Reglement voor het opstellen en beheer van de inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen & gemeentebelasting op verwaarloosde woningen en gebouwen De Gemeenteraad, Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, specifiek artikelen 42, 43, 186, 187 en 253, met latere wijzigingen; Gelet op artikel 170 4 van de Grondwet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 15 juli 1997 en latere wijzigingen houdende de Vlaamse Wooncode art. 4. 2.2, 3.2 ; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 21 september 2007, houdende subsidiering van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 27-04-2010 waarin deze besliste om deel te nemen aan het project lokaal woonbeleid en om het projectvoorstel waarin de opmaak, opbouw, beheer en actualisering van het leegstandsregister inbegrepen is door het IGS van Het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Wonen in Tongeren-Herstappe goed te keuren; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende dat verwaarlozing van woningen en gebouwen in de gemeente voorkomen en bestreden moet worden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan; Overwegende dat het wenselijk is dat het op het grondgebied van de gemeente beschikbare woningen- en gebouwenbestand ook optimaal benut wordt; Overwegende dat het beleid met betrekking tot verwaarloosde woningen en gebouwen overgeheveld wordt van het Vlaamse naar het gemeentelijk niveau, waarbij de gewestelijke registratie en heffing volledig worden opgeheven; Overwegend dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen; Na beraadslaging eenparig goedgekeurd: BESLUIT 1. Algemene bepalingen voor het opstellen en beheren van de inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen Artikel 1 : Definities 1. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: een aangetekend schrijven; een afgifte tegen ontvangstbewijs; een elektronische aangetekende zending. 1
2. Gewestelijke inventarislijst van verwaarloosde woningen en gebouwen: de inventarislijst, tot 31 december 2016 vermeld in artikel 28, 1, eerste lid, 1 van het Heffingsdecreet; 3. Bedrijfsruimte: gewestelijke bevoegdheid, de verzameling van alle percelen waarop zich minstens één bedrijfsgebouw bevindt, als één geheel te beschouwen en waar een economische activiteit heeft plaatsgevonden of plaatsvindt. Deze verzameling heeft een minimale oppervlakte van 5 aren; 4. Bezwaarinstantie: het College van Burgemeester en Schepenen; 5. Gebouw: elk gebouwd onroerend goed anders dan woningen (vb. handelshuizen en handelspanden), dat zowel hoofdgebouw als bijgebouw omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten; 6. Heffingsdecreet: het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996; 7. Inventarisatiedatum= registratiedatum: de inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen gebeurt op datum van opmaak van de administratieve akte tot vaststelling van verwaarlozing. Dit is de datum waarop de woning of het gebouw of de wooneenheid voor de eerste maal in de inventaris werd opgenomen. Zolang de woning of het gebouw niet uit de inventaris is geschrapt geldt deze datum als referentiedatum voor de jaarlijkse nieuwe periode van twaalf maanden. 8. Registerbeheerder: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen; 9. Renovatienota : een gedateerde en ondertekende nota, goedgekeurd door de gemeentelijke administratie, die bestaat uit : een overzicht van de voorgenomen werken incl. planning, stedenbouwkundig niet vergunningplichtig, die worden uitgevoerd met het oog op het wegwerken van vastgestelde gebreken; een kopie van de offertes of facturen waaruit blijkt dat er werken recent uitgevoerd zijn of op korte termijn uitgevoerd zullen worden; plan of schets en enkele foto s van de bestaande toestand van de woning of het gebouw. 10. Ramp: Een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht bv. brand, gasontploffing, blikseminslag, 11. Recht van Voorkoop: dit recht laat sociale huisvestingsmaatschappijen, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en gemeentebesturen toe een als verwaarloosd geregistreerde woning of gebouw met voorrang op de kandidaat-koper aan te kopen wanneer dit pand te koop wordt aangeboden. De toepassing van het recht van voorkoop gebeurt tegen dezelfde voorwaarden en prijs als overeengekomen is tussen de kandidaat-koper en verkoper. Het recht van voorkoop kan uitgeoefend worden met het oog op de creatie van sociale huisvesting. Het AGIV (Agentschap Geografische Informatie Vlaanderen) is belast met het aanmaken, bijhouden en bekendmaken van het Geografisch themabestand Vlaamse voorkooprechten voor de werking van het e-voorkooploket (Vlaamse Grondenbank Vlaamse Landmaatschappij) conform het Decreet houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten 25/05/2007. 12. Zakelijk gerechtigde: de houder van een van volgende zakelijke rechten zoals bekend bij de administratie van het Kadaster : de volle eigendom, het recht van 2
