AAN DE COMMISSIES ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN, MIDDELEN EN FINANCIEEL BELEID EN WATERSYSTEMEN



Vergelijkbare documenten
Onderwerp: Toelichting opbouw programmabegroting en technische uitgangspunten programmabegroting 2010 en meerjarenraming

Bijlage I: Kostentoerekening 2012

Pagina 1. grondwater- Watersysteem- Zuiverings- Wegenbeheer? beheer beheer beheer ** Planvorming

./. Hierbij doe ik u toekomen een concept-notitie aan de commissie Financiën inzake de eerste triaalrapportage per 30 april 2007.

DB-vergadering Agendapunt 8. Onderwerp Zienswijze ontwerpbegroting 2011 en meerjarenraming Waterschapsbedrijf Limburg

CMFB Agendapunt: CMFB 12 AAN DE COMMISSIE MIDDELEN EN FINANCIEEL BELEID

DB-vergadering Agendapunt 7. Onderwerp Aanwijzing accountant ten behoeve van controlewerkzaamheden dienstjaar 2009

Het bijgevoegde conceptvoorstel spreekt voor zich. Volstaan wordt dan ook met een verwijzing daarnaar.

Voorstel aan dagelijks bestuur

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

Tariefbepaling waterschapsbelasting

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Sturingsfilosofie en Organisatiestructuur Waterschap Limburg

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Afstemming programma-indeling P&C-cyclus met WBP

Onderwerp: Meerjarenraming en ontwerpbegroting 2017 WBL

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief

Rotterdam, 22 augustus 2006 V.V.: 27 september 2006

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Graag vernemen wij uw advies ter zake. Het dagelijks bestuur, /LUT 4/4

Voorstel aan algemeen bestuur

Taakverdeling binnen ambtelijke organisatie als bedoeld in artikel 2 lid 3 Organisatieregeling Waterschap De Dommel 2017

Voorstel aan dagelijks bestuur

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Nota Relatie provincie Utrecht met de waterschappen. Deel 3: Provinciaal toezichtkader

Raadsvoorstel agendapunt

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

2e wijziging programmabegroting

: Nieuw belastingstelsel

Onderwerp Concept AB-voorstel inzake frictiekosten in relatie tot de fusie / frictiekosten ICT / informatievoorziening

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

DB-vergadering Agendapunt 11

DB-vergadering Agendapunt 7. Onderwerp Voorjaarsrapportage per 1 mei 2009; 2e begrotingswijziging 2009

1. Inleiding. 2. Groslijst onderwerpen. 3. Wat gaan we doen?

Programmarekening.

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

WATERSCHAPSBLAD 2011, NUMMER 24 BIJL.: 2 Agendapunt: 9

Beheerbegroting. Versie: D&H 29 Oktober Inclusief verplichte bijlagen en overige uitvoeringsinformatie

Financiële verordening VRU

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Haarlem, 23 augustus Onderwerp: Begroting Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting

agendapunt 3.b.18 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden GR AQUON Datum 21 augustus 2012 CTL/MCTL Bijlagen 6 Zaaknummer 28220

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

Voorstel aan het AB * * Van Dagelijks Bestuur Corsanr. porten/ Onderwerp Werkbegroting 2015; 1e begrotingswijziging 2015

WATERSCHAPSBLAD 2010, NUMMER 47 BIJL.: 2 Agendapunt: 8. Onderwerp: Najaarsrapportage per 1 september 2010; 3e begrotingswijziging 2010

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

CABA Agendapunt: 8 AAN DE COMMISSIE ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN

Mogelijkheid tot samenwerking met andere overheden voor belastingen en invordering

Nota Bedrijfsvoering RMH. Inhoudsopgave. 1. Inleiding. 2. Doelstelling nota. 3. Personeel. 4. Organisatie 5. ICT

aan kopie aan datum Afdeling Programmeren

Artikel 1. Definities

DB-vergadering Agendapunt 11

DB-vergadering Agendapunt 5

Verordening op het financiële beleid en beheer van de gemeente Hengelo

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

DB-vergadering Agendapunt 14

DATUM BEHANDELING IN D&H 12 febľ"uaľï COMMISSIE 0 MBH (6 maart 2013)

ALGEMENE VERGADERING. Voorstel Instemmen met de nota Risicobeleid. Samenvatting

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

agendapunt Aan Verenigde Vergadering EVALUATIE BELEIDSNOTA GRONDWATERBEHEER

Voorstel begrotingswijziging maart 2017

AGENDAPUNT 3.6 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

TARIEVENNOTA november 2018

HoogheemTaadschap van Delfland

Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen over de wijziging van het Waterschapsreglement van het Wetterskip Fryslân.

DB-vergadering Agendapunt 6

A L G E M E E N B E S T U U R

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Reactienotitie informatieavond Perspectiefnota (19 juni 2014) beantwoording/toelichting

WIJZIGING VERORDENING VERONTREINIGINGSHEFFING Het algemeen bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas;

A L G E M E E N B E S T U U R

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.7. Onderwerp: Jaarverslag 2007 van de Regionale Milieudienst West-Brabant

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Visiedocument Financieel Beleid

Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014

Voorstel aan dagelijks bestuur

Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING Gevraagd besluit Verenigde Vergadering

Programma van eisen voor de Europese aanbesteding van Accountancydiensten.

Statenvoorstel nr. PS/2007/125

Financiële verordening gemeente Beesel Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

B2014/u186 Portefeuillehouder/Aandachtsveldhouder W. Stegeman M.J.L.A. Langeslag- Linssen Opsteller/indiener

Rotterdam, 31 oktober 2006 V.V.: 29 november 2006

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Nummer Sittard, 30 augustus 2013

Oplegnotitie werkboek Waterschap verkenning mogelijkheden clustering

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen

DB-vergadering Agendapunt 4. Onderwerp Verzoek Veiligheidsregio Zuid-Limburg om ondersteuning ten behoeve van RBP Hoogwater Maas

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei het college van Dijkgraaf en Heemraden,

17 november 2015 Corr.nr , FC Nummer 82/2015 Zaaknr

Leggers actueel, betrouwbaar en compleet. Waterkeringen op orde Waterkeringen zijn getoetst Conform procesafspraken met PZH en inspectie V&W

Voorstel aan dagelijks bestuur

agendapunt 3.b.3 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden VOORTGANG AFRONDING JUIST (NU) AANSLUITEN Datum 7 januari 2014

DB-vergadering Agendapunt 5

Voorstel aan het Algemeen Bestuur:

Transcriptie:

CMFB 02-06-2009 Agendapunt: 7 Sittard, 11 mei 2009 AAN DE COMMISSIES ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN, MIDDELEN EN FINANCIEEL BELEID EN WATERSYSTEMEN Onderwerp: Vaststelling meerjarenraming 2010-2014./. Hierbij bieden wij u, conform de planning en controlcyclus, de meerjarenraming 2010-2014 (bijlage 1) aan. Algemeen Op 1 januari 2009 is de Regeling Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW) in werking getreden. Deze regeling vervangt met ingang van genoemde datum de huidige Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen. In de BBVW is de meerjarenraming als verplicht instrument in het kader van de planning- en controlcyclus opgenomen. De meerjarenraming wordt evenals de begroting gepresenteerd op programmaniveau en omvat een periode van 4 jaar volgende op het komende begrotingsjaar. Vooruitlopend op de meerjarenraming heeft het algemeen bestuur op 17 februari 2009 de notitie Toelichting opbouw programmabegroting en technische uitgangpunten begroting 2010 en meerjarenraming 2010-2014 vastgesteld. Hierin is aangegeven hoe de opzet van de programmabegroting eruit ziet en welke uitgangspunten gehanteerd worden voor de begroting en meerjarenraming. Hiermee is dan ook rekening gehouden. Afweging dagelijks bestuur Naast de doorrekening op basis van de door het algemeen bestuur vastgestelde uitgangspunten zijn nog een aantal zaken voor de meerjarenraming aangedragen die buiten de scoop vallen hetgeen door het bestuur is vastgesteld en die derhalve kostenverhogend zijn. Het dagelijks bestuur heeft op 27 april 2009 de betreffende onderdelen op hun merites beoordeeld en afgewogen welke zaken verantwoord zijn om mee te nemen in de voorliggen-./. de meerjarenraming. Dit zogenaamde 'Afwegingsdocument' treft u als bijlage 2 aan. Meerjarenraming 2010-2014 In de meerjarenraming is op basis van de huidige inzichten en rekening houdend met de afweging van het dagelijks bestuur per individueel programma aangegeven wat de beleidsvoornemens zijn en welke kosten hiermee gemoeid zijn. Daarnaast is aangegeven welk effecten dit heeft op de ontwikkeling van de opbrengst waterschapslasten. 090530/PDA 1/2

