BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN 2016

Vergelijkbare documenten
BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN 2018

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN /032 Informatie gevraagd over tweedekansonderwijs bij OCMWcliënten 12/2015

13/10/2016. Het GPMI in het nieuw. Inhoud

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN MEI /007 Structurele wijziging werkwijze Horen 05/2012

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN 2018

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN SEPTEMBER /009 Stand van zaken schoolpremie 09/2012

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN FEBRUARI 2012

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN 2015

DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

2014/017 Integratietegemoetkoming en tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN NOVEMBER 2013

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN /025 Zuiderlicht 11/2018

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN /024 Extra ondersteunende maatregelen tegen armoede 10/2018

Commissievergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN DECEMBER /15 Interpretatie leeflooncategorie samenwonende 12/2011

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN NOVEMBER /014 Onderhoud grasmatten OCMW-sites 11/2011

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN JULI /016 Stand van zaken projecten kwalitatief en betaalbaar wonen 07/2014

Hierbij vindt u het verslag van de inspectie die plaatsvonden in uw centrum op 28/11/2017.

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

VRAGENUURTJE VAN JANUARI 2014

Activeringsbeleid cliënten sociale dienst OCMW Geraardsbergen

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN 2018

Hierbij vindt u het verslag van de inspectie die plaatsvond in uw centrum op 27/08/2018.

Versie december 2017 PIIS WEGWIJS IN. het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie

Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na integratie gemeente-ocmw

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN 2018

VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN

Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na integratie gemeente-ocmw

Hierbij vindt u het verslag van de inspecties die plaatsvonden in uw centrum op 23 mei 2017.

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN /025 Evaluatie sleutelkluisjes Gentse sociale

LOGO OCMW Dit betekent dat u concreet:

OPENBARE VERGADERING. 1 Goedkeuring notulen openbare vergadering van 28 september 2016

Geïntegreerd inspectieverslag POD MI

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN APRIL /007 Collectieve schuldenregeling 04/ /008 Werkdruk MA s 04/2014

Huishoudelijk reglement gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn

ZITTING VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 20 JANUARI 2016

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Aan de Voorzitter van het OCMW van Sint-Martens-Latem Vennelaan Sint-Martens-Latem. Geïntegreerd inspectieverslag POD MI

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

expertise binnen handbereik Re-integratie langdurig zieke werknemers in de onderneming Algemeen Doel Opstart van het re-integratietraject

Functiebeschrijving: Deskundige (m/v)

Openbare zitting. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn

VR DOC.1281/1BIS

3/04/2015. De OCMW s opdoeken: een goed idee? Situatie in Vlaanderen. Inhoud

Rol: Maatschappelijk assistent

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN MAART 2014

Raad voor Maatschappelijk Welzijn

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN 2017

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN 2016

Viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Begroting, Financiën en Energie. Kreupelenstraat Brussel

Geachte mevrouw, Geachte heer,

Rol: Maatschappelijk assistent

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN SEPTEMBER 2011

nationale arbeidsraad

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Geïntegreerd inspectieverslag POD MI. OCMWHerk-De-Stad/ RMID/2018

> KEN JE GEMEENTE EN GA ERMEE AAN DE SLAG!

MEMORIE VAN TOELICHTING

Voorstel van resolutie. betreffende de organisatie, de kwaliteit, de financiering en de omkadering van internaten

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN 2017

betreffende het stemrecht van Vlamingen in het buitenland

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Zitting van DINSDAG 26 FEBRUARI 2019

Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager

Functiebeschrijving Administratief medewerker dienst Burgerzaken Voltijds

AGENDA OPENBARE ZITTING. 12 februari Aan de raadsleden

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN JULI /011 Schoolpremie 07/ /012 Activering 07/2013

De trimestriële informatie werd met de agenda opgestuurd. Er zijn geen vragen.

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN 2015


FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken.

Het proces-verbaal van de openbare zitting van de Raad dd. 13 december 2016 wordt goedgekeurd.

Aan de Voorzitter van het OCMW van Kuurne Kortijksestraat Kuurne. Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

FINANCIEEL REFERENTIEKADER: BEHANDELING VAN LEEFLOONDOSSIERS

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijk project Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs

1. Verhoogde staatstoelage

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Mijn lokaal bestuur als samenwerkende organisatie. OCMW en gemeentebestuur

Intern kwaliteitscharter

2 Kennisgeving notulen van het vast bureau van 5 april 2018 en 19 april Regularisering doelgroepmedewerker LDE naar logistiek personeel

Functiebeschrijving. Hoofddoel van de functi e

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Hierbij vindt u het verslag van de inspecties die plaatsvonden in uw centrum op 23/3/2018.

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus Brussel

Functiebeschrijving Diensthoofd sociale zorg OCMW Puurs

Overzicht gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening - GECORO

COMMISSIE WELZIJN, WERK EN MILIEU - MONDELINGE VRAAG - ANTWOORD

Omzendbrief FB 2017/1

VR DOC.0923/1BIS

Politieke en morele code Groen verkiezingen 2019

Functiebeschrijving Deskundig medewerker (LOI) OCMW Puurs

Transcriptie:

BULLETIN 6 VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN 2016 2016/017 Oprichting voedselbank Sint-Denijs-Westrem 06/2016 2016/018 De impact op OCMW Gent van de uitbreiding van het GPMI 06/2016 naar alle nieuwe leefloongerechtigden 2016/019 Inkanteling OCMW's in de stad 06/2016

