HET TOEWIJZEN, WIJZIGEN EN OPHEFFEN VAN DE VERPLICHTE

Vergelijkbare documenten
Hoe gebeurt de toewijzing van een asielzoeker door de Dispatching?

FAQ. Opheffing op vrijwillige basis van de code 207. Fedasil, Dienst Voorbereiding Opvangbeleid >> augustus ²² Thema s:

Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur

(Nieuwe) asielzoekers zonder toewijzing opvangstructuur

Procedure begeleidingstraject - nieuwe aanvragen

Werken en verblijf in een LOI: combinatie recht op materiële opvang en een loon

Betreft : Gevolgen voor het recht op maatschappelijke dienstverlening van de opheffing van code 207 «opvangstructuur» op vrijwillige basis

DE OPVANGWET TOEGELICHT VOOR OCMW S

Bevoegdheid bij het verlaten van een opvangstructuur

NOTA VRIJWILLIGE OPHEFFING CODE 207 OS Instructie Fedasil vrijwillige opheffing van de code 207 opvangstructuur

PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING EN SOCIALE ECONOMIE 20 FEBRUARI 2008

Werken en verblijf in een LOI: combinatie recht op materiële opvang en een loon

Materiële hulp voor kinderen die illegaal verblijven

RECHT OP MATERIËLE OPVANG

Omzendbrief betreffende de verblijfsregularisatie om medische redenen en de invloed daarvan op het recht op maatschappelijke dienstverlening

PROVINCIE WEST-VLAANDEREN ARRONDISSEMENT VEURNE OCMW DE PANNE UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN HET OCMW.

Omzendbrief betreffende de nieuwe asielprocedure en zijn gevolgen voor de maatschappelijke dienstverlening.

Informatieve Nota Maatregelen Fedasil Overbezetting Opvangnetwerk Asielzoekers

PROCEDURE 23/07/2015: Overgang NBMV. Om toegewezen te worden aan een individuele opvangstructuur, moet de NBMV (cumulatieve voorwaarden) :

fedasil FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE OPVANG VAN ASIELZOEKERS

Informatieve Nota Spreidingsplan en Overbezetting Opvangnetwerk

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 21 oktober

Opvang in begeleide autonomie voor NBBM, georganiseerd door een opvangpartner. Algemene principes voor de derde opvangfase.

TYPEFORMULIER Regularisatieaanvraag

AANVRAAG TOT WIJZIGING / OPHEFFING 1 VAN DE VERPLICHTE PLAATS VAN INSCHRIJVING. Telefoon: Fax:

Nota VVSG van 17 augustus Inhoudstafel. Inleiding

FAQ Einde recht op materiële hulp Verlengingen artikel 7 Overgang naar financiële steun

MAANDRAPPORT - oktober 2016

FAQ Programma voor de hervestiging van vluchtelingen. De OCMW s als partners bij de hervestiging van vluchtelingen

Opvang van illegale families met kinderen

PROGRAMMA 2016 VOOR DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN. DE OCMW S ALS PARTNERS BIJ DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN: FAQ

Instructies Fedasil 6 april 2010 verlengd recht op opvang en verlaten opvangstructuur

Dienst uw brief van uw kenmerk Ons kenmerk datum Bijlage(n)

Instructies Fedasil gewijzigde Opvangwet

Instructies Fedasil gewijzigde Opvangwet

Asiel in België Aangepaste opvang. Directeur Beleidsondersteuning, Fanny François

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 16 juni 2017

Attest van Immatriculatie

WEGWIJS IN. medische hulp. Versie januari 2017 Medische hulp

4Fiche. tzitemzo... als je een minderjarige vreemdeling bent in België. Opvang van minderjarige vreemdelingen.

I. Opvolging van de beslissing tot verwijdering genomen door de Minister of zijn gemachtigde.

European Migration Network

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 13 oktober 2017

PROGRAMMA 2015 VOOR DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN. DE OCMW S ALS PARTNERS BIJ DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN: FAQ

Versie juli 2015 Maatschappelijke dienstverlening WEGWIJS IN. maatschappelijke dienstverlening

Wat verandert in 2010 aan de opvang van asielzoekers?

Versie november 2015 Beroepsprocedure. WEGWIJS IN het beroep tegen een OCMW-beslissing

Welkom! infoavond Zedelgem

Dringende medische hulpverlening

REGLEMENT: HUISHOUDELIJK REGLEMENT BETREFFENDE DRINGENDE MEDISCHE KOSTEN VOOR PERSONEN DIE ILLEGAAL OP HET GRONDGEBIED VERBLIJVEN

RECHT OP ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING (= ZIV) VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING

PROGRAMMA 2016 VOOR DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN. DE OCMW S ALS PARTNERS BIJ DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN: FAQ

MAANDRAPPORT - april 2017

Mevrouw de Voorzitster, Mijnheer de Voorzitter,

WEGWIJS IN. medische hulp. Versie november 2015 Medische hulp

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

Tegemoetkoming in de huisvestingskosten voor asielzoekers

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Dienst Ons kenmerk datum Bijlage(n) OCMW Wetgeving november

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

PROGRAMMA 2014 VOOR DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN. DE OCMW S ALS PARTNERS BIJ DE HERVESTIGING VAN VLUCHTELINGEN: FAQ

Financiële steun equivalent aan het leefloon

KLIK OM DE STIJL TE BEWERKEN. Winter

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Steun van het OCMW. Voorwaarden die recht geven op een equivalent van het leefloon:

Netwerkdag Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Erkende vluchtelingen en huisvesting

Uitgeprocedeerde asielzoekers in beroep bij de Raad van State : aflevering van attesten door de Raad van State.


VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

ALGEMEEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT BETREFFENDE DE UITBATING VAN DE LOKALE OPVANGINITIATIEVEN DOOR HET OCMW BOORTMEERBEEK

4. Wat zijn de rechten en plichten van een asielzoeker in België?

Inhoud 1. Hoofdstuk 1: Kort verblijf, lang verblijf en vestiging Kort verblijf Lang verblijf Vestiging 11

Bijlage bij het rapport Fase I Studie Kwetsbare personen met specifieke opvangnoden. Synthese van de voornaamste vaststellingen.

Rolnummer Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

Monitoring asiel: profiel asielzoekers in het opvangnetwerk van Fedasil op 31 maart 2016

Gelet op de herwerkte aanvraag van FAMIFED, ontvangen op 26/02/2018;

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Instructie m.b.t. de toepassing van het oude artikel 9,3 en het artikel 9bis van de vreemdelingenwet.

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

Transcriptie:

HET TOEWIJZEN, WIJZIGEN EN OPHEFFEN VAN DE VERPLICHTE PLAATS VAN INSCHRIJVING (CODE 207) In deze nota gaan we in op de mogelijke toewijzing aan een opvangstructuur versus een OCMW, de criteria die de Dispatching gebruikt bij de toewijzing, het wijzigen van de toewijzing en de opheffing van de toewijzing. Voor meer informatie over de Opvangwet verwijzen we naar de andere teksten beschikbaar op www.vvsg.be en het losbladig handboek Lokale besturen en Vreemdelingen, uitgegeven door Politeia VVSG. 1. De toewijzing van een opvangstructuur of OCMW - Instructies van 24 oktober 2007 ter attentie van de verantwoordelijken van de opvangstructuren voor asielzoekers van 24 oktober 2007 betreffende de toewijzing, de wijziging en de opheffing van de verplichte plaats van inschrijving en het bijgevoegde typeformulier, http://www.inforum.be/uhtbin/docno/ 223799 Tijdens de asielprocedure wordt de asielzoeker aan een opvangstructuur toegewezen (art. 11 1 Opvangwet). Tijdelijk ontheemde vreemdelingen worden meteen aan een OCMW toegewezen (art. 11 2 Opvangwet). De toewijzing moet zo aangepast mogelijk zijn aan de behoeften van de asielzoeker of andere begunstigde van de opvang. Daarbij wordt rekening gehouden met de beschikbare opvangplaatsen en het spreidingsplan. Het aangepaste karakter van de toewijzing wordt na 30 dagen geëvalueerd. De toewijzing kan altijd gewijzigd worden om beter aangepast te zijn, bijvoorbeeld om medische redenen (art. 11 3 en artikel 28 Opvangwet). In bijzondere omstandigheden kan er afgezien worden van een toewijzing of kan een bestaande toewijzing opgeheven worden (art. 11 3 en art. 13 Opvangwet). Met ingang van 1 maart 2006 heeft Fedasil de bevoegdheid voor het toewijzen van de codes 207 overgenomen van de DVZ. Concreet gebeurt dit door de Dispatching. Fedasil heeft een instructie uitgewerkt om haar toewijzingsbeleid te kaderen. De Opvangwet bepaalt verder dat een koninklijk besluit de procedures moet bepalen die van toepassing zijn op de wijzigingen en de opheffingen van de verplichte plaats van inschrijving. In afwachting van dat koninklijk besluit gelden vanaf maandag 5 november 2007 de instructies van Fedasil van 24 oktober 2007 betreffende de toewijzing, de wijziging en de opheffing van de verplichte plaats van inschrijving. Alle vragen in verband met deze instructies kunnen gesteld worden aan Patrick Spinnoy of Yves Rosenbaum op het nummer 02/205 68 30 of via patrick.spinnoy@dofi.fgov.be of yves.rosenbaum@dofi.fgov.be. 1.1 de toewijzing bij het indienen van een asielaanvraag In de opvangwet vinden we twee mogelijkheden terug om een verplichte plaats van inschrijving (code 207) toe te kennen. het toewijzen, wijzigen en opheffen van de verplichte plaats van inschrijving (code 207) - S - 13 november 2007-1/13

1.1.1 wanneer en voor wie? Ten eerste zal Fedasil aan een asielzoeker een code 207 opvangstructuur toekennen op het moment van het indienen van de asielaanvraag. Asielzoeker verwijst hier enerzijds naar elke pas in het land binnengekomen vreemdeling die een asielaanvraag indient en anderzijds naar de vreemdeling die al in het land verblijft en een asielaanvraag indient nadat hij zijn verblijfsrecht verliest. Vreemdelingen die aan de grens worden tegengehouden omdat zij niet over de nodige documenten beschikken om toegang tot het grondgebied te krijgen, kunnen hun asielaanvraag aan de grens indienen maar worden dan opgevangen in een gesloten centrum. Zij krijgen pas een code 207 opvangstructuur wanneer zij tot het grondgebied worden toegelaten en het gesloten centrum kunnen verlaten. Wanneer een vreemdeling op het moment dat hij zijn asielaanvraag indient een verblijfsrecht heeft (verblijfsrecht van meer dan 3 maanden ook al is de resterende loopdtijd van dat recht op het moment van het indienen van de asielaanvraag minder dan 3 maanden), wordt er geen code 207 opvangstructuur toegekend bij het indienen van de asielaanvraag. Dat gebeurt dan pas wanneer het verblijfsrecht afloopt op voorwaarde dat de asielprocedure dan nog hangende is. Wanneer de vreemdeling een verblijfsrecht van maximaal 3 maanden (kort verblijf) heeft, voorziet de Opvangwet eigenlijk niet dat er een code 207 opvangstructuur wordt toegekend. Toch zal de Dispatching ook aan deze vreemdelingen een code 207 opvangstructuur toekennen wanneer zij tijdens dat kort verblijf een asielaanvraag indienen. Bij deze laatste groep denken we concreet aan vreemdelingen met een toeristenvisum, vreemdelingen die vrijgesteld zijn van de visumplicht en Europese onderdanen. Ten slotte blijft de code 207 opvangstructuur behouden voor uitgeprocedeerde asielzoekers die op basis van artikel 7 Opvangwet een verlengd recht op materiële opvang hebben. Ook de regeling inzake het wijzigen van de code 207 opvangstructuur is op hen van toepassing. De toegewezen opvangstructuur kan een opvangcentrum zijn, een lokaal opvanginitiatief (LOI) of een opvangplaats georganiseerd door de NGO s Vluchtelingenwerk Vlaanderen of CIRE. In toepassing van het systeem van opvang in twee fasen wordt er in eerste instantie in de regel een collectieve opvangstructuur toegewezen. Na vier maanden verblijf kan de asielzoeker dan de overplaatsing naar een individuele opvangstructuur vragen. De Opvangwet bepaalt nergens dat de eerste toewijzing een collectieve opvangstructuur moet zijn. Het is evenwel de bedoeling van Fedasil om dat zoveel mogelijk te doen. In specifieke omstandigheden kan er dus nog steeds meteen een individuele opvangstructuur toegewezen worden. Bijvoorbeeld als de collectieve opvangstructuren geen geschikte plaats zouden hebben wegens overbezetting of als er omstandigheden zijn eigen aan de asielzoeker (bijvoorbeeld een ernstige handicap) die rechtvaardigen dat er meteen een individuele opvangstructuur wordt toegewezen. Ten tweede zal Fedasil aan elke vreemdeling die het statuut tijdelijke bescherming geniet, een code 207 OCMW toekennen. Zoals gezegd onder b), dit statuut wordt momenteel niet toegekend dus voorlopig worden er geen codes 207 OCMW toegekend (er worden immers ook geen codes 207 OCMW aan asielzoekers meer toegekend). De twee bestaande mogelijkheden, toewijzing aan een opvangstructuur of aan een OCMW, blijven dus in theorie behouden. In de praktijk wordt er momenteel enkel aan opvangstructuren toegewezen. 1.1.2 recht op materiële opvang versus code 207 opvangstructuur Het recht op materiële opvang en het hebben van een code 207 opvangstructuur zijn twee van elkaar te onderscheiden regelingen. De Opvangwet bepaalt enerzijds in de artikelen 6 en 7 welke vreemdelingen recht hebben op materiële opvang en anderzijds in de artikelen 9 tot 13 hoe de toewijzingen gebeuren. Het is dus mogelijk dat een vreemdeling recht heeft op materiële opvang maar geen code 207 opvangstructuur krijgt. De materiële opvang zelf kan wel enkel in een opvangstructuur genoten worden. Deze vreemdelingen zullen dus wel in een opvangstructuur moeten verblijven indien ze hun recht op materiële opvang willen uitoefenen. Omgekeerd is het ook mogelijk dat de vreemdeling nog een code 207 opvangstructuur heeft maar geen recht meer heeft op materiële opvang. De in de Opvangwet bepaalde geldigheidsduur van de code 207 opvangstructuur (artikel 11, 1) is eigenlijk te kort want de procedure bij het toewijzen, wijzigen en opheffen van de verplichte plaats van inschrijving (code 207) - S - 13 november 2007-2/13