Op basis van de voorliggende gegevens kunnen wij voor de meerjarenraming 2010-2014, rekening houdend met een verantwoorde inzet van de egalisatiereserves voor tariefsegalisatie, een opbrengststijging presenteren die verdedigbaar is. Voor de totale meerjarenperiode 2010-2014 ziet het beeld er als volgt uit. Omschrijving 2010 2011 2012 2013 2014 stijgingspercentage opbrengst watersysteemheffing 4,00% 2,00% 2,00% 1,50% 1,50% stijgingspercentage opbrengst zuiveringsheffing 1,10% 2,10% 2,10% 2,00% 2,00% gemiddeld stijgingspercentage opbrengst waterschapslasten 2,10% 2,10% 2,10% 1,80% 1,80% Voor een uitgebreide toelichting op de beleidsvoornemens en financiële aspecten verwijzen wij u naar de bijgevoegde meerjarenraming. Begroting 2010 De eerste jaarschijf van de voorliggende meerjarenraming zal vertaald worden in de begroting 2010. Op basis van nadere inzichten kan dit tot een bijstelling ten opzichte van de meerjarenraming leiden in zowel positieve als negatieve zin. Uitgangspunt blijft het stijgingspercentage van de opbrengst waterschapslasten zoals voorgesteld in de meerjarenraming voor 2010. Wij zijn voornemens het algemeen bestuur voor te stellen de meerjarenraming 2010-2014 vast te stellen. Graag vernemen wij uw advies ter zake. Het dagelijks bestuur, de secretaris/directeur wnd., ing. J.M.G. In den Kleef de voorzitter, dr. J.J. Schrijen 090530/PDA 2/2

Meerjarenraming 2010-2014 Vastgesteld door het algemeen bestuur bij besluit van

Inhoudsopgave 1 Inleiding...1 2 Samenvatting...2 3 Programmatotaal...3 4 Programma s...4 4.1 Programma Plannen...5 4.2 Programma Watersysteem...7 4.3 Programma Veiligheid...9 4.4 Programma Zuiveren...11 4.5 Programma Instrumenten...13 4.6 Programma Bestuur, externe communicatie en belastingen...15 4.7 Programma Bedrijfsvoering...17 5 Dekkingsplan...21 5.1 Algemeen...21 5.3 Tariefsontwikkeling 2010-2014...25 6 Overige paragrafen...26 6.1 Algemene ontwikkelingen en uitgangspunten...26 6.2 De financiering...27 6.3 Het weerstandsvermogen...28 Meerjarenraming 2010-2014 Waterschap Roer en Overmaas

2 Meerjarenraming 2010-2014

1 Inleiding Op 1 januari 2009 is de Regeling Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW) in werking getreden. Deze regeling vervangt met ingang van genoemde datum de comptabiliteitsvoorschriften voor waterschappen. In de BBVW is de meerjarenraming als verplicht instrument in het kader van de planning- en controlcyclus opgenomen. De meerjarenraming wordt evenals de begroting gepresenteerd op programmaniveau en omvat een periode van 4 jaar volgend op het komende begrotingsjaar. De meerjarenraming is één van de documenten uit de planning- en controlcyclus van het waterschap. In de meerjarenraming wordt vooruit gekeken en zo goed mogelijk geschat wat in de komende periode (2010-2014) de voornemens zijn en wat dit financieel betekent. Op deze wijze wordt het bestuur in staat gesteld om de koers te bepalen en te bepalen of de prijs die daarbij hoort maatschappelijk acceptabel en verantwoord is. Vooruitlopend op de meerjarenraming heeft het bestuur op 17 februari 2009 de notitie toelichting opbouw programmabegroting en technische uitgangspunten begroting 2010 en meerjarenraming 2011-2014 vastgesteld. Hierin is aangegeven hoe de opbouw van de programmabegroting er uitziet en welke uitgangspunten gehanteerd worden voor de begroting en meerjarenraming. In paragraaf 6.1 zijn deze uitgangspunten in gecomprimeerde vorm weergeven. De meerjarenraming 2010-2014 is de eerste meerjarenraming van het nieuwe bestuur en de tweede in de nieuwe cyclus. De meerjarenraming kan beschouwd worden als een groeimodel. De voorliggende meerjarenraming loopt (nog) niet parallel met het nieuwe Waterbeheerplan 2010-2015 dat eind 2009 zal worden vastgesteld. De komende jaren zal de meerjarenraming dan ook worden doorontwikkeld en verfijnd. Ondanks dit zijn wij van mening dat de voorliggende meerjarenraming 2010-2014 inzicht geeft in waar het waterschap de komende jaren voor aan de lat staat. Waterschap Roer en Overmaas 1

2 Samenvatting In de Regeling Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW) is de meerjarenraming als verplicht instrument voorgeschreven. Op basis van de door het bestuur op 21april 2008, (herbevestigt door algemeen bestuur op 17 februari 2009) vastgestelde programma s is het programmatotaal opgesteld. Hierin is aangegeven wat de financiële effecten, uitgedrukt in netto kosten (uitgaven minus inkomsten), zijn van de beleidsvoornemens voor de periode 2010-2014. In hoofdstuk 4 wordt per individueel programma aangegeven wat de voornemens zijn. Hier wordt antwoord gegeven op de vragen: wat willen we bereiken, wat doen we ervoor, wat mag het kosten en welk investeringsniveau is hiermee gemoeid. De netto kosten die voortvloeien uit het programmatotaal vormen de door de opbrengst waterschapslasten te dekken kosten en worden gehanteerd voor de berekening van de belastingtarieven. Om dit inzichtelijk is maken is in hoofdstuk 5 een dekkingsplan opgesteld waarin de effecten zichtbaar zijn gemaakt. Naast de ontwikkeling van de waterschapslasten is ook rekening gehouden met de bestemmingsreserves voor tariefegalisatie. Deze reserves dienen om ongewenste schommelingen in de stijgingspercentages van de opbrengst waterschapslasten op te vangen. Het voorgenomen beleid zoals verwoord in de individuele programma s en in totaliteit financieel vertaald in het programmatotaal leidt tot een stijging van de opbrengst waterschapslasten in 2010 met 5,0%. Indien de egalisatiereserves voor tariefsegalisatie op een verantwoorde wijze worden ingezet kan deze stijging in 2010 beperkt blijven tot 2,1%. Bij de totstandkoming van de voorliggende meerjarenraming is dan ook uitgegaan van een verantwoorde inzet van de egalisatiereserves voor tariefegalisatie over de jaren 2010-2014. Voor de totale meerjarenperiode 2010-2014 ziet het beeld er als volgt uit. Omschrijving x 1.000 2010 2011 2012 2013 2014 netto kosten programmatotaal 79.755 81.072 82.594 83.640 84.944 opbrengst waterschapslasten 77.609 79.211 80.847 82.321 83.823 Exploitatie tekort (-) - 2.146-1.861-1.747-1.319-1.121 inzet egalisatiereserves ontwikkeling waterschapslasten 2.170 1.880 1.750 1.330 1.130 Tekort (-) / Overschot (+) + 24 + 19 + 3 + 11 + 9 stijgingspercentage watersysteemheffing 4,00% 2,00% 2,00% 1,50% 1,50% stijgingspercentage zuiveringsheffing 1,10% 2,10% 2,10% 2,00% 2,00% gemiddeld stijgingspercentage opbrengst waterschapslasten 2,10% 2,10% 2,10% 1,80% 1,80% Voor een nadere toelichting op een en ander verwijzen wij u naar hoofdstuk 5 dekkingsplan. 2 Meerjarenraming 2010-2014

