. 3.2.2 INVOERGEGEVENS Invoergegevens voor het verspreidingsmodel zijn bronkenmerken zoals de emissie en de emissieduur en omgevingskenmerken. Het bedrijventerrein heeft een netto oppervlak van 125 ha. In 2010, 2015 en 2020 is respectievelijk 21, 49 en 125 ha uitgegeven. Hiervan is 14% bestemd voor het gebied milieucategorie 1-3, 60% voor het gebied milieucategorie 1-4, 26% voor het gebied milieucategorie 5. In de meeste gevallen zal de uitstoot van fijn stof en stikstofoxide van bedrijfsprocessen via een afzuigpijp/schoorsteen op het dak van het bedrijfsgebouw plaatsvinden. In dit onderzoek is gekozen voor een gemiddelde bronhoogte van 5 m boven het maaiveld voor milieucategorie 1 t/m 4 en een gemiddelde bronhoogte van 15 m boven het maaiveld voor milieucategorie 5. In de praktijk zal de gemiddelde bronhoogte hoger zijn gelet op de toegestane bouwhoogte in het bestemmingsplan van. Een grotere bronhoogte heeft tot gevolg dat de emissie beter wordt verdund voor het aardoppervlak wordt bereikt. Dit betekent dat een worst case benadering is toegepast. 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 12

Thermische pluimstijging. Thermische pluimstijging is het gevolg van verschil in temperatuur tussen de afgassen en de omgevingslucht. Bij de bronnen op het industrieterrein is verondersteld dat er geen sprake van temperatuurverschil is en treedt dan ook geen thermische pluimstijging op ( worst case benadering). De Thermische pluimstijging heeft tot gevolg dat de pluim honderden ers verder kan komen voor het aardoppervlak bereikt waardoor betere emissie verdunning ontstaat. Impulsstijging. Impulsstijging treedt op wanneer de afgassen een relevante uittredesnelheid worden uitgestoten, bijvoorbeeld uit een schoorsteen. In dit onderzoek is uitgegaan dat er geen sprake van impulsstijging ( worst case benadering). De overige invoerparaers voor de berekeningen zijn weergegeven in Tabel 3.5. Tabel 3.5 Invoerparaers voor de verspreidingsberekeningen het NNM Representatief eostation Eindhoven Meteorologische periode 1995 1999 (conform VROM) Ruwheidslengte 2 z0 0,4 m Immissiegebied 3.600 m x 3.600 m immissiehoogte 1.5 m Referentiejaar fijn stof en stikstofdioxide 2010, 2015 en 2020 In figuur 3.1 t/m 3.3 is per situatie de ligging van de emissiebronnen weergegeven. Figuur 3.1 Ligging emissiebronnen situatie 2010 (21 ha) 2 Het is KEMA Stacks versie 2006 mogelijk om de ruwheid van een gebied te laten bepalen aan de hand van bijgeleverde KNMI ruwheidsfile. 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 13

Figuur 3.2 Ligging emissiebronnen situatie 2015 (49 ha) Figuur 3.3 Ligging emissiebronnen situatie 2020 (125 ha) 3.2.3 PRESENTATIE VAN DE RESULTATEN VAN DE VERSPREIDINGSBEREKENINGEN De resultaten van de verspreidingsberekeningen worden gepresenteerd als de immissies op de grens van het industrieterrein, ten noorden van de Rijksweg 35 en ter hoogte van H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35). Figuur 3.4 geeft de ligging van de rekenpunten weer. De punten zijn genummerd van 1 t/m 31. Gezien de bronhoogte zal de hoogste immissie als gevolg van het industrieterrein op de rand van industrieterrein optreden. Daarnaast zijn een aantal immissiepunten langs de relevante wegen nabij het industrieterrein gekozen om de cumulatie van directe en indirecte invloed van in beeld te kunnen brengen. 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 14

Figuur 3.4 Ligging rekenpunten 1 t/m 31 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 15

HOOFDSTUK Indirecte invloed op luchtkwaliteit Naast de bedrijfsactiviteiten en de ondersteunende processen heeft de verkeersaantrekkende werking van de bedrijven een indirecte invloed op de luchtkwaliteit langs de ontsluitingswegen (zowel personenvervoer als aan- en afvoer van grond- en hulpstoffen en producten). Voor zowel de situatie als planrealisatie is de luchtkwaliteit berekend voor 2008, 2010, 2015 en 2020. 4.1 WEGINFRASTRUCTUUR PLANGEBIED Voor het plan komt een nieuw ontsluitingssysteem. De hoofdentree van het sluit aan op het nieuwe knooppunt H.R. Holstlaan de verlengde A35. Deze hoofdentree eindigt op een T-kruising gaat vervolgens over in de hoofdas. De as is een gebiedsontsluitingsweg en vormt de ruggengraat van het. In het kader van dit onderzoek worden de volgende wegen op de luchtkwaliteit onderzocht: H.R. Holstlaan ten noorden van A35. de hoofdentree van het (sluit aan op de H.R. Holstlaan). hoofdas, westzijde. hoofdas, oostzijde. Pastoor Ossestraat. A35, ten westen van H.R. Holstlaan. A35, ten oosten van H.R. Holstlaan. In figuur 4.5 is de ligging van mobiele bronnen weergegeven. 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 16