2016/017 Oprichting voedselbank Sint- Denijs-Westrem Mevrouw Els Roegiers, OCMW-raadslid Geachte heer voorzitter Bijna een jaar geleden liet u onze fractie weten dat de sociale Dekenij van Sint-Denijs-Westrem in april/mei 2016 de deuren van de nieuwe voedselbank zou openen. Deze voedselbank zou worden georganiseerd in het Open Huis, waar ook een antennewerking van OCMW Gent aanwezig is. Onze fractie wenst een antwoord op volgende vragen: - Heeft de voedselbank intussen de deuren geopend? Zo ja, wat zijn de eerste indrukken omtrent het succes van deze voedselbank? - Uit uw eerder antwoord bleek dat ongeveer 35 personen een beroep zouden kunnen doen op deze voedselbank. Hoeveel personen maken nu effectief gebruik van deze voedselbank? - OCMW Gent richt zelf geen voedselbanken op, maar tracht partners hiervoor wel samen te brengen. Vanuit welke buurten ving OCMW Gent gelijkaardige signalen op? In welke mate wordt OCMW bij eventuele plannen van partners betrokken om in de nabije toekomst extra voedselbanken op te richten? Ik dank u alvast voor uw antwoord. De heer Rudy Coddens, OCMW-voorzitter Geacht raadslid Roegiers, Beste Els, Het Open Huis Sint-Denijs-Westrem is gebruiksklaar op een paar kleine (elektriciteits)werken na. De uitvoering van de werken is in Open Huis Sint- Denijs-Westrem verlengd omwille van problemen aan het dak. Door de vertragingen van de werken, heeft ook de voedselbedeling enige vertraging opgelopen. VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 1

De voedselbedeling start normaal op vrijdag 24/06. Men heeft al wel toegang tot het gebouw om de nodige voorbereidingen te treffen. Het Open Huis zou, indien alles naar wens verloopt, op woensdag 15 juni de werking hervatten. De voedselbedeling zal 2 keer plaatsvinden op een maand namelijk de 2de en de laatste vrijdag van de maand en dit telkens van 10 uur tot 11u30. Het aantal mensen en/of gezinnen die ze bij de start zouden kunnen bereiken is heel moeilijk te bepalen maar zoals u zelf in de vraag aangegeven heeft schat men dit op 35 personen. Om meer kenbaarheid te geven aan de voedselbedeling werd er een flyercampagne georganiseerd. In de schriftelijke weergave van het antwoord zal ik de flyer toevoegen. OCMW Gent kreeg geen andere signalen of vragen van andere initiatieven om voedselbanken op te richten. Woordelijk verslag van het debat De heer Rudy Coddens Voilá goed collega s, ik stel voor dat we starten met het vragenmoment. De eerste vraag werd ingediend door collega Els Roegiers in verband met de voedselbank in Sint-Denijs-Westrem. Alstublief. Mevrouw Els Roegiers, OCMW-raadslid Dank u wel voorzitter. Bijna een jaar geleden liet u onze fractie weten dat de sociale Dekenij van Sint-Denijs-Westrem in april/mei 2016 de deuren van de nieuwe voedselbank zou openen. Deze voedselbank zou worden georganiseerd in het Open Huis, waar ook een antennewerking van OCMW Gent aanwezig is. Wij hadden hieromtrent enkele vragen: - Heeft de voedselbank intussen de deuren geopend? Zo ja, wat zijn de eerste indrukken omtrent het succes van deze voedselbank? - Uit een eerder antwoord bleek dat ongeveer 35 personen een beroep zouden kunnen doen op deze voedselbank. Hoeveel personen maken er nu effectief gebruik van? - OCMW Gent richt zelf geen voedselbanken op, maar tracht partners hiervoor wel samen te brengen. Vanuit welke buurten ving OCMW Gent gelijkaardige signalen op? In welke mate wordt het OCMW bij eventuele plannen van partners betrokken om in de nabije toekomst extra voedselbanken op te richten? Ik dank u alvast voor uw antwoord. De heer voorzitter VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 2

Goed, dank u wel collega. De voedselbank is op dit moment nog niet opgestart. Het Open Huis Sint-Denijs-Westrem is gebruiksklaar op een paar kleine (elektriciteits)werken na. De uitvoering van de werken is in Open Huis Sint-Denijs-Westrem verlengd omwille van problemen aan het dak. Bij de oorspronkelijke planning had men gedacht, het dak staat relatief goed. Het moet enkel geïsoleerd worden. Eens men aan de werken begon was er eigenlijk veel meer aan de hand waardoor de uitvoeringstermijn verlengd werd. Door de vertragingen van de werken, heeft ook de voedselbedeling enige vertraging opgelopen, wat logisch is. De voedselbedeling start normaal op vrijdag 24/06. Dat is toch wel heel nabij. Men heeft op dit moment wel al toegang tot het gebouw om de nodige voorbereidingen te treffen. De plannen gaan gewoon wel door. Het Open Huis zou, indien alles naar wens verloopt, op woensdag 15 juni de werking hervatten. De voedselbedeling zal 2 keer plaatsvinden op een maand namelijk de 2de en de laatste vrijdag van de maand en dit telkens van 10 uur tot 11u30. Er is hier ook speciaal voor gekozen omdat ook Open Huis open is in de namiddag, maar de mensen van de sociale dekenij gaan gebruik maken s morgens van de locatie en de mensen gaan ook in het Open Huis kunnen wachten zodat ze niet moeten buiten staan. We hebben dat toch een beetje gescheiden van elkaar zodanig dat de mensen die daar dan gebruik van maken niet onmiddellijk in de kijker lopen. De ruimte wordt gebruikt, in de voormiddag werd ze niet gebruikt, nu zal ze wel gebruikt worden en het Open Huis kan gebruikt worden om te wachten. Nu, het aantal mensen en/of gezinnen die van bij de start zouden kunnen bereikt worden, wordt inderdaad nog altijd geschat op 35 personen. Dat is eigenlijk gebeurd op basis van informatie die men gekregen heeft van het OCMW maar ook van andere organisaties bijvoorbeeld de parochie die toch ook wel een vinger aan de pols heeft. Om meer kenbaarheid te geven aan de voedselbedeling werd er ook een flyercampagne georganiseerd, omdat er nog altijd mensen kunnen zijn die het mogelijk nodig hebben en niet direct gekend zijn. In de schriftelijke verwerking van mijn antwoord zal ik de flyer toevoegen, zodat je die kan zien. De flyer is opgemaakt door mensen van de dekenij zelf. Het is zo dat OCMW Gent geen andere signalen of vragen gekregen heeft in verband met initiatieven om voedselbanken op te richten. Zoals u weet zijn er al verschillende van dergelijke initiatieven bij de KRAS-diensten. Wat we wel gedaan hebben met dit initiatief, dat is de sociale dekenij die dat idee heeft, die dat wilde doen, we hebben die eigenlijk wel in contact gebracht met KRAS. De coördinator van KRAS heeft met die mensen samen gezeten, heeft ook gezegd, hoe start je hiermee, wat zijn de criteria, waar moet je op letten, wat zijn de valkuilen en dergelijke meer? Dus men is eigenlijk wel begeleid geweest via het OCMW maar dan met de ervaringsdeskundigen van KRAS. Dus binnenkort, binnen enkele weken start de eerst voedselbedeling. Ik ben ook benieuwd, het is een meerwaarde, een locatie waar je niet direct verwacht dat er zo een voedselbank of voedselbedeling zou zijn. In welke mate dat dit zal aanslaan en dat daar effectief mensen gebruik zullen van maken, weten we VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 3