3 Programmatotaal In het programmatotaal wordt het naar de programma s onderscheiden en te realiseren beleid voor het waterschap financieel voor de totale meerjarenperiode 2010-2014 weergegeven. Het programmatotaal is opgebouwd uit zeven programma s die door het algemeen bestuur op 21 april 2008 zijn vastgesteld. Het nieuwe algemeen bestuur heeft hier op 17 februari 2009 via het voorstel toelichting opbouw programmabegroting en technische uitgangspunten programmabegroting 2010 en meerjarenraming 2010-2014 kennis van genomen en ingestemd. Een programma is een meerjarig samenhangend geheel van activiteiten op basis waarvan het bestuur het beleid van het waterschap vaststelt. Opgemerkt kan worden dat het programma bedrijfsvoering een bijzondere functie heeft. Hier worden de ondersteunende activiteiten financieel verantwoord en doorberekend naar de overige programma s. In hoofdstuk 4 wordt per programma inhoud gegeven aan het voorgenomen beleid van het waterschap over de jaren 2010-2014. Samenvatting exploitatie Programma 2010 2011 2012 2013 2014 Plannen 3.282 3.325 3.389 3.415 3.466 Watersysteem 14.743 14.832 15.033 14.837 15.172 Veiligheid 956 946 976 999 1.018 Zuiveren 45.097 45.999 46.919 47.857 48.815 Instrumenten 6.693 6.811 6.996 7.153 7.308 Bestuur, externe communicatie en belastingen 9.648 9.810 9.935 10.039 9.831 Bedrijfsvoering - - - - - Programmatotaal 80.419 81.723 83.248 84.300 85.610 Onvoorzien Waterschap Roer en Overmaas 100 120 122 122 123 Onvoorzien Waterschapsbedrijf Limburg 221 225 230 235 239 Onttrekking bedijfsreserve Waterschapsbedrijf Limburg -523-534 -544-555 -566 Dividend Nederlandse Waterschapsbank -462-462 -462-462 -462 Totaal netto kosten 79.755 81.072 82.594 83.640 84.944 Samenvatting investeringen Programma 2010 2011 2012 2013 2014 Plannen 400 100 100 100 100 Watersysteem 7.165 8.965 8.965 8.965 8.965 Veiligheid - - - - - Instrumenten 500 100 100 100 100 Bestuur, externe communicatie en belastingen - - 750 - - Bedrijfsvoering 1.400 300 300 300 300 Huisvesting buitendienst 1.700 2.000 - - - Totaal netto investeringsniveau 11.165 11.465 10.215 9.465 9.465 In de vastgestelde technische uitgangspunten begroting 2010 en meerjarenraming 2011-2014 is uitgegaan van een netto investeringsniveau van 8.915.000 per jaar, exclusief de te activeren uren en exclusief de huisvesting van de buitendienst. Rekening houdend met jaarlijks 550.000 te activeren uren bedraagt het totale netto investeringsniveau 9.465.000 exclusief de huisvesting van de buitendienst. Waterschap Roer en Overmaas 3

4 Programma s In dit hoofdstuk wordt per programma de inhoud weergegeven. Vervolgens wordt beknopt per programma voor de totale meerjarenperiode ingegaan op de volgende onderdelen. Wat willen we bereiken Wat doen we ervoor Wat mag het kosten Welk investeringsniveau is hiermee gemoeid Miljoen Programmatotaal exploitatie 90 80 70 60 50 40 30 20 Bestuur, externe communicatie en belastingen Instrumenten Zuiveren Veiligheid Watersysteem Plannen 10-2010 2011 2012 2013 2014 4 Meerjarenraming 2010-2014

4.1 Programma Plannen Programma-inhoud Dit programma is vooral gericht op het opstellen van eigen plannen en overige beleidsaspecten. Ook de kosten voor studie en onderzoek voor het formuleren van nieuw beleid maken hier deel vanuit. Het belangrijkste beleidsplan is het waterbeheersplan met de nieuwe beleidsaspecten zoals de Kaderrichtlijn Water, waterbeheer 21 e eeuw / Nationaal Bestuursakkoord Water en Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR). Maar ook hiervan afgeleide werkprocessen en beleidsplannen, zoals plannen van derden, gebiedsgericht werken, landinrichting, watertoets en wateradvies, het beheersplan waterkeringen en het calamiteitenplan, het grondbeleid, recreatief medegebruik, cultuurhistorische waarden, visserij en jacht worden tot dit programma gerekend. Wat willen we bereiken Waterbeheerplan 2010-2015 Een door het bestuur vastgesteld Waterbeheerplan waarin opgenomen de Kaderrichtlijn Water, waterbeheer 21 e eeuw/nationaal Bestuursakkoord Water en Gewenst Grond en Oppervlaktewater Regime (GGOR). Van Waterbeheerplan afgeleide werkprocessen en beleidsplannen Voorbeelden hiervan zijn plannen van derden, gebiedsgericht werken, landinrichting, watertoets en wateradvies, beheerplan waterkeringen, calamiteitenplan, grondbeleid, recreatief medegebruik, cultuurhistorische waarden, visserij en jacht. Wat doen we ervoor Waterbeheersplan 2010-2015 Het ontwerp waterbeheerplan doorloopt in 2009 de formele inspraakprocedure en de besluitvormingsprocedure eindigend in het vaststellen van het waterbeheerplan door het algemeen bestuur in december 2009. Van Waterbeheersplan afgeleide werkprocessen en beleidsplannen Beheerplan waterkeringen. In 2010 vindt de halftijdse evaluatie plaats van het Beheerplan Waterkeringen dat in 2008 is vastgesteld. Dit is onder andere input voor het opstellen van het nieuwe Beheerplan Waterkeringen in 2012. Calamiteitenplan. Eens in de vier jaar (volgende in 2012) wordt een calamiteitenplan opgesteld. In dit parapluplan wordt beschreven welke organisatorische maatregelen het waterschap neemt om in bijzondere, vaak bedreigende omstandigheden haar taakuitoefening te kunnen waarborgen. Dit plan wordt afgestemd met betrokken organisaties als gemeenten en veiligheidsregio s. Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg dienen hun goedkeuring hierover te geven. Op basis van het calamiteitenplan wordt periodiek, een keer in de vier jaar, een meerjarig opleidings- en oefenbeleidsplan opgesteld. In 2010 wordt gestart met het opstellen van het nieuwe plan (2011-2014) op basis van het in 2008 vastgestelde calamiteitenplan. Waterschap Roer en Overmaas 5