Figuur 4.5 Ligging rijroutes mobiele bronnen 4.2 METHODIEK 4.2.1 REKENMODEL De luchtkwaliteitberekeningen zijn uitgevoerd het door DGMR ontwikkelde computerprogramma Geoair (versie 1.41). Het Geoair softwarepakket is een modelleringsprogramma, waarmee de luchtkwaliteit als gevolg van het wegverkeer wordt berekend. Dit softwarepakket is gebaseerd op het CAR II model. Dit model gebruikt het RIVM-scenario RS2006 conform CAR II versie 5.0 betreffende de achtergrondconcentraties en emissiefactoren. In deze versie zijn de recente bevindingen verwerkt. Uit de recente bevindingen blijkt dat de achtergrondconcentratie fijn stof in Nederland 10-15% lager is dan volgens de voorlaatste scenario s (UNRR 2005). Ook zijn de harde maatregelen van Prinsjesdag (een extra investeringspakket ter verbetering van de luchtkwaliteit in Nederland) in deze scenario s meegenomen. 4.2.2 INVOERGEGEVENS Om een adequaat beeld van de luchtkwaliteit in het plangebied te krijgen is het van belang duidelijkheid te hebben over een aantal aspecten, namelijk de verkeersintensiteiten, de voertuigverdeling (licht-, middelzware- en zware motorvoertuigen) en de karakteristieken van de wegen in het plangebied. Deze gegevens zijn in het rekenmodel gebruikt om de luchtkwaliteit op rand van de wegen in het plangebied te berekenen. 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 17

Bij de berekeningen is uitgegaan van de verkeersintensiteiten voor de autonome situatie planrealisatie (AO) en planrealisatie (PR), zoals weergegeven in Tabel 4.6 en Tabel 4.7. Tabel 4.6 Verkeersintensiteiten voor de wegen in het plangebied per etmaal voor de jaren 2008 en 2010 AO 2008 PR 2008 AO 2010 PR 2010 H.R. Holstlaan-zuid (tussen A35 en ) - 1814-3427 Centrale as (westzijde) - 689-1302 Centrale as (oostzijde) - 1125-2125 Pastoor Ossestraat 12265 12337 12511 12648 H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35) 39988 40587 40792 41923 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan 23304 23794 23773 24698 A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan 44926 45579 45829 47063 Tabel 4.7 Verkeersintensiteiten voor de wegen in het plangebied per etmaal voor de jaren 2015 en 2020 AO 2015 PR 2015 AO 2020 PR 2020 H.R. Holstlaan-zuid (tussen A35 en ) - 7862-20160 Centrale as (westzijde) - 2988-7661 Centrale as (oostzijde) - 4875-12499 Pastoor Ossestraat 13149 13464 13820 15623 H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35) 42873 45468 45060 54963 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan 24985 27108 26260 33597 A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan 48167 50997 50624 61533 De verkeerscijfers zijn gebaseerd op gegevens uit een rapport van Goudappel Coffeng 3 uit 2005. In dit onderzoek is uitgegaan van de verkeersintensiteiten zoals die in het eerder genoemde rapport zijn vermeld. Echter voor 2020 is in de situatie van planrealisatie een uiting gemaakt en is uitgegaan van de verkeersintensiteiten van 2027. Dit omdat in dat jaar er sprake is van een volledige realisatie van het bedrijventerrein. Voor 2020 is dus gekozen voor een worst-case scenario, een situatie die zich in de praktijk waarschijnlijk niet zo zal voordoen. In Tabel 4.8 is de voertuigverdeling in licht, middelzwaar en zwaar verkeer voor de wegen in het plangebied weergegeven, deze voertuigverdeling wordt voor alle jaren gelijk geacht. Tabel 4.8 Voertuigverdeling op de belangrijkste wegen in het plangebied Voertuigverdeling licht middelzwaar zwaar Weg H.R. Holstlaan-zuid (tussen A35 en ) 85,0% 7,5% 7,5% Centrale as (westzijde) 85,0% 7,5% 7,5% Centrale as (oostzijde) 85,0% 7,5% 7,5% Pastoor Ossestraat 95,0% 5,7% 0,7% H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35) 90,0% 6,0% 4,0% A35 ten westen van de H.R. Holstlaan 88,6% 5,7% 5,7% A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan 88,6% 5,7% 5,7% 3 Goudappel Coffeng BV, Nader onderzoek luchtkwaliteit Regionaal Bedrijventerrein Twente 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 18