de Raad van State en het verlengd recht op opvang (artikel 7 Opvangwet) vallen erbuiten. Dat is een ongewenste slordigheid in de formulering van de wet. De wil van de wetgever is immers duidelijk. Tijdens de hele asielprocedure, met inbegrip van de procedure bij de Raad van State, en tijdens het verlengd recht op materiële opvang biedt de federale overheid materiële opvang aan. Het schrappen van de code 207 opvangstructuur valt bovendien ook niet automatisch samen met het verlies van het recht op materiële opvang. Ook in dat geval heeft de vreemdeling geen recht meer op materiële opvang ook al heeft hij nog zijn code 207 opvangstructuur. 1.1.3 de asielzoeker daagt niet op (no show) De toegewezen asielzoeker heeft recht op materiële opvang in de toegewezen opvangstructuur. Hij is evenwel niet verplicht om in die opvangstructuur te verblijven. Hij kan vrij kiezen waar hij gaat wonen. Indien hij ergens anders woont, noemen we deze asielzoeker een no show -asielzoeker. No show-asielzoekers hebben alleen recht op medische begeleiding door de toegewezen opvangstructuur indien het een LOI betreft of door de Cel medische kosten van Fedasil indien het een andere opvangstructuur betreft. Ongeveer 1 op 5 toegewezen asielzoekers verblijft niet in de toegewezen opvangstructuur. Het valt te verwachten dat dit aantal zal dalen met de komst van de gewijizgde asielprocedure en het nieuwe systeem van opvang van asielzoekers. Asielzoekers zullen minder lang dan vroeger (streeftermijn is maximaal één jaar) in de materiële opvang verblijven. Eén jaar is erg kort om de taal en het functioneren van de maatschappij voldoende onder de knie te krijgen en een netwerk te ontwikkelen om zelfstandig te kunnen gaan wonen. Asielzoekers die bij aankomst al een beroep kunnen doen op een netwerk kunnen natuurlijk wel nog vrij makkelijk de keuze maken om no show te worden. De aan een opvangstructuur toegewezen asielzoeker heeft drie werkdagen de tijd om zich naar die opvangstructuur te begeven. Daarna is de toewijzing niet meer geldig om effectief in dat opvangcentrum of dat LOI een plaatsje te krijgen. De opvangstructuur moet dit aan de regiomedewerker of de Dispatching melden. De Dispatching wijzigt de code 207 dan in de code 207 WSP/SPW no show. De Cel medische kosten van Fedasil is bevoegd voor de medische begeleiding vanaf de eerste toewijzing. Dus niet pas vanaf de wijziging in WSP/SPW no show. In de praktijk gebeurt het dat de centrumdirecteur of de LOI-verantwoordelijke de asielzoeker ook na drie werkdagen een plaatsje geeft, omdat er toch nog ruimte is. Om problemen te vermijden, wordt dat het best aan de regioverantwoordelijke van Fedasil gemeld. In sommige gevallen wordt de code 207 LOI verzet naar een federaal opvangcentrum. Bijvoorbeeld wanneer de toegewezen asielzoeker medische zorgen nodig heeft die door de POD Maatschappelijke Integratie niet worden terugbetaald aan een OCMW maar wel door Fedasil ten laste worden genomen voor asielzoekers opgevangen in de open opvangcentra. Wanneer de asielzoeker later toch behoeftig wordt en zijn recht op materiële opvang wil uitoefenen, dan moet hij zich aanbieden bij de Dispatching of door het OCMW worden doorgestuurd naar de Dispatching om een nieuwe code 207 opvangstructuur te krijgen. 1.2 toewijzingscriteria De toewijzing moet steeds de meest aan de individuele situatie van de asielzoeker of van de begunstigde van de opvang aangepaste toewijzing zijn ofwel binnen de beschikbare opvangplaatsen bij toewijzing aan een opvangstructuur ofwel binnen de beschikbare openstaande quota in het spreidingsplan bij toewijzing aan een OCMW. De beperking in verband met de beschikbare plaatsen in het opvangnetwerk speelt altijd mee. De toewijzingscriteria spelen niet alleen een rol bij de eerste toewijzing na het indienen van een asielaanvraag maar ook bij elke daaropvolgende nieuwe toewijzing van de betrokkene wanneer een wijziging van de code 207 opvangstructuur nodig is. Bij de bespreking van deze criteria spreken we daarom van de begunstigde van de opvang, waaronder dan zowel de het toewijzen, wijzigen en opheffen van de verplichte plaats van inschrijving (code 207) - S - 13 november 2007-3/13

asielzoekers als mogelijke andere bewoners van opvangstructuren vallen, tenzij het enkel over asielzoekers gaat. De bij de toewijzing te hanteren criteria zijn: de gezinssituatie, de gezondheidstoestand, de kennis van één van de landstalen, de proceduretaal en het behoren tot een kwetsbare groep (bijv. minderjarigen, zwangere vrouwen, alleenstaande ouders, ouderen, mensen met een handicap enz.). Dat zijn de criteria die de Opvangwet naar voor schuift. Daarnaast kan er ook met andere criteria rekening gehouden worden voor zover die criteria verband houden met het beoordelen van het al dan niet aangepast karakter van de toegewezen opvangstructuur. De Opvangwet bepaalt geen rangorde voor de verschillende criteria. Vaak zullen meerdere criterie toepasbaar zijn in een concrete situatie. De Dispatching zal dan afwegen welk criterium het meest doorweegt. * de gezinssituatie In artikel 2, 5 Opvangwet vinden we een erg strenge definitie van familie terug. De familie moet in het land van herkomst gesticht zijn en de familieleden moeten in België zijn omwille van de asielaanvraag. Familieleden zijn dan de echtgenoot van de asielzoeker of de niet gehuwde partner waarmee de asielzoeker een stabiele relatie heeft alsook de minderjarige niet gehuwde kinderen van het koppel of van de asielzoeker die ten laste zijn ongeacht of ze binnen of buiten het huwelijk geboren zijn. Wat een stabiele relatie is, wordt nergens omschreven. De Dispatching zal dat bijgevolg naar beste vermogen beoordelen binnen het beperte tijdsbestek dat er is om de toewijzing te doen. Opmerking: In de opvangwet is er sprake van de famillieleden van een asielzoeker. Dezelfde regeling geldt echter ook bij andere begunstigden van de opvang. Deze erg beperkende definitie kan niet zonder meer gehanteerd worden bij de invulling van het toewijzingscriterium gezinssituatie omdat het risico bestaat dat dan familieleden uit elkaar gehaald worden die op basis van internationaal recht het recht hebben om samen te blijven (eenheid van gezin). Bij de toewijzingen moet er aan het begrip familie bijgevolg een ruimere invulling gegeven worden. Zijn ook familieleden bij de toewijzing door de Dispatching: - ongehuwde meerderjarige kinderen; Gehuwde meerderjarige kinderen worden op hun beurt als een gezin beschouwd. - personen met een ruimere familieband zoals broers en zussen, grootouders; Dit steeds in de mate van het mogelijke in functie van de beschikbare plaatsen. Wat de grootouders betreft, is er wel een beperking tot het samen toewijzen van 3 opeenvolgende generaties. Wanneer een minderjarige begeleid wordt door een volwassen persoon die niet de ouder of de voogd is maar die verklaart het hoederecht te hebben, worden zij ook samen toegewezen. Hierbij stelt zich de vraag naar de bescherming van de minderjarige. Er is geen zekerheid over de familiale band. De betrokken volwassenen kan een persoon zijn die misbruik gemaakt heeft, maakt of wenst te maken van de kwestbaarheid van de minderjarige. Bijvoorbeeld een mensenhandelaar. In dat geval zou de toewijzing beter niet samen gebeuren. De Dispatching heeft natuurlijk niet de mogelijkheden noch de bevoegdheid om een voldoende diepgaande beoordeling van de situatie te maken om misbruik uit te sluiten. De Dispatching kan de situatie enkel naar beste vermogen beoordelen. Bij dergelijke toewijzingen zal de opvangstructuur in kwestie op de hoogte gebracht worden zodat zij de situatie nauwlettend kunnen opvolgen. Doordat de minderjarige samen met de volwassene wordt toegewezen, gaat het niet om een toewijzing aan één van de centra voor observatie en oriëntatie maar om een reguliere opvangstructuur. Aangezien de minderjarige in dat geval onder de definitie niet-begeleide minderjarige valt, wordt er een voogd aangeduid. Het gaat hier immers enkel over een soepele interpretatie bij de toewijzing om mensen zoveel als aangewezen is samen toe te wijzen aan dezelfde opvangstructuur. Ook de voogd waakt mee over de bescherming van de minderjarige en kan bezorgdheden signaleren aan de opvangstructuur in kwestie. Wanneer niet alle leden van het gezin een asielaanvraag indienen, kan er alleen een code 207 opvangstructuur aan de asielzoeker toegekend worden. Vanzelfsprekend worden de andere familieleden ook opgevangen in die toegewezen opvangstructuur. het toewijzen, wijzigen en opheffen van de verplichte plaats van inschrijving (code 207) - S - 13 november 2007-4/13