Grondbeleid. Gezien de te verwachten problemen rondom grondverwerving in de toekomst, komt verwerving met het instrument van onteigening steeds meer aan de orde. Rekeninghoudend met de nieuwe Waterwet en het hiermee gemoeide juridische kader zal het huidige grondbeleid, vooral op het gebied van onteigening, verder ontwikkeld worden. Wat mag het kosten Programma plannen 2010 2011 2012 2013 2014 Kosten 400 408 416 425 433 Opbrengsten - - - - - Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten 400 408 416 425 433 Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg 348 355 362 369 377 Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen 228 200 186 141 119 Personeelskosten 1.727 1.778 1.827 1.879 1.932 Overige kosten 579 584 598 601 605 Netto kosten programma plannen 3.282 3.325 3.389 3.415 3.466 Welk investeringsniveau is hiermee gemoeid Netto investeringsvolume 2010 2011 2012 2013 2014 Programma Plannen 400 100 100 100 100 6 Meerjarenraming 2010-2014

4.2 Programma Watersysteem Programma-inhoud Dit programma betreft het inrichten en onderhouden van waterhuishoudkundige werken van het watersysteem, zijnde het waterkwantiteit- en het passieve waterkwaliteitsbeheer. Het programma omvat de inrichting van stromende en stilstaande wateren in zowel het landelijke gebied als de bebouwde omgeving. Hiertoe behoren ook beekherstel en maatregelen ten behoeve van de verbetering van vismigratie evenals duurzaam stedelijk waterbeheer, waterbodemsanering (baggeren), aanpak diffuse bronnen van watervervuiling en andere (fysieke) maatregelen voor de verbetering van de waterkwaliteit. Verder behoren de inrichting van het watersysteem op basis van de nieuwe normering, voorkomen van wateroverlast, aanleg regenwaterbuffers en retentie, aanpak van bodemerosie en oppervlakkige afstroming in hellend gebied, gewenst grond- en oppervlaktewaterregime (GGOR) en peilbeheer tot dit programma. Wat willen we bereiken In de planperiode wordt (grotendeels) uitvoering gegeven aan de maatregelen zoals opgenomen in het huidige verlengde Waterbeheerplan 2003-2007 en het in voorbereiding zijnde nieuwe Waterbeheerplan 2010-2015. In het nieuwe Waterbeheerplan is opgenomen dat de wateren gedeeltelijk zijn, of worden, ingericht zodat ze voldoen aan de eisen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Ook dient het watersysteem te voldoen aan de nieuwe normering Waterbeheer 21 e eeuw (WB21) en het Nationaal bestuursakkoord water (NBW). Concreet betekent dit onder andere: Stedelijke gebieden moeten worden beschermd tegen wateroverlast. De inrichting van het watersysteem moet voldoen aan de nieuwe normering. Oppervlaktewateren moeten optrekbaar zijn voor trekvissen. Waar mogelijk verwijderen van overkluizingen binnen stedelijk gebied. Zorgen dat schoon regenwater niet meer in het rioolsysteem terecht komt. In het kader van het GGOR bekijken hoe de waterhuishouding dient te zijn zodat de gewenste natuurwaarden zich kunnen ontwikkelen. Sanering van vervuilde waterbodems. Juist en goed afgestemd onderhoudsniveau van het watersysteem, rekeninghoudend met de hydrologische en ecologische functies. Verder onderzoek naar de uitvoering en kosten van onderhoudsbaggerwerkzaamheden vanuit baggeruitvoeringsplan. Voor muskus- en beverratbestrijding onder het gestelde landelijke normeringgetal blijven. Wat doen we ervoor In 2010-2014 worden onder andere de volgende maatregelen uitgevoerd: Oplossen van de wateroverlastproblemen en het voldoen aan de nieuwe normering wordt vooral bereikt door het vergroten van ca.150 bestaande (stedelijke) regenwaterbuffers. Oplossen van vismigratieknelpunten. Bestaande belemmeringen zoals stuwen en watermolens moeten passeerbaar zijn of worden gemaakt. Waterschap Roer en Overmaas 7

Het ontkluizen van de Rode Beek in Schinveld en de Keutelbeek in Beek. Tevens wordt de mogelijkheid onderzocht tot het gedeeltelijk open maken van de Caumerbeek. Ook vindt onderzoek plaats naar het eventueel openmaken van de noordelijke Jekertak in de gemeente Maastricht. Stimuleren van afkoppelen van regenwater. Diverse saneringsprojecten zijn in voorbereiding (onder andere Kanjel en Gelei in Maastricht). Effectief en efficiënt bestrijden van de muskus- en beverrat. De muskusrattenbestrijding bevindt zich op een prima niveau. Getracht wordt dit te borgen in de periode 2010-2014. De discussie betreffende het voortzetten van de beverratbestrijding leidt in de komende jaren tot meer duidelijkheid. Er zal duidelijkheid moeten komen over de wijze van financieren en wanneer deze taak over gaat naar de waterschappen (uitgangspunt van de nieuwe Waterwet). Wat mag het kosten Programma watersysteem 2010 2011 2012 2013 2014 Kosten 3.878 4.002 3.770 3.305 3.373 Opbrengsten 405 436 442 449 455 Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten 3.473 3.566 3.328 2.856 2.918 Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg - - - - - Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen 7.758 7.680 8.026 8.234 8.435 Personeelskosten 1.940 1.998 2.054 2.111 2.171 Overige kosten 1.571 1.586 1.622 1.632 1.643 Netto kosten programma watersysteem 14.743 14.832 15.033 14.837 15.172 Welk investeringsniveau is hiermee gemoeid Netto investeringsvolume 2010 2011 2012 2013 2014 Programma Watersysteem 7.165 8.965 8.965 8.965 8.965 8 Meerjarenraming 2010-2014

4.3 Programma Veiligheid Programma-inhoud Dit programma omvat de aanleg en onderhoud van waterkeringen, de hoogwateractiviteiten (dijkbewaking) en de calamiteitenbestrijding. Onder deze noemer zijn de (uitvoerings)maatregelen gebracht die voortkomen uit het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012. Wat willen we bereiken Het uitgangspunt voor het beleid ten aanzien van waterkeringbeheer is voldoen aan de veiligheidsnorm en daarmee het waarborgen van de veiligheid van het achterland tegen overstromingen bij waterstanden lager dan de maatgevende waterstand. Dit betekent enerzijds dat de waterkerende functie van de waterkeringen gehandhaafd moet blijven en anderzijds dat de werking van kwelwatervoorzieningen en sluiting van demontabele keringen in hoogwatersituaties gewaarborgd moet zijn. Het uitgangspunt voor het beleid ten aanzien van de calamiteitenbestrijding is te voldoen aan de eisen van daadkrachtig en efficiënt optreden bij calamiteiten op het gebied van waterkeringen, watersysteem en afvalwaterzuivering. Bewustwording bevorderen van de hoogwaterrisico s ten aanzien van het gekozen veiligheidsniveaus en voorbereid zijn op situaties die boven de norm uitgaan. Wat doen we ervoor De hoogte en stabiliteit van de waterkeringen worden bepaald en beschermd via het vaststellen van veiligheidsnormen en de daarbij behorende maatgevende waterstanden voor de waterkeringen. Het periodiek toetsen of de waterkeringen hier nog aan voldoen. Het eventueel aanleggen of verbeteren van waterkeringen en opstellen van de legger (bevat minimale afmetingen waterkeringen). Het uitvoeren van inspecties, regulier onderhoud en bijhouden van het beheerregister (bevat actuele afmetingen waterkeringen). In het kader van het onderhoud worden de waterkeringen en de kunstwerken frequent gecontroleerd. Alle primaire en regionale waterkeringen worden minimaal twee keer per jaar geïnspecteerd. Bovendien worden de harde constructies en kunstwerken onderhouden, waarbij voor de Keringen Roer een onderhoudsplan wordt opgesteld. Ten slotte vindt regulier onderhoud van de waterkeringen plaats zoals de muskus- en beverratbestrijding, het herstellen van kleine beschadigingen en het in stand houden van aanwezige begroeiingen en oeverbegroeiingen. Het opstellen van een calamiteitenplan en bestrijdingsplannen voor bijzondere en dreigende situaties. Tot deze situaties behoren onder andere: Overstromingen en doorbraak van waterkeringen. Overstromingen/inundatie bij watergangen en regenwaterbuffers. Inundatie door kwelwater. Het niet functioneren van een zuivering en het transport. In dergelijke situaties werkt het waterschap nauw samen met de regionale beleids- en operationele teams. Hiervoor wordt regelmatig overlegd en afgestemd met de betrokken instanties. Om adequaat op deze situaties te kunnen inspelen dienen opleidingen en oefeningen voor het personeel plaats te vinden aan de hand van hiervoor op te stellen plannen. Verder zullen de benodigde middelen geïnventariseerd worden en zal afstemming met externe partijen plaatsvinden. Waterschap Roer en Overmaas 9

