Interregionaal Coördinatieplan Overstroming, Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal Oktober 2016 CONCEPT

Vergelijkbare documenten
CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44

Coördinatie en afstemming Hoe?

Coördinatieplan (dreigende) overstroming Dijkringen 14, 15 en 44

Grootschalige oefening Marken: Crisisoefening Waterwolf. Peter Kees Hamstra

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

Beslisnotitie Veiligheidsregio Hollands Midden

Nieuwsbrief Water en Evacuatie

Uniforme fasering Waterbeheerders Advies Commissie Crisisbeheersing Versie 9 10 januari 2012

Crisisorganisatie uitgelegd

Grootschalige oefening Marken: Crisisoefening Waterwolf. Iwan Schaap VrZW

5. Beschrijving per organisatie en

1 De coördinatie van de inzet

3 Oppervlaktewater en waterkering

Nieuwsbrief Water en Evacuatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 17 Wegvervoer

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen

Crisis besluit vorming / GRIP

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 9 Justitie algemeen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Operationele Regeling VRU

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 3 Oppervlaktewater en waterkering

Interregionale samenwerking: niet alleen een kwestie van structuren

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 9 Justitie algemeen

Plan Noodsituaties Infectieziektebestrijding Havens. Behorende bij het IncidentBestrijdingsplan Noordzeekanaal

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

Het Regionaal Risicoprofiel Nieuwsbrief over de actualisatie van het Regionaal Risicoprofiel Zaanstreek-Waterland

Veiligheidsregio Fryslân. Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

Calamiteiten in de energievoorziening

Continuïteit van de Samenleving Versterking samenwerking in responsfase

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht Commissie Bestuur en middelen

Commissie Bestuur & Organisatie. Ontwikkelingen Calamiteitenzorg. 6 november 2007 Margreeth Bosker

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 3 Oppervlaktewater en waterkering

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 3 Oppervlaktewater en waterkering

Operationele Regeling VRU

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 12 Nooddrinkwater en noodwater

GRIP-teams en kernbezetting

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 21 Telecommunicatie & cybersecurity

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 24 Cultureel erfgoed

Netwerkdag NVBR Workshop stroomuitval. Peter Uithol, Sr. Beleidsmedewerker Risico- en Crisisbeheersing

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 11 Schaarste algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 13a Voedselvoorziening

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Blijven zwemmen of verdrinken, een handreiking voor vraaggestuurd opereren bij overstromingsdreiging

Addendum Beleidsplan Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Presterend Vermogen. Veiligheidsregio. September 2016 Project K&V Tijs van Lieshout

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013

Protocol toezicht op de veiligheidsregio's. Afspraken tussen de commissarissen van de Koning en het hoofd van de Inspectie Veiligheid en Justitie

Bijstand, militaire steunverlening en ondersteuning aan bevolkingszorg

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord

AGENDAPUNT VOOR HET AB

Nationaal crisisplan Hoogwater en overstromingen. Beleidsdraaiboek; Operationele strategie; Communicatiestrategie

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Vitaal

GRIP en de flexibele toepassing ervan

Landelijk Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

Doorontwikkeling Toezicht Nationale Veiligheid

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen

Landelijk Convenant voor Regionale Samenwerkingsafspraken tussen de Drinkwatersector, Veiligheids- en Politieregio s

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant drinkwater tussen Evides, Brabant Water, Politie Zeeland en Veiligheidsregio Zeeland

WATER8C MO

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 21a Telecommunicatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 22 Media

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

Aandacht en initiatieven voor crisisbeheersing

WATERNETWERK 11 FEBRUARI 2016

De bestuurlijke aansturing van de crisisbeheersing

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Crisiscommunicatieplan

Versie /6

Functies en teams in de rampenbestrijding

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 14 Elektriciteit en gas

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland

Uitwerking aanbevelingen rapport Berenschot Evaluatie van de interne en externe Governance van de Stichting Energy Valley

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november de crisis samen de baas

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 23 Onderwijs

Transcriptie:

1 170707 AB 4 B3 Rapport Interregionaal Coördinatieplan Overstroming Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal.pdf Veiligheidsregio Noord-Holland Noord Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland Veiligheidsregio Kennemerland Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Provincie Noord-Holland CONCEPT Interregionaal Coördinatieplan Overstroming, Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal Oktober 2016 Rijkswaterstaat West-Nederland Noord Politie Eenheid Noord-Holland

Colofon Leden projectgroep Marian Breukelman, Rijkswaterstaat West-Nederland Noord Marion di Bucchianico, Rijkswaterstaat West-Nederland Noord Merijn ten Dam, Provincie Noord-Holland Annebet van Duinen, Provincie Noord-Holland Hans Eikelenboom, Provincie Noord-Holland Robert Hössen, Veiligheidsregio Noord-Holland Noord Jorg Koning, Politie Eenheid Noord-Holland Rob Kooij, Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland Raymond de Landmeter, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Nick Oortwijn, Veiligheidsregio Kennemerland Mariska Schoo, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Gertjan Winter, Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Projectbegeleiding: Berenschot Foto's pagina's 1, 3, 5, 8-9, 11, 13: Bart Bos (HHNK)

Inhoud 1. Inleiding 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Doel en de doelgroep 1 1.3 Reikwijdte van dit plan 2 1.4 Relatie met andere plannen 2 2. Dreigingen 3 2.1 Scenario s 3 2.2 Voorbeelden van scenario s 3 2.3 Gebruik van het plan 4 3. Coördinatie en afstemming Wie, wat en waarom? 5 3.1 Waarom coördinatie? 5 3.2 Wat houdt coördinatie in? 5 3.3 Wie coördineert wat en wanneer? 6 3.4 Wat doen de betrokken veiligheidsregio s zelf? 7 3.5 Wat doen de waterbeheerders? 7 3.6 Wat doet de CdK? 7 3.7 Rol en betrokkenheid Rijk? 7 4. Coördinatie en afstemming Hoe? 9 4.1 Wanneer wordt opgeschaald? 9 4.2 Wie organiseert het eerste overleg? 9 4.3 Hoe ziet de crisisorganisatie eruit? 9 4.4 Welke informatie is nodig? 10 5. Evacuatie Hoe doen we dat samen? 11 5.1 Wat zijn de taken van de evacuatieleider? 11 5.2 Hoe organiseren we dit samen? 12 6. Crisis communicatie Samen sterk 13 6.1 Welke taken voeren we gezamenlijk uit? 14 6.2 Hoe organiseren we dit samen? 14 7. Bijlage A Afkortingenlijst 16 8. Bijlage B Voorbeeldscenario s 17 9. Bijlage C Bestaande nationale plannen 26 10. Bijlage D Standaardagenda eerste overleg BAE 27 11. Bijlage E Randvoorwaarden evacuatieleider en team 28

CONCEPT Interregionaal Coördinatieplan Overstroming, Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Sinds de oprichting Taskforce Management Overstromingen in 2009 zijn door gemeenten en veiligheidsregio s diverse Coördinatieplannen Overstroming in samenwerking met onder andere de waterschappen en Rijkswaterstaat opgesteld. Voortschrijdend inzicht op het gebied van overstromingen en wateroverlast en nieuwe lange termijn planvorming in Noord-Holland Noord vormen nu in 2016 aanleiding om tot actualisatie van de huidige regionale plannen in het kader van overstroming en wateroverlast over te gaan. De minister heeft Water en Evacuatie samen met het Veiligheidsberaad ook tot een van de speerpunten benoemd en rapporteert daarover regelmatig aan de Kamer. De veiligheidsregio s Noord-Holland Noord, Zaanstreek Waterland, Amsterdam-Amstelland en Kennemerland hebben samen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Rijkswaterstaat, de Politie en de provincie Noord-Holland deze handschoen opgepakt door gezamenlijk een plan te maken over bovenregionale bestuurlijke en operationele coördinatie, afstemming en bijstand. 1.2 Doel en de doelgroep Dit plan omvat afspraken over coördinatie en afstemming in geval van overstroming en/of grootschalige wateroverlast ten aanzien van evacuatievraagstukken op het grondgebied van de provincie Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal. De betrokken partijen die de afspraken met elkaar gemaakt hebben zijn veiligheidsregio s, het hoogheemraadschap, Rijkswaterstaat de politie en de provincie. Het doel van het Interregionaal Coördinatieplan is drieledig, namelijk: a. dat het uitdrukking geeft aan de integrale en multidisciplinaire aanpak van evacuatievraagstukken in het licht van de schadelijke gevolgen van een (dreigende) overstroming; b. dat het bestuur met het Interregionaal Coördinatieplan ondersteund wordt in hun verantwoordelijkheid om voorbereid te zijn op een (dreigende) overstroming; c. dat de operationele functionarissen en bestuurders in de acute fase bij een (dreigende) overstroming en/of gevolgen van grootschalige water- 1