Hieronder zijn de relevante wegkarakteristieken uitgewerkt, die zijn gebruikt als invoergegevens voor de berekeningen. Tabel 4.9 Invoerparaers voor de wegen in het plangebied Wegen Wegprofiel wegtype Bomenfactor Afstand tot de wegas H.R. Holstlaan-zuid Doorstromend Basistype (tussen A35 en ) stadsverkeer Niet aanwezig 13 er Centrale as Doorstromend Basistype (westzijde) stadsverkeer Niet aanwezig 6 er Centrale as Doorstromend Basistype (oostzijde) stadsverkeer Niet aanwezig 6 er Pastoor Ossestraat Weg door open terrein Buitenweg Niet aanwezig 6 er H.R. Holstlaan (ten Doorstromend Basistype noorden van de A35) stadsverkeer Niet aanwezig 13 er A35 ten westen van Weg door open de H.R. Holstlaan terrein Snelweg Niet aanwezig 17 er A35 ten oosten van Weg door open de H.R. Holstlaan terrein Snelweg Niet aanwezig 17 er Ook de gegevens uit Tabel 4.8 zijn afkomstig uit het eerder genoemde rapport van Goudappel Coffeng. Gegevens uit Tabel 4.9 zijn opgesteld in overleg de gemeente Almelo. Met de in deze paragraaf genoemde invoergegevens zijn de berekeningen uitgevoerd naar de luchtkwaliteit. Hieronder een aantal opmerkingen,die te maken zijn bij de gehanteerde invoerparaers. Voor de H.R. Holstlaan is ondanks de maximum snelheid van 80 km/u gekozen voor doorstromend stadsverkeer. Deze typering past vooral het oog op de aanwezige verkeerlichten op deze weg beter bij de werkelijkheid. De weg heeft twee rijstroken per rijbaan en is voorzien van een middenberm. Bij hantering van de meest recente meetafstand van 4 er buiten het midden van de buitenste rijstrook (uitspraak Raad van State, 18 januari 2006) komen wij op een afstand 13 er van de wegas. Voor de rijksweg 35 is uitgegaan van de door RWS gehanteerde meetafstand van 5 er buiten de buitenste doorgestrokken streep. Hierdoor komt de afstand tot weg-as (rijlijn) op 17 er. Langs geen van de wegen staat de bebouwing zo dicht langs de weg dat er sprake is van een street-canyon. Ook is de bebouwing beperkt qua hoogte. Langs geen van de wegen is zodanige laanbeplanting geconstateerd dat er sprake is van een bomenfactor in CAR II termen. De resultaten van die berekeningen staan in het volgende hoofdstukken. 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 19

HOOFDSTUK Rekenresultaten directe invloed In de hieronder gepresenteerde rekenresultaten is rekening gehouden de zeezoutcorrectie uit de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 horende bij het Besluit luchtkwaliteit 2005. Voor de gemeente Almelo is deze correctie 3 µg/m 3 voor het jaargemiddelde concentratie PM10. Voor de 24-uursgemiddelde concentratie fijn stof (PM10) is een vaste aftrek van 6 dagen vastgesteld voor heel Nederland. In de vorige versie van het rapport kenmerk 110623/CE/06/000556 van 03 juli 2006 zijn de achtergrondconcentraties van fijn stof en stikstofdioxide afkomstig uit Geoair versie 1.41. DGMR, de ontwikkelaar van het software pakket Geoair, heeft op 3 november 2006 gemeld dat er een fout zit in het Geoair programma waardoor de achtergrondconcentratie in onder andere Almelo afwijkt van CAR II. De achtergrondconcentratie fijn stof en stikstofdioxide in Geoair is voor peiljaren 2015 en 2020 hoger dan in CAR II versie 5.0. Geoair gebruikt voor de beoogde locatie de achtergrondconcentratie van peiljaar 2010 voor 2015 en 2020. Ook de achtergrondconcentraties uit Geoair voor peiljaar 2010 wijken iets af van CAR II versie 5.0. De fout is nog niet hersteld in Geoair. Om deze reden zijn in dit onderzoek de achtergrondconcentraties fijn stof en stikstofdioxide uit het door TNO/VROM/RIVM uitgegeven model CAR II versie 5.0 gebruikt. Dit heeft geleid tot wijzigingen van de concentraties in de tabellen voor peiljaren 2010, 2015 en 2020. 5.1 SITUATIE 2010 Een overzicht van de berekende concentraties voor de situatie in 2010 is weergegeven in Tabel 5.10 (fijn stof) en Tabel 5.11 (stikstofdioxide). Tabel 5.10 Rekenresultaten fijn stof (PM 10 ) situatie 2010 punt achtergrond bijdrage jaargemiddelde aantal concentratie industrieterrein concentratie overschrijdingsdagen 24-uurgemiddelde [50 µg/m 3 ] Grenswaarde 40 35 dagen 1 22 0.126 22.126 14 2 22 0.259 22.259 14 3 22 0.593 22.593 15 4 22 0.344 22.344 14 5 22 0.550 22.550 15 6 22 0.900 22.900 15 7 22 0.506 22.506 15 8 22 0.882 22.882 15 9 22 0.660 22.660 15 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 20