niet. Maar in ieder geval vonden we het toch wel de moeite waard om het positieve signaal en het initiatief van de sociale dekenij niet te fnuiken en eerder, laat ons zeggen, te faciliteren en te ondersteunen. Dus we zullen zien wat het geeft. Goed? Dank u wel. Dan hebben we een tweede vraag van collega Evita Willaert maar zij zit nog vast in Brussel. Het is de fractievoorzitter Liliane De Cock die de vraag zal overnemen. Alstublief. VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 4

2016/018 De impact op OCMW Gent van de uitbreiding van het GPMI naar alle nieuwe leefloongerechtigden Mevrouw Evita Willaert, OCMW-raadslid Geachte voorzitter, Vanaf 1 september 2016 zal het verplichte GPMI uitgebreid worden naar alle nieuwe leefloongerechtigden. Dit met een overgangsmaatregel zodat ook voor alle personen die tussen 1 maart en 1 september 2016 een leefloon zonder GPMI kregen, alsnog voor 1 september 2017 een GPMI moet worden opgesteld. Het OCMW zal elke uitzondering op de toepassing hiervan, namelijk omwille van gezondheids- of billijkheidsredenen, duidelijk moeten motiveren. Bovendien zal het GPMI niet langer ofwel op de inschakeling in het beroepsleven, ofwel op de integratie in de maatschappij betrekking hebben maar wel bij voorkeur op de inschakeling in het beroepsleven, of bij gebrek daaraan, op de inschakeling in de maatschappij. Naast de uitbreiding naar alle leefloongerechtigden, verandert ook de bijzondere betoelaging. Bovenop de gewone tussenkomst van de federale overheid komt bij het afsluiten van een GPMI een toelage van 10% van het bedrag van het leefloon. Deze kan, slechts eenmaal gedurende het leven van de rechthebbende kan worden toegekend en dit gedurende één kalenderjaar. Deze toelage kan gevolgd worden of voorafgegaan worden door een GPMI-studenten, dan loopt de toelage van 10% gedurende de hele periode van het GPMI. Op de eerste regel zijn er twee uitzonderingen mogelijk. Ten eerste kan de extra toelage voor het OCMW van 10% gedurende een tweede kalenderjaar verder uitbetaald worden voor personen die bijzonder ver verwijderd zijn van maatschappelijke en/of socio-professionele integratie. Ten tweede kan de extra toelage van 10% aan het OCMW worden toegekend voor een tweede maal op voorwaarde dat de betrokkene bijzonder kwetsbaar is en dat hij/zij geen RMI had gedurende 12 voorafgaande maanden behalve indien hij/zij in het verleden al een GPMI voltijds leerplan had. Tot slot is het opvallend dat nu ook de werkbereidheid van de leefloongerechtigde kan blijken uit het aanvaarden van gemeenschapsdienst. Wij hebben hierbij de volgende vragen: VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 5

Heeft u al zicht op de budgettaire impact hiervan voor ons OCMW, ten opzichte van de vroegere regeling? Wat is hiervan de impact op de werklast van het personeel van ons OCMW? Hoe zullen/kunnen we garanties inbouwen dat er vermeden wordt dat kwetsbare cliënten en/of cliënten met een grote afstand tot maatschappelijke en/of socio-professionele integratie een GPMI ondertekenen dat zij niet helemaal begrijpen of waarvan zij de draagwijdte niet kunnen inschatten; aangezien we vroeger cliënten sterker konden maken totdat het opstellen van een GPMI voor hen wel een optie werd en dat nu dus voor hen veel sneller zal moeten gebeuren? Wat verandert de mogelijkheid om de werkbereidheid aan te tonen door middel van gemeenschapsdienst voor ons OCMW; we zetten namelijk al in op bijv. vrijwilligerswerk en arbeidszorg? En ziet u hier mogelijke valkuilen? De heer Rudy Coddens, OCMW-voorzitter Geacht raadslid Willaert, Beste Evita, Ik wil alvast meegeven dat er na de wetswijziging en van zodra de datum van de inwerkingtreding bekend is, een nota zal worden voorgelegd aan het BCSD AZ met de implicaties ervan voor OCMW Gent. In dit stadium is het moeilijk een budgettaire inschatting te maken. Wel kunnen we al inschatten dat dit om een behoorlijk bedrag zal gaan dat eerder in de 100 000den zal oplopen. De impact op de werklast van de maatschappelijk werkers en de ondersteunende administratief medewerkers zal aanzienlijk zijn. De wettelijke opdracht voor een GPMI is beperkt tot de min 25 jarigen. Maar intern is er een reglementering gangbaar dat we ook een GPMI opmaken voor alle cliënten die taallessen volgen en voor cliënten wiens activeringstraject niet goed loopt. Daarbovenop zullen nu alle cliënten komen die leefloon aanvragen en buiten bovenstaande groepen vallen. Het is in deze fase nog niet mogelijk daar een cijfermatige inschatting van te maken. VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 6