dinatiemechanismen van Dijkringen 14, 15 en 44 heeft mogelijk wel consequenties voor de beschikbaarheid van mensen en middelen in die veiligheidsregio s. 1.4 Relatie met andere plannen Dit plan staat niet op zichzelf. Het is een aanvulling op diverse andere veiligheidsregio-overstijgende plannen, waaronder: Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming (2013). Hierin wordt onder meer de GRIP-structuur beschreven. Landelijk Draaiboek Hoogwater en Overstromingen (2015). Hierin worden de informatievoorziening en afstemming tussen de waterbeheerders en het ministerie van Infrastructuur en Milieu uitgewerkt. Nationaal crisisplan Hoogwater en Overstromingen (2016). Hierin is op hoofdlijnen een beleidsdraaiboek beschreven, een operationele strategie en een communicatiestrategie. overlast met het Interregionaal Coördinatieplan ondersteund worden in hun coördinerende of besluitvormende rol. Dit plan is enerzijds bedoeld voor de inhoudelijk deskundige adviseurs bij hun taken in de voorbereidingsfase en anderzijds voor de operationele functionarissen en bestuurders die bij een (dreigende) overstroming aan zet zijn ten aanzien van evacuatievraagstukken. 1.3 Reikwijdte van dit plan Dit plan heeft betrekking op de coördinatie en afstemming van evacuatie in geval van een (dreigende) veiligheidsregiogrensoverschrijdende overstroming op het grondgebied van de provincie Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal tussen de betrokken partijen. In het geval van een dreiging vanaf de Noordzee bestaat de mogelijkheid dat de gehele Nederlandse kustlijn bedreigd wordt. In dat geval zal naast dit coördinatieplan in ieder geval ook het coördinatieplan van Dijkringen 14, 15 en 44 actief worden. Dit heeft geen invloed op de mechanismen beschreven in dit plan. Het feit dat de veiligheidsregio s Kennemerland en Amsterdam-Amstelland ook betrokken zijn bij de coör- Kader Grootschalige Evacuatie, Gezamenlijke uitgangspunten en procesbeschrijving (2014). Dit document biedt uitgangspunten en een begrippenkader ten aanzien van evacuatie. Ook biedt het een inhoudelijk stappenplan voor veiligheidsregio s om tot besluitvorming te komen over eventuele evacuatie. Handreiking Impactanalyse Wateroverlast en Overstromingen voor Veiligheidsregio s, van de projectgroep Water & Evacuatie. De handreiking biedt een handvat, dat de Veiligheidsregio en haar partners ondersteunt bij het inzichtelijk maken van de leefbaarheid van het effectgebied bij verschillende ernstige wateroverlast of overstromingsscenario s en de gevolgen daarvan voor de in dat gebied aanwezige kwetsbare functies/groepen. Tevens dient dit coördinatieplan aan te sluiten op de diverse plannen van de afzonderlijke veiligheidsregio s en waterbeheerders, zoals: Regionale crisisplannen en incidentenbestrijdingsplannen van de veiligheidsregio s. Crisisbeheersingsplannen van de weg- en waterbeheerders Coördinatieplan van het gebied Dijkringen 14, 15 en 44. Overige convenanten van deelnemende partijen. 2 CONCEPT - Interregionaal Coördinatieplan Overstroming, Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal

2 Dreigingen 2.1 Scenario s Binnen dit coördinatieplan hebben we de dreigingen ingedeeld twee typen dreigingen: { Dreigingen waarbij meer dan één veiligheidsregio dient te evacueren. { Dreigingen waarbij, vanwege natuurlijke grenzen, slechts binnen één veiligheidsregio geëvacueerd dient te worden. Bij het eerste type dreiging is het gehele coördinatieplan van toepassing, voor het tweede type dreiging zijn mogelijk slechts delen van het coördinatieplan van toepassing. Bij de scenario s waarbij de impact van de overstroming beperkt blijft tot één veiligheidsregio heeft het incident namelijk een regionaal karakter zodat het bovenregionale coördinatiemechanisme niet noodzakelijk is. Het te evacueren gebied van deze scenario s blijft namelijk, vanwege natuurlijke grenzen, beperkt tot het beheersgebied van steeds één veiligheidsregio. Scenario s waarbij meerdere veiligheidsregio s geëvacueerd dienen te worden, hebben allemaal een interregionaal karakter waardoor interregionale coördinatie noodzakelijk is. Daarnaast onderscheiden we zes richtingen van waaruit de dreiging kan komen; de richtingen waar een dreiging vandaan kan komen zijn de Noordzee/ Waddenzee, het IJsselmeer, het Markermeer, het Noordzeekanaal, een Regionale kering en vanuit de lucht, namelijk extreem weer. 2.2 Voorbeelden van scenario s Er zijn een aantal voorbeeldscenario s opgenomen om een indruk te krijgen van de reikwijdte en wat dit betekent voor de getroffen en betrokken partijen. Vooraf is echter niet (precies) te voorspellen waar het water over of door de dijk zal stromen. Een daadwerkelijk incident zal daarom vrijwel zeker afwijken van de gekozen voorbeeldscenario s. 3

2.3 Gebruik van het plan Als er een sprake is van een dreiging van een overstromingsrisico doet de waterbeheerder hiervan melding met interpretatie van de ernst en gevolge sregio s). Op basis hiervan besluit(en) de betreffende veiligheidsregio( s) om het coördinatiemechanisme van dit plan te activeren. Vanaf dat moment worden ook de andere afspraken vanuit dit plan meegewogen in de besluitvorming van het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Evacuatie (BAE) en de overige crisisoverleggen. Voor wat betreft scenario s die een veiligheidsregiooverschrijdende impact van de overstroming en/of evacuatievraagstuk met zich mee brengen, zijn er vijf representatieve locaties voor de dijkdoorbraak opgenomen, namelijk bij Den Helder, Waterland, de Wieringermeerpolder, Hoorn-Drieban en de Westzanerpolder (weergegeven middels blauwe bollen). Deze scenario s zijn zo gekozen dat de daarop gebaseerde coördinatie-afspraken ook relevant en geldig zijn in geval er daadwerkelijk een iets ander incident zal plaatsvinden. Zoals beschreven kunnen zich in het plangebied ook hoog water en overstromingsscenario s voordoen waarvoor het niet nodig is een interregionaal co rdinatiemechanisme in te zetten. Dit betreft s waarbij de impact van de wateroverlast tot één beperkt blijft (met paarse bollen aan gegeven) In voorliggende gevallen is er mogelijk geen coördinatiebehoefte, maar wel een bijstandsbehoefte. e betreffende veiligheidsregio kan ook dan een beroep doen op de afspraken in dit plan, een verzoek tot In bijlage B zijn kort de belangrijkste kenmerken geschetst. 4 CONCEPT - Interregionaal Coördinatieplan Overstroming, Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal

3 Coördinatie en afstemming Wie, wat en waarom? 3.1 Waarom coördinatie? De betrokken veiligheidsregio s zijn onafhankelijk van elkaar niet toegerust op evacuatie van de inwoners van het gehele plangebied. Coördinatie moet leiden tot een gezamenlijk beeld van de situatie, een gezamenlijke interpretatie van de dreiging, synchronisatie van de (voorbereiding op de te treffen) maatregelen en communicatie. Coördinatie is nodig vanaf de dreigingsfase, zodat vanaf een vroeg stadium afgestemd en samengewerkt wordt. Tevens wordt in dit stadium de voorbereiding voor de coördinatie van de herstelfase opgestart. Deze afstemming vindt plaats in het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Evacuatie (hierna BAE). Het BAE is de invulling van GRIP 5 in het geval van een overstromings(dreiging). Dit overleg bestaat uit de voorzitters van de betrokken veiligheidsregio s. Die daarnaast de dijkgraaf van hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, de hoofdingenieur-directeur van RWS-WNN en de commissaris van de Koning van Noord-Holland uitnodigen voor gezamenlijke beeldvorming en synchronisatie van maatregelen. De deelnemers hebben de mogelijkheid om een plaatsvervanger met mandaat af te vaardigen naar het overleg. De veiligheidsregiovoorzitters bepalen tijdens het eerste overleg van het BAE wie het BAE zal voorzitten en daarmee de coördinerende rol op zich zal nemen. 3.2 Wat houdt coördinatie in? Coördinatie houdt in dat er één bestuurlijk regisseur is die zorgt voor een goede afstemming tussen de verschillende veiligheidsregio s en dat het contact met de andere partners, ten aanzien van de evacuatie, gecoördineerd verloopt. Coördinatie op de operationele uitvoering van de evacuatie vindt plaats onder leiding van een eenhoofdige leiding, te weten de evacuatieleider. 5

De betrokken veiligheidsregiovoorzitters stemmen gezamenlijk met andere betrokken bestuurders de strategie en maatregelen af voor de (voorbereiding op) evacuatie. En zij bewaken dat de maatregelen van de betrokken partijen gesynchroniseerd worden. De voorzitter van het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Evacuatie heeft de volgende taken: 1. Bestuurlijk aanspreekpunt voor de evacuatieleider. 2. Organiseert de afstemming ten aanzien van de evacuatie met andere veiligheidsregio s, waterbeheerders, betrokken ministeries en rijksdiensten en stakeholders over: a. de informatievoorziening (verzamelen, analyseren, verdelen, verspreiden); b. de duiding van de dreiging/situatie, mogelijke maatregelen en gezamenlijke acties ten aanzien van de evacuatie; c. de afspraken over evacuatie, communicatie (zowel richting publiek en pers als richting bedrijven en de organisaties intern), opvang, bijstand en op- en afschaling. 3. Voorzitter Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Evacuatie. 3.3 Wie coördineert wat en wanneer? Bij een geconstateerd overstromingsrisico kan één van de bedreigde veiligheidsregio s het initiatief nemen tot opschaling naar een BAE. Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Evacuatie (BAE) In het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Evacuatie stemmen de bestuurders met elkaar de bestuurlijke vraagstukken af ten aanzien van evacuatie. Het belangrijkste onderwerp voor het BAE is de evacuatie strategie zoals deze wordt voorbereid door de evacuatieleider. De daadwerkelijke besluitvorming over evacuatie blijft de formele verantwoordelijkheid van de betrokken voorzitters van de veiligheidsregio s. Tijdens het eerste overleg bekrachtigen de voorzitters van de betrokken veiligheidsregio s de positionering van de aangestelde evacuatieleider. Deze vervult zijn rol onder het gezag van de betrokken veiligheidsregiovoorzitters. Zie bijlage C voor een voorbeeldagenda voor het eerste overleg. Aansluitend aan het overleg communiceren de leden van het BAE de genomen besluiten binnen de eigen organisaties. Evacuatieleider (EL) De evacuatieleider (EL) heeft als taak de evacuatiestrategie met betrekking tot de timing, fasering en prioriterig van de verschillende gebieden te bepalen. De daadwerkelijke uitvoering hiervan wordt gedaan door het ROT. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor de communicatiestrategie ter ondersteuning van de bovenregionale evacuatie. De evacuatieleider stelt zelf een team samen ter uitvoering van zijn opdracht. Het evacuatieteam is het eerste aanspreekpunt voor de betrokken vitale partners. In hoofdstuk 5 wordt nader ingegaan op de samenstelling en rol van het evacuatieteam. De evacuatiestrategie voorziet, naast de timing, fasering en prioritering, ook in synchronisatie van maatregelen. De evacuatieleider legt de mogelijke evacuatiestrategieën ter besluitvorming voor aan het BAE. Na goedkeuring informeert de evacuatieleider de operationeel leiders van betrokken veiligheidsregio's en vitale partners. Betreffende operationeel leiders hebben samen met de evacuatieleider (ieder vanuit eigen verantwoordelijkheid) de opdracht om een actueel gezamenlijk beeld te creeren ten aanzien van de situatie in het getroffen gebied, inclusief de uitvoerbaarheid van te treffen maatregelen en de opgestelde evacuatiestrategie. De opdracht tot het uitvoeren van openbare orde en veiligheidstaken buiten de kaders van de in het BAE vastgestelde evacuatiestrategie vindt plaats via de RBT s. Tussentijdse ontwikkelingen rapporteert de evacuatieleider aan de voorzitter van BAE. De evacuatieleider vormt ook het aanspreekpunt voor het LOCC als het aankomt op bijstandsverlening voor evacuatie van het gebied. Bovenregionaal Actiecentrum Communicatie (BRAC) Ter ondersteuning van de EL en de adviseur communicatie in het team van de EL wordt een Bovenregionaal Actiecentrum Communicatie (BRAC) gevormd. Het BRAC bestaat uit (ervaren) crisiscommunicatieadviseurs. Crisiscommunicatie wordt verder uitgewerkt in betreffende paragraaf op pg. 17. 6 CONCEPT - Interregionaal Coördinatieplan Overstroming, Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal

3.4 Wat doen de betrokken veiligheidsregio s zelf? De betrokken veiligheidsregio s zijn en blijven verantwoordelijk voor hun eigen veiligheidsregio en beheergebied. Zij zorgen, conform (regionale) crisisplannen in het kader van grootschalige evacuaties, voor onder andere de regionale voorbereidingen en uitvoering van maatregelen van de evacuatiestrategie zoals vastgesteld door het BAE. Ook de monitoring van en het contact met de lokale en regionale pers wordt verzorgd door de veiligheidsregio s. Op het vlak van communicatie legt het BRAC contact het Nationaal Kernteam Communicatie. Ook bestaat de mogelijkheid tot de afvaardiging van een liaison NKC naar het BRAC. De RBT s en ROT s zijn actief. Zij pakken in gezamenlijkheid met het BAE en de evacuatieleider het evacuatievraagstuk aan. Ieder in zijn eigen rol. De bestuurlijke afstemming over de verschillende maatregelen en kaders vindt plaats in het BAE. 3.5 Wat doen de waterbeheerders? De waterbeheerders hebben een eigenstandige bevoegdheid met betrekking tot waterstaatkundige vraagstukken en de communicatie hierover. Ter afstemming van de te nemen maatregelen worden de dijkgraaf en de hoofdingenieur-directeur (HID) uitgenodigd om zitting te nemen in het BAE. 3.6 Wat doet de CdK? De CdK bevordert, indien hij dat nodig acht, de bestuurlijke samenwerking tussen bij de evacuatie betrokken Rijksheren, veiligheidsregiovoorzitters, dijkgraaf en burgemeesters. De CdK kan ook namens, of op verzoek van de minister van VenJ optreden richting de voorzitters van de betrokken veiligheidsregio s. De CdK kan bovendien in geval van bestuurlijke conflicten of vastlopende besluitvorming bemiddelen en indien noodzakelijk en mogelijk knopen doorhakken. De CdK treedt op in afstemming met het BAE en in samenhang met de coördinatie vanuit het BAE. De leden van het BAE informeren de CdK en kunnen de CdK vragen aan te schuiven bij hun overleg. 3.7 Rol en betrokkenheid Rijk? In het geval van een overstroming met bovenregionale gevolgen is het aannemelijk dat ook op landelijk niveau de crisisorganisatie in werking treedt. Het BAE stemt, indien noodzakelijk, af met de betrokken Rijksheren. Indien de Rijksheren of de leden van het BAE het noodzakelijk achten, kunnen de Rijksheren ook aanschuiven bij het BAE. De voorzitter van het BAE onderhoudt het contact met de Rijksheren. 7

8 CONCEPT - Interregionaal Coördinatieplan Overstroming Wateroverlast & Evacuatie boven het Noordzeekanaal