Bestuursreglement van College De Heemlanden De raad van toezicht van Stichting Open Oecumenische School voor Voortgezet Onderwijs Houten gevestigd te Houten in aanmerking nemende de Code Goed Onderwijsbestuur van de VO Raad, met inachtneming van de statuten van de stichting zoals vastgesteld bij akte in 2016, besluit het navolgende reglement ten behoeve van het bestuur vast te stellen. Begrippen In dit reglement wordt verstaan onder: stichting: de Stichting Open Oecumenische School voor Voortgezet Onderwijs Houten ; statuten: de statuten van de stichting; school: de onder het bevoegd gezag van de stichting staande school College De Heemlanden; rector/bestuurder: de persoon die de functie bestuur van de Stichting vervult; Raad van Toezicht: de Raad van Toezicht van de stichting; MR: de medezeggenschapsraad van de stichting; management: de rector/bestuurder en afdelingsleiders. Adviesraad Identiteit: door de RvT ingestelde raad die een afspiegeling vormen van de levensbeschouwelijke stromingen waarop de identiteit van de school is gebaseerd Artikel 1 Vaststelling reglement 1 Alvorens het reglement vast te stellen dan wel te wijzigen stelt de raad van toezicht het bestuur en de MR in de gelegenheid advies uit te brengen. 2 Het reglement, alsmede een wijziging daarvan treedt in werking op de dag volgend op de dag waarop de raad het reglement dan wel een wijziging daarvan heeft vastgesteld. Artikel 2 Goed onderwijsbestuur 1 Het bestuur is zich bewust van zijn verantwoordelijkheid, zijn maatschappelijke positie en zijn voorbeeldfunctie. 2 Binnen de stichting wordt een Code Goed Onderwijsbestuur van de VO Raad toegepast. 3 Indien het bestuur op onderdelen van deze Code afwijkt, motiveert het waarom het heeft besloten om van de Code af te wijken. Het neemt deze motivering op in het jaarverslag. 4 Indien nodig worden bestaande regelingen in overeenstemming gebracht met de inhoud van de Code Goed Onderwijsbestuur. Artikel 3 Taken en bevoegdheden 1 Het bestuur geeft leiding aan de school en laat zich in zijn bestuurstaak bijstaan door het managementteam van de school. 2 Het bestuur is verantwoordelijk voor het instellen van interne procedures die ervoor zorgen dat alle relevante informatie tijdig bekend is en dat deze informatie steeds juist en volledig is. 3 Het bestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en de zorg die door de school wordt geleverd volgens de wettelijke eisen. 4 Het bestuur is verantwoordelijk voor: a. de strategie en het beleid van de stichting; b. de realisatie van de doelstellingen van de stichting; c. de naleving van wet- en regelgeving; d. de naleving van de interne regelgeving; e. tijdige en volledige informatievoorziening aan de raad van toezicht. 5 Het bestuur is voorzitter van het managementteam. 6 Het bestuur voert de functionerings- en beoordelingsgesprekken met de leden van het managementteam. 7 Het bestuur voert regelmatig overleg met de medezeggenschapsraad.