punt achtergrond bijdrage jaargemiddelde aantal concentratie industrieterrein concentratie overschrijdingsdagen 24-uurgemiddelde [50 µg/m 3 ] 10 22 0.201 22.201 14 11 22 0.468 22.468 15 12 22 0.422 22.422 15 13 22 0.242 22.242 14 14 22 0.243 22.243 14 15 22 0.316 22.316 14 16 22 0.202 22.202 14 17 22 0.315 22.315 14 18 22 0.198 22.198 14 19 22 0.274 22.274 14 20 22 0.201 22.201 14 21 22 0.111 22.111 14 22 22 0.176 22.176 14 23 22 0.298 22.298 14 24 22 0.281 22.281 14 25 22 0.282 22.282 14 26 22 0.487 22.487 15 27 22 0.439 22.439 15 28 22 0.590 22.590 15 29 22 0.442 22.442 15 30 22 0.180 22.180 14 31 22 0.251 22.251 14 Tabel 5.11 Rekenresultaten stikstofdioxide (NO 2 ) situatie 2010 punt achtergrond bijdrage jaargemiddelde aantal concentratie industrieterrein concentratie overschrijdingen uurgemiddelde [200 µg/m 3 ] Grenswaarde 40 18 keer 1 19 0.307 19.307 0 2 19 0.538 19.538 0 3 19 1.460 20.460 0 4 19 1.015 20.015 0 5 19 1.459 20.459 0 6 19 2.331 21.331 0 7 19 1.438 20.438 0 8 19 2.106 21.106 0 9 19 1.561 20.561 0 10 19 0.586 19.586 0 11 19 1.216 20.216 0 12 19 1.138 20.138 0 13 19 0.73 19.730 0 14 19 0.749 19.749 0 15 19 0.963 19.963 0 16 19 0.669 19.669 0 17 19 0.921 19.921 0 18 19 0.589 19.589 0 19 19 0.648 19.648 0 20 19 0.334 19.334 0 21 19 0.288 19.288 0 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 21

punt achtergrond bijdrage jaargemiddelde aantal concentratie industrieterrein concentratie overschrijdingen uurgemiddelde [200 µg/m 3 ] 22 19 0.422 19.422 0 23 19 0.765 19.765 0 24 19 0.812 19.812 0 25 19 0.838 19.838 0 26 19 1.386 20.386 0 27 19 1.218 20.218 0 28 19 1.558 20.558 0 29 19 1.169 20.169 0 30 19 0.531 19.531 0 31 19 0.761 19.761 0 In de situatie 2010 wordt voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m 3 PM 10 jaargemiddelde concentratie. Het aantal dagen dat de 24-uurgemiddeld concentratie wordt overschreden bedraagt maximaal 15 dagen en hiermee wordt voldaan aan de norm van 35 overschrijdingsdagen. Ook voor stikstofdioxide wordt voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m 3 jaargemiddelde concentratie. Er treden geen overschrijdingen van de uurgemiddelde concentratie voor NO 2. 5.2 SITUATIE 2015 Een overzicht van de berekende concentraties voor de situatie in 2015 is weergegeven in Tabel 5.12 (fijn stof) en Tabel 5.13 (stikstofdioxide). Tabel 5.12 Rekenresultaten fijn stof (PM 10 ) situatie 2015 punt achtergrond bijdrage jaargemiddelde aantal concentratie industrieterrein concentratie overschrijdingsdagen 24-uurgemiddelde [50 µg/m 3 ] Grenswaarde 40 35 dagen 1 21 0.443 21.443 13 2 21 0.785 21.785 13 3 21 1.103 22.103 14 4 21 0.880 21.880 14 5 21 1.389 22.389 14 6 21 1.492 22.492 15 7 21 0.943 21.943 14 8 21 1.386 22.386 14 9 21 1.298 22.298 14 10 21 0.850 21.850 13 11 21 1.424 22.424 15 12 21 0.949 21.949 14 13 21 0.753 21.753 13 14 21 0.657 21.657 13 15 21 0.766 21.766 13 16 21 0.519 21.519 13 17 21 0.867 21.867 14 18 21 0.413 21.413 13 19 21 0.683 21.683 13 20 21 0.535 21.535 13 21 21 0.329 21.329 13 22 21 0.568 21.568 13 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 22

punt achtergrond bijdrage jaargemiddelde aantal concentratie industrieterrein concentratie overschrijdingsdagen 24-uurgemiddelde [50 µg/m 3 ] 23 21 0.688 21.688 13 24 21 0.690 21.690 13 25 21 0.765 21.765 13 26 21 0.912 21.912 14 27 21 0.806 21.806 13 28 21 1.018 22.018 14 29 21 0.910 21.910 14 30 21 0.581 21.581 13 31 21 0.604 21.604 13 Tabel 5.13 Rekenresultaten stikstofdioxide (NO 2 ) situatie 2015 punt achtergrond bijdrage jaargemiddelde aantal concentratie industrieterrein concentratie overschrijdingen uurgemiddelde [200 µg/m 3 ] Grenswaarde 40 18 keer 1 17 1.194 18.194 0 2 17 2.100 19.100 0 3 17 3.088 20.088 0 4 17 2.725 19.725 0 5 17 3.927 20.927 0 6 17 4.237 21.237 0 7 17 2.836 19.836 0 8 17 3.612 20.612 0 9 17 3.243 20.243 0 10 17 2.253 19.253 0 11 17 3.473 20.473 0 12 17 2.550 19.550 0 13 17 2.201 19.201 0 14 17 2.117 19.117 0 15 17 2.357 19.357 0 16 17 1.725 18.725 0 17 17 2.540 19.540 0 18 17 1.278 18.278 0 19 17 1.921 18.921 0 20 17 1.433 18.433 0 21 17 0.952 17.952 0 22 17 1.579 18.579 0 23 17 2.026 19.026 0 24 17 2.132 19.132 0 25 17 2.314 19.314 0 26 17 2.778 19.778 0 27 17 2.390 19.390 0 28 17 2.856 19.856 0 29 17 2.434 19.434 0 30 17 1.633 18.633 0 31 17 1.917 18.917 0 In de situatie 2015 wordt voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m 3 PM 10 jaargemiddelde concentratie. Het aantal dagen dat de 24-uurgemiddeld concentratie wordt overschreden 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 23