Onze maatschappelijk werkers hebben reeds expertise rond de opmaak van een GPMI op maat van de cliënt. Dit omdat er bij de huidige groep van de jongeren eveneens jongeren zijn met zowel een zwak profiel, een multi problem situatie, kwetsbare jongeren, laag zelfbeeld, laag taalvaardig, enz. Bij deze uitbreiding van het GPMI zal OCMW Gent ook gebruik maken van de mogelijkheid om geen GPMI op te maken omwille van gezondheids- of billijkheidsredenen. Het GPMI zien we echt als een instrument om mensen te versterken en moet een GPMI dus een meerwaarde kunnen betekenen. Daarnaast leggen we ook de nadruk dat de afspraken heel duidelijk en concreet met de cliënten dienen overlegd te worden. Het GPMI is namelijk een contract of engagement dat door beide partijen dient afgesproken te worden. Cruciaal is dus dat deze afspraken individueel en doorsproken zijn. De mogelijkheid om de werkbereidheid aan te tonen door middel van gemeenschapsdienst verandert in concreto niets voor ons OCMW. De gemeenschapsdienst zoals die momenteel in het wetsontwerp wordt omschreven, past binnen het bestaande activeringsbeleid van het OCMW. De gemeenschapsdienst wordt in het wetsontwerp omschreven als het verrichten van activiteiten op een vrijwillige basis die zowel positief bijdragen aan het persoonlijk ontwikkelingstraject van de betrokkene, als positief bijdragen aan de gemeenschap. Deze invulling van gemeenschapsdienst sluit aan bij de bestaande arbeidszorg. Hierbij verrichten cliënten vrijwilligerswerk bij één van de partners van het OCMW. Zij bieden een meerwaarde voor deze partners en de maatschappij dankzij hun inzet. Maar tegelijkertijd wordt zowel door de partner als door het OCMW sterk ingezet op begeleiding van de cliënt, met als doel de cliënt sterker te maken, competenties te ontwikkelen met het oog op maatschappelijke integratie of doorstroom naar een reguliere job, voor wie dit mogelijk is. Het verrichten van gemeenschapsdienst wordt niet verplicht gemaakt. Dit is positief. Zo kunnen we blijvend inzetten op het meest passende activeringsaanbod dat wordt uitgewerkt in samenspraak met de cliënt. Voor wie dit nodig is, kan gekozen worden voor arbeidszorg/gemeenschapsdienst, maar sterkere cliënten kunnen nog steeds rechtstreeks toegeleid worden naar een tewerkstelling, zonder de tussenstap van arbeidszorg of gemeenschapsdienst. Woordelijk verslag van het debat Mevrouw Liliane De Cock, OCMW-raadslid Dank u. Geachte voorzitter, Vanaf 1 september 2016 zal het verplichte GPMI uitgebreid worden naar alle nieuwe leefloongerechtigden. Dit met een overgangsmaatregel zodat VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 7

ook voor alle personen die tussen 1 maart en 1 september 2016 een leefloon zonder GPMI kregen, alsnog voor 1 september 2017 een GPMI moet worden opgesteld. Het OCMW zal elke uitzondering op de toepassing hiervan, namelijk omwille van gezondheids- of billijkheidsredenen, dat kunnen twee uitzonderingen zijn, duidelijk moeten motiveren. Bovendien zal het GPMI niet langer ofwel op de inschakeling in het beroepsleven gericht zijn, ofwel op de integratie in de maatschappij betrekking hebben maar wel bij voorkeur op de inschakeling in het beroepsleven, of bij gebrek daaraan, op de inschakeling in de maatschappij. Er wordt een duidelijk accent gelegd. Naast de uitbreiding naar alle leefloongerechtigden, verandert ook de bijzondere betoelaging. Bovenop de gewone tussenkomst van de federale overheid komt bij het afsluiten van een GPMI een toelage van 10% van het bedrag van het leefloon. Deze toelage kan slechts eenmaal gedurende het leven van de rechthebbende worden toegekend en dit gedurende één kalenderjaar. Deze toelage kan gevolgd worden of voorafgegaan worden door een GPMI-studenten, dan loopt de toelage van 10% gedurende de hele periode van het GPMI. Op de eerste regel zijn er twee uitzonderingen mogelijk. Ten eerste kan de extra toelage voor het OCMW van 10% gedurende een tweede kalenderjaar verder uitbetaald worden voor personen die bijzonder ver verwijderd zijn van maatschappelijke en/of socio-professionele integratie. Ten tweede kan de extra toelage van 10% aan het OCMW worden toegekend voor een tweede maal op voorwaarde dat de betrokkene bijzonder kwetsbaar is en dat hij/zij geen RMI had gedurende 12 voorafgaande maanden behalve indien hij/zij in het verleden al een GPMI voltijds leerplan had. Tenslotte valt het ons ook op in de nieuwe regeling dat nu ook de werkbereidheid van de leefloongerechtigde kan blijken uit het aanvaarden van gemeenschapsdienst. Dit roept bij ons een aantal vragen op waarvan we hopen dat u ze kan beantwoorden: Heeft u al zicht op de budgettaire impact hiervan voor ons OCMW, ten opzichte van de vroegere regeling? Wat is hiervan de impact op de werklast voor het personeel van ons OCMW? U weet dat we daar ook heel sterk mee begaan zijn. Hoe zullen/kunnen we garanties inbouwen dat er vermeden wordt dat kwetsbare cliënten en/of cliënten met een grote afstand tot maatschappelijke en/of socio-professionele integratie een GPMI ondertekenen dat zij niet helemaal begrijpen of waarvan zij de draagwijdte niet kunnen inschatten; aangezien we vroeger cliënten sterker konden maken totdat het opstellen van een GPMI voor hen wel een optie werd en dat nu dus voor hen veel sneller zal moeten gebeuren? Wat verandert de mogelijkheid om de werkbereidheid aan te tonen door middel van gemeenschapsdienst voor ons OCMW; we zetten namelijk al in op bijv. vrijwilligerswerk en arbeidszorg? En ziet u VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 8