opstal, het recht van erfpacht of het vruchtgebruik. Bij een beheersovereenkomst worden enkel de beheerders of beherende instanties aangeschreven. Artikel 2. Controlebevoegdheid ambtenaren De personeelsleden van de gemeentelijke administratie zijn bevoegd om verwaarlozing van woningen en gebouwen op te sporen en vast te stellen en alle fiscale onderzoeken uit te voeren die toepassing vinden op het vlak van provincie- en gemeentebelastingen, krachtens art. 11 van het decreet dd. 30-05-2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 3. Vaststelling van verwaarlozing De door het College van Burgemeester en Schepenen met de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen. Zij stellen de verwaarlozing van een woning of een gebouw vast in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Daarbij geldt een gebrek van categorie I voor één punt, van categorie II voor drie punten, van categorie III voor negen punten en van categorie IV voor achttien punten. Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal negen punten. Aan het verslag wordt minstens één foto van de woning of het gebouw toegevoegd. Artikel 4. Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen De gemeentelijke administratie houdt een gemeentelijk register verwaarlozing bij met een Inventaris verwaarloosde woningen en gebouwen. In dit register worden de volgende gegevens van de opgenomen: het administratieve adres van het verwaarloosde pand; de kadastrale gegevens; de identiteit en het adres van de zakelijk gerechtigden; het nummer en de datum van de administratieve akte; het technisch verslag; Artikel 5. Registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen 1. De registerbeheerder neemt alle in de gemeente gelegen woningen en gebouwen die op 31-12-2016 waren opgenomen in de gewestelijke inventarislijst van verwaarloosde gebouwen en/of woningen op in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen: de vijfde werkdag na het verstrijken van de bezwaartermijn vermeld in art. 8. of indien een ontvankelijk bezwaar werd ingediend: de eerste werkdag die volgt op de beslissing waarbij geoordeeld wordt dat het bezwaar ongegrond is. 2. De registerbeheerder neemt een woning of gebouw, waarvan is vastgesteld dat het verwaarloosd is, op in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen of gebouwen op: de vijfde werkdag na het verstrijken van de bezwaartermijn vermeld in art. 8. 3
of indien een ontvankelijk bezwaar werd ingediend: de eerste werkdag die volgt op de beslissing waarbij geoordeeld wordt dat het bezwaar ongegrond is. 3. Indien het verwaarloosde pand uit meerdere eenheden bestaat, vb. een appartementsgebouw of handelspand met handelszaak en aparte wooneenheid, worden de verschillende eenheden afzonderlijk opgenomen. 4. Een pand dat is opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. 5. Een woning die geregistreerd staat in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en/of onbewoonbaar verklaarde woningen kan tevens gelijktijdig geregistreerd staan op het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. 6. Opmerking: Bedrijfsruimtes zoals bepaald in art. 1.1.3. worden niet opgenomen in de gemeentelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen. Artikel 6. Indicaties van verwaarlozing De vaststelling van verwaarlozing van woningen en gebouwen kan gebeuren op basis van één of meerdere van volgende indicaties: zichtbare indruk van verwaarlozing zoals glasbreuk; defecte hemelwaterafvoerbuizen; geblindeerde of dichtgemaakte raamopeningen; ernstige verwering van gevel of buitenschrijnwerk; Deze lijst is niet limitatief. Alle elementen die de verwaarlozing staven worden opgenomen in het technisch verslag tot vaststelling van de verwaarlozing (zie bijlage) en toegevoegd bij de administratieve akte. 2. Procedure inventarisatie en beroepsmogelijkheden Artikel 7. Kennisgeving inventarisatie. De gemeente stelt alle zakelijk gerechtigden per aangetekende brief in kennis van het voornemen tot opname