8 Het bestuur voert regelmatig overleg met de Adviesraad Identiteit over zaken betreffende de grondslag en identiteit van de stichting. Artikel 4 Profiel en deskundigheid bestuur 1 De raad van toezicht stelt voor het bestuur een profielschets vast (zie Bijlage A). De raad van toezicht toetst periodiek of deze profielschets bijgesteld moet worden. Het voorstel tot vaststelling van de profielschets, alsmede iedere wijziging daarvan wordt om advies voorgelegd aan het bestuur en de medezeggenschapsraad. 2 Bij het opstellen van de profielschets van het bestuur wordt o.a. rekening gehouden met: a. de aard en omvang van de stichting en de onder haar ressorterende school; b. de gewenste deskundigheid en achtergrond van het bestuur. 3 De deskundigheid van het bestuur moet in ieder geval berusten op managementervaring in een complexe organisatie. 4 Het bestuur draagt er zorg voor dat zijn kennis en vaardigheden voldoende blijven voor een adequate functievervulling in het belang van de stichting. 5 Het bestuur kan zich op specifieke terreinen laten adviseren door leden van de raad van toezicht of andere deskundigen. Artikel 5 Interne verantwoording 1 Het bestuur is rechtstreeks verantwoording verschuldigd aan de Raad van Toezicht. 2 Het afleggen van verantwoording door het bestuur geschiedt in het overleg tussen Raad van Toezicht en bestuur. 3 Het bestuur is samen met de voorzitter van de Raad van Toezicht ook verantwoordelijk voor een goed overleg tussen het bestuur en de Raad van Toezicht en de voorbereiding van de vergaderingen en werkzaamheden van de Raad van Toezicht. Artikel 6 Besluitvorming 1 Besluitvorming door het bestuur vindt bij voorkeur plaats nadat het zich heeft laten adviseren door het managementteam en de medezeggenschapsraad dan wel de instemming daarvan heeft. 2 Het bestuur draagt zorg voor een adequate schriftelijke en/of mondelinge communicatie van de genomen besluiten aan belanghebbenden in de organisatie waaronder de Raad van Toezicht. Artikel 7 Belangenverstrengeling en openbaarheid 1 Een bestuurder voorkomt strijdigheid tussen zijn persoonlijke belangen en de belangen van de stichting. Ook vermijdt een bestuurder elke schijn van belangenverstrengeling tussen hem en de stichting. 2 Indien een bestuurder voorziet dat een (schijn van) onverenigbaarheid zou kunnen optreden of anderszins een tegenstrijdig belang met de stichting kan ontstaan, stelt de bestuurder de voorzitter van de raad van toezicht daarvan in kennis. Als de raad van toezicht vindt dat er sprake is van een incidentele belangenverstrengeling, dan werkt de bestuurder mee aan een tijdelijke oplossing. Indien de raad van toezicht vindt dat er sprake is van structurele belangenverstrengeling, dan zorgt de bestuurder er voor dat de belangenverstrengeling wordt opgeheven of treedt hij af. 3 Als een bestuurder volgens de raad van toezicht een tegenstrijdig belang heeft bij een onderwerp, dan neemt hij niet deel aan de discussie en de besluitvorming over dit onderwerp. 4 Indien sprake is van tegenstrijdig belang tussen de stichting en de bestuurder, kan de stichting worden vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van toezicht, of een ander door de raad van toezicht aan te wijzen persoon. 5 Besluiten van het bestuur waarbij tegenstrijdige belangen van een bestuurder spelen
behoeven de goedkeuring van de raad van toezicht. 6 Structurele belangenverstrengeling van een bestuurder is niet aanvaardbaar. Van structurele belangenverstrengeling kan sprake zijn in het geval van familiaire of vergelijkbare relaties, zakelijke relaties, financiële belangen en bestuurs- of toezichtfuncties bij een andere organisatie. 7 Een bestuurder behaalt persoonlijk geen voordelen of zakelijke kansen uit transacties of andere handelingen die hij namens de stichting verricht. Evenmin verstrekt hij of biedt hij oneigenlijke voordelen aan personen met wie hij transacties namens zijn organisatie verricht. Voorts zal het een bestuurder geen (substantiële) schenkingen aanvaarden. 8 Een bestuurder betracht openheid over zijn eventuele nevenfuncties. 9 De hoogte van de vergoedingen voor een bestuurder worden per persoon en op naam vermeld in de jaarrekening. Artikel 8 Openheid en externe verantwoording 1 Het bestuur draagt er zorg voor dat de activiteiten van de stichting en van de school bestuurlijk, juridisch, organisatorisch en financieel goed geregeld zijn, inzichtelijk zijn en verantwoord worden. 