hier mogelijke valkuilen? Dank u wel op voorhand. De heer Rudy Coddens, OCMW-voorzitter Dank u wel collega. Ik weet dat dit een item is dat collega Willaert bijzonder aanbelangt en dat ze daar eigenlijk ook in het federaal parlement al is op tussengekomen. Ik wil alvast meegeven dat er na de wetswijziging en van zodra de datum van de inwerkingtreding bekend is, een nota zal worden voorgelegd aan het BCSD AZ met de implicaties ervan voor OCMW Gent. In dit stadium is het moeilijk om een exacte budgettaire inschatting te maken. Wel kunnen we al inschatten dat dit om een behoorlijk bedrag zal gaan die we extra zullen krijgen als OCMW en dat eerder in de 100 000den zal oplopen. Daartegenover, de impact op de werklast van de maatschappelijk werkers en de ondersteunende administratief medewerkers zal ook aanzienlijk zijn. We moeten dan kijken hoe we daar dan mee omgaan en hoe we die middelen die we extra krijgen mogelijk opnieuw gaan investeren om effectief aan die werklast een stuk tegemoet te komen. De wettelijke opdracht voor een GPMI is beperkt op dit moment tot de min 25 jarigen. Maar intern is er inderdaad een reglementering gangbaar dat we ook een GPMI opmaken voor alle cliënten die taallessen volgen en voor cliënten wiens activeringstraject niet goed loopt. Dus met andere woorden, OCMW Gent gaat op dit moment ook al een stuk verder dan eigenlijk wettelijk voorzien is. Daarenboven zullen nu, inderdaad, zoals u gesteld hebt, alle cliënten komen die leefloon aanvragen en buiten bovenstaande groepen vallen. Het is in deze fase nog niet mogelijk daar een cijfermatige inschatting van te maken. Onze maatschappelijk werkers hebben reeds expertise rond de opmaak van een GPMI, ik denk dat dit duidelijk is, op maat van de cliënt. Want dat is eigenlijk heel belangrijk. Het GPMI moet inderdaad een geïndividualiseerd project zijn, maatschappelijke integratie, en mag niet verglijden in een soort automatisme en administratieve verplichting. Ik denk dat dit een heel belangrijk punt is. Wij hebben hier die ervaring omdat er bij de huidige groep jongeren eveneens jongeren zijn met zowel een zwak profiel, een multi problem situatie, kwetsbare jongeren, laag zelfbeeld, laag taalvaardig, enz.op zichzelf is er daar toch al in onze stad, gezien het veel aantal jongeren die bij het OCMW komen aankloppen. We hebben toch al de nodige expertise opgebouwd. Bij de uitbreiding van het GPMI zal OCMW Gent ook gebruik maken van de mogelijkheid om geen GPMI op te maken omwille van gezondheids- of billijkheidsredenen. Het GPMI zien we echt als een instrument om mensen te versterken en moet een GPMI dus een meerwaarde kunnen betekenen. Geen voddeke papier die eens snel getekend wordt, standaardformulierke, daar zijn we niets mee. Dat willen we zeker niet doen. Dat is vandaag ook niet het geval, ik wil dat duidelijk stellen, maar dat mag ook niet het geval zijn op het moment dat het voor iedereen verplicht wordt. Daarnaast leggen we ook de nadruk dat de afspraken heel duidelijk en concreet met VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 9

de cliënten dienen overlegd te worden. Wat vandaag ook al het geval is. Maar die overlegmomenten, dat zal meer zijn als het voor iedereen is of dat het alleen maar voor een bepaalde groep is. Het GPMI is inderdaad een contract of engagement dat door beide partijen dient afgesproken te worden. Cruciaal is dus dat deze afspraken individueel en doorsproken zijn. En eigenlijk op maat van de cliënt en als inderdaad de taalvaardigheid van de mensen wat beperkter is, dat dit ook ondersteund wordt. Wat vandaag ook het geval is, maar er zullen meer mensen zijn. De mogelijkheid om de werkbereidheid aan te tonen door middel van gemeenschapsdienst verandert in concreto niets voor ons OCMW. De gemeenschapsdienst zoals die momenteel in het wetsontwerp wordt omschreven, past binnen het bestaande activeringsbeleid van het OCMW. De gemeenschapsdienst wordt in het wetsontwerp omschreven als, en ik citeer, het verrichten van activiteiten op een vrijwillige basis die zowel positief bijdragen aan het persoonlijk ontwikkelingstraject van de betrokkene, als positief bijdragen aan de gemeenschap. Deze invulling van gemeenschapsdienst sluit aan bij de bestaande arbeidszorg. Wij noemen dat arbeidszorg. Hierbij verrichten cliënten vrijwilligerswerk bij één van de partners van het OCMW. Zij bieden een meerwaarde voor deze partners en de maatschappij dankzij hun inzet. Maar tegelijkertijd wordt zowel door de partner als door het OCMW sterk ingezet op begeleiding van de cliënt, met als doel de cliënt sterker te maken, competenties te ontwikkelen met het oog op maatschappelijke integratie of doorstroom naar een reguliere job, voor wie dit mogelijk is. Dus met andere woorden, arbeidszorg is een heel belangrijke trap op de activeringsladder die hopelijk leidt tot een trap hoger, maar waar we ook moeten eerlijk zijn dat voor sommige mensen dit het hoogst haalbare is. Als dat het hoogst haalbare is en dat wordt ook op een correcte manier uitgevoerd dan is dat eigenlijk ook wel OK. De doelstelling moet altijd zijn, proberen streven naar een job op de reguliere arbeidsmarkt. Het verrichten van gemeenschapsdienst wordt niet verplicht gemaakt. Dit is positief. Zo kunnen we blijvend inzetten op het meest passende activeringsaanbod dat wordt uitgewerkt in samenspraak met de cliënt. Voor wie dit nodig is, kan gekozen worden voor arbeidszorg/gemeenschapsdienst, maar sterkere cliënten kunnen nog steeds rechtstreeks toegeleid worden naar een tewerkstelling, zonder de tussenstap van arbeidszorg of gemeenschapsdienst te volgen. Met andere woorden, daar op zichzelf, de manier waarop wij hier mee omgaan vandaag met het GPMI zal in die zin verschillend zijn dat er meer mensen zullen zijn en we zullen moeten bewaken dat ook de grote hoeveelheid de arbeidsdruk van de medewerkers, dat dit goed gemonitord wordt en dat we daar goed kunnen op inspelen. Maar aan onze activeringsladder en onze methodiek van werken zal er eigenlijk fundamenteel niets veranderen. Dat is heel kort samengevat. Mevrouw Liliane De Cock, OCMW-raadslid Dank u voorzitter. Voor ons is inderdaad de belangrijkste zorg dat door de toename van het aantal de kwaliteit van het opmaken van een GPMI VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 10

behouden blijft. Zoals je zegt, het moet op maat zijn, het moet individueel doorgesproken zijn. Het gaat om afspraken tussen de M.A. en de cliënt rond het activeringstraject. Het is goed te horen dat dit bewaken niet verloren gaat door de grote hoop. Dank u. De heer Rudy Coddens, OCMW-voorzitter Goed, dank u wel. Dan hebben we een derde vraag, ingediend door collega Emilie Peeters over de inkanteling van de OCMW s in de stad. Alstublief collega. VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 11