van het verwaarloosde pand in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen. Deze kennisgeving bevat: de administratieve akte met: o het administratieve adres en de kadastrale gegevens; o naam en adres van zakelijk gerechtigde(n); het technisch verslag; een fotodossier; het Reglement voor het opstellen en beheer van de inventaris van verwaarloosde bebouwen incl. het heffingsreglement. Daarin wordt ook verwezen naar o het recht van voorkoop bij overdracht van het zakelijk recht; o de mogelijkheden tot het instellen van beroep tegen de beslissing o opname van het onroerend goed op de inventaris; o de mogelijkheden voor aanvraag tot schrapping en/of vrijstelling. 4
Artikel 8. Bezwaar tegen opname in het register verwaarloosde woningen en gebouwen 1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen als vermeld in art. 7., kan een zakelijk gerechtigde bij de bezwaarinstantie bezwaar indienen tegen de beslissing tot opname in het register voor verwaarloosde woningen en gebouwen. Dit dient te gebeuren tegen bewijs van afgifte of middels aangetekende verzending. Het bezwaarschrift moet ondertekend en gemotiveerd zijn en minstens volgende gegevens bevatten: identiteit en adres van de indiener; het adres van het pand waarop het bezwaarschrift betrekking heeft; één of meerdere bewijsstukken die aantonen dat de vaststelling van verwaarlozing betwist kan worden. 2. Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het bezwaarschrift. Indien de beslissing tot opname in het register voor verwaarloosde woningen en gebouwen niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, neemt de gemeentelijke administratie het pand in het register op vanaf de inventarisatiedatum. 4. De bezwaarinstantie stuurt aan de indiener van het bezwaarschrift een ontvangstbevestiging. 3. Wanneer iemand beroep indient namens de zakelijk gerechtigde(n), moet aan het beroepschrift een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging worden gehecht, tenzij het gaat om een raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of advocaat stagiair. 4. Zolang de beroepstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd. 5. De bezwaarinstantie registreert elk inkomend bezwaarschrift in het register en stuurt aan de indiener ervan een ontvangstbevestiging. Het bezwaarschrift is onontvankelijk in volgende gevallen: het bezwaarschrift is te laat ingediend of niet ingediend conform art. 8. het bezwaarschrift gaat niet uit van een zakelijk gerechtigde of een vertegenwoordiger van de zakelijk gerechtigde(n); het bezwaarschrift is niet ondertekend en/of onvolledig. Als de bezwaarinstantie het bezwaarschrift onontvankelijk verklaart, deelt ze dat mee aan de indiener met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt. 6. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke bezwaarschriften. Ter staving van de aangeleverde documenten kan een uitgebreid feitenonderzoek en/of onderzoek ter plaatse noodzakelijk zijn. Dit onderzoek kan worden uitgevoerd door ambtenaren die belast zijn met de opsporing van verwaarloosde panden. 5
Het bezwaar wordt geacht ongegrond te zijn als medewerking ten behoeve van het onderzoek wordt geweigerd of verhinderd. 7. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het bezwaar en betekent de beslissing aan de indiener ervan met een aangetekende zending binnen een termijn van orde van negentig dagen die in gaat de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. 8. Indien de bezwaarinstantie het bezwaar gegrond verklaart, of nalaat binnen de gestelde termijn kennis te geven van zijn beslissing, wordt het pand niet opgenomen in het register voor verwaarloosde woningen en gebouwen en kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een nieuwe beslissing tot opname in het register. Nieuwe vaststellingen kunnen wel aanleiding geven tot opname in het register voor verwaarloosde woningen en gebouwen. 2. Procedure schrapping uit het register van verwaarloosde woningen en gebouwen en beroepsmogelijkheden Artikel 9. Schrapping uit het register voor verwaarloosde woningen en gebouwen 1. De registerbeheerder schrapt een woning of gebouw uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of het gebouw geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die bij quotering in het model van technisch verslag negen punten of meer zouden opleveren. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de registerbeheerder. 