De Dispatching zal ook rekening houden met de gezinssituatie op het moment van de toewijzing. Ook in België of onderweg tot stand gekomen situaties worden dus in rekening gebracht (in tegenstelling tot element in wettelijke definitie dat stelt dat de familie in het land van oorsprong gesticht moet zijn). Indien de verklaringen van de begunstigde van de opvang overeenstemmen met de informatie over de gezinssituatie van de DVZ, houdt de Dispatching rekening met deze gegevens bij de toewijzing, steeds binnen de grens van de beschikbare plaatsen in het netwerk. Indien de verklaringen van de begunstigde van de opvang niet overeenstemmen met de informatie over de gezinssituatie van de DVZ, wordt er bij de toewijzing voorrang gegeven aan de verklaringen van de begunstigde van de opvang om schendingen van het internationaal recht (eenheid van gezin) te vermijden. Bij het niet toewijzen van een code 207 opvangstructuur omwille van bijzondere omstandigheden is dat anders. * de gezondheidstoestand Ook hier geldt dat de Dispatching uiteraard geen grondig medisch onderzoek kan doen. Het gaat dus om 1) vaststelbare elementen zoals een zichtbare handicap, 2 ) de verklaringen van de de begunstigde van de opvang, 3) medische informatie die door Fedasil wordt meegedeeld (ingeval de arts in dienst van Fedasil gecontacteerd wordt). Indien de DVZ vaststelt dat de asielzoeker bij het indienen van zijn asielaanvraag onmiddellijk in een ziekenhuis moet worden opgenomen, kan de Dispatching geen toewijzing doen aangezien ze de betrokken asielzoeker meestal niet eens te zien krijgen. De Dispatching zal dan voorlopig toewijzen aan het noodopvangcentrum in Sint-Pieters-Woluwe (code 207 WSP/SPW). Als de asielzoeker het ziekenhuis mag verlaten, zal een andere opvangstructuur toegewezen worden op basis van het advies van de arts van Fedasil. * kennis van één van de landstalen Een zeker niveau van taalbeheersing is nodig opdat het zinvol is om met dit criterium rekening te houden. De Dispatching kan uiteraard geen uitgebreide taaltest organiseren maar er wordt toch gevraagd om even dieper in te gaan op de aangehaalde taalkennis alvorens de toewijzing ervan af te laten hangen. De onderwijstaal van een kind dat deel uitmaakt van het gezin wordt ook mee in rekening gebracht. Bij niet-begeleide minderjarigen spelen de onderwijstaal en de taal van de voogd een rol bij de toewijzing. Indien deze talen verschillen, primeert de onderwijstaal. * de taal van de procedure Wanneer de advocaat de taal van de procedure beheerst, kunnen heel wat moeilijkheden vermeden worden. Asielzoekers zullen vaak een beroep doen op een advocaat die gemakkelijk bereikbaar is. Daarom kan er rekening gehouden worden met de taal van de procedure bij de toewijzing. * behoren tot een kwetsbare groep De Opvangwet somt een aantal gevallen op waarbij de de begunstigde van de opvang als kwetsbaar beschouwd wordt (zie ). Deze opsomming is niet exhaustief. De Dispatching kan dus ook rekening houden met andere mogelijke situaties. De Dispatching kan gebruik maken van de informatie van de DVZ, de verklaringen van de begunstigde van de opvang r en vaststelbare zichtbare elementen. Sommige situaties van kwestbaarheid zijn vaststelbaar. Andere niet. De Dispatching kan ook hier enkel naar beste vermogen tewerk gaan. het toewijzen, wijzigen en opheffen van de verplichte plaats van inschrijving (code 207) - S - 13 november 2007-5/13

1.3 geen toewijzing in bijzondere omstandigheden Daarnaast voorziet de opvangwet de mogelijkheid om geen code 207 opvangstructuur toe te kennen of de toegekende code 207 opvangstructuur op te heffen in bijzondere omstandigheden. De opvangwet bepaalt niet welke bijzondere omstandigheden in aanmerking komen. Volgens de memorie van toelichting gaat het over het mogelijk maken van het samenleven in gezin, ernstige ziekte of een verzadiging van het opvangnetwerk. Daarnaast kan ook het uitdrukkelijk verzoek van een OCMW ertoe leiden dat de code 207 opvangstructuur wordt opgeheven. Indien een de begunstigde van de opvang met een code 207 opvangstructuur een gezin vormt met een leefloon- of steungerechtigde cliënt en met deze cliënt gaat samenwonen, dan kan er in principe geen steun aan de begunstigde van de opvang worden toegekend (artikel 57ter OCMW-wet). Het leefloon of de steun van de OCMW-cliënt moet bovendien herleid worden van alleenstaande naar samenwonende indien er geen minderjarige ongehuwde kinderen ten laste zijn. Dat zou het effectief samenleven in gezinsverband de facto erg bemoeilijken, zelfs onmogelijk maken. Nochtans is het recht op een gezinsleven een mensenrecht. Vandaar dat de code 207 opvangstructuur dan ofwel niet wordt toegewezen ofwel wordt opgeheven. Aan de de voormalige begunstigde van de opvang kan dan wel financiële steun toegekend worden door het OCMW van de gewoonlijke verblijfplaats. Opgelet! Indien de verklaringen van de begunstigde van de opvang niet overeenstemmen met de informatie over de gezinssituatie van de DVZ, wordt er wel een code 207 opvangstructuur toegewezen. De begunstigde van de opvang kan dan met alle mogelijke middelen aantonen dat de gezinssituatie wel degelijk bestaat. Indien hij daarin slaagt, zal de code 207 opvangstructuur alsnog opgeheven worden. (We herinneren eraan dat de verklaringen van de begunstigde van de opvang wel voorrang hebben op de informatie van de DVZ bij de beoordeling om de betrokkenen al dan niet samen toe te wijzen. Wanneer een begunstigde van de opvang ernstig ziek is, kan het aangewezen zijn om hem de mogelijkheid te bieden zich te vestigen dichtbij een ziekenhuis waar hij terecht kan en/of daar waar hij beroep kan doen op een netwerk van personen die hem kunnen steunen en begeleiden. Als het opvangnetwerk verzadigd is, kan er geen code 207 opvangstructuur meer toegekend worden. Hiertoe is een uitdrukkelijke instructie van Fedasil vereist. Indien de asielzoeker recht heeft op maatschappelijke dienstverlening van het OCMW van de code 207 OCMW op basis van een oude asielaanvraag en een tweede / nieuwe asielaanvraag indient, moet hij in principe een code 207 opvangstructuur krijgen. Van die regel kan worden afgeweken indien het betrokken OCMW dat uitdrukkelijk schriftelijk vraagt aan de Dispatching. De code 207 OCMW blijft dan behouden voor alle lopende asielaanvragen van de betrokkene (zie 5.1.3., e)). 2. wijziging of opheffing van de toewijzing In een aantal situaties wordt de code 207 opvangstructuur gewijzigd. Opmerking: Indien de begunstigde van de opvang de aanvraag tot wijziging of tot opheffing van de code 207 opvangstructuur kan indienen, kan dat ook door de advocaat of de voogd, ingeval van een niet-begeleide minderjarige, die zijn wettelijke vertegenwoordigers zijn. Opmerking: Indien bepaald is dat de begunstigde van de opvang een ontvangstbewijs krijgt, betekent dit dat de begunstigde van de opvang het aanvraagformulier op de daartoe voorziene plaats tekent. het toewijzen, wijzigen en opheffen van de verplichte plaats van inschrijving (code 207) - S - 13 november 2007-6/13