bedraagt maximaal 15 dagen en hiermee wordt voldaan aan de norm van 35 overschrijdingsdagen. Ook voor stikstofdioxide wordt voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m 3 jaargemiddelde concentratie. Er treden geen overschrijdingen van de uurgemiddelde concentratie voor NO 2. 5.3 SITUATIE 2020 Een overzicht van de berekende concentraties voor de situatie in 2020 is weergegeven in Tabel 5.14 (fijn stof) en Tabel 5.15 (stikstofdioxide). Tabel 5.14 Rekenresultaten fijn stof (PM 10 ) situatie 2020 punt achtergrond bijdrage jaargemiddelde aantal concentratie industrieterrein concentratie overschrijdingsdagen 24-uurgemiddelde [50 µg/m 3 ] Grenswaarde 40 35 dagen 1 21 1.083 22.083 14 2 21 2.373 23.373 16 3 21 3.500 24.500 19 4 21 3.538 24.538 19 5 21 2.988 23.988 18 6 21 3.006 24.006 18 7 21 2.421 23.421 17 8 21 3.287 24.287 18 9 21 2.755 23.755 17 10 21 1.236 22.236 14 11 21 2.377 23.377 16 12 21 1.815 22.815 15 13 21 1.952 22.952 16 14 21 1.602 22.602 15 15 21 1.955 22.955 16 16 21 1.433 22.433 15 17 21 3.314 24.314 19 18 21 1.247 22.247 14 19 21 1.911 22.911 15 20 21 1.319 22.319 14 21 21 0.869 21.869 14 22 21 1.499 22.499 15 23 21 2.091 23.091 16 24 21 2.261 23.261 16 25 21 2.254 23.254 16 26 21 2.137 23.137 16 27 21 1.915 22.915 16 28 21 2.363 23.363 16 29 21 1.991 22.991 16 30 21 1.053 22.053 14 31 21 1.519 22.519 15 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 24

Tabel 5.15 Rekenresultaten stikstofdioxide (NO 2 ) situatie 2020 punt achtergrond bijdrage jaargemiddelde aantal concentratie industrieterrein concentratie overschrijdingen uurgemiddelde [200 µg/m 3 ] Grenswaarde 40 18 keer 1 16 3.048 19.048 0 2 16 6.004 22.004 0 3 16 9.069 25.069 0 4 16 10.119 26.119 0 5 16 9.009 25.009 0 6 16 8.893 24.893 0 7 16 7.350 23.350 0 8 16 8.718 24.718 0 9 16 7.116 23.116 0 10 16 3.825 19.825 0 11 16 6.131 22.131 0 12 16 5.085 21.085 0 13 16 5.623 21.623 0 14 16 5.063 21.063 0 15 16 5.953 21.953 0 16 16 4.699 20.699 0 17 16 8.926 24.926 0 18 16 3.561 19.561 0 19 16 5.430 21.430 0 20 16 4.073 20.073 0 21 16 2.561 18.561 0 22 16 4.180 20.180 0 23 16 5.952 21.952 0 24 16 6.777 22.777 0 25 16 6.961 22.961 0 26 16 6.601 22.601 0 27 16 5.826 21.826 0 28 16 6.703 22.703 0 29 16 5.511 21.511 0 30 16 3.091 19.091 0 31 16 4.918 20.918 0 In de situatie 2015 wordt voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m 3 PM 10 jaargemiddelde concentratie. Het aantal dagen dat de 24-uurgemiddelde concentratie wordt overschreden bedraagt maximaal 19 dagen en hiermee wordt voldaan aan de norm van 35 overschrijdingsdagen. Ook voor stikstofdioxide wordt voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m 3 jaargemiddelde concentratie. Er treden geen overschrijdingen van de uurgemiddelde concentratie voor NO 2. 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 25