2. De aanvraag tot schrapping dient per beveiligde zending te worden ingediend en moet ondertekend en gemotiveerd zijn en minstens volgende gegevens bevatten: identiteit en adres van de indiener; het adres van het pand waarop het bezwaarschrift betrekking heeft; één of meerdere bewijsstukken die aantonen dat de tekenen van verwaarlozing voldoende werden weggewerkt. 3. Wanneer iemand het verzoekschrift indient namens de zakelijk gerechtigde, moet aan het verzoekschrift een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging worden gehecht, tenzij het gaat om een raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of advocaat-stagiair. 4. De registerbeheerder stuurt aan de indiener van het verzoek tot schrapping een ontvangstbevestiging. 5. De registerbeheerder onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping. Er zal een onderzoek ter plaatse uitgevoerd worden door ambtenaren die belast zijn met de opsporing van verwaarloosde panden. 6. De registerbeheerder doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van verzoek. Wanneer de kennisgeving niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd. 6
7. Indien na controle ter plaatse is gebleken dat de gebreken effectief voldoende werden weggewerkt zal als datum van schrapping de datum van betekening van het bericht van herstel worden genomen. Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het verzoek tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. 8. Na sloping van het pand kan het geschrapt worden vanaf de datum waarop de afronding en opruiming van de sloop effectief kan worden vastgesteld. De beheerder van het register zal ter plaatse controleren. Artikel 10. Beroepsmogelijkheid tegen weigering tot schrapping 1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van de weigering tot schrapping uit het register voor verwaarloosde woningen en gebouwen, kan een zakelijk gerechtigde bij de bezwaarinstantie bezwaar indienen tegen deze beslissing. Dit dient te gebeuren tegen bewijs van afgifte of middels aangetekende verzending. Het bezwaarschrift moet ondertekend en gemotiveerd zijn en minstens volgende gegevens bevatten: identiteit en adres van de indiener; het adres van het pand waarop het bezwaarschrift betrekking heeft; één of meerdere bewijsstukken die aantonen dat de weigering tot schrapping betwist kan worden. 2. Wanneer iemand beroep indient namens de zakelijk gerechtigde(n), moet aan het beroepschrift een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging worden gehecht, tenzij het gaat om een raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of advocaat stagiair. 3. Zie 2. Art. 8. 5. 4. Zie 2. Art. 8. 6. 5. Zie 2. Art. 8. 7. 6. Indien de bezwaarinstantie het bezwaar gegrond verklaart, of nalaat binnen de gestelde termijn kennis te geven van zijn beslissing, wordt het pand geschrapt uit het register voor verwaarloosde woningen en gebouwen. Nieuwe vaststellingen kunnen aanleiding geven tot een nieuwe opname in het register voor verwaarloosde woningen en gebouwen. 7. Indien de weigering tot schrapping uit het register niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, blijft het gebouw of de woning geregistreerd als verwaarloosd. Artikel 11. Recht van voorkoop Op een pand dat is opgenomen op de inventaris van verwaarlozing is het recht van voorkoop (RVV) van toepassing. Bij verkoop van een pand waarop dit recht van toepassing is dient de notaris dit voor te leggen aan de begunstigeden, vooraleer de akte te verlijden. 7
Wanneer in geval van zakelijke overdracht van een pand de verkoopovereenkomst plaatsvindt in de periode van 30 dagen waarin bezwaar tegen opname kan worden ingediend, zal het RVV niet gelden. Het RVV kan haar uitwerking krijgen vanaf de opname in het Geografisch themabestand Vlaamse voorkooprechten (AGIV). Artikel 12. Overdracht van het zakelijk recht 1. De zakelijk gerechtigde zal bij overdracht van zijn rechten: per aangetekende zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan het College van Burgemeester en Schepenen binnen de twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens volgende gegevens: o naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; o datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; o nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of gebouw. de verkrijger ervan voorafgaand aan de overdracht van het zakelijk recht in kennis stellen van de opname van de woning of het gebouw in het register voor verwaarloosde woningen en gebouwen. 