2.1 opvang in twee fasen (artikel 12, 1 Opvangwet) 2.1.1 wijziging na 4 maanden ononderbroken verblijf in een collectieve opvangstructuur Een asielzoeker die al 4 maanden ononderbroken in een collectieve opvangstructuur verblijft, kan een overplaatsing (dus een wijziging van de code 207 opvangstructuur) naar een individuele opvangstructuur vragen. Het verblijf van 4 maanden moet ononderbroken zijn. Wordt het verblijf onderbroken, dan moet er opnieuw een volledige termijn van 4 maanden vervuld worden. Voorbeelden van onderbrekingen zijn: - het verlaten van de opvangstructuur op eigen initiatief van de asielzoeker (dus zonder toestemming en afspraken gemaakt te hebben met de opvangstructuur); - bij wijziging van de code 207 opvangstructuur, na het verlaten van opvangstructuur A niet aankomen binnen de 3 werkdagen in de nieuw toegewezen opvangstructuur B, tenzij overmacht. Een opname in een ziekenhuis of een verblijf in een gesloten centrum onderbreken het verblijf niet. Fedasil onderzoekt nog of een verblijf in de gevangenis het verblijf al dan niet onderbreekt. Dit is een mogelijkheid voor de asielzoeker. Geen afdwingbaar recht. De asielzoeker moet de overplaatsing vragen. De opvangstructuur mag de asielzoeker natuurlijk vragen of hij interesse heeft maar mag de overplaatsing niet automatisch regelen voor elke asielzoeker die in aanmerking komt. De asielzoeker dient zijn aanvraag in bij de verantwoordelijke van de opvangstructuur die de asielzoeker een ontvangstbewijs bezorgt. Binnen de 5 werkdagen moet de verantwoordelijke van de opvangstructuur het ingevulde aanvraagformulier per fax aan de Dispatching bezorgen (zie 2.5. praktisch). Om in aanmerking te komen, mag de asielzoeker nog geen negatieve beslissing van de RVV ontvangen hebben op het moment van zijn aanvraag tot overplaatsing. Indien het bij de Raad van State ingediende beroep tegen deze RVV-beslissing door de Raad van State toelaatbaar werd verklaard, komt hij terug in aanmerking. De verantwoordelijke van de opvangstructuur gaat na of de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een wijziging van de code 207 opvangstructuur vervuld zijn. Indien dat niet het geval is, brengt de verantwoordelijke van de opvangstructuur de asielzoeker daarvan op de hoogte. In dat geval wordt er aangenomen dat er geen aanvraag tot wijziging werd ingediend. De Dispatching is in dat geval dus geen betrokken partij. De overplaatsing kan uiteraard enkel gerealiseerd worden indien er aangepaste plaatsen beschikbaar zijn in de individuele structuren. Indien er in de individuele opvangstructuuren geen vrije plaatsen zijn, moet de asielzoeker verder in de collectieve opvangstructuur blijven (zie 2.5. praktisch). 2.1.2 collectieve versus individuele opvangstructuren De Opvangwet geeft geen definitie van collectieve respectievelijk individuele opvangstructuur. Volgens de memorie van toelichting zal Fedasil het karakter van elke opvangstructuur bepalen waarbij de graad van autonomie van de bewoner doorslaggevend zal zijn. De overgang naar een individuele opvangstructuur moet in beginsel leiden tot een voelbare toename van de autonomie in hoofde van de betrokken asiezoeker. Fedasil heeft bijgevolg een werkgroep opgericht om een instrument te ontwikkelen dat toelaat om de opvangstructuren te kwalificeren. Deze werkgroep heeft een hele reeks criteria bepaald. De criteria kunnen in drie groepen verdeeld worden: criteria betreffende de infrastructuur, criteria betreffende de graad van zelfstandigheid en criteria betreffende de bewegingsvrijheid. Indien deze criteria toegepast worden op een bepaalde opvangstructuur, leidt dat tot een bepaald aantal punten op 140 (60 punten op basis van de infrastructuur, 50 punten op basis van de graad van zelfstandigheid en 30 punten op basis van de beweginsgvrijheid). Opvangstructuren die minstens 100 punten scoren zijn individueel. Opvangstructuren die minder dan 80 punten scoren zijn collectief. Opvangstructuren die tussen de 80 en de 100 punten scoren, zitten in de zogenaamde grijze zone. het toewijzen, wijzigen en opheffen van de verplichte plaats van inschrijving (code 207) - S - 13 november 2007-7/13

Concreet scoort een overgrote meerderheid van de LOI meer dan 100 punten en is dus individueel. Het merendeel van de centra scoort minder dan 80 punten en is dus collectief. Er zijn dus ook collectieve LOI en individuele centra. De Dispatching past deze indeling momenteel toe bij de toewijzingen. Met andere woorden, collectieve LOI krijgen toewijzingen van nieuwe asielzoekers. Fedasil onderzoekt momenteel wat er gedaan kan worden aan de opvangstructuren in de grijze zone. Probleem is dat een begunstigde van opvang die van een hoog scorende collectieve structuur naar een laag scorende individuele structuur zou gaan, geen voelbare toename van zijn autonomie beleeft. Dat wil Fedasil vermijden. Enerzijds wordt nagegaan welke structuren door een aantal haalbare aanpassingen op korte termijn meer dan 100 punten kunnen scoren. Soms volstaat het bijvoorbeeld om de bedeling van een warme maaltijd s avonds stop te zetten om boven de 100 punten te scoren. Anderzijds wordt nagegaan of de structuren omgevormd kunnen worden tot structuren waar begunstigden van opvang met specifieke noden opgevangen kunnen worden. Concreet worden er voorlopig geen nieuwe toewijzingen gedaan aan deze opvangstructuren in de grijze zone. Deze kwalificatie van een opvangstructuur als collectief of individueel is belangrijk want zij speelt niet alleen in het kader van de opvang in twee fasen een rol. Ook in heel wat andere bepalingen van de opvangwet worden de twee types opvangstructuur anders behandeld. Het meest in het oog springend is daarbij zeker en vast het verbod op gemeenschapsdiensten en het niet in aanmerking komen voor subsidies om activiteiten te organiseren om de opvangstructuur beter in de buurt te integreren. De bewoners van de individuele structuren worden uitgesloten van het presteren van gemeenschapsdiensten, terwijl ook zij vragende partij zijn om een nuttige en zinvolle dagbesteding te kunnen hebben en hun zakgeld wat aan te vullen. Ook de perceptie van de opvang door de andere inwoners is beduidend positiever als de bewoners de mogelijkheid krijgen om vrijwilligerswerk of gemeenschapsdiensten te doen (art. 34 Opvangwet). Niet alleen alle individuele structuren, maar ook de collectieve OCMW-structuren worden uitdrukkelijk uitgesloten van het systeem van de buurtinitiatieven. Hiervoor is geen enkele reden te bedenken. Het aantal opvangplaatsen in de wijk is een logisch criterium, niet de inrichtende macht (art. 51 Opvangwet). De LOI zullen werken met een huishoudelijk reglement (art. 19 Opvangwet). Aanvankelijk wou de federale overheid de LOI laten werken met een soort overeenkomst met de asielzoeker. De LOI werken nu evenwel al met een huishoudelijk reglement en zijn daar tevreden mee. Waarom dan overstappen naar een overeenkomst die het risico inhoudt dat ze als huurovereenkomst beschouwd wordt met alle gevolgen van dien, vooral bij het einde van het recht op materiële opvang? De minister van Maatschappelijke Integratie zal een model huishoudelijk reglement opstellen, dat door de betrokken opvangstructuur aangevuld kan worden binnen de grenzen van de bij koninklijk besluit vastgelegde werkingsregels. De LOI hebben ook het recht gekregen om met ordemaatregelen en sancties te werken. Aanvankelijk mochten alleen de opvangcentra dat doen. Een LOI kon dus zo goed als niets doen bij ongewenst of onaangepast gedrag van een LOI-bewoner (art. 43 en 44 Opvangwet). Worden nog verwacht met betrekking tot de LOI: - een KB dat kwaliteitsnormen bepaalt en de controle erop regelt; - een KB dat het stelsel en de werkingsregels bepaalt; - een MB dat een gemeenschappelijk basismodel van huishoudelijk reglement bepaalt. 2.2 wijzigingen omwille van het niet aangepast karakter van de opvangstructuur Een wijziging van de code 207 opvangstructuur omwille van het niet aangepast karakter van de toegewezen opvangplaats kan gevraagd worden door de begunstigde van de opvang, de opvangstructuur of Fedasil. Indien de aanvraag uitgaat van de opvangstructuur of van Fedasil, moet de begunstigde van de opvang op de hoogte gebracht worden. Deze aanvraag kan het gevolg zijn van de verplichte evaluatie van de toegewezen opvangplaats (zie iii)) maar dat is niet noodzakelijk zo. het toewijzen, wijzigen en opheffen van de verplichte plaats van inschrijving (code 207) - S - 13 november 2007-8/13

