EXAMEN ROOKGASREINIGING

Vergelijkbare documenten
Vraag 1: Wat wordt in het periodiek systeem onder perioden verstaan?

Op onderstaande afbeelding is een zogenaamd stookdiagram weergegeven.wat stellen de lijnen 1-4 en 1-9 voor?

universele gasconstante: R = 8,314 J K -1 mol -1 Avogadroconstante: N A = 6,022 x mol -1 normomstandigheden:

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Eindexamen scheikunde havo I

OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 21 juli 2017

Opgaven zuurgraad (ph) berekenen. ph = -log [H + ] poh = -log [OH - ] [H + ] = 10 -ph [OH - ] = 10 -poh. ph = 14 poh poh = 14 ph ph + poh = 14

34 ste Vlaamse Chemie Olympiade

3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I

Mens erger je niet: chemistry edition

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE

7.0 Enkele belangrijke groepen van verbindingen

Eindexamen scheikunde havo 2002-I

Cursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN Relatieve Atoommassa (A r)


Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

ßCalciumChloride oplossing

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

De waterconstante en de ph

Eindexamen scheikunde havo 2004-I

Wet van Behoud van Massa

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

5 Water, het begrip ph

OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN

Stoffen, structuur en bindingen

Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.

Scheikunde Vraag 1. Vraag 1: <A> <B> <C> <D>

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 18 april 2017

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Eindexamen havo scheikunde II

Augustus geel Chemie Vraag 1

Oefenopgaven ZUREN en BASEN havo

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

Voorkennis chemie voor 1 Ba Geografie

Definitie. In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden.

PbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl

Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 mei 2015

Oefenvraagstukken 5 HAVO Hoofdstuk 13 Antwoordmodel

Elementen; atomen en moleculen

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

EXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven

Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Hoofdstuk 3: Zuren en basen

Rekenen aan reacties (de mol)

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding

1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen.

Het spel: Rad van Fortuin

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan:

Ar(C) = 12,0 u / 1 u = 12,0 Voor berekeningen ronden we de atoommassa s meestal eerst af tot op 1 decimaal. Voorbeelden. H 1,0 u 1,0.

Atoommodel van Rutherford

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013

Hoofdstuk 12 Zuren en basen

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES

Wat zijn anorganische of minerale stoffen? In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen?

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Extra oefenopgaven. Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008

Oplossingen Scheikunde van 2001

Eindexamen scheikunde vwo II

Eindexamen scheikunde havo 2001-I

ANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

Rekenen aan reacties 3. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2004-I

Chemie 4: Atoommodellen

Een reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?

IM4--14 ONDERWIJS IN 1 MAV04. Maandag 17 mei, uur. NATUUR- EN SCHEIKUNDE H (Scheikunde) OPEN VRAGEN

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten

Frank Povel. a1. De twee factoren zijn: 1. er moeten geladen deeltjes zijn; 2. de geladen deeltjes moeten zich kunnen verplaatsen.

scheikunde vwo 2017-II

EXAMEN STOOMTURBINES EPT (nr 120)

Daar alle benodigde gegevens in de opgaven vermeld zijn, behoeft het tabellenboekje in DEZE toets niet gebruikt te worden, maar het mag wel.

29ste VLAAMSE CHEMIE OLYMPIADE EERSTE RONDE

Hoofdstuk 14: Zuur-Base

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-I

Vraag 1 : Beschrijf het verschil tussen een atoom en een molecule.