Wat mag het kosten Programma veiligheid 2010 2011 2012 2013 2014 Kosten 223 228 232 237 241 Opbrengsten 82 103 103 104 106 Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten 141 125 129 133 135 Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg - - - - - Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen 234 231 242 254 263 Personeelskosten 168 173 178 183 188 Overige kosten 413 417 427 429 432 Netto kosten programma veiligheid 956 946 976 999 1.018 Welk investeringsniveau is hiermee gemoeid Netto investeringsvolume 2010 2011 2012 2013 2014 Programma veiligheid - - - - - 10 Meerjarenraming 2010-2014

4.4 Programma Zuiveren Programma-inhoud Dit programma omvat de investeringen en onderhoudskosten die gemaakt worden voor de waterketen, ofwel het zuiveringsbeheer. De investeringen, het beheer en onderhoud van zuiveringstechnische werken (rioolwaterzuiveringsinstallaties, BBP: gezuiverd afvalwater) plus slibverwerking, het rioleringsbeleid en de kosten voor het rioolwatertransportsysteem (BBP: transport afvalwater) maken hier deel van uit. Ook de samenwerking in de waterketen behoort tot dit programma. Wat willen we bereiken De uitvoering van het programma zuiveren vindt plaats door het Waterschapsbedrijf Limburg. De unit zuiveringsbedrijf van het waterschapsbedrijf is belast met het transporteren en zuiveren van afvalwater en het drogen van het ontwaterde slib. In het strategie en masterplan Zuiveringsbedrijf 2009-2013 is dit nader uitgewerkt. Uitgangspunten hierbij zijn: Bedrijfsvoering tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten en voldoen aan wet- en regelgeving, waarbij veiligheid en continuïteit van de bedrijfsvoering centraal staan. Investeren in slagvaardige en innovatieorganisatie die snel kan reageren op die veranderende omgeving. Samenwerking met derden daar waar bedrijfsmatige en maatschappelijke voordelen te behalen zijn. Wat doen we ervoor Door het waterschapsbedrijf wordt gebouwd aan een verdere optimalisatie van de organisatie gericht op een zelfstandig zuiveringsbedrijf naar het model van een nutsbedrijf waar bedrijfsmatig werken leidend is, zoals omschreven in de bestuurlijk vastgestelde Kadernotitie. Een flexibele organisatie waarin kennis en ervaring verankerd is als basis en waarborg voor de bedrijfscontinuïteit en het proces van voortdurend verbeteren en aanpassen aan omgevingsinvloeden. In de periode 2010-2014 worden de volgende stappen ondernomen: Uitvoering geven aan het bestuurlijke besluit de huidige afvalwaterinfrastructuur verder te optimaliseren. Dit moet leiden tot het aanpassen, renoveren en buiten gebruik stellen van installaties. Uitwerken van de alternatieven voor slibverwerking. Samenwerking met gemeenten in het afvalwaternetwerk, samenwerking met en advisering van bedrijven met afvalzuivering. Samenwerking met de WML op het gebied van o.a. procesautomatisering, toepassing duurzame energie, bouwen, innovatie en inkoop. Verbeteren milieuprestaties. Verbeteren energie-efficiency en toepassen duurzame energie op de rwzi s en transportsysteem. Verder uitrollen van gemalen beheerssysteem, mensonafhankelijke besturingsconcepten installaties, het besturen op afstand en het bouwen van een nieuwe procesbesturingsarchitectuur. Het binnen de stroomgebieden zoeken van samenwerking met (buitenlandse) zuiveringsbeheerders met als doel verlaging maatschappelijke kosten en verbetering milieurendement. Kennisoverdracht aan buitenland vindt plaats tegen vergoeding van kosten en ter ontwikkeling van de verruiming van innovatie-inzichten. Het inkopen volgens een modern inkoopbeleid, gericht op duurzaamheid en economisch beste aanbieding. Het aandeel van duurzaam inkopen zal groeien naar 75%. Dit sluit aan bij het niveau van potentiële samenwerkingspartners in de afvalwaterketen. Uitvoering geven aan het meerjaren programma onderhoud MEP2009-2013. Waterschap Roer en Overmaas 11

Wat mag het kosten Programma zuiveren 2010 2011 2012 2013 2014 Kosten - - - - - Opbrengsten - - - - - Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten - - - - - Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg 45.097 45.999 46.919 47.857 48.815 Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen - - - - - Personeelskosten - - - - - Overige kosten - - - - - Netto kosten programma zuiveren 45.097 45.999 46.919 47.857 48.815 Welk investeringsniveau is hiermee gemoeid De investeringen worden uitgevoerd door het Waterschapsbedrijf Limburg. De kapitaallasten van deze investeringen maken integraal onderdeel uit van de te betalen bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg. 12 Meerjarenraming 2010-2014

4.5 Programma Instrumenten Programma-inhoud Dit programma omvat een aantal (beheers)instrumenten die het waterschap tot zijn beschikking heeft om de taakuitoefening op een adequate manier te kunnen uitvoeren. Hieronder vallen de Leggers, de vergunningverlening en handhaving op grond van de Keur, de Wet op de waterhuishouding, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Grondwaterwet, maar ook de veiligheidstoets op grond van de Wet op de waterkering. Daarnaast heeft het waterschap enkele financiële regelingen (subsidies voor afkoppelen en groene berging en regeling permanent grasland). Tevens wordt de monitoring tot dit programma gerekend. Wat willen we bereiken In 2009 treedt de Waterwet in werking. Zowel organisatorisch als inhoudelijk leidt dit tot veranderingen. Naast de implementatie van de Waterwet dienen de Keur, werkprocessen vergunningverlening en handhaving, formats en dergelijke te worden aangepast. Bovendien moeten afspraken met andere bevoegde gezagen worden gemaakt. Afronding van deze implementatie is voorzien in 2010. In de Waterwet zijn ook regels gesteld ten aanzien van de inhoud van de leggers. Doel is dat voor de wateren in 2013 alle leggers aan de in de Waterwet gestelde eisen voldoen. Welke consequenties dit heeft, is op dit moment nog niet helder. Een en ander is afhankelijk van de discussie die op dit moment hierover nog plaatsvindt in het kader van de vaststelling van de Waterwet. In verband met de uitvoering van de grensmaas kunnen de (laatste) leggers van de waterkeringen niet eerder dan 2017 aan de eisen van de Waterwet voldoen. Verder wordt het meetnet van het oppervlaktewater op een zo hoog mogelijk niveau gehouden. Vragen ten aanzien van het waterbeheer voor zowel waterkwantiteit als -kwaliteit worden met behulp van het meetnet oppervlaktewater zo goed mogelijk beantwoord. De verzamelde gegevens worden intern en extern gerapporteerd. Met vergunningverlening en handhaving worden initiatieven van derden gereguleerd op een zodanige wijze dat de taakuitoefening en de na te streven doelen van het waterschap niet in gevaar komen. Dit gebeurt zo veel mogelijk integraal, om de lastendruk voor de klanten zo laag mogelijk te laten zijn. In het handhavingspoor zal veel energie gestoken worden in voorlichting en preventief handelen. Wat doen we ervoor We zorgen dat de implementatie van de Waterwet tijdig gereed is en voorbereidt zijn op de nieuwe situatie waarbij de klant centraal staat. De klant vraagt via het digitale loket bij de gemeente een vergunning aan of doet daar een melding. De gemeente leidt de aanvragen door naar het waterschap. Het waterschap draagt zorg voor een integrale en tijdige afdoening van de aanvraag, zo nodig na overleg met Rijkswaterstaat. De leggers zijn/worden eveneens aangepast aan de nieuwe wetgeving. Naar verwachting wordt de verplichting om de leggers aangepast te hebben aan de vereisten van de Waterwet later van kracht dan de wet zelf. Op dat moment dient geborgd te zijn dat beschikt kan worden over die gegevens betreffende de wateren en waterkeringen die de wet verplicht stelt. Deze inventarisatie is in 2010 afgerond. Waterschap Roer en Overmaas 13