2. Bij ontstentenis van tenminste één van bovenstaande kennisgevingen wordt de overdrager van het zakelijk recht beschouwd als belastingplichtig voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. 3. Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen Artikel 13. Belastingstermijn en belastbare grondslag Er wordt voor de dienstjaren 2017 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op panden die, gedurende minsterns twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register voor verwaarloosde woningen en gebouwen. Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden. Artikel 14. Belastingplichtige 1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde(n) van het verwaarloosde pand op de verjaardag van de registratiedatum. 2. Als het belastbaar goed, al dan niet in onverdeeldheid, toebehoort aan verschillende personen, wordt de totale belasting op naam van alle mede-eigenaars gevestigd. alle mede-eigenaars zijn hoofdelijk en solidair aansprakelijk voor de betaling van de volledige belasting. Artikel 15. Tarief van de belasting 1. Het minimumbasisbedrag van de belasting bedraagt: a. 1 500 voor een woning of gebouw die/dat op 31-12-2016 geregistreerd stond op de gewestelijke inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen; b. 1 100 voor een volledig verwaarloosde woning of gebouw gelegen buiten de opsomming onder c.; 8
c. 1 500 voor een woning of gebouw gelegen binnen het commercieel centrum, conform de afbakening van het handelskerngebied in het RUP centrum; gelegen in de Stationslaan of Jaminéstraat; of gelegen aan een gewestweg; d. 750 voor aparte eenheden, zoals appartementen of handelsruimten, die onderdeel uitmaken van groter verwaarloosd geheel; 2. De heffing op verwaarlozing voor de volgende jaren wordt volgens de volgende formuleberekend: het bedrag van de eerste belasting vermenigvuldigd met X, waarbij bij X gelijk is aan het aantal periodes van 12 maanden dat het gebouw of de woning zonder onderbreking is opgenomen is in de gemeentelijke inventaris. 3. De jaarlijkse belasting mag maximaal bedragen: 4 000 voor panden als vermeld in 1. c. en d.; 5 000 voor panden als vermeld in 1. a. en b.; 4. De bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemmen overeen met de index van december 2009. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand december die aan de aanpassing vooraf gaat. Artikel 16. Vrijstelling van heffing 1. Er kan een vrijstelling van de heffing wegens overmacht verleend worden aan de zakelijk gerechtigde die aantoont dat de woning of het gebouw opgenomen blijft in het register om redenen onafhankelijk van zijn wil. Het College van Burgemeester en Schepenen bepaalt de duur van de vrijstellingsperiode. 2. Vrijstelling kan enkel verleend worden indien er in eigendom van de zakelijke gerechtigde(n) geen enkel ander pand geregistreerd staat in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen of in het gewestelijk register van verwaarloosde bedrijfsgebouwen. 3. Vrijstelling van heffing voor verwaarloosd woningen of gebouwen kan verleend worden in de volgende situaties: 1. Eigendomsoverdracht Max één jaar, indien de woning of het gebouw: minder dan twee jaar in het bezit is van de zakelijk gerechtigde(n)vóór opname in het register voor verwaarloosde woningen of gebouwen, de vrijstelling gaat in vanaf de registratiedatum; verkocht wordt na de opname in het register voor verwaarloosde woningen of gebouwen. De vrijstelling gaat in op de eerstvolgende verjaardag van de inventarisatiedatum volgend op de datum van de eigendomsoverdracht; Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan rechtspersonen waarin de vroegere houder van het zakelijk recht rechtstreeks of onrechtstreeks participeert. De authentieke akte van overdracht dient te worden voorgelegd; 2. Stedenbouwkundige vergunning Max één jaar, indien de belastingplichtige een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning voorlegt waaruit blijkt dat hij werken zal uitvoeren: indien de stedenbouwkundige vergunning dateert van vóór de registratiedatum gaat de vrijstelling in vanaf de registratiedatum. indien de stedenbouwkundige vergunning dateert van na de registratiedatum gaat de vrijstelling in vanaf de eerstvolgende verjaardag 9