HOOFDSTUK Rekenresultaten indirecte invloed In tabel 6.16 tot en 6.23 worden de berekeningsresultaten voor stikstofdioxide (NO 2 ) en fijn stof (PM 10 ) weergegeven. In de hieronder gepresenteerde rekenresultaten is rekening gehouden de zeezoutcorrectie uit de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 horende bij het Besluit luchtkwaliteit 2005. Voor de gemeente Almelo is deze correctie 3 µg/m 3 voor het jaargemiddelde concentratie PM10. Voor de 24-uursgemiddelde concentratie fijn stof (PM10) is een vaste aftrek van 6 dagen vastgesteld voor heel Nederland. In de vorige versie van het rapport kenmerk 110623/CE/06/000556 van 03 juli 2006 zijn de achtergrondconcentraties van fijn stof en stikstofdioxide afkomstig uit Geoair versie 1.41. DGMR, de ontwikkelaar van het software pakket Geoair, heeft op 3 november 2006 gemeld dat er een fout zit in het Geoair programma waardoor de achtergrondconcentratie in onder andere Almelo afwijkt van CAR II. De achtergrondconcentratie fijn stof en stikstofdioxide in Geoair is voor peiljaren 2015 en 2020 hoger dan in CAR II versie 5.0. Geoair gebruikt voor de beoogde locatie de achtergrondconcentratie van peiljaar 2010 voor 2015 en 2020. Ook de achtergrondconcentraties uit Geoair voor peiljaar 2010 wijken iets af van CAR II versie 5.0. De fout is nog niet hersteld in Geoair. Om deze reden zijn in dit onderzoek de achtergrondconcentraties fijn stof en stikstofdioxide uit het door TNO/VROM/RIVM uitgegeven model CAR II versie 5.0 gebruikt. Dit heeft geleid tot wijzigingen van de concentraties in de tabellen voor peiljaren 2010, 2015 en 2020. 6.1 SITUATIE 2008 Een samenvatting van de berekende concentraties voor de autonome situatie en planrealisatie in 2008 is weergegeven in Tabel 6.16 (stikstofdioxide) en Tabel 6.17 (fijn stof). Tabel 6.16 Rekenresultaten stikstofdioxide (NO 2 ) situatie 2008 in de autonome situatie en Afstand tot jaargemiddelde concentratie wegverkeer bijdrage wegen de wegas Grenswaarde 40 - Achtergrondconcentratie 20 20 H.R. Holstlaan-zuid (tussen A35 en ) 13 m - 22 - +2 Centrale as (westzijde) 6 m - 21 - +1 Centrale as (oostzijde) 6 m - 22 - +2 Pastoor Ossestraat 6 m 24 27 +4 +7 H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 13 m 39 39 +19 +19 A35 ten westen van de H.R. 17 m 26 26 +6 +6 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 26

Afstand tot jaargemiddelde concentratie wegverkeer bijdrage wegen de wegas Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan 17 m 30 32 +10 +12 Tabel 6.17 Rekenresultaten fijn stof (PM 10 ) situatie 2008 in de autonome situatie en Afstand jaar-gemiddelde concentratie Wegverkeer bijdrage aantal Overschrijdingsdagen 24- uurgemiddelde [50 µg/m 3 ] wegen tot de wegas Grenswaarde 40-35 Achtergrondconcentratie 23 23 - H.R. Holstlaan-zuid (tussen A35 en ) 13 m - 23 - +0-16 Centrale as (westzijde) 6 m - 23 - +0-15 Centrale as (oostzijde) 6 m - 23 - +0-16 Pastoor Ossestraat 6 m 24 25 +1 +2 17 19 H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 13 m 29 29 +6 +6 35 35 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan 17 m 24 24 +1 +1 18 18 A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan 17 m 25 26 +2 +3 21 22 Zowel in de autonome situatie als wordt in 2008 voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m 3 voor de jaargemiddelde concentratie NO 2 en PM 10. Ook voor de 24-uurgemiddelde concentratie PM 10 en uurgemiddelde concentratie NO 2 is in 2008 voor alle wegen in alle situaties geen overschrijding van de grenswaarde geconstateerd. 6.2 SITUATIE 2010 Een samenvatting van de berekende concentraties voor de autonome situatie en planrealisatie in 2010 is weergegeven in Tabel 6.18 (stikstofdioxide) en Tabel 6.19 (fijn stof). Tabel 6.18 Rekenresultaten stikstofdioxide (NO 2 ) situatie 2010 in de autonome situatie en afstand tot Jaargemiddelde concentratie wegverkeer bijdrage wegen de wegas Grenswaarde 40 - Achtergrondconcentratie 19/20 19/20 H.R. Holstlaan-zuid (tussen A35 en ) 13 m - 23 - +4 Centrale as (westzijde) 6 m - 21 - +2 Centrale as (oostzijde) 6 m - 23 - +3 Pastoor Ossestraat 6 m 23 23 +4 +4 H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 13 m 38 38 +19 +19 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan 17 m 25 25 +6 +6 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 27