Door middel van monitoring worden gegevens verzameld die noodzakelijk zijn voor: Het adequaat kunnen uitvoeren van het dagelijks waterbeheer. Toestandsbepaling en trenddetectie. Effectiviteit van het gevoerde beleid. Aanbevelingen c.q. ondersteuning van uitvoeringsprojecten. Wat mag het kosten Programma instrumenten 2010 2011 2012 2013 2014 Kosten 587 599 610 623 635 Opbrengsten 222 227 231 236 241 Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten 365 372 379 387 394 Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg 594 606 618 630 643 Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen 588 562 590 608 621 Personeelskosten 3.658 3.768 3.872 3.982 4.094 Overige kosten 1.488 1.503 1.537 1.546 1.556 Netto kosten programma instrumenten 6.693 6.811 6.996 7.153 7.308 Welk investeringsniveau is hiermee gemoeid Netto investeringsvolume 2010 2011 2012 2013 2014 Programma Instrumenten 500 100 100 100 100 14 Meerjarenraming 2010-2014

4.6 Programma Bestuur, externe communicatie en belastingen Programma-inhoud Dit programma bevat alle aspecten die gemoeid zijn met het bestuur, de externe communicatie en de belastingheffing. Het vaststellen van de belastingtarieven is expliciet een taak van het bestuur. Wat willen we bereiken Bestuur Op 1 januari 2009 is het nieuwe algemeen bestuur aangetreden. Van de 25 leden zijn er 16 gekozen op basis van het lijstenstelsel. Er is een coalitie gevormd, bestaande uit de fracties Waterbelang, Overig Ongebouwd en Bedrijven, die samen 5 zetels in het dagelijks bestuur bezetten. Het fenomeen 'portefeuillehouder' heeft zijn intrede gedaan. De ambities van het nieuwe bestuur zijn vastgelegd in het op 17 februari 2009 vastgestelde Bestuursprogramma 2009-2012. Het vigerende ontwerp waterbeheersplan en het vastgestelde Beheersplan Waterkeringen is uitgangspunt geweest voor dit bestuursprogramma. Het spreekt voor zich dat uitvoering van het bestuursprogramma in de komende bestuursperiode de hoogste prioriteit heeft. Communicatie Voor de komende jaren is meer voorzien te focussen op de doelgroepen en (minder) op algemene communicatie naar een breed publiek, zonder dit laatste te verwaarlozen. Dit moet uitmonden in een nog betere score in het volgende imago-onderzoek. Communicatie houdt ook steeds meer de dialoog met de omgeving in. In een vroeg stadium de belanghebbenden bijeenbrengen en met een open maatschappelijk vizier samenwerken met derden is het devies. Als anderen met ons als regionale waterautoriteit willen samenwerken omdat men ons als een betrouwbare, resultaatgerichte en deskundige partner ziet, zijn wij tevreden. Ook willen wij gezien worden als een doelmatige, transparante, rechtmatig handelende en eigentijdse overheid. Belastingheffing De uitvoering van de belastingheffing vindt plaats door het Waterschapsbedrijf Limburg. De unit waterschapsheffingen van het waterschapsbedrijf is belast met het namens de Waterschappen Roer en Overmaas en Peel en Maasvallei, uitvoeren van de waterschapsheffingen en presenteert zich als zodanig richting de klanten als dienstverlener namens beide waterschappen. Onder de uitvoering van de belastingheffing wordt verstaan het integraal opleggen en innen van waterschapsheffingen ten behoeve van het Waterschap Roer en Overmaas en Waterschap Peel en Maasvallei. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de volgende elementen: kwaliteit en volledigheid van de op te leggen heffing, tijdigheid van de invordering, klantgerichtheid, kwaliteit en zorgvuldigheid richting belastingplichtigen en het voeren van een heffing- en invorderingsproces op een transparante en betrouwbare wijze tegen zo laag mogelijke kosten. Waterschap Roer en Overmaas 15

Wat doen we ervoor Bestuur Het zodanig faciliteren van het bestuur dat uitvoering van het bestuursprogramma volgens planning verloopt. Communicatie In 2011 houden wij een hernieuwd imago-onderzoek. In de aanloop daarnaar richten wij ons specifieker op de doelgroepen. In het bijzonder jongeren worden met eigentijdse middelen opgezocht (scholen, hyves, website). Ook zal er een educatief programma voor het voortgezet onderwijs worden ontwikkeld. Bij het voorbereiden en uitvoeren van projecten wordt steeds meer de dialoog aangegaan met belanghebbenden. Ook worden uitnodigende werkvormen gehanteerd. Het waterschap participeert in landelijke benchmarks, verricht rechtmatigheidsonderzoek, legt publiek verantwoording af en verricht doelmatigheidsonderzoek. Belastingheffing Implementatie Programma Stroomlijning Basisgegevens (2010). Aandacht voor ontwikkeling kwaliteitsbeheer en bewaking. Samenwerkingsmogelijkheden blijvend volgen. Wat mag het kosten Programma bestuur, externe communicatie en belastingen 2010 2011 2012 2013 2014 Kosten 1.140 1.149 1.167 1.254 1.277 Opbrengsten 21 25 26 26 26 Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten 1.119 1.124 1.141 1.228 1.251 Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg 6.617 6.749 6.884 7.022 7.163 Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen 800 800 742 599 201 Personeelskosten 699 720 740 761 783 Overige kosten 413 417 428 429 433 Netto kosten programma bestuur, externe communicatie en belastingen 9.648 9.810 9.935 10.039 9.831 Welk investeringsniveau is hiermee gemoeid Netto investeringsvolume 2010 2011 2012 2013 2014 Programma Bestuur, externe communicatie en belastingen - - 750 - - 16 Meerjarenraming 2010-2014