Een wijziging is ook steeds mogelijk om medische redenen. In dat geval moet het advies van de behandelende arts gevraagd worden (art. 28 opvangwet). Op het aanvraagformulier worden summier enkele medische gegevens vermeld. Het is de bedoeling dat de behandelende arts en de arts van Fedasil met elkaar communiceren over de medische problematiek. Het medisch beroepsgeheim laat niet toe dat ook anderen gedetailleerde medische informatie over de betrokkene hebben. De Dispatching neemt dan op zijn beurt contact op met de arts van Fedasil om te weten waarmee er rekening moet worden gehouden bij de nieuwe toewijzing. De arts van Fedasil bezorgt de Dispatching een schriftelijk gemotiveerd advies. De nieuwe opvangstructuur wordt op de hoogte gebracht van de aanwezigheid van de medische problematiek. Zodra de betrokkene in de nieuwe opvangstructuur is aangekomen, neemt de nieuwe behandelende arts contact op met de arts van Fedasil om zich verder te informeren. De aanvraag wordt ingediend bij de verantwoordelijke van de opvangstructuur. De begunstigde van de opvang krijgt een ontvangstbewijs indien hij het initiatief neemt. Binnen de 5 werkdagen moet de verantwoordelijke van de opvangstructuur de aanvraag aan de Dispatching bezorgen (zie 2.5. praktisch). 2.3 wijziging na ordemaatregel of sanctie De toepassing van een ordemaatregel of het opleggen van een sanctie kan ook de vorm aannemen van een overplaatsing. De bepaling in de Opvangwet over de ordemaatregelen werd nog niet uitgevoerd. Het gaat voorlopig dus enkel over de overplaatsing als sanctie. De aanvraag kan enkel uitgaan van de opvangstructuur. De verantwoordelijke van de opvangstructuur vult het aanvraagformulier in en bezorgt het aan de Dispatching. In dit geval moet er steeds een kopie van de beslissing waarbij de sanctie wordt opgelegd toegevoegd worden. Bij overplaatsing als sanctie wordt er altijd aan eenzelfde type opvangstructuur toegewezen dus van collectief naar collectief en van individueel naar individueel. Hierop is één uitzondering. Indien er duidelijk gemotiveerd kan worden dat een collectieve respectievelijk een individuele opvangstructuur niet aangepast is aan de noden van de betrokken begunstigde van de opvang, kan er wel van collectief naar individueel overgeplaatst worden en omgekeerd. De Dispatching of de regiomedewerker van Fedasil heeft geen appreciatiebevoegdheid ten aanzien van de door het LOI opgelegde sanctie. Indien wordt vastgesteld dat een LOI de wettelijke bepalingen in verband met het opleggen van een sanctie niet toepast, zal het LOI daarop aangesproken worden maar dat mag niet leiden tot het niet uitvoeren van de overplaatsing. De Opvangwet bepaalt dat de materiële hulp niet mag worden opgeheven. Enkel in toepassing van een ordemaatregel of een sanctie kan een deel van de materiële hulp aan de begunstigde van de opvang ontnomen worden. Dat betekent dat de begunstigde van de opvang waaraan het LOI een overplaatsing als sanctie oplegt, deze begunstigde van de opvang niet uit LOI mag zetten. De begunstigde van de opvang mag en moet in het LOI blijven tot de Dispatching de wijziging van de code 207 opvangstructuur doorvoert. Dan pas kan het vertrek van de betrokken begunstigde van de opvang geregeld worden. In de prakijk zetten LOI bewoners die het echt te bont maken wel eens op straat met de boodschap dat zij zich opnieuw bij de Dispatching moeten gaan aanbieden om een nieuwe toewijzing te krijgen. Indien de Dispatching de betrokkene dan terugstuurt, weigert het LOI vaak om de betrokkene opnieuwe materiële hulp toe te kennen. De Dispatching stuurt de betrokkene dan maar naar het noodopvangcentrum van Sint-Pieters-Woluwe. Deze praktijk is strijdig met de Opvangwet. Daartegenover staat dat het in bepaalde situaties niet meer verantwoord is om iemand in het LOI te laten blijven omdat de veiligheid van de andere bewoners of van het personeel in het gedrang komt. In dat geval kan de lokale politie gevraagd worden om de betrokkene administratief aan te houden zodat het LOI intussen zijn beslissing tot het opleggen van de overplaatsing als sanctie kan nemen en de aanvraag tot wijziging kan aanvragen bij de Dispatching. De lokale politie kan evenwel terughoudend zijn in deze situaties. Het gebeurt dus dat de administratieve aanhouding geweigerd wordt. Dan heeft het LOI in feite geen het toewijzen, wijzigen en opheffen van de verplichte plaats van inschrijving (code 207) - S - 13 november 2007-9/13