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Eindexamen vmbo gl/tl nask I

Transcriptie:

EXMEN ROOKGSREINIGING (nr 102) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- atum : 10 april 2007 Tijdsduur : 2 uur Tijd : 10.00 12.00 uur antal vragen : 34 Vraag 1: Wat wordt in het periodiek systeem onder GROEPEN verstaan? Horizontale groepering van elementen die allemaal evenveel elektronen in hun buitenste schil hebben. Horizontale groepering van elementen die allemaal evenveel elektronenschillen bevatten. Verticale groepering van elementen die allemaal evenveel elektronenschillen bevatten. Verticale groepering van elementen die allemaal evenveel elektronen in hun buitenste schil hebben. Vraag 2: Hoe wordt groep IIa ook wel genoemd? ardalkalimetalen Metalen lkalimetalen Niet metalen Vraag 3: In welke eenheid wordt massa percentage uitgedrukt? mol / liter gram / liter gram / 100 gram oplossing mol / liter oplossing Vraag 4: Maak onderstaande vergelijking kloppend: MgOH + H 2 SO 3 MgSO 3 + H 2 O Mg(OH) 2 + H 2 SO 3 Mg SO 3 + 2H 2 O 2MgOH + 3H 2 SO 3 MgSO 4 + 2H 2 O Mg(OH) 2 + H 2 SO 3 2MgSO 3 + 2H 2 O 2MgOH 3 + H 2 SO 3 Mg 2 SO 4 + 4H 2 O 1

Vraag 5: Wat wordt verstaan onder amfotere oxiden? it zijn zogenaamde zuurvormende oxiden. it zijn oxiden die zich onder bepaalde omstandigheden als een zuurvormend oxide gedragen en onder andere omstandigheden zich gedragen als een base vormend oxide. it zijn oxiden die niet met water reageren. it zijn oxiden die bij hoge temperaturen altijd een zuurvormend oxide vormen. Vraag 6: Welke van onderstaande verbindingen is een elektrovalente binding? O 2 Na 2 S O 2 H 6 Vraag 7: Wat verstaan we onder de oronaspanning bij een Elektrostatische Vliegasafvanger, ook wel E-Filter genoemd: e gemiddelde spanning tijdens bedrijf e maximaal optredende spanning tijdens bedrijf e spanning waarbij de elektronenstroom op het punt staat over te springen van sproei-elektrode naar de verzamelelektrode e hoogte van de wisselspanning die aangelegd is om het E-Filter te voeden Vraag 8: Om welke reden is er in een katalytische reductie altijd Wolffraamoxide verwerkt? Om te voorkomen dat NH 3 overgaat tot NO x Om P/F s te vernietigen Om te voorkomen dat SO 2 overgaat in SO 3 ntwoord a en b zijn juist Vraag 9: Indien bij een SR installatie de rookgastemperatuur lager wordt dan de minimale voorgeschreven bedrijfstemperatuur, sluit de ammonia toevoerklep, dit gebeurt omdat: e kans bestaat dat het explosieve mmoniumcarbonaat wordt gevormd. e kans bestaat dat het explosieve mmoniumsulfiet wordt gevormd e kans bestaat dat het explosieve mmoniumsulfaat wordt gevormd e kans bestaat dat het explosieve mmoniumnitraat wordt gevormd 2

Vraag 10: Zie het bijgevoegde stookdiagram Wat stelt de lijn door 1 en 4 voor? it is de maximale stookwaarde waarbij net geen luchtverwarming bij moet it is de maximale doorzet it is de maximale thermische belasting van de oven it is de maximale stookwaarde waarbij net geen ondersteuningsvuur bij moet Vraag 11: Welke van onderstaande beweringen is juist? Na 2 S is niet giftig en vangt enkel 1 en 2 waardige metalen af. Na 2 S is giftig en vangt enkel 1 en 2 waardige metalen af. Na 2 S is giftig en vangt 1, 2, 3 en 4 waardige metalen af. Na 2 S is niet giftig en vangt 1, 2, 3 en 4 waardige metalen af. Vraag 12: Lage Temperatuur orrosie is na wastrappen een zeer gevreesde vorm van corrosie, deze orrosie noemt men ook wel: Zoutzuur corrosie Zwavelzuur corrosie Zwaveligzuur corrosie Geen van bovenstaande antwoorden is juist 3