4.7 Programma Bedrijfsvoering Programma-inhoud Dit programma bevat alle activiteiten die erop gericht zijn om de organisatie te ondersteunen bij het realiseren van de bestuurlijke doelstellingen. Naast de financiële administratie en de voorbereiding van de producten uit de planning en control cyclus vallen hier alle beleidsaspecten onder die gemoeid zijn met o.a. de huisvesting, informatiebeleid en automatisering, juridische, personele en facilitaire aangelegenheden. Wat willen we bereiken De bedrijfsvoering binnen onze organisatie is gericht op het ondersteunen van de werking van de primaire processen, de realisatie van bestuurlijke doelstellingen en de sturing van de organisatie. Het voortdurende streven is om ons te ontwikkelen tot een professionele partner voor onze omgeving. Dit betekent een organisatie die haar werkprocessen integraal beheerst en gericht is op interne en externe samenwerking en ondersteuning. Begrippen als efficiënt, effectief en rechtmatig zijn dan ook in dit streven een vanzelfsprekendheid. De ISO certificering stimuleert ons om de geleverde prestaties op een hoog niveau te continueren. Wat doen we ervoor Personeel en organisatie De ambtelijke organisatie blijft zich doorontwikkelen. De wensbeelden van een efficiënte, kwalitatief hoogwaardige organisatie die flexibel inspeelt op maatschappelijke veranderingen en bestuurlijke prioriteiten vragen voortdurend aandacht. De inspanningen zijn de komende jaren gericht op het ontwikkelen van de organisatie en kwaliteiten van medewerkers om te kunnen blijven voldoen aan de eisen die de omgeving aan het waterschap stelt. Hiervoor worden naast de reguliere werkzaamheden in de periode 2010-2014 de volgende stappen ondernomen: De invoering van een nieuwe beloning- en beoordelingsystematiek. Het ontwikkelen van een opleidingsbeleid en een plan. De ontwikkeling van mobiliteitsbeleid. Het ontwikkelen van een leeftijdsbewust personeelsbeleid. Financiën Doorontwikkeling van de planning- en control cyclus, anders omgaan met informatie. Meegaan met de veranderingen die zich voordoen en zijn opgelegd door interne en externe regelgeving zijn aandachtspunten. Als gevolg van de herziening van de Waterschapswet en de Regeling Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen, die hier onderdeel van uitmaakt, heeft in 2009 de programmabegroting en de nieuwe financieringsstructuur zijn intrede gedaan. Dit is een proces dat hiermee niet is afgerond. Zo verandert de jaarrekening 2009 die wordt opgemaakt in 2010 qua opzet. Het denken en handelen op hoofdlijnen en in programma s brengt zowel voor het bestuur als de organisatie een veranderende werkwijze met zich mee. Verder staan voor de komende jaren nog een aantal specifieke taken op de rol: Verdere optimalisatie rechtmatigheid (2010). Herziening nota vaste activa 2008 (2012). Herziening nota reservebeleid 2008 (2012). Herziening kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2009 (2013). Waterschap Roer en Overmaas 17

Informatiebeleid en automatisering E-mail en internet zijn niet meer weg te denken als communicatie- en informatiemedia in onze huidige samenleving. Digitalisering van de maatschappij en de eis dat de diensten digitaal dienen te worden aangeboden hebben hun weerslag op het informatie- en automatiseringsbeleid van ons waterschap. In het kader van het programma e-overheid dienen de diverse overheidsinstanties over te gaan tot vergaande digitalisering en automatisering van hun werkprocessen. Ook aan ons waterschap gaat dit niet voorbij. Om het geheel van deze steeds groeiende digitale informatievoorziening in de lucht te houden is een steeds complexere en groeiende ICT infrastructuur noodzakelijk. Aangezien de digitale informatievoorziening nagenoeg continue beschikbaar moet zijn is een adequaat beheer van de ICT infrastructuur een must. Zowel de interne als externe klanten hebben een verwachtingspatroon dat hoog is. Het niet beschikbaar zijn van informatiesystemen betekend niet alleen negatieve publiciteit maar kost ook geld omdat de bedrijfsvoering nagenoeg geheel afhankelijk is van de beschikbaarheid van de ICT infrastructuur, met alle hierop geïmplementeerde informatiesystemen. Uitval is dan ook uit den boze. Om meer grip te krijgen op de impact van veranderingen op bedrijfsprocessen, informatievoorziening en de ICT infrastructuur is hebben van een up-to-date business-, informatie- en technische architectuur onontbeerlijk. Aan de informatisering- en automatiseringsbehoefte wordt richting gegeven door een meerjaren beleidsplan informatievoorziening en automatisering met een looptijd van 5 jaar. Uitvoering vindt plaats op basis van een activiteitenplan informatievoorziening en automatisering dat een kortere periode heeft, ca. 3 jaar. Jaarlijks wordt dit plan bijgesteld op basis van ontwikkelingen in de markt, ontwikkelingen die voortkomen uit de activiteiten van Het Waterschapshuis en interne ontwikkelingen bij het waterschap. Samengevat worden in 2010-2014 de volgende taken uitgevoerd: Opstellen beleidsplan informatievoorziening en automatisering 2010-2014. Opstellen activiteitenplan 2010-2012. Uitvoering geven aan activiteitenplan 2010-2012. Uitvoering geven aan het programma e-overheid. Het opstellen van een business-, informatie- en technische architectuur. Facilitaire aangelegenheden Ook op het gebied van huisvesting en facilitaire zaken dient doelmatig en doeltreffend te worden geopereerd. De zorg voor een goede huisvesting en het verantwoord faciliteren naar het bestuur en de medewerkers toe is een vanzelfsprekendheid. De digitale informatievoorziening en digitalisering van documenten wordt binnen de organisatie verder doorontwikkeld en uitgevoerd. Het gebruik ten behoeve van het personeel, bestuur en publiek wordt verfijnd. Ook worden gebruiksmogelijkheden voor gebruik in de loodsen en ten behoeve van telewerken ontwikkeld. Het is noodzakelijk om gebruik te maken van een uniforme mappenstructuur waardoor de toegankelijkheid van digitaal opgeslagen documenten wordt vergemakkelijkt. Daarnaast doet workflowmanagement zijn intrede. Samengevat worden in 2010-2014 de volgende taken uitgevoerd: Zorg voor een goede huisvesting en het verantwoord faciliteren naar bestuur en medewerkers. Doorontwikkelen van digitale informatievoorziening en digitalisering van documenten. Doorontwikkelen van workflowmanagement. Juridische zaken Naleving van de wet- en regelgeving is een belangrijk onderwerp. Risico s, claims en procedures kunnen hierdoor worden beheerst, c.q. worden voorkomen. Het steeds meer opkomen van de ingezetenen van het waterschap voor hun rechten betekent dat de juridische aspecten aan belangrijkheid toenemen. 18 Meerjarenraming 2010-2014