2016/019 Inkanteling OCMW's in de stad Mevrouw Emilie Peeters, OCMW-raadslid Geachte Voorzitter, Minister Homans stelde vorige maand haar conceptnota Integratie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de gemeentebesturen: organieke uitwerking voor. De nota werkt een soort plan B uit omdat op federaal niveau geen twee derde meerderheid akkoord werd gevonden om bepaalde taken die vandaag nog aan de OCMW s zijn toegewezen, door de gemeenten over te laten nemen. De Minister lijkt hierdoor niet van haar plan te willen afzien en werkte dit organiek kader uit voor de integratie tussen OCMW en gemeente, vertrekkende van de op dit ogenblik bestaande federale regelgeving. Het lijkt sterk op een weldoordachte omzeiling van het democratische twee derde meerderheid principe dat geldt voor dit soort beslissingen. IK stel mij ernstige vragen bij de gevolgen van dit voorstel voor onze stad, maar al zeker voor onze bewoners en de cliënten van het OCMW, daarom had ik graag wat meer duidelijkheid bij de volgende vragen: De Minister stelt voor dat de OCMW-raad gelijk wordt samengesteld als de gemeenteraad. Dit betekent in de praktijk dat na een gemeenteraadsessie die in Gent gemakkelijk twee avonden kan duren, daar ook nog eens de OCMW-raad aan wordt aangebreid. Het spreekt van zelf dat de zeer grondige, soms kritische soms opbouwende besprekingen van OCMW-dossiers zoals we dit vandaag zien van zowel meerderheid- als oppositieraadsleden, nooit meer op hetzelfde niveau kan zijn. Zal dit niet voor een minder individuele aanpak zorgen (die ons vandaag zo kwalitatief maakt) en ons terug leiden naar de verouderde normaliserende aanpak? De leden van het Bijzonder Comité Sociale Dienst worden aangeduid door de OCMW-raad (de facto dus de Gemeenteraad). Aan dit bijzonder comité wordt de bevoegdheid toegewezen om te beslissen over de individuele dossiers. Wat mij hier zorgen baart is dat hier ook niet-gemeenteraadsleden of externe experten kunnen worden aangeduid om in dit Bijzonder Comité te zetelen, aangezien het mogelijk maakt dat deze enkel de individuele dossiers zullen behandelen en niet in de OCMW-raad zetelen, en dus geen politieke eindverantwoordelijkheid dragen over het geheel. Hoe ziet u het effect van deze ontkoppeling in de dagdagelijkse realiteit? Ten slotte denkt de Minister dat door enkele pennentrekken grote organisaties als het OCMW van Gent en de stad samen kunnen VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 12

gevoegd worden: één secretaris, één management team, één organogram, één algemeen directeur, enz. Door onze ervaring van de voorbije maanden waarbij we actief de ondersteunende diensten van stad en OCMW (Financiën, HR en FM) gingen gaan integreren, weten we echter hoe goed dit moet begeleid worden om erop toe te zien dat het personeel mee op de kar springt en dat een effectieve samenwerking op poten wordt gezet die onze Gentenaars ten goede komt. Wat zouden de gevolgen voor onze cliënten kunnen zijn indien deze inkanteling te snel en te ondoordacht wordt doorgevoerd om dit tegen 2019 in gang te kunnen zetten? Geachte Voorzitter, alvast hartelijk dank voor uw antwoorden en ik hoop dat we samen met andere OCMWs binnen het VVSG een realistische vertaling tegenover deze conceptnota kunnen leggen. Wat betekenen deze theoretische benaderingen in de praktijk. Zodat echt kan getoetst worden of dit plan van de Minister ook effectief de kwaliteit van onze dienstverlening ten goede komt. De heer Rudy Coddens, OCMW-voorzitter Geacht raadslid Peeters, Beste Emilie, Daags na het advies van de Raad van State, dat er een 2/3den meerderheid nodig is op federaal niveau om de integratie van de OCMW s in de gemeenten te realiseren, kwam Minister Homans inderdaad met een nieuwe conceptnota op de proppen. In 8 pagina s stelt de Minister haar nieuw plan voor. Na het grondig bestuderen van deze conceptnota stel ik me inderdaad enkele vragen. U haalt terecht aan dat de organisatie van lokale besturen sterk afhangt van de schaalgrootte. Een gemeente van 25000 inwoners zal natuurlijk anders georganiseerd zijn dan een stad van 250 000 inwoners. Het simpelweg samenvoegen van beide politieke raden lijkt in Gent zelf moeilijk haalbaar. Denk maar aan de vele commissies en comités van de stad en het OCMW. We kunnen ons vragen stellen of dit in de praktijk zelfs haalbaar is dat de gemeenteraadsleden dit alleen op zich zouden nemen. Spijtig genoeg heb ik moeten vaststellen dat de nota niets zegt over de versterking van het lokaal SOCIAAL beleid. Er is geen enkele garantie opgenomen. Ik vrees dan ook dat de samenvoeging van beide besturen inderdaad kan leiden tot een verzwakking van de democratische aansturing en op termijn ook een verzwakking van het lokaal sociaal beleid? In de conceptnota had ik liever enkele garanties gezien voor een echte versterking van het lokaal sociaal beleid. VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 13