andere keuze dan de Opvangwet te overtreden en de betrokken weg te sturen. Het is wel belangrijk dat het LOI in die situaties toch zoveel mogelijk probeert de procedures toe te passen. Dat betekent een beslissing nemen waarbij de overplaatsing wordt opgelegd, deze beslissing betekenen aan de begunstigde van de opvang door hem de beslissing te laten tekenen of door desgevallend te vermelden dat de begunstigde van de opvang weigert te tekenen en het aanvraagformulier tot wijziging van de code 207 opvangstructuur samen met de betekende beslissing aan de Dispatching bezorgen. 2.4 de opheffing In bijzondere omstandigheden kan de code 207 opvangstructuur opgeheven worden. Die aanvraag gebeurt aan de hand van hetzelfde typeformulier als de aanvraag tot wijziging van de code 207 opvangstructuur. De aanvraag kan worden ingediend door de begunstigde van de opvang zelf, de opvangstructuur, Fedasil of een OCMW. Indien de begunstigde van de opvang in een opvangstructuur verblijft, dient hij zijn aanvraag tot opheffing aan de hand van het typeformulier in bij de verantwoordelijke van de opvangstructuur die de aanvraag binnen de 5 werkdagen overmaakt aan de Dispatching. De begunstigde van de opvang krijgt een ontvangstbewijs. Indien de asielzoeker niet in een opvangstructuur verblijft, kan hij zijn aanvraag tot opheffing rechtstreeks indienen bij de Dispatching aan de hand van gemotiveerde schriftelijke aanvraag. Het typeformulier hoeft dan niet gebruikt te worden. Indien de opvangstructuur de opheffing van de code 207 opvangstructuur vraagt, moet de verantwoordelijke van de opvangstructuur zich ervan vergewissen dat de betrokken begunstigde van de opvang akkoord is. Ook Fedasil kan de Dispatching vragen om een code 207 opvangstructuur op te heffen. Meer bepaald wanneer de arbeidsrechtbank een OCMW veroordeelt tot het verlenen van maatschappelijke dienstverlening aan de betrokken begunstigde van de opvang, wanneer de begunstigde van de opvang om gezondheidsredenen zelf geen aanvraag kan doen of wanneer het nodig is in het kader van het netwerkbeheer. Indien een OCMW beslist om maatschappelijke dienstverlening toe te kennen aan een begunstigde van de opvang omwille van bijzondere omstandigheden, kan het OCMW aan de Dispatching vragen om de code 207 opvangstructuur op te heffen. De beslissing van de OCMW-raad tot toekenning van de maatschappelijke dienstverlening moet bij de aanvraag gevoegd worden. De bijzonder omstandigheden worden dan vermoed aanwezig te zijn. Het OCMW moet de aanvraag natuurlijk wel motiveren. Behalve indien de aanvraag uitgaat van een OCMW, neemt de Dispatching contact op met de arts van Fedasil indien de bijzondere omstandigheden medisch van aard zijn. De arts van Fedasil bezorgt de Dispatching een gemotiveerd schriftelijk advies. 2.5 praktisch De aanvraag tot wijziging of tot opheffing van de code 207 opvangstructuur wordt aan de Dispatching gevraag aan de hand van een typeformulier aanvraag tot wijziging van de verplichte plaats van inschrijving (bijlage). Dat formulier moet per fax bezorgd worden. Per mail kan er immers nog niet ondertekend worden. Het typeformulier vermeldt de volgende elementen: - beperkte identificatiegegevens op het typeformulier (de identificatiefiche van de betrokken begunstigde van de opvang wordt steeds samen met het aanvraagformulier aan de Dispatching bezorgt) - wettelijke basis (aan te kruisen) - motivering van aanvraag - opportuniteitsadvies van de verantwoordelijke van de opvangstructuur - nuttige elementen, desgevallend in te vullen door de verantwoordelijke van de opvangstructuur - advies van de regio met eventueel voorstel nieuwe toewijzing - zeer beperkte medische informatie het toewijzen, wijzigen en opheffen van de verplichte plaats van inschrijving (code 207) - S - 13 november 2007-10/13

Niet elk luik moet steeds ingevuld worden. De Dispatching neemt zo snel mogelijk een gemotiveerde beslissing. Indien de Dispatching geen beslissing heeft genomen binnen één maand te rekenen vanaf het verzenden per fax van de aanvraag tot wijziging, wordt de aanvraag geacht te zijn verworpen. Bij aanvragen uitgaande van LOI wordt er steeds het advies van de regiomedewerkers van Fedasil gevraagd die eventueel ook een voorstel kunnen formuleren. In die gevallen begint de termijn van één maand te lopen vanaf de verzending van de aanvraag door het LOI. Niet vanaf het terugsturen van het aanvraagformulier door de regiomedewerkers. In de omgekeerde richting zal de Dispatching alvorens een code 207 LOI toe te wijzigen contact opnemen met de regiomedewerker van Fedasil om advies te vragen en om eventueel een voorstel voor een nieuwe toewijzing te krijgen. Dit is een afspraak en staat niet met zoveel woorden in de instructies. Wanneer de Dispatching de aanvraag inwilligt, volstaat een bondige motivering van de beslissing. Wanneer de aanvraag wordt geweigerd, moet er uitvoeriger gemotiveerd worden. De aanvraag kan bijvoorbeeld steeds geweigerd worden wanneer er geen beschikbare aangepaste plaats is. De betrokkene heeft er echter geen zicht op wanneer er dan wel een plaats beschikbaar is en de kans bestaat dat het verwerpen van aanvragen in dat geval leidt tot veel opeenvolgende aanvragen van de begunstigde van de opvang. Bovendien is dit ook demotiverend voor de betrokkene. Dat wil Fedasil vermijden. Daarom wordt er momenteel met een tweede mogelijkheid gewerkt. De Dispatching willigt de aanvraag in maar plaatst de betrokkene op een wachtlijst. De overplaatsing wordt uitgevoerd zodra er een aangepaste plaats vrij komt. Fedasil zal dit systeem nog evalueren. Hetzelfde geldt wanneer de regiomedewerkers geen advies kunnen formuleren binnen de termijn van één maand. Elke beslissing inzake de code 207 opvangstructuur moet aan de betrokken begunstigde van de opvang betekend worden. De beslissing tot toewijzing (de eerste) wordt door de Dispatching aan de asielzoeker overhandigd die tekent voor ontvangst. De toegewezen opvangstructuur krijgt per fax een kopie. Indien de toegewezen opvangstructuur een LOI is, krijgt ook de regiomedewerker van Fedasil een kopie. De beslissing tot wijziging van de code 207 opvangstructuur op initiatief van de begunstigde van de opvang of op initiatief van de opvangstructuur of Fedasil wordt door de Dispatching overgemaakt aan de opvangstructuur waar de begunstigde van de opvang op dat moment verblijft. De opvangstructuur betekent de beslissing aan de begunstigde van de opvang door de beslissing persoonlijk te overhandigen en te laten tekenen voor ontvangst. Indien de begunstigde van de opvang weigert te tekenen, wordt dat op de beslissing genoteerd. De opvangstructuur verwittigd dan de Dispatching die de beslissing betekend door ze aangetekend te verzenden aan de gekozen woonplaats. Dat moet gebeuren binnen de 7 dagen volgend op de overmaking van de beslissing aan de opvangstructuur. Het is dus belangrijk om de beslissingen van de Dispatching zo snel mogelijk te betekenen en om zo snel mogelijk te verwittigen als dat niet lukt. Indien de aanvraag werd ingediend door de advocaat, wordt de beslissing betekend aan de gekozen woonplaats en krijgen de advocaat en de opvangstructuur een kopie. De Dispatching bezorgt per fax een kopie van haar beslissing aan de nieuwe opvangstructuur en aan de regiomedewerker indien dat een LOI is. De beslissing tot opheffing van de code 207 opvangstructuur wordt door de Dispatching overgemaakt aan de opvangstructuur waar de begunstigde van de opvang op dat moment verblijft. De opvangstructuur betekent de beslissing aan de begunstigde van de opvang door de beslissing persoonlijk te overhandigen en te laten tekenen voor ontvangst. Indien de begunstigde van de opvang weigert te tekenen, wordt dat op de beslissing genoteerd. De opvangstructuur verwittigd dan de Dispatching die de beslissing betekend door ze aangetekend te verzenden aan de gekozen woonplaats. Dat moet gebeuren binndne de 7 dagen volgend op de overmaking van de beslissing aan de opvangstructuur. Het is dus belangrijk om de beslissingen van de Dispatching zo snel mogelijk te betekenen en om zo snel mogelijk te verwittigen als dat niet lukt. Indien de aanvraag werd ingediend door de advocaat, wordt de beslissing betekend aan de gekozen woonplaats en krijgen de advocaat en de opvangstructuur een kopie. Indien de aanvraag werd ingediend door een OCMW, wordt de beslissing betekend aan de gekozen woonplaats en krijgt het OCMW per fax of post een kopie alsook de betrokken regiomedewerker. het toewijzen, wijzigen en opheffen van de verplichte plaats van inschrijving (code 207) - S - 13 november 2007-11/13