Vraag 13: Wat is ongeveer het maximaal percentage NO 2 dat bij een VI uit de NO, kan worden gevormd? Meer dan 9,5 % Minder dan 3,5 % Meer dan 5,5 % Ongeveer 8,5 % Vraag 14: Wat wordt verstaan onder chemiesorptie? Het vreemde atoom/molecuul hecht zich buiten aan de vaste stof Het vreemde atoom/molecuul gaat een chemische binding aan met de vaste stof Het vreemde atoom/molecuul zet zich binnenin de vaste stof af Het vreemde atoom/molecuul wordt door de vaste stof vernietigd Vraag 15: Hot spots in actieve kool filters laten zich opsporen doordat: e rookgassen na het filter plotseling in temperatuur stijgen Het O percentage in rookgassen na het filter plotseling toeneemt Het rendement van het filter plotseling af neemt Het O percentage en de temperatuur van de rookgassen na het filter plotseling toenemen Vraag 16: Wanneer ontstaat koude O? eze ontstaat bij voldoende zuurstof en een te lage verbrandingstemperatuur eze ontstaat bij voldoende zuurstof en een juiste verbrandingstemperatuur eze ontstaat bij gebrek aan zuurstof en een te lage verbrandingstemperatuur eze ontstaat bij gebrek aan zuurstof en een juiste verbrandingstemperatuur Vraag 17: Onder SOx worden door de vergunningverlener de volgende stoffen verstaan. lle zwavelverbindingen HSO 3, SO 3 en SO 4 SO 2 en SO 3 SO 3 en SO 4 4

Vraag 18: Wat is de juiste vergelijking als we het hebben over de vorming van NOx N 2 + O 2 NO +N isn + O isn N 2 + O 2 2NO N + O isw NO N 2 + O isw NO + N isw Vraag 19: Wat wordt bij doekenfilters verstaan onder de afkorting R Hiermee wordt de verhouding aangegeven tussen het debiet van het draaggas en het bruto oppervlak van het filter Hiermee wordt de verhouding aangegeven tussen het debiet van het draaggas en het netto oppervlak van het filter Hiermee wordt de verhouding aangegeven tussen de snelheid van het draaggas en het bruto oppervlak van het filter Hiermee wordt de verhouding aangegeven tussen de snelheid van het draaggas en het netto oppervlak van het filter Vraag 20: ij ctieve kool filters berust de afvangst van kwik op: Uitsluitend door middel van chemiesorptie Uitsluitend door middel van physisorptie Eerst door physisorptie gevolgd door chemiesorptie Geen van bovenstaande beweringen is juist Vraag 21: Wat is de invloed van de temperatuur op de afvangst van Kwik in de zure wastrap? e temperatuur heeft geen enkele invloed op de afvangst van Kwik Hoe hoger de temperatuur hoe beter de afvangst van Kwik Hoe lager de temperatuur hoe beter de afvangst van Kwik e temperatuur heeft enkel invloed op de afvangst van Kwik als er Hgl 2 gevormd wordt 5

Vraag 22: Vanaf welke maximale dichtheid moet een neutrale wastrap beter niet bedreven te worden? Vanaf 1150 kg/m 3 en hoger Vanaf 1050 kg/m 3 en hoger Vanaf 1130 kg/m 3 en hoger Vanaf 1120 kg/m 3 en hoger Vraag 23: * Gegeven is de vergelijking voor de werking van een wastrap: N = K ( ) Voor vl * ook wel de evenwichtsconcentratie in de vloeistoffase genoemd geldt: vl vl vl * vl is afhankelijk van temperatuur en druk, door verlaging van temperatuur en verhoging van druk wordt * vl over het algemeen verhoogd * vl is afhankelijk van temperatuur en druk, door verhoging van temperatuur en verlaging van druk wordt * vl over het algemeen verhoogd * vl is afhankelijk van temperatuur en druk, door verlaging van temperatuur en verlaging van druk wordt * vl over het algemeen verhoogd * vl is afhankelijk van temperatuur en druk, door verhoging van temperatuur en verhoging van druk wordt * vl over het algemeen verhoogd Vraag 24: ls a(oh) 2 aan een zure wastrap toegevoegd wordt, is de kans aanwezig dat er scaling gevormd wordt. ij welke ph begint de kalk zich af te zetten? Vanaf ph 1,12 Vanaf ph 1,5 Vanaf ph 1 Vanaf ph 0,5 6