Ik kan natuurlijk alleen maar veronderstellen, maar ik neem aan dat de Minister de piste wil openhouden dat de gemeenteraad experten met enige OCMW ervaring lees dus: vroegere OCMW-raadsleden- alsnog kan aanduiden. Dus opnieuw een soort van getrapt systeem in de democratische verantwoording. Niet zo verschillend als nu. Op dat vlak zie ik geen valkuilen. Ik heb in het verleden reeds aangegeven dat je een samenwerking niet eenzijdig kan opleggen. Dit moet kunnen groeien. In Gent trekken we deze kaart al enkele jaren en we kunnen de vruchten hier nu ook van plukken. Maar los van de haalbaarheid voor de Genste schaal en enkele inhoudelijke bemerkingen, maak ik me meer zorgen over de timing die de Minister naar voor schuift. De lokale besturen werden van de ene onzekerheid in de andere gesleurd. Er rest de lokale besturen niet veel tijd meer om dit tegen de volgende legislatuur te gaan uitrollen. De Minister zou momenteel werken aan het wetgevend kader. Hierbij wil ik toch eens opmerken dat het ongezien is dat ze geen enkele inspraak of terugkoppeling voorziet naar de vertegenwoordiger van de lokale besturen, nl. VVSG. Na de zomer zou het voorontwerp van decreet klaar moeten zijn. Dan moet dit opnieuw een juridische toets ondergaan. We moeten dus rekenen dat de lokale besturen ten vroegste tegen het einde van het jaar enige duidelijkheid zullen hebben. Want het blijft nu nog steeds onduidelijk of de conceptnota wel volledig binnen de gemeenschapsbevoegheden blijft. De VVSG heeft ondertussen ook de opdracht uitgeschreven om een juridisch advies over de conceptnota in te winnen. Ik kan spijtig genoeg nog niet in detail treden aangezien dit advies pas de 15 de juni op het directiecomité van de VVSG zal besproken worden. Maar algemeen kunnen we wel stellen dat enkele zaken uit de conceptnota doorgevoerd kunnen worden, maar dat er toch ook serieuze juridische bedenkingen zijn bij enkele wijzigingen. Ook vanuit mijn rol als Voorzitter van afdeling OCMW van VVSG zal ik blijven ijveren dat VVSG als betrokken partner zal aanzien worden en dat de Minister de haalbaarheid voor de lokale besturen op de eerste plaats zet. Het laatste wat lokale besturen nodig hebben is dat ze in een avontuur gestort worden waar we de afloop niet van kennen. Hier zijn niet alleen de lokale besturen de dupe van, maar ook de mensen zelf. Woordelijk verslag van het debat Mevrouw Emilie Peeters, OCMW-raadslid Geachte Voorzitter, Minister Homans stelde vorige maand haar conceptnota Integratie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de gemeentebesturen: organieke uitwerking voor. De nota werkt een soort plan B uit omdat op VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 14

federaal niveau geen twee derde meerderheid akkoord werd gevonden om bepaalde taken die vandaag nog aan de OCMW s zijn toegewezen, door de gemeenten over te laten nemen. De Minister lijkt hierdoor niet van haar plan te willen afzien en werkte dit organiek kader uit voor de integratie tussen OCMW en gemeente, vertrekkende van de op dit ogenblik bestaande federale regelgeving. Het lijkt sterk op een weldoordachte omzeiling van het democratische twee derde meerderheid principe dat geldt voor dit soort beslissingen. Ik stel mij ernstige vragen bij de gevolgen van dit voorstel voor onze stad, maar al zeker voor onze bewoners en de cliënten van het OCMW, daarom had ik graag wat meer duidelijkheid bij de volgende vragen: De Minister stelt voor dat de OCMW-raad gelijk wordt samengesteld als de gemeenteraad. Dit betekent in de praktijk dat na een gemeenteraadsessie die in Gent gemakkelijk twee avonden kan duren, daar ook nog eens de OCMW-raad aan wordt aangebreid. Het spreekt vanzelf dat de zeer grondige, soms kritische, soms opbouwende besprekingen van OCMW-dossiers zoals we dit vandaag zien van zowel meerderheid- als oppositieraadsleden, nooit meer op hetzelfde niveau kan zijn. Zal dit niet voor een minder individuele aanpak zorgen (die ons vandaag net zo kwalitatief maakt) en ons terug leiden naar de verouderde normaliserende aanpak? De leden van het Bijzonder Comité Sociale Dienst worden aangeduid door de OCMW-raad (de facto dus de Gemeenteraad). Aan dit bijzonder comité wordt de bevoegdheid toegewezen om te beslissen over de individuele dossiers. Wat mij hier zorgen baart is dat hier ook niet-gemeenteraadsleden of externe experten kunnen worden aangeduid om in dit Bijzonder Comité te zetelen, aangezien het mogelijk maakt dat deze enkel de individuele dossiers zullen behandelen en niet in de OCMW-raad zetelen, en dus geen politieke eindverantwoordelijkheid dragen over het geheel. Hoe ziet u het effect van deze ontkoppeling in de dagdagelijkse realiteit? Ten slotte denkt de Minister dat door enkele pennentrekken grote organisaties als het OCMW van Gent en de stad samen kunnen gevoegd worden: één secretaris, één management team, één organogram, één algemeen directeur, enz. Door onze ervaring van de voorbije maanden waarbij we actief de ondersteunende diensten van stad en OCMW (Financiën, HR en FM) gingen gaan integreren, weten we echter hoe goed dit moet begeleid worden om erop toe te zien dat het personeel mee op de kar springt en dat een effectieve samenwerking op poten wordt gezet die onze Gentenaars ten goede komt. Wat zouden de gevolgen voor onze cliënten kunnen zijn indien deze inkanteling te snel en te ondoordacht wordt doorgevoerd om dit tegen 2019 in gang te kunnen zetten? Geachte Voorzitter, alvast hartelijk dank voor uw antwoorden en ik hoop dat we samen met andere OCMWs binnen het VVSG een realistische VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 15