afstand tot Jaargemiddelde concentratie wegverkeer bijdrage wegen de wegas A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan 17 m 29 29 +9 +9 Tabel 6.19 Rekenresultaten fijn stof (PM 10 ) situatie 2010 in de autonome situatie en Afstand jaargemiddelde concentratie wegverkeer bijdrage Aantal overschrijdingsdagen 24- gemiddelde [50 in µg/m 3 ] wegen tot de wegas Grenswaarde 40-35 Achtergrondconcentratie 22 22 - H.R. Holstlaan-zuid 13 m - 22 - +0 - (tussen A35 en ) 14 Centrale as (westzijde) 6 m - 22 - +0-14 Centrale as (oostzijde) 6 m - 22 - +0-14 Pastoor Ossestraat 6 m 22 22 +1 +1 14 14 H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 13 m 27 27 +5 +5 25 25 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan 17 m 23 23 +1 +1 16 16 A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan 17 m 24 24 +2 +2 18 18 Zowel in de autonome situatie als wordt in 2010 voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m 3 voor de jaargemiddelde concentratie NO 2 en PM 10. Ook voor de 24-uurgemiddelde concentratie PM 10 en uurgemiddelde concentratie NO 2 is in 2010 voor alle wegen in alle situaties geen overschrijding van de grenswaarde geconstateerd. 6.3 SITUATIE 2015 Een samenvatting van de berekende concentraties voor de autonome situatie en planrealisatie in 2015 is weergegeven in Tabel 6.20 (stikstofdioxide) en Tabel 6.21 (fijn stof). Tabel 6.20 Rekenresultaten stikstofdioxide (NO 2 ) situatie 2015 in de autonome situatie en Jaargemiddelde concentratie Wegverkeer bijdrage wegen Afstand tot de wegas Grenswaarde 40 - Achtergrondconcentratie 16/17 19/20 H.R. Holstlaan-zuid (tussen A35 en ) 13 m - 21 - +5 Centrale as (westzijde) 6 m - 20 - +4 Centrale as (oostzijde) 6 m - 22 - +5 Pastoor Ossestraat 6 m 19 19 +2 +2 H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 13 m 31 32 +15 +16 A35 ten westen van de H.R. 17 m 21 21 +5 +5 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 28

Jaargemiddelde concentratie Wegverkeer bijdrage wegen Afstand tot de wegas Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan 17 m 24 25 +7 +8 Tabel 6.21 Rekenresultaten fijn stof (PM 10 ) situatie 2015 in de autonome situatie en Afstand Jaargemiddelde concentratie Wegverkeer bijdrage Aantal overschrijdingsdagen 24- gemiddelde [50 µg/m 3 ] wegen tot de wegas Grenswaarde 40-35 Achtergrondconcentratie 21 21 - H.R. Holstlaan-zuid 13 m - 22 - +1 - (tussen A35 en ) 14 Centrale as (westzijde) 6 m - 22 - +1-14 Centrale as (oostzijde) 6 m - 22 - +1-14 Pastoor Ossestraat 6 m 22 22 +1 +1 14 14 H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 13 m 24 25 +3 +4 18 20 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan 17 m 22 22 +1 +1 14 14 A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan 17 m 22 23 +1 +2 14 16 Zowel in de autonome situatie als wordt in 2015 voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m 3 voor de jaargemiddelde concentratie NO 2 en PM 10. Ook voor de 24-uurgemiddelde concentratie PM 10 en uurgemiddelde concentratie NO 2 is in 2015 voor alle wegen in alle situaties geen overschrijding van de grenswaarde geconstateerd. 6.4 SITUATIE 2020 Een samenvatting van de berekende concentraties voor de autonome situatie en planrealisatie in 2020 is weergegeven in Tabel 6.22 (stikstofdioxide) en tabel 6.23 (fijn stof). Tabel 6.22 Rekenresultaten stikstofdioxide (NO 2 ) situatie 2020 in de autonome situatie en jaargemiddelde concentratie wegverkeer bijdrage wegen Afstand tot de wegas Grenswaarde 40 - Achtergrondconcentratie 16 16 H.R. Holstlaan-zuid (tussen A35 en ) 13 m - 26 - +10 Centrale as (westzijde) 6 m - 23 - +7 Centrale as (oostzijde) 6 m - 25 - +9 Pastoor Ossestraat 6 m 18 19 +2 +3 H.R. Holstlaan (ten noorden 13 m 30 32 +14 +16 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 29

jaargemiddelde concentratie wegverkeer bijdrage wegen Afstand tot de wegas van de A35 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan 17 m 20 21 +4 +5 A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan 17 m 23 24 +7 +8 Tabel 6.23 Rekenresultaten fijn stof (PM 10 ) situatie 2020 in de autonome situatie en Afstan d tot jaargemiddelde concentratie wegverkeer bijdrage Aantal overschrijdingsdagen 24- gemiddelde [50 µg/m 3 ] wegen de wegas zonde r Grenswaarde 40-35 Achtergrondconcentratie 21 21 - H.R. Holstlaan-zuid 13 m - 22 - +1 - (tussen A35 en ) 14 Centrale as (westzijde) 6 m - 22 - +1-14 Centrale as (oostzijde 6 m - 23 - +2-16 Pastoor Ossestraat 6 m 21 21 +0 +0 12 12 H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 13 m 24 25 +3 +4 18 20 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan 17 m 22 22 +1 +1 14 14 A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan 17 m 22 23 +1 +2 14 16 Zowel in de autonome situatie als wordt in 2015 voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m 3 voor de jaargemiddelde concentratie NO 2 en PM 10. Ook voor het 24-uurgemiddelde concentratie PM 10 en uurgemiddelde concentratie NO 2 is in 2015 voor alle wegen in alle situaties geen overschrijding van de grenswaarde geconstateerd. 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 30