Vraag 25: Welke van onderstaande vergelijkingen stelt de vorming van Prompt NOx voor O isn + N 2 NO + N isn N + OH - NO + H + N + H 2 HN + H 2NO + O 2 2NO 2 Vraag 26: In welk temperatuurtraject worden voornamelijk furanen gevormd van 500 tot 250 van 500 tot 350 van 350 tot 250 van 650 tot 500 Vraag 27: Wat zijn de kritische temperaturen met betrekking tot de vorming van dioxinen 500 en 250 470 en 350 360 en 250 Er zijn geen kritische temperaturen met betrekking tot de vorming van dioxines. Vraag 28: ioxinen en furanen noemt men persistente stoffen, wat wil dit zeggen Het zijn zeer stabiele stoffen Het zijn zuurminnende stoffen Het zijn vetminnende stoffen Het zijn waterminnende stoffen Vraag 29: Wat verstaat u onder een sol Een sol is een oplossing van metaalionen Een sol is een oplossing van colloïdale deeltjes Een sol is een oplossing van zuren Een sol is een oplossing van coagulanten 7

Vraag 30: Wat wordt verstaan onder Flocculatie Flocculatie is het neerslaan van deeltjes Flocculatie is het laten ontstaan van kleine vlokjes Flocculatie is het samenklonteren van kleinere deeltjes tot macromoleculen Flocculatie is het vormen van hydroxiden uit metaalionen Vraag 31: Uit metingen blijkt dat het rookgasdebiet na de Quench 101777 Nm 3 /uur bedraagt. Verder is berekend dat de hoeveelheid waterdamp in de rookgassen 25953,135 Nm 3 /uur bedraagt. e absolute druk van het rookgas bedraagt: 980,39 millibar (0,098039 MPa). Gevraagd: ereken de theoretische temperatuur van de rookgassen na de Quench. 59 º 58 º 64 º 65 º Vraag 32: Welke onderstaande vergelijking stelt het zogenaamde eacon evenwicht voor 4Hl + O 2 2l 2 + 2H 2 O Hl + NaOH Nal + H 2 O 2Hl + a(oh) 2 al 2 + 2H 2 O Hl H + + l - Vraag 33: Wat is het wezenlijke verschil tussen dioxinen en furanen Een dioxine bevat één zuurstofatoom, een furaan twee Een furaan bevat één zuurstofatoom, een dioxine twee Een furaan heeft op plaats 2, 3, 7 en 8 een chlooratoom, een dioxine niet Een dioxine heeft op plaats 2, 3, 7 en 8 een chlooratoom, een furaan niet 8

Vraag 34: e definitie van dioxinen luidt Een dioxine is opgebouwd uit twee tolueen moleculen, die verbonden zijn door twee zuurstofatomen en waarbij minimaal op plaats 2, 3, 7 en 8 een chlooratoom aanwezig is. Een dioxine is opgebouwd uit twee tolueen moleculen, die verbonden zijn door één zuurstofatoom en waarbij minimaal op plaats 2, 3, 7 en 8 een chlooratoom aanwezig is Een dioxine is opgebouwd uit twee benzeen moleculen, die verbonden zijn door twee zuurstofatomen en waarbij minimaal op plaats 2, 3, 7 en 8 een chlooratoom aanwezig is. Een dioxine is opgebouwd uit twee benzeen moleculen, die verbonden zijn door één zuurstofatoom en waarbij minimaal op plaats 2, 3, 7 en 8 een chlooratoom aanwezig is. 9