2 Het bestuur legt hierover verantwoording af aan de Raad van Toezicht en de hoofdzaken worden vermeld in het jaarverslag en de jaarrekening. 3 Het bestuur biedt openheid over het beleid, het onderwijs, de zorg en de prestaties van de stichting. Het bestuur legt ten aanzien van degenen die het aangaat verantwoording af en staat bij de beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering open voor de opvattingen van belanghebbenden. Informatieverstrekking, verantwoording en beleidsbeïnvloeding intern en extern worden door het bestuur actief bevorderd. 4 Het bestuur toetst periodiek bij ouders, leerlingen en personeel hoe zij het functioneren van de school, de kwaliteit van het onderwijs en het werk- en pedagogisch klimaat van de school beoordelen. Het bestuur maakt de resultaten van het uitgevoerde onderzoek openbaar. 5 Het bestuur overlegt periodiek met vertegenwoordigers van de maatschappelijke omgeving van de school over de voortgang van de realisering van de missie en doelstellingen van de school. Artikel 9 Slotbepaling 1 In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur met inachtneming van wettelijke bepalingen, statuten en het reglement voor de Raad van Toezicht. 2 Het bestuur gaat in de jaarlijkse evaluatie van zijn functioneren na of dit reglement nog aan de daaraan te stellen criteria voldoet. 3 Dit reglement dient als aanvulling op de statuten van de stichting en op de regels die op het bestuur op grond van Nederlands recht van toepassing zijn. Als dit reglement in strijd is met Nederlands recht of met de statuten, zullen deze laatste prevaleren. 4 Indien een bepaling uit dit reglement niet of niet meer geldig is, tast dit de geldigheid van de overige bepalingen niet aan. In dat geval vervangt het bestuur de ongeldige bepalingen vervangen door geldige bepalingen die zoveel mogelijk hetzelfde effect hebben als de ongeldige bepalingen en legt deze ter vaststelling voor aan de Raad van Toezicht. Bijlagen A. Profielschets bestuur B. Procedure werving en selectie bestuur C. Beoordelingskader en beoordelingsprocedure bestuur
Bijlage A Profielschets bestuur Functie-informatie en selectiecriteria De rector/bestuurder legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht en geeft leiding aan het managementteam. Als bestuurder is de rector/bestuurder ook verantwoordelijk voor Houtens school voor samenwerkend voortgezet onderwijs Houten-Nieuwegein Functieomvang: 1 fte. Salarisindicatie: schaal 15/16 CAO-VO. De opdracht U investeert in een goede overlegstructuur. U versterkt nadrukkelijk de professionele cultuur, optimaliseert de beleidsvoorbereiding en zet in op een cultuur die een lerende organisatie kenmerkt. U bent in staat alle betrokkenen te laten ervaren dat zij er toe doen, maar maakt anderzijds duidelijk dat vrijblijvendheid niet bij professionele autonomie past. U zet medezeggenschap en betrokkenheid in bij het formuleren van constructief beleid. Past u in het profiel? Uit uw curriculum vitae en brief blijkt dat u beschikt over: ervaring met het optimaliseren van overlegstructuren en besluitvorming in het onderwijs; het vermogen te switchen tussen de rol van leidinggevende en die van bestuurder; bagage die u in staat stelt op te treden als all-round schoolleider; ervaring met het in gang zetten en borgen van cultuurverandering in een school. In gesprekken met u wordt duidelijk dat u een bijdrage kunt leveren aan de identiteit van de school en dat u beschikt over de volgende kwaliteiten: Verbindend leiderschap: u bent toegankelijk, geïnteresseerd in wat er speelt en positief kritisch. U maakt knelpunten bespreekbaar en investeert in een klimaat waar mensen het vanzelfsprekend vinden samen aan oplossingen voor problemen te werken. Een belangrijke taak zal zijn het nieuwe managementteam duidelijk te positioneren in de school. Dit team binnen korte tijd als een eenheid te laten functioneren en in zijn kracht te zetten; Onderwijskundig leiderschap: onderwijs zit u in het bloed. U stelt met de mensen aan wie u leiding geeft realistische onderwijsdoelen en stimuleert hun bij het behalen daarvan. Doordat u steeds helder bent over de wat-vraag, is het voor de mensen die met u werken mogelijk zelf goede afwegingen over de hoe-vraag te maken. Daaraan