HOOFDSTUK Cumulatie directe en indirecte invloed 7.1 ALGEMEEN In dit hoofdstuk wordt de directe invloed (bedrijven) en indirecte invloed (autonome situatie ) gecumuleerd langs maatgevende wegen voor 2010, 2015 en 2020. In tabel 7.24 tot en 7.29 worden de berekeningsresultaten voor stikstofdioxide (NO 2 ) en fijn stof (PM 10 ) weergegeven. In de hieronder gepresenteerde rekenresultaten is rekening gehouden de zeezoutcorrectie uit de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 horende bij het Besluit luchtkwaliteit 2005. Voor de gemeente Almelo is deze correctie 3 µg/m 3 voor het jaargemiddelde concentratie PM10. Voor de 24-uursgemiddelde concentratie fijn stof (PM10) is een vaste aftrek van 6 dagen vastgesteld voor heel Nederland. 7.2 OPTELLEN EN PM10-CONCENTRATIEBIJDRAGEN NO2 In dit onderzoek zijn de bronbijdragen van de directe en indirecte invloed van het lineair bij elkaar opgeteld. De totale concentratie is dan het resultaat van het optellen van alle bijdragen inclusief de achtergrondconcentratie. Aangezien er geen omzetting van PM 10 in de atmosfeer plaatsvindt, is dit een eenvoudige berekening. De totale concentratie PM 10 is dan het resultaat van het optellen van alle bijdragen inclusief de achtergrondconcentratie. Voor het bepalen van het aantal overschrijdingsdagen van de 24-uursgemiddelde norm voor de cumulatie is gebruik gemaakt van dezelfde empirische relatie als in het CAR II model conform TNO-rapport 2006-A-R0078/B van maart 2006 bepaald. De totale concentratie NO 2 in dit onderzoek is ook bepaald door het optellen van alle bijdragen inclusief de achtergrondconcentratie. Het lineair optellen van de concentratiebijdragen NO 2 leidt tot een overschatting van het jaargemiddelde concentratie NO 2. De omzettingsgraad van NO x in NO 2 is afhankelijk van de concentratie ozon in de buitenlucht. Een technische beschrijving van de hode is te vinden in het TNO-rapport 2006-A-R0078/B van maart 2006. 7.3 SITUATIE 2008 Voor het jaar 2008 wordt er nog geen significante bijdrage aan de luchtkwaliteit verwacht door de directe hinder van het bedrijventerrein. Er zullen in 2008 nog weinig percelen zijn uitgegeven. Vanwege de te doorlopen vergunningprocedures en de bouwtijd zullen van de uitgegeven percelen ook pas een beperkt aantal in gebruik zijn genomen. Daarom bestaat de 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 31

hinder voor het jaar 2008 uitsluitend uit de indirecte hinder door de verkeersaantrekkende werking. 7.4 SITUATIE 2010 Een samenvatting van de cumulatie van de concentraties in 2010 is weergegeven in tabel 7.24 (stikstofdioxide) en tabel 7.25 (fijn stof). Tabel 7.234 Cumulatie directe en indirecte invloed stikstofdioxide (NO 2 ) situatie 2010 weg achtergrond bijdrage bijdrage jaargemiddelde aantal concentratie bedrijven wegverkeer concentratie overschrijdingen (totaal) uurgemiddelde Grenswaarde 40 18 keer Pastoor Ossestraat 19 1.438 3 23.44 0 H.R. Holstlaan (ten noorden van de 19 0.761 19 38.76 0 A35) A35 ten westen van de H.R. Holstlaan 19 1.459 5 25.46 0 A35 ten oosten van 20 2.331 9 31.33 0 de H.R. Holstlaan Tabel 7.25 Cumulatie directe en indirecte invloed fijn stof (PM 10 ) situatie 2010 langs weg achtergrond bijdrage bijdrage jaargemiddelde aantal concentratie bedrijven wegverkeer concentratie overschrijdingsdagen 24- (totaal) uurgemiddelde Grenswaarde 40 35 Pastoor Ossestraat 22 0.506 1 23.51 17 H.R. Holstlaan (ten noorden van de 22 0.251 5 27.25 26 A35) A35 ten westen van de H.R. Holstlaan 22 0.593 1 23.59 17 A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan 22 0.900 2 24.90 20 De cumulatie van directe en indirecte invloed voldoet aan de grenswaarde van 40 µg/m 3 voor de jaargemiddelde concentratie NO 2 en PM 10. Ook voor de 24-uurgemiddelde concentratie PM 10 en uurgemiddelde concentratie NO 2 is in 2010 voor alle wegen geen overschrijding van de grenswaarde geconstateerd. 7.5 SITUATIE 2015 Een samenvatting van de cumulatie van de concentraties in 2015 is weergegeven in tabel 7.26 (stikstofdioxide) en tabel 7.27 (fijn stof). 110623/CE6/262/000556 ARCADIS 32