vertaling tegenover deze conceptnota kunnen leggen. Wat betekenen deze theoretische benaderingen in de praktijk? Zodat echt kan getoetst worden of dit plan van de Minister ook effectief de kwaliteit van onze dienstverlening ten goede komt. Dank u. De heer Rudy Coddens, OCMW-voorzitter Goed, dank u wel collega Emilie Het is inderdaad zo dat daags na het advies van de Raad van State, die eigenlijk gezegd heeft dat er een 2/3den meerderheid nodig is op federaal niveau om de integratie van de OCMW s in de gemeenten te realiseren, dat daags nadien Minister Homans inderdaad met een nieuwe conceptnota op de proppen kwam. In 8 pagina s stelt de Minister haar nieuw plan voor. Na het grondig bestuderen van deze conceptnota stel ik me inderdaad enkele vragen. U haalt terecht aan dat de organisatie van lokale besturen sterk afhangt van de schaalgrootte. Een gemeente van 25000 inwoners zal natuurlijk anders georganiseerd zijn dan een stad van 250 000 inwoners. Het simpelweg samenvoegen van beide politieke raden lijkt in Gent, persoonlijk denk ik dat, zelfs moeilijk haalbaar. Denk maar aan de vele commissies en comités van de stad en het OCMW. We kunnen ons vragen stellen, ik kan verkeerd zijn, maar we kunnen ons vragen stellen of dit in de praktijk zelfs haalbaar is dat de gemeenteraadsleden dit alleen op zich zouden nemen. Spijtig genoeg heb ik ook moeten vaststellen dat de nota niets zegt over de versterking van het lokaal SOCIAAL beleid. Er is geen enkele garantie opgenomen. Ik vrees dan ook dat de samenvoeging van beide besturen inderdaad kan leiden tot een verzwakking van de democratische aansturing en op termijn ook een verzwakking van het lokaal sociaal beleid? In de conceptnota had ik liever enkele garanties gezien voor een echte versterking van het lokaal sociaal beleid. Ik kan natuurlijk alleen maar veronderstellen, maar ik neem aan dat de Minister de piste wil openhouden dat de gemeenteraadsleden experten met enige OCMW ervaring lees dus: vroegere OCMW-raadsleden- alsnog kan aanduiden. Dus opnieuw een soort van getrapt systeem in de democratische verantwoording. Niet zo verschillend als nu. Op dat vlak zie ik niet direct valkuilen. Ik heb in het verleden reeds aangegeven dat je een samenwerking inderdaad niet eenzijdig kan opleggen. Dit moet kunnen groeien. U heeft dat ook terecht gezegd en in Gent trekken we deze kaart al enkele jaren en we kunnen de vruchten hier nu ook van plukken. Maar los van de haalbaarheid voor de Gentse schaal en enkele inhoudelijke bemerkingen, maak ik me meer zorgen over de timing die de Minister nu naar voor schuift. De lokale besturen werden van de ene onzekerheid, volgens mij, in de andere gesleurd. Er rest de lokale besturen niet veel tijd meer om dit tegen de volgende legislatuur te gaan uitrollen. De Minister zou momenteel werken aan het wetgevend kader. Hierbij wil ik toch eens opmerken dat het ongezien is dat ze geen enkele inspraak of terugkoppeling voorziet naar de vertegenwoordiger van de lokale besturen, nl. VVSG. Alhoewel dat er net vandaag nu wel een signaal is gekomen dat daar toch wel een dialoog mogelijk zou kunnen zijn. Na de VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 16

zomer zou het voorontwerp van decreet klaar moeten zijn. Dan moet dit opnieuw een juridische toets ondergaan. We moeten dus rekenen dat de lokale besturen ten vroegste tegen het einde van het jaar enige duidelijkheid zullen hebben. Want het blijft nu nog steeds onduidelijk of de conceptnota wel volledig binnen de gemeenschapsbevoegheden blijft. De VVSG heeft ondertussen ook de opdracht uitgeschreven om een juridisch advies over de conceptnota in te winnen. Ik kan hier spijtig genoeg nog niet in detail op ingaan omdat er inderdaad een juridisch advies is, maar het is natuurlijk wel het voorrecht van het directiecomité OCMW s van de VVSG om in de eerste plaats kennis te nemen van die juridische nota. Maar ik heb natuurlijk wel al wat inzichten en we kunnen toch algemeen stellen dat er in de conceptnota die men wenst door te voeren er toch wel serieuze juridische bedenkingen zijn bij verschillende wijzigingen en ik druk het hier relatief zacht uit. Het is ook zo dat ik vanuit mijn rol als Voorzitter van afdeling OCMW van VVSG zal blijven ijveren dat VVSG zal betrokken worden en niet alleen betrokken worden om ons een keer te zeggen hoe het nu zal zijn, maar hopelijk ook betrokken worden om te helpen zoeken naar constructieve oplossingen voor zover dat die mogelijk zijn en dat die ook binnen dat juridisch kader passen. Dus met ander woorden, willen we toch aandringen dat er in dialoog getreden wordt met alle geledingen en met vooral ook de vertegenwoordigers en vooral ook moeten we ervoor zorgen dat we niet in een bestuurlijk vacuum komen, want het is zo dat er naast het nieuwe decreet dat moet geschreven worden dat er ook nog heel veel linken zijn naar andere wetgevingen en andere decreten en dat het niet zo dat je nu eens één ding aanpast en dan later nog iets anders, het moet één geheel zijn. De tijd speelt daar echt wel zeker en vast in ons nadeel, daar ben ik van overtuigd. Met andere woorden, als al die voorwaarden niet zijn voldaan zijnde de voorwaarden die VVSG altijd heeft gesteld die niet principieel tegen een integratie is of een betere samenwerking is van OCMW als stad. Verschillende voorwaarden. Ten eerste het moet allemaal een coherent geheel zijn, het moet goed voorbereid worden en de lokale besturen moeten de tijd hebben om dit ook op een vlotte en correcte manier uit te rollen. Het moet een juridisch sluitend geheel zijn, dat is ook belangrijk. Het moet een versterking zijn van het lokaal sociaal beleid. Wat eigenlijk op dit moment ook nog niet 100% gegarandeerd wordt, omdat er toch nog wat hiaten in zitten. En daarnaast ook nog de financiële gevolgen van één en ander, waar er toch zeker ook een aantal knelpunten zijn. Als die voorwaarden allemaal niet voldaan zijn, dan denk ik dat de VVSG en dat eigenlijk elke lokale mandataris die eigenlijk momenteel in het OCMW actief is, hopelijk ook samen met de VVSG de stem is naar de beleidsmensen op een bovenlokaal niveau, om ook die boodschap te geven. Want men kan van alles willen en het gaat in een bepaalde richting en ik ga mij daar niet over uitspreken, dat is democratie, men heeft daarvoor gekozen, maar het moet op een bestuurlijke, correcte manier gebeuren en we moeten zorgen, in het belang van onze inwoners, van de mensen die het moeilijker hebben, dat er inderdaad geen accidenten gebeuren. En momenteel vrezen we daar toch wel een stuk voor. VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 17

Mevrouw Emilie Peeters, OCMW-raadslid We kijken al uit naar een nota van het VVSG. VRAGENUURTJE - MONDELINGE VRAGEN - 2016 18