Vanaf de betekening van de beslissing heeft de begunstigde van de opvang zeven dagen de tijd om de opvangstructuur te verlaten en zich naar de nieuwe opvangstructuur te begeven. In bepaalde omstandigheden kan van die termijn worden afgeweken bijvoorbeeld om de kinderen de kans te geven tot de schoolvakantie die voor de deur staat op dezelfde school te blijven. Ingeval van een overplaatsing als ordemaatregel of als sanctie geldt deze termijn van zeven dagen niet. De betrokkene moet dan zonder verwijl de opvangstructuur verlaten en zich naar de nieuw toegewezen opvangstructuur begeven. Indien de begunstigde van de opvang weigert om de opvangstructuur te verlaten, worden de redenen op de beslissing genoteerd. De Dispatching wordt verwittigd en de code 207 opvangstructuur wordt uiteindelijk niet gewijzigd. Een overplaatsing als sanctie kan niet geweigerd worden. Het weigeren van de overplaatsing in toepassing van de opvang in twee fasen is een definitieve weigering. De asielzoeker kan zich daarna enkel nog op het niet aangepast karakter van de toegewezen opvangstructuur beroepen om de toewijzing te laten wijzigen. Het invoeren van de (eerste) code 207 opvangstructuur in het wachtregister gebeurt op de dag van de asielaanvraag. Indien de asielzoeker na 3 werkdagen nog niet is toegekomen, wordt de code 207 gewijzigd in WSP/SPW no show. Bij wijzigingen wordt de code 207 opvangstructuur in het wachtregister gewijzigd op het moment van de aankomst in de nieuw toegewezen opvangstructuur. Die opvangstructuur moet de Dispatching onmiddellijk verwittigen van de aankomst van de begunstigde van de opvang. Indien de begunstigde van de opvang zeven dagen na de betekening van de beslissing nog niet is aangekomen, wordt de code 207 ofwel niet gewijzigd indien hij de opvangstructuur niet verlaten heeft ofwel gewijzigd in WSP/SPW no show indien hij de opvangstructuur wel verlaten heeft. Bij een opheffingsbeslissing wordt de code 207 in het wachtregister opgeheven de dag van de beslissing. De Dispatching bevindt zich in de gebouwen van de DVZ (Koning Albert II laan 8, North Gate II, 1000 Brussel / tel.: 02/205.68.30 / fax: 02/205.54.15). Alle communicatie met de Dispatching over het toewijzen gebeurt telefonisch en per fax. 3. de evaluatie van de toewijzing - Koninklijk Besluit van 25 april 2007 tot bepaling van de nadere regels van de evaluatie van de individuele situatie van de begunstigde van de opvang, BS 10 mei 2007, http://www.inforum.be/uhtbin/docno/ 219136 - Nota ter attentie van de directeurs van de federale opvangcentra van 11 juni 2007 betreffende het typeformulier voor de evaluatie van de individuele situatie van de begunstigde van de opvang http://www.inforum.be/uhtbin/docno/ 223800 De evaluatie dient om na te gaan of de in de toegewezen opvangstructuur geboden materiële opvang, meer bepaald de huisvesting en de begeleiding, beantwoorden aan de individuele medische, sociale en psychologische noden van de asielzoeker of een andere begunstigde van de opvang (bijv. een uitgeprocedeerde asielzoeker met verlengd opvangrecht). Bij de evaluatie moet er bovendien bijzondere aandacht zijn voor de specifieke noden van een bewoner die behoort tot één van de kwetsbare groepen. 3.1 evaluatie binnen 30 dagen na de eerste toewijzing De eerste evaluatie moet gebeuren binnen de 30 dagen na de eerste toewijzing van een opvangstructuur. Dit zal dus in de regel door de collectieve opvangstructuur gebeuren (tenzij er toch een eerste toewijzing aan een individuele opvangstructuur zou gebeuren zoals gezegd, de opvangwet staat dat toe maar het is niet de bedoeling om dat nog te doen). Indien de toewijzing binnen deze termijn van 30 dagen wijzigt, begint een nieuwe termijn van 30 dagen te lopen vanaf de nieuwe toewijzing. Er wordt dus gegarandeerd dat er 30 dagen zijn om te evalueren. Bij de aankomst van de asielzoeker in de opvangstructuur wordt hem of haar een maatschappelijke werker als referentiepersoon aangewezen. Deze maatschappelijk werker is het toewijzen, wijzigen en opheffen van de verplichte plaats van inschrijving (code 207) - S - 13 november 2007-12/13

het aanspreekpunt voor de betrokkene. De evaluatie gebeurt bijgevolg ook door deze referentie maatschappelijk werker die daartoe minstens één gesprek met de asielzoeker moet hebben en het advies kan (niet moet) inroepen van zowel interne (bijv. collega s, hoofd maatschappelijk werken enz.) als externe diensten en personen (arts, psycholoog enz.). De bevindingen moeten worden neergeschreven in een evaluatieverslag. Dit verslag moet gevalideerd worden door de verantwoordelijke van de sociale dienst van de opvangstructuur of, bij diens afwezigheid, door de door de verantwoordelijke van de opvangstructuur aangeduide persoon. Dat kan uiteraard niet de referentie maatschappelijk werker zijn. Deze validering moet een interne controle op de evaluatie mogelijk maken alsook het in de opvangstructuur stroomlijnen van de wijze waarop er geëvalueerd wordt. Bovendien is het mogelijk dat er in het evaluatieverslag maatregelen voorgesteld worden die financiële gevolgen kunnen hebben voor de opvangstructuur waarvoor dan ook de validatie nodig is. 3.2 permanente evaluatie Na de eerste evaluatie binnen de 30 dagen na de eerste toewijzing moet er permanent geëvalueerd worden. Het evaluatieverslag moet worden aangevuld in functie van deze permanente evaluatie. Indien er bij deze een maatregel wordt voorgesteld, moet de aanvulling van het verslag ook gevalideerd worden. Om de aandacht voor deze permanente evaluatie te waarborgen, moet er minstens om de 6 maanden een balans van de situatie worden opgemaakt. Ook deze balans moet gevalideerd worden. 3.3 evaluatieverslag Het evaluatieverslag maakt deel uit van het sociaal verslag. De asielzoeker heeft toegang tot zijn sociaal verslag en dus ook tot het evaluatieverslag. Op die manier beschikt hij over de nodige informatie om zelf eventueel een wijziging van de opvangstructuur aan te vragen. De minister zal nog een modelformulier bepalen. In afwachting kan de opvangstructuur het door Fedasil aangeboden model gebruiken (www.vvsg.be<beleidsthema s<welzijn<vreemdelingen<materiëleopvang). Dat is niet verplicht maar indien alle opvangstructuur hetzelfde formulier gebruiken, zal dat de samenwerking zeker vergemakkelijken. Deze bepaling is in werking getreden op 7 mei 2007 en geldt voor alle opgevangen personen. Dat betekent dat er ten laatste op 7 november 2007 een balans van de situatie in het sociaal dossier van elke opgevangen persoon moet zitten. De evaluatie is gericht op het nagaan of de noden van de asielzoeker in de toegewezen opvangstructuur beantwoord kunnen worden. Indien er een hiaat wordt vastgesteld, volstaat het niet om dit in het evaluatieverslag te noteren en eventueel een overplaatsing aan te vragen. Op dat moment moet er gezocht worden naar oplossingen binnen de toegewezen opvangstructuur. Bijvoorbeeld: wanneer wordt vastgesteld dat de betrokkene psychische problemen heeft, moet er gezocht worden naar een behandeling die vanuit de opvangstructuur gevolgd kan worden. Daar hangt meestal een prijskaartje aan. Vandaar het valideren van het evaluatieverslag. Indien een LOI een overplaatsing vraagt omwille van het niet aangepast karakter van de geboden opvang aan de noden van de asielzoeker of andere bewoner, zal dit evaluatieverslag een rol spelen. Is het verslag niet in orde, dan zal de overplaatsing geweigerd worden. In situaties waarin uit de evaluatie blijkt dat er aan de noden van de betrokkene wordt tegemoet gekomen, is het bijgevolg niet nodig om een zeer uitgebreid verslag op te stellen. Fabienne Crauwels 14 november 2007 het toewijzen, wijzigen en opheffen van de verplichte plaats van inschrijving (code 207) - S - 13 november 2007-13/13