van de inventarisatiedatum volgend op de datum van toekenning van de stedenbouwkundige vergunning. 3. Renovatiewerken Max één jaar, indien de belastingplichtige een renovatienota voorlegt waaruit blijkt dat hij structurele, niet vergunningplichtige, renovatiewerken zal uitvoeren. Uit deze documenten moet blijken dat de situatie ten gronde zal worden aangepakt. De renovatienota dient goedgekeurd te worden door de administratie. De vrijstelling gaat in vanaf de eerstvolgende verjaardag van de inventarisatiedatum volgend op de datum van goedkeuring van de renovatienota. Onder renovatie worden werken aan de volgende gebouwonderdelen verstaan: bestaande funderingen buitenmuren; dakwerken; buitenschrijnwerk; 4. Onvoorziene omstandigheden Vrijstelling van heffing kan aangevraagd worden bij onvoorziene omstandigheden waar de zakelijk gerechtigde(n) geen invloed op (kunnen) hebben. De duur van de vrijstelling wordt door het College van Burgemeester en Schepenen bepaald in relatie tot de situatie. Onteigeningsplan Indien betreffende woning of gebouw binnen de grenzen van een, door de bevoegde overheid goedgekeurd, onteigeningsplan is gelegen of waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid. Indien het onteigeningsplan ongedaan gemaakt wordt kan vrijstelling verleend worden van max. twee jaar na het ongedaan maken. (Als de onteigening effectief wordt vervalt vanzelfsprekend het verwaarlozingsdossier voor de vorige eigenaar.) Restauratiepremiedossier Indien de woning of het gebouw krachtens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten, is beschermd als monument én waarvoor een ontvankelijk verklaard restauratiepremiedossier werd ingediend bij de bevoegde overheid. Vrijstelling kan verleend worden tot max twee jaar na de afhandeling van het restauratiepremiedossier. Vernieling of beschadiging Indien het pand werd vernield of beschadigd ten gevolge van een ramp en het wegwerken van de gebreken niet mogelijk is omwille van; - een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek; - een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure; - een soortgelijke procedure, vb. bij de afhandeling van een verzekeringsonderzoek of geschil. De vrijstelling gaat in op de eerstvolgende verjaardag van de inventarisatiedatum volgend op de datum van de beslissing tot vrijstelling. 5. Beleidsmatige beslissingen Vrijstelling van heffing kan verkregen worden indien de houder(s) van het zakelijk recht kunnen aantonen dat de verwaarlozing kadert in een beleidsmatig strategisch project. Dit dient gestaafd te worden door middel van een beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen. 10
4. Gerechtelijke procedures in het kader van huurgeschillen of geschillen waarvoor de bevoegde rechtbank geen verzegeling van het pand heeft uitgesproken, geven geen aanleiding tot het verlenen van een vrijstelling van de belasting. 5. Mogelijkheid tot verlenging van vrijstelling: Op basis van een gemotiveerde schriftelijke aanvraag gericht aan de administratie kan de houder van het zakelijk recht uitzonderlijk een verlenging van de vrijstelling verkrijgen van max. één jaar. De aanvraag moet uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de vrijstellingsperiode aangevraagd worden en vermeldt de gegronde reden waarom de werken desgevallend nog niet konden aangevat of afgewerkt worden. De administratie doet uitspraak over de gegrondheid van de aanvraag o.a. op basis van vergunningen, een plaatsbezoek, voortgang van de werken, uitvoering conform vergunning, facturen van een erkende aannemer, etc.. Indien medewerking tot onderzoek t.b.v. de verleningsaanvraag wordt geweigerd dan zal de toekenning van een verlenging van de vrijstellingsperiode worden geweigerd. 6. Indien op het einde van de vrijstellingsperiode, de renovatiewerken niet volledig zijn uitgevoerd, dan vervalt de vrijstelling voor het lopende dienstjaar. De belastingplichtige wordt een belasting opgelegd gelijk aan het bedrag dat hij verschuldigd zou zijn, indien hij in het lopende dienstjaar geen vrijstelling genoten zou hebben. Artikel 17. Kohieren De kohieren worden door het College van Burgemeester en Schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Artikel 18. Bezwaar tegen belasting 1. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. 2. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. 3. Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten toegepast. Artikel 19. Slotbepalingen Dit reglement treedt in voege op datum beslissing Gemeenteraad 27-03-2017 en wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. 11
NAMENS DE GEMEENTERAAD De stadssecretaris (get.) L. Houbrechts De voorzitter (get.) H. Biets VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT De stadssecretaris De burgemeester 12