gekoppeld gaat u aan de slag met het nadrukkelijker onderwijskundig profileren van de school, ook met oog voor de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van onderwijs; Besluitvaardigheid: u zorgt ervoor dat u goed geïnformeerd bent voor u een besluit neemt. Men accepteert uw beslissingen omdat deze consistent en goed onderbouwd zijn. U stelt onderwerpen vooraf uitvoerig aan de orde, maar als een besluit genomen is verwacht u dat er naar wordt gehandeld; Communicatieve vaardigheden: u bent vaak middenin de school te vinden en wordt enthousiast als u goede ideeën en initiatieven ziet. U heeft een uitnodigende manier van communiceren en houdt mensen scherp. U weet hoe u de aandacht vast moet houden. Daarnaast bent u in staat de beide scholen stevig te positioneren in het maatschappelijk en politiek krachtenveld; Authenticiteit: voor alles is het belangrijk dat u een persoonlijkheid bent die anderen inspireert, die zelf doet wat hij van anderen verlangt en die een voorbeeldfunctie in de school vervult.
Bijlage B Procedure werving en selectie bestuur Inleiding De werving en selectie van een bestuurder geschiedt bij voorkeur via een open procedure. Middels deze Procedure werving- en selectie bestuurder wordt aan die openheid vorm en inhoud gegeven. De procedure is opgesteld om te garanderen, dat het aantrekken een bestuurder plaatsvindt volgens de beginselen van de Code Goed Onderwijsbestuur van de VO Raad. 1. Openstelling vacature Bij de werving van een bestuurder wordt gebruik gemaakt van de expertise van een wervings- en selectiebureau. De vacature wordt in ieder geval openbaar gemaakt via de website van College De Heemlanden (www.heemlanden.nl) en gemeld aan de Medezeggenschapsraad. 2. Sollicitatiecommissie 1. De Raad van Toezicht stelt voor het wervings- en selectieproces een sollicitatiecommissie in. 2. De sollicitatiecommissie bestaat maximaal vijf leden: a. twee leden van de Raad van Toezicht, op voordracht van de Raad van Toezicht; b. twee leden van de medezeggenschapsraad op voordracht van de medezeggenschapsraad; c. een lid van het zittend management niet zijnde de bestuurder. 3. De afgevaardigden maken met hun achterban afspraken over de wijze waarop zij gebruik maken van hun recht. 4. De sollicitatiecommissie regelt de taakverdeling onderling. De sollicitatiecommissie wordt voorgezeten door een medewerker van het wervings- en selectiebureau. 3. Profielschets De aandachtspunten met betrekking tot de van de bestuurder gevraagde deskundigheid en achtergrond zijn vastgesteld door de Raad van Toezicht in een profielschets (zie Bijlage A). De Raad van Toezicht kan besluiten tot een aanvulling dan wel een nadere detaillering van de vereiste kwaliteiten en eigenschappen. 4. Plaatsing advertentie 1. De sollicitatiecommissie stelt in overleg met het wervings- en selectiebureau een tijdschema vast, waarbinnen zij haar werkzaamheden zal afronden. 2. De sollicitatiecommissie stelt aan de hand van de profielschets een advertentie op. De advertentie dient zo duidelijk en concreet mogelijk te zijn en moet de sollicitant uitdagen om te reageren. 3. De sollicitatiecommissie bepaalt waar en op welke wijze deze advertentie wordt geplaatst. De advertentie wordt in ieder geval geplaatst op de website van de school. 4. De advertentietekst bevat ten minste de volgende onderdelen: a. een beschrijving van de organisatie; b. een onderdeel gevraagd ; c. een onderdeel geboden ; d. een korte beschrijving van de procedure; e. een informatiepunt; f. sluitingstermijn voor indienen brieven; g. geplande data voor gesprekken. h. vermelding van een assessment 5. Selectie 1. De sollicitatiecommissie nodigt ten hoogste vijf kandidaten uit voor een gesprek. Het selectieproces vindt plaats aan de hand van de opgestelde profielschets. 2. Het wervings- en selectiebureau maakt een eerste selectie uit de brieven op basis van briefselectie en voorgesprekken 3. De sollicitatiecommissie beoordeelt de gemaakte selectie, maakt daaruit een definitieve selectie en nodigt deze uit voor een gesprek. 4. De sollicitanten die voor een gesprek worden uitgenodigd, ontvangen bij de uitnodiging de voor de functie opgestelde profielschets en overige relevante informatie. 5. De sollicitatiecommissie bereidt gezamenlijk het selectiegesprek voor en verdeelt de taken tijdens het selectiegesprek.