Naast de reguliere zaken staan in de periode 2010-2014 nog een aantal specifieke taken op de rol: Implementatie van de Waterwet. De effecten van inwerkingtreding van de gewijzigde Waterschapswet. Voorbereiding verkiezingen 2012. Geografische informatievoorziening Het gebruik van geografische informatievoorziening door de primaire afdelingen neemt aan belangrijkheid toe. Een verdere optimalisatie en benadering van de informatie is dan ook een must. De nieuwe geografische gegevens worden in het Geodatawarehouse eenduidig en volgens de geldende standaarden opgeslagen en beheerd. In 2009 wordt fase 1 van de implementatie van het Integraal Resultaatgericht Informatie Systeem (IRIS) afgerond. IRIS is een gemeenschappelijke ICT-applicatie die grote delen van het primaire proces bij waterschappen ondersteunt. IRIS is het product van het samenwerkingsverband tussen alle waterschappen. Omdat één systeem gebruikt wordt, wordt uitwisseling tussen waterschappen onderling en met andere overheden makkelijker. In de periode 2010-2013 vindt de doorgroeifase van IRIS, fase 2, plaats. Hierin worden de in fase 1 gekozen oplossing voor het landmeetkundig inwinningsysteem en mobiele GIS-toepassingen geïmplementeerd. Ook wordt onderzoek uitgevoerd naar de noodzaak/ mogelijkheden en waar mogelijk de implementatie van verdere relevante oplossingen als authentieke basisregistratie, vergunningenloket, toetsing ruimtelijke plannen, maai- en groenbeheersysteem en baggermodule. Nieuwe relevante ontwikkelingen worden hierin meegenomen. Het Geodatawarehouse en IRIS zorgen voor de beschikbaarheid van de geografische informatie. Om de kwaliteit van de geografische informatie te verbeteren is in 2008 een kwaliteitsonderzoek Geodata uitgevoerd. In 2009-2014 wordt de kwaliteit van de Geodata daadwerkelijk op orde gebracht. Het op orde houden van de kwaliteit (traject gestart in 2009) is een continu proces. Samengevat staan in de periode 2010-2014 de volgende zaken op de planning Optimaliseren Geodata. IRIS fase 2. Buitendienst Bij de buitendienst van het waterschap zal ook de komende jaren nog extra aandacht uitgaan naar het verder op orde brengen van de interne bedrijfsvoering. Binnen het project bedrijfsvoering buitendienst zullen onderhoudsconcepten worden opgesteld en de relevante onderhoudskengetallen worden geborgd via een geautomatiseerd onderhoudsbeheerssysteem. Verder zal in de komende periode nader onderzoek worden gedaan voor realisatie van de herhuisvesting van de buitendienst. Waterschap Roer en Overmaas 19

Wat mag het kosten Programma bedrijfsvoering 2010 2011 2012 2013 2014 Kosten 22.907 23.068 23.721 24.046 24.138 Opbrengsten 642 648 652 658 664 Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten 22.265 22.420 23.069 23.388 23.474 Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg - - - - - Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen 897 840 867 814 766 Personeelskosten 5.576 5.744 5.902 6.070 6.240 Overige kosten 3.803 3.840 3.928 3.951 3.977 Naar programma's: Rente en afschrijvingen 10.505-10.314-10.653-10.650-10.405- Personeelskosten 13.769-14.182-14.573-14.986-15.407- Overige kosten 8.267-8.348-8.540-8.587-8.645- Netto kosten programma bedrijfsvoering - - - - - Welk investeringsniveau is hiermee gemoeid Netto investeringsvolume 2010 2011 2012 2013 2014 Programma Bedrijfsvoering 1.400 300 300 300 300 Huisvesting buitendienst 1.700 2.000 - - - 20 Meerjarenraming 2010-2014

5 Dekkingsplan 5.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt weergegeven hoe de netto kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van het programmatotaal voor de meerjarenperiode gedekt kunnen worden. In dit dekkingsplan is niet alleen gekeken naar de ontwikkeling van de waterschapslasten maar is ook nadrukkelijk gekeken naar een verantwoorde inzet van de egalisatiereserves voor tariefsegalisatie. Dit is een lijn die met ingang van de begroting 2009 is ingezet en zal worden gecontinueerd voor de meerjarenperiode 2010-2014. Alvorens hierop wordt teruggekomen wordt eerst nog even ingezoomd op de nieuwe financieringsstructuur en de jaarrekening 2008. Nieuwe financieringsstructuur In verband met de Wet modernisering waterschapsbestel is de financieringsstructuur met ingang van 2009 aanzienlijke veranderd. In het nieuwe systeem is sprake van twee heffingen, te weten de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing. Hierdoor hebben in 2009 binnen de diverse belastingcategorieën diverse verschuivingen plaatsgevonden. De kosten van het watersysteembeheer worden betaald door inwoners en de eigenaren van gebouwde, ongebouwde onroerende zaken en natuurterreinen. De zuiveringsheffing is toegespitst op de kosten van de zuivering, het transport van afvalwater en de verwerking van het zuiveringsslib. Dit betekent dat kosten die in het watersysteem worden gemaakt (zoals o.a. integraal waterbeheer, monitoring en sanering van verontreinigde waterbodems) via het watersysteem worden bekostigd. De kosten van het zuiveringsbeheer worden betaald door de huishoudens en bedrijven op basis van het aantal vervuilingseenheden. In verband met de nieuwe financieringsstructuur is op 24 november 2009 de kostentoedelingsverordening watersysteembeheer 2009 vastgesteld. De impact van een kostentoedelingsverordening is aanzienlijk. Eenmaal op de 5 jaar dient deze verordening te worden herzien. Jaarrekening 2008 De jaarrekening 2008 is afgesloten met een positief saldo van 1.520.708. Waterschap Roer en Overmaas 21

5.2 Opbrengstontwikkeling waterschapslasten 2010-2014 Doordat het dienstjaar 2008, evenals 2007, positief is afgesloten zou vanuit deze gedachte een (zeer) beperkte opbrengststijging binnen de lijn der verwachting liggen. Wat is echter financieel verantwoord? Niet alleen kijkend naar 2010 maar ook naar de meerjarenraming. Uitkomsten programmatotaal De uitkomsten van het programmatotaal, te weten de netto kosten (uitgaven minus inkomsten) vormen de basis voor de door de belastingopbrengsten te dekken kosten. Op basis van de netto kosten van het programmatotaal ziet dit er als volgt uit. Omschrijving 2010 2011 2012 2013 2014 netto kosten ( x 1.000 ) 79.755 81.072 82.594 83.640 84.944 toename absoluut (2009 was 78.074) 1.681 1.317 1.522 1.046 1.304 toename procentueel 2,2% 1,7% 1,9% 1,3% 1,6% In de notitie technische uitgangspunten begroting 2010 en meerjarenraming 2010-2014 is uitgegaan van een loonstijging van 2% en toename van de inflatie met 2%. De stijging van de netto kosten in 2010 ten opzichte van 2009 valt op basis van de huidige inzichten slechts marginaal hoger uit dan de gehanteerde uitgangspunten en bedraagt 2,2%. Op hoofdlijnen kan de toename van de netto kosten in 2010 met bijna 1,7 miljoen als volgt worden verklaard. De kapitaallasten, te weten rente en afschrijving, nemen toe met 383.000. Dit wordt veroorzaakt doordat de afschrijvingskosten die gemoeid zijn met het reguliere investeringsniveau hoger zijn dan de jaarlijks vrijval. Verder is gelet op de positieve liquiditeitspositie van het waterschap sinds 2006 geen langlopende geldlening meer afgesloten. Dit is uiteraard een situatie die niet blijvend is. De rentelasten zullen vanaf 2010 dan ook weer toenemen. Doordat de positieve liquiditeitspositie op de weg terug is, in combinatie met de gedaalde korte rente die een gevolg is zijn van de wereldwijde financiële crisis, daalt de opbrengst rente rekeningcourant in 2010 met 337.000. De personeelslasten (inclusief bestuur) zijn in 2010 toegenomen met 194.000 ofwel 2%. Dit is conform de technische uitgangspunten begroting 2010 en meerjarenraming 2011-2014. Door de stijging van de begroting 2010 van het Waterschapsbedrijf Limburg neemt de verschuldigde bijdrage in 2010 van ons waterschap toe met 802.000. Ontwikkeling waterschapslasten (basis) Indien de netto kosten volledig worden opgevangen door de belastingopbrengsten, inclusief de effecten voor kwijtschelding en oninbaarheid, resulteert dit in de navolgende gemiddelde stijgingspercentages van de opbrengst waterschapslasten. Het gemiddelde stijgingspercentage betreft het gewogen gemiddelde van het stijgingspercentage van de watersysteem- en de zuiveringsheffing. Stijgingspercentages 2010 2011 2012 2013 2014 Gemiddeld stijgingspercentage opbrengst waterschapslasten 5,0% 1,7% 2,0% 1,5% 1,5% 22 Meerjarenraming 2010-2014