6. Selectiegesprek 1. Uitsluitend de voor de functie en functievervulling relevante informatie vormt het onderwerp van het selectiegesprek. Tijdens het selectiegesprek krijgen beide partijen voldoende gelegenheid voor het uitwisselen van de benodigde informatie. 2. Indien tijdens het eerste selectiegesprek onvoldoende informatie is uitgewisseld, kan worden besloten om een tweede selectiegesprek te houden. Tijdens het gesprek dient de sollicitant in een kort tijdsbestek aan te kunnen geven waarom hij geschikt is voor de desbetreffende functie. 3. Met de sollicitant worden afspraken gemaakt over het mogelijk inwinnen van referenties. 4. Na afronding van de selectiegesprekken beslist de sollicitatiecommissie over de voor te dragen kandidaat. 5. De sollicitant waarop de keuze is gevallen, wordt zo spoedig mogelijk door de voorzitter geïnformeerd. De verdere procedure wordt aan de sollicitant meegedeeld. 7. Assessment Een assessment kan deel uitmaken van de procedure. De uitkomst van het assessment is ondersteunend in het al dan niet voordragen van de sollicitant. 8. Terugtrekken sollicitant Indien de sollicitant te kennen geeft om hem of haar moverende redenen de sollicitatie in te trekken, wordt de door de sollicitant verstrekte informatie teruggezonden of vernietigd. 9. Afwijzen sollicitant De sollicitanten die niet voor een gesprek in aanmerking komen of die, nadat met hen een gesprek is gevoerd, niet voor de functie in aanmerking komen, ontvangen zo spoedig mogelijk een gemotiveerde afwijzing via het wervings- en selectiebureau. 10. Vertrouwelijke behandeling gegevens 1. Gegevens die de sollicitant in zijn sollicitatie verstrekt, zijn vertrouwelijk. De verspreiding wordt dan ook beperkt tot de leden van de sollicitatiecommissie. 2. Na afloop van de procedure worden de gegevens, met uitzondering van de gegevens van de benoembare sollicitant, door het wervings- en selectiebureau teruggezonden of vernietigd. 3. De gegevens van de benoembare sollicitant worden in een personeelsdossier bewaard. 4. De gegevens van de benoembare sollicitant kunnen alleen in een bredere kring worden verspreid, als de sollicitant daar zelf uitdrukkelijk toestemming voor geeft. 11. Vaststellen voordracht 1. In de gemotiveerde voordracht wordt in ieder geval aangegeven, waarom de voorgedragen sollicitant in aanmerking komt voor de functie. Het curriculum vitae kan, na toestemming van de sollicitant, onderdeel uitmaken van de voordracht. 2. Het wervings- en selectiebureau stelt een verslag van de gang van zaken op en zendt dit, na goedkeuring door de sollicitatiecommissie, naar de Raad van Toezicht, op basis waarvan de Raad van Toezicht de sollicitatiecommissie decharge verleent. De sollicitatiecommissie heeft daarmee officieel haar werkzaamheden afgerond. 3. De Raad van Toezicht besluit over de voordracht voor de benoeming.